volgend jaar zijn of zullen worden voorgesteld,
een bedrag van ruim 8.700.000 zal overblijven.
De stand der saldo's behoeft echter geen aanleiding
te geven tot ongerustheid. Nu men kan voorzien
dat na 1876 uit de diensten 186774 nog ruim
8.700.000 zal overblijven, behoeft althans voor
alsnog geen sprake te zijn van het nemen van
toevlucht tot het middel van geldleening ten einde
de aangevangen werken in Indië te kunnen vol
tooien.
Het komt den min. weusckelijk voor met de
positie te breken en de verwarring tusschen
kasrekening en begrootingsrekening, die daarvan
het gevolg is, te doen ophouden. Het is derhalve
zijn voornemen om bij de weldra in te dienen
voordracht tot vaststelling van het slot der be
grootingsrekening van 1867 het geheele slot dier
rekening, zonder afzondering van het administra
tief kapitaal ad 12'/2 rnillioen, onder de beschik
bare baten te rangschikken. Het gevolg van deze
gewijzigde boeking zal dus zjjn dat het beschik
baar overschot met gelijke som verhoogd wordt.
Natuurlijk zal, wanneer over die baten nader be
schikt wordt, zijn te letten op de noodzakelijkheid
om zorg te dragen voor het voortdurend aanwe
zig zijn van betaalmiddelen in Indië.
Bij eene nota van wijziging wordt voorgesteld
de som van 8.064.000 ten behoeve van werken
en andere buitengewone uitgaven in Indië, die in
1876 uit de vermoedelijke overschotten van 1872
en 1873 zou zijn te bestrijden, te brengen ten
laste van den dienst 1867, waarop een overschot
van f '10830260,48 beschikbaar is.
Bij de onzekerheid omtrent den loop dier
prijzen is alleen eene zeer matige raming
mogelijk, die den loop der prijzen in de verte
volgt. De opbrengst der koffie, gesteld op 49 cents,
is eene matige raming, die zonder te laag te
zijn tegen misrekeningen vrijwaart. Die raming
is vastgesteld na raadpleging van de Ned, Han
delmaatschappij.
Het uittrekken van een memoriepost tot af
schaffing der slavernij op Celebes moet de min.
als ontijdig, ontraden. De afschaffing wordt voor
bereid.
Eene opgave van de verhoogde uitgaven voor
den krijg tegen Atjeh is niet met die juistheid te
rnaken, dat daarvan het gewenscht overzicht zou
kunnen worden verkregen.
De zaak van de stoomvaart op Australië is niet
als onherroepelijk afgedaan beschouwd. Mocht het
nader blijken dat het plan, welks aanvankelijke
uitvoering faalde, toch voor verwezenlijking vatbaar
is, dan hoopt de regeering er op terug te komen.
Met de stoomvaartmaatschappij „Nederland" is
een contract gesloten voor het rechtstreeksch ver
voer van brieven en drukwerken tusschen Neder
land en Indië via Napels. De maatschappij heeft
zich daarbij verbonden om, onder waarborg van
eene opbrengst van ƒ3000 voor elke reis, regel
matig om de vier weken des Zaterdags uit
Nederland en minstens eenmaal 's maands uit
Batavia te vertrekken, bij elke heen- en terugreis
Napels en Port Said, en bij elke reis naar Indië
mede Padang aan te doen. Bij de terugreis zal
Padang alleen gedurende de maanden November
tot en met Maart worden aangedaan, met het
oog op de moessons. Wanneer het brievenvervoer
aan de maatschappij minder dan 75000 in de
25 reizen per jaar opbrengt, wordt het mindere
haar voor de helft door de Nederl. en voor de
helft door de Indische postadministratie uitgekeerd.
De nieuw opgetreden directeur van onderwijs
heeft omstandig zijn gevoelen blootgelegd om
trent de wijze om tot uitbreiding van het inlandsch
onderwijs te geraken. Hij schrijft de weinige ver
meerdering van het aantal inlandsche scholen
hoofdzakelijk toe aan de weinige adspirant-onder
wijzers die door de kweekscholen worden afgeleverd.
Lettende op de toename van het aantal leerlingen
is de toestand meer bevredigend. Op ultimo 1874
waren er 12.452 leerlingen op de gouvernements-
scholen op Java aanwezig. Ook met het oog op
de kweekscholen wordt het vooruitzicht meer be
moedigend. Ultimo 1876 zullen de kweekscholen op
Java bevolkt zijn door 300 en die op de buitenbe
zittingen door 225 kweekelingen. De gouv.-gen.
heeft de hoofden van gewestelijk bestuur aange
schreven krachtig te willen medewerken tot het
verbinden aan het inlandsch onderwijs van per
sonen, thans geheel daarbuiten staande, doch vol
doende bekwaam om als hulponderwijzers te
worden in dienst gesteld. Met opleiding van in
landsche jongelieden hier te lande tot onderwijzer
zal de proef worden voortgezet.
Het toekennen van subsidie aan bijzondere chris
telijke scholen acht de min. niet wenschelijk uit
vrees voor onderlingen wedijver tusschen de ver
schillende christelijke secten.
De min. betwijfelt het nut van een afzonderlijk
wetsvoorstel aangaande de havenwerken te Batavia.
De regeering blijft van meening dat de exploi
tatie van den spoorweg SoerabajaPassaroean
Malang van staatswege moet geschieden.
De uitkomst der overwegingen van de regeering
omtrent het werk „Loudon en Atjeh" is nog niet
mede te deelen, daar eerst onlangs het advies van
den raad van state is ontvangen.
De min. blijft bij zijn vroeger geuite meening
dat, zoolang de Atjeh-oorlog niet geëindigd is, de
tijd voor publiekmaking der Aljeh-stukken nog
niet gekomen is. Eene nauwgezette overweging
der belangen van het Indisch muntwezen zal z. i.
een definitieve muntregeling in Indië moeten voor
afgaan. Eene nieuwe regeling van de Indische
burgerlijke pensioenen is in behandeling bij den
raad van directeuren.
■Voor verplaatsing van het kol. werfdepot beslaat
met het oog op de ruimte der kazernen geen
urgente reden.
Ten aanzien van het vraagstuk van de afschaf
fing der paDljensdiensten en de regeling van de
heerendiensten in het algemeen gedraagt de min.
zich aan de redevoeringen verleden jaar door hem
gehouden bij de behandeling der Ind. begrooting.
De aanmoediging van de vrijwillige koffiecultuur
onder de inlanders vereischt een zorgvuldig beleid
en tijd.
De argumenten aangevoerd om eene betaling
van twintig gulden per kilo aan te bevelen komen
den min. weinig klemmend voor.
De min. verdedigt de raming van de hoeveelheid
der in Nederland te verkoopen koffie op 750000
pikols en ontraadt ten ernstigste den verkoopprijs
op 55 ets.
Gemengd Nieuws.
Maandag maakten in Den Helder drie
jongens van 9 a 10 jaren zich meester van een
vlet in de buitenhaven en gingen schuitjevaren.
Van lieverlede raakten zij de haven uit, en geen
macht hebbende om de riemen te hanteeren,
dreven zij het Westgat uit en zouden verder om
den Noord zijn geraakt. Gelukkig werden zij op
die hoogte door een loodskotter ontdekt, opge-
visclit, aan boord genomen en aan hunne in onrust
verkeerende ouders teruggegeven. Zij hadden van
's morgens 9 tot 's namiddags 4 uur op zee rond
gezwalkt.
Naar men verneemt zal weldra 't sloo-
pen der vestingwerken te Grave worden aanbe
steed. De Hampoort, die op 't oogenblik nog de
grootste poort in Nederland is, zal ook voor een
groot gedeelte onder den moker vallen. Zij is in
't jaar 1688 door Coehoorn in zuiver dorischen
stijl gebouwd en een exemplaar van vroegere
vestingbouwkunde. In plaats van de drie bruggen,
waarmede zij aan den weg naar 's-Hertogenbosch
is verbonden, zal een dam door de vestinggrachten
worden gelegd.
Naar men verneemt trachten eenige
kapitalisten zich bij aandeelhouders in de leening
van den Memphis-spoorweg genoegzame deelneming
te verzekeren, ten einde de emittenten dier leening
in Nederland in beschuldiging te stellen van het
uitgeven van bedrieglijke prospectussen.
Het Deensche stoomschip Phoenix
ligt thans te Vlissingen in het dok bij de Ton-
nenbrug. Naar men verneemt zou de gezagvoer
der niet voornemens zijn borg te stellen en zal
het schip derhalve vooreerst moeten blijven liggen.
In Par ij s zijn 65,000 personen die
leven van bedelen; 14,000 mannen, 26,000 vrou
wen, 12,000 jongens en 13,000 meisjes houden
zich met dit vak bezig. In de eerste plaats komen
de verkoopers van lucifers, potlooden, pennen, knoo-
pen enz., die verdeeld zijn in twee categorieën.
De eene volgt het publiek op straat, de andere
heeft een standplaats. De laatsten worden „arca-
sineurs" geheeten, gewoonlijk zijn het vrouwen
met kinderen. De „ramastigueur" speelt op het
een of andere instrument of zingt een deuntje.
Hij verdient soms wel 10 frank per dag, omdat
hij, met verlof van den concierge, tot den „cour"
toegang heeft, vanwaar de politie hem niet kan
wegjagen. Buiten de poorten van Parijs, waar de
gemeente-politie ophoudt hare functiën uit te oefe
nen, terwijl de landelijke politie eerst aan de
buitenste grens der versterkingen haar toezicht
begint, vindt men vele bedelaars, die de wande
laars brutaal beleedigen, als aan hun verlangen
niet wordt voldaan. Daar vindt men ook den vod
denraper, die eenige „sous" moet bedelen voor
olie voor zijn lamp, den leerjongen, die geld van
zijn meester verloren heeft, den jongeling, die van
honger zegt om te komen en naar cognac riekt,
en de weduwe rnet een groot huishouden, die geen
werk heeft. De prefect van politie neemt nu maat
regelen, om het aantal bedelaars te doen vermin
deren. Met de blinde, kreupele en bejaarde bede
laars zal omzichtig worden te werk gegaan; alle
gezonde, flinke kerels wil men trachten te nood
zaken tot werken.
In een van zijn brieven beschrijft de
reiziger Stanley vrij uitvoerig een gevecht, dat hij
aan den starn der Watoeroe's in 't Liwoemboe-
dal leverde. Het leidde tot niets dan een vrij
aanzienlijk verlies aan gesneuvelden van weers
kanten, en tot 't verbranden van eenige dozijnen
inlandsche dorpen door de soldaten van Stanley,
die ten slotte al 't vee en graan binnen hun bereik
goeden buit verklaarden. Deze passage geeft in
de „Globe" aanleiding tot eenige vrij levendige
opmerkingen over „de manier waarop men tegen
woordig wilde volken zoekt te beschaven". Twee
artikelen in bedoeld blad wijzen op 't onnoodige
en afkeurenswaardige van de door Stanley aange
richte verwoesting onder de rampzalige Watoeroe's.
Is (vraagt men) dit de manier om de Europeesche
beschaving bij de bevolking van Midden-Afrika
ingang te doen vinden Stanley noemt zich
Livingstone's opvolgermaar (zoo wordt gezegd)
Livingstone arbeidde als zendeling; hij wandelde
schier ongewapend, althans zonder éénig militair
gevolg, onder de inboorlingen rond, en trachtte
hun vertrouwen te winnen, zich hun vriend te
toonen. Stanley daarentegen komt met een leger;
hij wekt daardoor den argwaan der wilden, die,
wanneer zij op hunne beurt door een vijandelijke
houding dien argwaan aan den dag leggen, door
hem bloedig getuchtigd worden, en dus, wel verre
van den Europeaan als hun vriend te beschouwen,
aan den eersten den besten blanke die hen nadert
hunne wraak zullen koelen.
Te Elmira, in den staat New- York,
is een beroemde harddraver, de „American Girl",
midden in een wedren doodgebleven. Het dier,
op 30,000 dollars geschat, is op de plek "zelve
begraven en de eigenaars van het renpark zullen
er een gedenkteeken oprichten ter waarde van
duizend dollars.
Rechtzaken.
Bij de rechtbank te Tiel zal binnenkort een
zeldzaam voorkomende zaak worden behandeld.
Voor eenige jaren huwde de dochter eener weduwe
aldaar met een boekbinder uit U., die (natuurlijk
buiten haar weten) gescheiden van zijne vrouw
leefde. Deze vrouw, die nog in leven is, schijnt
van het tweede huwelijk van haar man niets te
hebben vernomen, althans van de geheele zaak is
niets uitgelekt, totdat voor eenige weken een
knecht, door den boekbinder uit den dienst ont
slagen, die in 't geheim scheen te wezen, bij wijze
van wraakneming bij den officier van justitie te
Tiel van het geval aangifte deed.
De arrond.-rechtbank te Heerenveen heeft
G. Simons, raadslid te Engwirden, wegens het
stuk slaan van het been van den hoofdonderwij
zer Raadersma, tot één jaar eenzame opsluiting,
f 150 schadevergoeding en in de kosten ver
oordeeld.
BUITENLAND.
Frankrij lx.
De „Moniteur universel" heeft een particulier
telegram uit Ajaccio ontvangen, waarin wordt ge
meld dat Rouher eene redevoering heeft uil ge
sproken, waarin hij met ongehoorde heftigheid
heeft uitgevaren tegen alle partijen en voorname-