LEIDSCÏÏ DAGBLAD. N°. 4885. Dinsdag A0. 1875. 16 November. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden1. Franco per postn 1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN: Van 16 regels1-05. Iedere regel meerD 0.17£. Grootere letters naar plaatsruimte. LEIDEN, ld November. Op Maandag 29 dezer zal in de Kweek school voor zeevaart alhier een keuring plaats hebben van knapen, welke bij 's rijks zeemacht een verbintenis wenschen aan te gaan. Bij de heden gehouden openbare verkooping van cokes van partijen van 100, 50,10 en 5 hecto liters waren de hoogste prijzen f 50, f 25,00, 5.40 en f 2.50 en de laagste 50, f 25.00, f 5.00 en f 2.50. De Commissie voor het m. o. in Den Haag heeft Zaterdag toegelaten de heeren W. Melgerd, van Arnhem, voor aardrijkskunde; G. De Bruyne P.Zn., van Zierikzee, voor staathuishoudkunde; G. P. De Bell, van Haarlem, voor schoonschrijven, en A. Davidson, van Rotterdam, voor boekhouden. Een voor boekhouden trok zich terug. Een voor Fransch, een voor Duitsch en een voor boekhou den werden afgewezen. Te Delft zijn voor het m. o. 11 en 12 dezer geëxamineerd 2 candidaten voor de akte hoogere wiskunde, beiden afgewezen. Van 9 tot 43 dezer, 8 candidaten voor de akte lijnteekenen (één was niet opgekomen); afgewezen 3; toege laten de heerenK. Bes, van WarffumJ. H. Bronke, van AmsterdamChr. Laarman Wzn., van Den HaagW. Van der Vliet, van Harlingen, en H. J. Van der Weele, van Den Haag. Op den 42den werd de akte van boetseeren nog verleend aan den heer M. A. Van Aken, van Den Haag. Directeuren van Teyler's Stichting en de ieden van Teyler's Godgeleerd Genootschap hebben in hunne vergadering van 12 dezer uitspraak ge daan over de vijf verhandelingen, welke zij ter beoordeeling ontvangen hadden. Vier van deze waren ten antwoord op de vraag: „Wat leeren ons de oud-testamentische eigennamen met betrek king tot de geschiedenis van den godsdienst onder het Israëlietische volk?" Aan die met de spreuk: „nomina hebraea etc." is eene bekroning toege kend. By opening van het verzegeld naambriefje bleek de verhandeling te zijn van den heer Dr. Eberhard Nessle, theol. candidaat te Tubingen. De vijfde verhandeling was een antwoord op de uitgeschreven prijsvraag omtrent „de statistiek der zedelyke feiten". Men besloot aan den schrijver de zilveren medaille, benevens 200, aan te bieden en zyn arbeid in de werken van het Genootschap op te nemen, indien hij vergunning geeft tot het openen van zijn naambriefje. Als nieuwe prijsvraag wordt voorgesteld: „Hoe moet, met het oog op den hedendaagschen strijd onder de staathuishoudkun digen, over de onderlinge verhouding van staat en maatschappij worden geoordeeld volgens de beginselen der christelijke zedeleer?" De prijs voor het best en voldoend gekeurd antwoord op deze vraag bestaat in een gouden eerepenning, op den stempel des Genootschaps geslagen, ter innerlijke waarde van f400. De tijd der inzending van de antwoorden wordt gesteld vóór of op 1 Jan. 1877. Aan de Groningsche hoogeschool is bevor derd tot doctor in de godgeleerdheid de heer E. J. P. Jorissen, benoemd hoogleeraar in de Trans- vaalsche republiek. Ter voldoening aan het besluit der jongste algemeene vergadering, heeft het hoofdbestuur der Maatschappij tot bevordering der geneeskunst een adres gericht aan den minister van oorlog, over de keuring van miliciens. De Maatschappij heeft reeds in 1873 hare bezwaren over deze zaak aan den minister kenbaar gemaakt en is toen uitgenoodigd hare wenschen nader te formuleeren. Dit geschiedt thans in haar adres, waarin ten slotte wordt gevraagd: 1°. Aanstelling bij eiken militieraad van eene plaatselijke keuringscommissie, bestaande uit drie geneeskundigen, van welke minstens één officier van gezondheid, terwijl een der leden als ophthalmoloog zitting neemt; 2°. benoeming van eene of meer centrale commission uit een voldoend, in elk geval oneven getal leden bestaande, aan welke de herkeuring worde opge dragen; 3°. verbetering van de hulpmiddelen, die bij de keuring ten dienste staan, 4°. herziening van het bestaande keurings-reglement. Voor deze verbetering is wijziging der militiewet noodig, maar daar herziening dezer wet thans aan de orde komt, acht het bestuur het tijdstip juist ge schikt tot het kenbaar maken van bovengemelde wenschen. De toestand van H. M. de Koningin gaat steeds naar wensch vooruitzij gevoelt zich zeer wel. Volgens bericht uit Paramaribo is door den heer H. Sawyer in vereeniging met twee Cali- fornische mijnwerkers, die waren overgekomen om onderzoek te doen naar de goudrijkheid van den bodem, eene maatschappij gevormd, welke 24 werklieden in dienst heeft en tot dusver met het beste succes arbeidt. Aan het bureel der Suri- naamsche Bank was een vrij groote hoeveelheid goud ter bezichtiging gesteld in stukjes, korrels en stofgoud, aan den rechteroever der Boven- Suriname gevonden. De minister van binnenl. zaken heeft aan de gedep. staten der verschillende provinciën eene circulaire gezonden, waarin hij, naar aanleiding van de voorstellen van het hoofdbestuur der Ned. vereeniging ter bevordering der koepok-inenting en van de geneeskundige ambtenaren, de ver plichtingen doet uitkomen, aan de gemeentebe sturen door art. 18 der wet van 4 Dec. 1872 opgelegd. Uit deze circulaire blykt, dat niet overal en altijd het aangehaald wetsartikel naar behooren wordt uitgevoerd. Het stoomschip Celebesvan Nieuwediep naar Batavia, is 13 dezer van Aden vertrokken. De audiëntie van den minister van oorlog zal a. s. Donderdag niet plaats hebben. Z. M. heefi'de benoeming van A. J. Ninaber, burgem. van Hellendoorn tot secr. dier gem. goedgekeurd; aan Jbr. J. Mock, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lsten luit. vaandel drager bij het corps koninklijke scherpschutters in Den Haag, onder dankbetuiging voor de vele diensten, met toekenning van den titul. rang van kapitein, en vergunning om de uniform van dat corps met de onderscheidingsteekenen te blyven dragen; ter zake der krygsverrichtingen tegen Atjeh, en wel voornamelijk gedurende het tydvak tusschen medio Aug. 1874 en uit. Febr. 1875, de navolgende belooningen toegekendbenoemd tot ridder der Milit. Willemsorde 4de kl.den luit.-ter-zee 1ste kl. H. A. Sirks; den off.-van-gez. Isle kl. J. J. Postma; de 1ste luits. der inf. H. E. Munniks de Jongh, R. G. J. Sutherland, A. W. K. Ter Beek, P. Van Lawick van Pabst en H. Heeres; de ofl.-van-gez. 2de kl. J. C. P. Kats de 2de luits. der inf. W. J. Philips (sinds bevor derd tot lsten luit.) J. B. Van Heutsz en H. F. V. M. Schwing; den van het leger hier te lande gedet. 2den luit. van het corps ingen., min. en sapp. C. J. Snijders (sinds bevorderd tot lsten luit.) den serg.-ziekenvader C. Van Putten (sinds bevor derd tot ziekenvader-majoor; den serg. der in fanterie J. G. F. Angenent, den sergeant der artillerie K. Geiges; de fuseliers C. W. 't Hooft (sinds bevorderd tot korporaal) en D. Portier; benoemd tot ridder der orde van den Ned. Leeuw den dirig. offic.-van-gez. 1ste kl. L. J. De Roock, en den offic.-van-gez. 1ste kl. G. A. P. Van Steen- velt; begiftigd met de eeresabel, met het gebrui kelijk opschriftden majoor der art. T. J. A. Van Zijll de Jong; den kapt. der inf. F. Van Haaften den kapt. der art. G. F. W. Borel, en den lsten luit. der inf. H. G. J. Van Hoogstraten, de beide laatstverm. gedet. van het leger hier te lande; eervol vermeld bij afzonderlijke dagorders, zoo in Indië als in Nederland: den majoor der genie W. J. Leers; de kapt. der inf. J. G. Van Blok land, A. Hamakers, G. A. H. Van Steenvelt, P. P. H. Van Ham en D. H. P. Andreae (laatstverm. gedet. van het leger hier te lande)den kapt. der art. H. J. G. Souman; den kapt. der genie J. F. Kannemans; den luit.-ter-zee 2de kl. G. J. De Jong; den lsten luit. van het corps mariniers J. L. Cadet; de 1ste luit. der inf. J. Van Benne- kom, J. H. De Bruyn en J. Bartelds; de 1ste luit. der artillerie K. E. Reck, G. A. Kusky, J. H. Van Blommestein en H. Van Gelsdorp (laatst verm. gedet. van het leger hier te lande); den offic.-van-gez. 2de kl. L. B. E. Ledeboer, gedet. van het leger hier te lande; den 2den luit. der inf. J. H. B. Jager, sinds bevorderd tot lsten luit.; de adj.-onderoffic. der inf. J. H. Nix en P. M. Meuwessende adj.-onderoffic. der art. P. Jonge- pier en F. J. Teeuwenden serg.-majoor der inf. D. Dreux den serg.-majoor der art. G. Van Spronse; den fourrier der inf. O. R. H. Van Harreveltde sergeants der art. J. Van Brakel en K. De Boer den serg. der genie W. F. Van der Weyden; den serg.-terreinopnemer E. Van Acker; de korp. der art. J. T. Joost en D. L. Nieuwland; de sinds tot korp. bevord. fuseliers K. H. Stiene, B. J. A. Würscher (thans hospitaalbediende) en J. Krans; de matrozen 1ste kl. P. De Brabander en H. Weelink; den marinier 1ste kl. P. T. Van Tol; den marinier 2de kl. H. Jansma, sedert bevorderd tot marinier 1ste kl.; den hoornblazer der inf. P. T. Van den Broek; de fuseliers G. Van Diggelen en A. Van der Byl; de kanonniers 2de kl. K. Kooima en T. Westra; en de mineurs 1ste kl. J. Car- migchelt en A. Brongers; voorts bepaald, dat ter zake van dezelfde krijgsverrichtingen de namen der volgende overleden militairen zullen worden ingeschreven in de registers van de kanselarij der beide orden, te weten: als ridder 4de kl. der milit. Willemsorde: de 1ste luit. der inf. E.G. T. Von Ende; de adj.-onderoff. der inf. G. A. Letsch; en de korp. der inf. A. O. L. Van der Burg (laatstelijk serg.) en C. Schmidt; en als eervol vermeld, de serg. der mariniers P. A. Notenbos; de bootsmansleerling 1ste kl. J. Kelb- ling; de trompetter der art. J. F. Van Velsen, en de mineur 2de kl. G. Willemsz. Gemengd Nieuws. Men schrijft uit Oude Wetering (gem. Alkemade): De wet Van Houten heeft ook in deze gemeente gunstig op het schoolbezoek ge werkt. Is elders de oorzaak van het schoolverzuim ten plattelande, de veldarbeid, einde van Oct., uiterlijk begin van Nov., opgeheven, hier niet alzoo. De veldarbeid wordt hier gevolgd door het zoogenaamde uien vellen, het schillen der uien voor den inmaak. Daar dit echter in eene schuur plaats heeft en dus tot den fabrieksarbeid moet gerekend worden, heeft de burgemeester, hierop door den hoofdonderwijzer gewezen, door den.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1