L EID S C H lg3§ DAGBLAD. N°. 4812. A0. 1875. Woensdag 20 October. De twee dubbele moorden. PKIJS DEZER COURANT: foor Leiden per 8 maandenf 1. Franco per posl1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS PER ADVERTENTIE» Van 16 regels1.05. Iedere regel meerB 0.17$. Grootere letters naar plaatsruimte. STADS- BERICHTEN. Vergadering van den Gemeenteraad ran Leiden op Donderdag 21 October des namiddags te één our. Onderwerpen: 1°. Ontwerp-verordening regelende het pensioeD aan gemeente ambtenaren en bedienden te verstrekken. (164, 173, 179 en 208) 2°. Verzoek van den Kerkeraad der Nederduitsch Hervormde gemeente alhier, gericht aan Z. M. den Koning, betrek kelijk dc rangschikking van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis op de lijst der instellingen van weldadig heid. (221) 3°. Verzoek van J. Van Loghem, om ontslag aft leeraar in het boekhouden aan de gemeente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs. (252) 4°. Idem van de weduwe W. Arnoldus, om eene brug te leg gen en een plankijs of wateretoep. (253) 5°. Idem van de firma R. M. Beulh en Zn., om een goot steen te leggen met waterloozing. (253) 6°. Idem van J. Pont om eenc stoep te leggen aan de Waard- gracht, n°. 130. (258) 7°. Idem van H. A. Van logen Schenau, om schadevergoe ding wegens de vernieuwing van de Leiderdorpsche brug. (255 en 257) 8°. Idem ran C. Van den Berg, ter bekoming van gemeen- groDd. (256) 9°. Verzoek van W. Van Dam en van C. Van Teylingen, om stoepen te leggen aan den Ouden Singel en het Utrecht- sche veer. (262) 10°. Voorstel betrekkelijk do verhooging der jaarwedden van de leeraren aan de gemcente-instelliDgen voor hooger en mid delbaar onderwijs. (73, 190, 251, 260 en 264) 11°. Idem van Commissarissen der Gasfabriek, tot wijziging der Verordening houdende bepalingen omtrent het gebruik van gas door particulieren. (254, 259 cn 261) 12°. Staat van af- en overschrijving op de begroeting, dienst 1875. (Kosten van licht en brandstoffen). (263) Nederland is een rijk land, rijk aan schatten, afgeworpen door den arbeid zijner nijvere bevol king, rijk aanmisdadigers. Nauwelijks heeft de justitie de straffende hand gelegd op de beide personen, die de hoofdrollen vervulden in het bloedige drama, waarvan de residentie vóór bijna drie jaren het afgrijselijke schouwspel opleverde, of uit het zuiden des lands komt de mare tot ons van een tweeden dubbelen moord. Die zoo korte opeenvolging eener tweevoudige misdaad geeft stof tot nadenken, èn wat de treurige feilen zelf betreft, èn wat aangaat den indruk, dien zij bij het groote publiek teweegbrachten. Indien wij beweren dat de ontsteltenis, door het bericht van eerstgemelde misdaad verwekt, oneindig grooler was dan die, waarmee de tijding van het laatst gepleegde feit werd vernomen, behoeven wij zeker niet voor tegenspraak beducht te zijn. De redenen voor dat verschil liggen voor de hand. Het drama aan de toenmalige Bocht van Guinea verwekte een gevoel van algemeene onveiligheid, gevoed vooral door de geheimzinnig heid, die nog geruirnen tijd over het gebeurde verspreid bleef; de daderes (tenzij het gerucht, dat de bedrijfster in de gevangenis een dader bleek te zijn. waarheid bevatte) van den dubbelen kindermoord werd schier onmiddellijk in hechtenis genomen en de maatschappij gevoelt zich door die gevangenneming bevredigd. Heeft zij recht om aan dat besef van voldoening toe te geven Naar onze meeningneen. Bij den dubbelen kindermoord zijn twee schuldigen aan te wijzen, een onmiddellijke en een middellijke; een die de misdaad pleegde, en een die haar niet voorkwam; de eerste draagt den naam van Maria Van der Linden en de tweede? „Hoewel er geruchten liepen dat zij idioot is, schijnt dit niet het geval te zijn. Zij is een afwij king van de natuur, zoowel physisch als psychisch een monster. Opgevoed in een buurt van de gemeente Reek, die terecht „de wildernis" heet, heeft zij misschien nooit het goede van het kwade leeren onderscheiden. Zij kan lezen noch schrijven en was reeds gedurende langen tijd om haar kwaadaardig karakter door iedereen in het dorp gevreesd." Ziedaar wat in hoofdzaak omtrent de 15-jarige moordenares wordt meegedeeld. Lezen noch schrijven! En de maatschappij, aan wie de rampzalige niels verschuldigd is, laat een kreet van afgrijzen hooren, nu twee van hare leden op nog zoo jeugdigen leeftijd vielen als de slachtoffers der dierlijke hartstochten, welke zij, die er door beheerscht werd, nooit heeft leeren breidelen. Straffende treedt die maatschappij op, het oog gericht op de lijken der beide onschuldige kinderen, maar zij vergele daarbij niet, dat zij die kinderen niet heeft weten te beschermen, ofschoon zij daartoe bij machte ware geweest. Wat de schoone taak van den^ onderwijzer had behooren te zijn, is de treurige plicht van den rechter geworden. Wij overdrijven niet; immers zij, die wij thans met alle recht als een monster van dierlijkheid uit ons midden bannen, is ook nu nog niet onvat baar voor alle indrukkenhet verblijf in sde ge vangenis, deed uitwerking genoeg om haar tot bekentenis te brengen, en zou een vroegtijdig be zoek der school dan geen invloed ten goede heb ben uitgeoefend? Bij den moordenaar van vóór drie jaren de misdaad als uitvloeisel van een onweerstaanbare zucht naar de weelde, waarmee hij in zijn betrek king hen, wien hij zijn diensten inoesl leenen, omringd zag, gepaard aan gebrek aan moed om te trachten zich langs eerlijken weg de middelen te verschaften, benoodigd om in het bezit te ge raken van de door hem benijde gemakken des levens; een daad, gepleegd met volkomen bewust zijn door iemand, die bekend was met de eischen eener geordende maatschappij, gepleegd dus onder volle verantwoordelijkheid. Bij de moordenares der laatste dagen daarentegenverdierlijking buiten eigen schuld, een idiotisme, niet van nature, maar als gevolg van verstomping, voortspruitende uit volslagen gemis aan ontwikkeling \an een geesl, wien het overigens niet aan kracht ontbrak, een kracht echter die zich thans, bij gebrek aan leiding, uitte in een verderfelijke richting. Bij elk hunner als bijkomende prikkel dezelfde aandrift, die den een verleidde zijn gewaand huwelijksgeluk te ves tigen op door moord verkregen schatten, de andere aandreef tot immoreele handelingen tegeneen van haar jeugdige slachtoffers. Misdadigers als Jut zullen van tijd tot tijd in elke beschaafde maatschappij optreden, ja in de meest beschaafde of althans verfijnde maatschappij wellicht 't menigvuldigst, omdat daar bij de tal- looze scherpe contrasten de weelde voor den niet- bezilter zich in de aanlokkelijkste vormen voor doet. Booswichten als de 15-jarige moordenares van Reek zullen alleen dan bij een beschaafde natie kunnen worden gevonden, wanneer deze het rnet haar beschaving bestaanbaar acht, dat een grooter of kleiner aantal van hare leden opgroeit als het redeloos gedierte. De nakomeling zal het ternauwernood kunnen gelooven, als hij zal opgeteekend vinden, dat in het jaar 1875 een vijftienjarig meisje twee jon gere kinderen vermoordde en de acht centen, die zij bij een barer slachtoffers vond, in den grond begroef als een kostbare schat. Wellicht zal hij de zaak beter begrijpen, als hij tevens zal lezen, dat de afschuwelijke misdaad werd gepleegd in de „wildernis" van Reek. Moge het hem dan boven dien blijken dat de Nederlanders, al konden ze niet [onmiddellijk al hun wildernissen in vrucht baar land herscheppen, in den dubbelen kinder moord aanleiding vonden om die woestenijen althans van wilden te zuiveren door de kiem dier woest heid door goed onderwijs te verstikken en voor de zeker zeldzame gevallen, waarin die poging mocht mislukken, de toevlucht te nemen tot idioten- of krankzinnigengestichten. LEIDEN, 19 October. Gisteren zjn in Den Haag geëxamineerd voor de Fransche taal 8 candidaten, waarvan 4 werden toegelaten, de heeren: D. Koumans, J. T. Mojet, J. G. Van Santen uit Delft, en B. Van Ruyven uit Voorburg. Van de 7 candidaten voor de wiskunde werden 3 afgewezen; toegelaten de heeren A. Borgman, P. De Jong en A. Waasdorp uit Leiden, en H. J. Van der Kraan uit IJselmonde. Zondag 11. hield de Zuid-Hollandsche gym- nastiekonderwijzers-vereeniging te Scheveningen hare algemeene najaarsvergadering. Onder de pun ten, die op de agenda voorkwamen, verdienen vermeld te worden: 1®. Over de openbare uit voeringen der gymnastiek-vereenigingen, waartegen de vereeniging een krachtig protest wenschte uit le brengen. Zij verklaarde de werkzaamheden, bij die uitvoeringen bekend onder den naam van „het vrije turnen", bepaald schadelijk voor het gymnastiek-onderwijs en de richting welke de bond nam verderfelijk in alle mogelijke opzichten. 2°. „Wat kan het maximum zijn der leerlingen die van één onderwijzer tegelijk gymnastiek-onderwijs ontvangen? Hieromtrent werd als het algemeen gevoelen uitgesproken, dat dit aantal niet meer kon zijn dan 12 bij de oefeningen aan de werk tuigen over liet maximum bij de vrije oefeningen (karner-gymnasliek) was het gevoelen verdeeld. Men was van oordeel, dat dit geheel afhing van plaatselijke omstandigheden, van voldoende ruimte enz. De discussie over deze beide punten was zeer levendig. De openbare les door den heer G. G. Eykman uit Den Haag aan een 25-tal meisjes gegeven verwierf niet alleen de goedkeuring van alle aanwezigen, maar wekte de bewondering op van hen in het bijzonder, die zich aan de gym nastiek hadden toegewijd. Aangrijpend was het om te zien, hoe die jonge kinderen heerschappij hadden over hun lichaam, en hoe hun onderwijzer hun door een enkel commando de meest samen gestelde bewegingen deed verrichten. Alle lof werd hern daarvoor dan ook door de geheele vergade ring toegebracht. Ook de lezing: Over het doel der gymnastiek, van den heer H. J. Steenbergen uit Gouda, viel zeer in den geest van het aan wezige publiek, dat door eene talrijke opkomst van zijne belangstelling had doen blijken. Als plaats voor de volgende vergadering werd Schiedam aan gewezen. In de zitting der Tweede Kamer van jl. Maandag is door den heer Gorver Hooft, namens de Commissie voor de verzoekschriften, o. a. een adres voorgelezen, waarin Bouman en zes andere ingezetenen van Amsterdam, waarbij zich later een aantal ingezetenen van verschillende oorden des rijks schriftelijk gevoegd hebben, de aandacht vestigen op het onderzoek, voor eenige maanden door eene Commissie uit het Lagerhuis in Enge land ingesteld naar de voorwaarden, waarop in dat land buitenlandsche leeningen zijn aan de markt gebracht en naar de oorzaken die tot sta king van de betaling van rente en kapitaal dier leeningen hebben geleid. Adressanten vermeenen, dat het noodig is ook hier te lande zoodanigen maatregel te nernen. Zij verwijzen hoofdzakelijk

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1