LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4806.
Woensdag
A0. 1875.
13 October.
PRIJS DEZER COURANT:
¥oor Leiden per 8 maanden.A... f 1.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ABVERTENTIEN:
Van 16 regels1.06.
Iedere regel meer0.17J.
Grootere letters naar plaatsruimte.
STADS-BERICHTEN.
Vergadering van den Gemeenteraad yan Leiden
op Donderdag 14 October des namiddags te twee uren.
Onderwerpen
1°. Beantwoording van de vragen in de vergadering van den
30sten September jl. door den heer H. C. Juta gedaan in
zake den spoorweg LeidenWoerden.
2°. Benoeming van twee hulponderwijzers of hulponderwijxe-
ressen aan de school n°. 1 voor minvermogenden. (235
en 238)
3°. Idem van drie leeraren aan de gemeente-instellingen voor
h oger en middelbaar onderwijs, als: voor de natuurlijke
historie, de Hoogduitsche taal- en letterkande en de Eugel-
sche taal- en letterkunde. (239 en 240)
4°. Idem van eene onderwijzeres aan de Kweekschool voor
onderwijzers en onderwijzeressen. (244)
5°. Verzoek van J. C. Spaargaren, om onder de hand te
pachten de visscherij in de Haarlemmer trekvaart. (236)
6°. Begrooting van do Bank van Leening voor 1876. (237)
7°. Voorstel van Commissarissen der Bank van Leoning, tot
wijziging van het Reglement voor die instelling. (242)
8°. Suppletoirs staat van begrooting en staat van af- en over
schrijving, dienst ÏS75. (Pensioenen, lijfrenten en wacht
gelden). (243 en 250)
9°. Voordracht betrekkelijk den verkoop van den grond natyj
de voormalige Hoogewoerdspoort. (223 en 245)
10°. Ontwcrp-verordening regelende het pensioen aan gemeente
ambtenaren en bedienden to verstrekken. (164, 173, 179
en 208)
11°. Verzoek van den Kerkeraad der Nederduitsch Hervormde
gemeente alhier, gericht aan Z. M. den Koning, betrek
kelijk de rangschikking van het H. G. of Arme Wees-
en Kinderhuis op de lijst der instellingen van weldadig
heid. (221)
12°. Voordracht tot ingebruikgeviDg van een der lokalen der
Hoogere Burgerschool aan l)r. D. De Loos. (241)
13°. Begrooting van het Werkhuis voor 1876. (248)
14°. Idem van de gesubsidieerde instellingen van weldadigheid, als
a. R. K. Wees- en Oudeliedenhuis;
b. Evangelisch Luther6ch Wees- en Oudeliedenhuis;
c. Nederlandsch Israclietisch Arm bestuur;
d. H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis. (246 en 249)
15°. Idem vau de niet-gesubsidieerde instellingen van weldadig
heid, als:
a. R.-K. Armbestuur;
b. Gereformeerde Miune- of Arme Oude Mannen en
Vrouwenhuis;
c. Vrouwen Kraammoeders. (247)
LEIDEN, 12 October.
Door de Commissie voor het geneeskundig
Staats-examen alhier is heden bevorderd tot arts
de heer G. Flohil, cand.-arts.
Aan het verslag der Leidsche Maatsch. van
weldadigheid ontleenen wij het volgende: Mocht
de Maatschappij zich reeds lal van jaren er in
verheugen tot nut dezer gemeente werkzaam te
zijn, ook het afgeloopen boekjaar 1874/75 kan
door haar weder als een aan haar doel beantwoor
dend worden beschouwd. Gedurende dit jaar toch
was zij in staat eene som van 4334.55 als
ondersteuning uit te keeren, waarvan aan 164
huisgezinnen en 97 eenloopende personen hulp
werd verleend, en daaronder een bedrag van f 890
aan ouden van dagen. Voor het onderwijs werd
de vrij aanzienlijke som van nagenoeg f 330 be
steed, en de daarvoor tijdelijk verstrekte hulp draagt
rijke vruchten. Voldoende hestellingen maakten dat
gedurende het gansche boekjaar aan ongeveer 250
personen, zoo kleermakers als naaisters en brei
sters, onafgebroken werk kon worden verschaft,
en de aanzienlijke som van pl. m. 16000 aan
arbeidsloon kon worden uitbetaald. Met gerustheid
wordt dan ook de naderende winter tegemoet
gegaan, daar nog veel van het bestelde moet wor
den afgewerkt. De hulpbank blijft steeds tot nut
van menig mingegoede werkzaam. Gedurende dit
jaar werd aan 634 leeners f 67650 uitgeleend.
De 33 arbeiderswoningen der Maatschappij ver-
keeren in zeer voldoenden staat, hetgeen o. a. blij
ken kan uit de omstandigheid, dat de kosten van
onderhoud als anderszins dit jaar ruim f 400
minder bedragen hebben, en door eene kleine
verhooging der huurprijzen f 335 meer opbrachten.
De Maatschappij ontving dit jaar van wijlen mevr.
E. Van Heukelom, wed. den heer Mr. D. Tieboel
Siegenbeek, een legaat van f 500.
Zaterdag werd te Arnhem de negende
algemeene vergadering van het aardrijkskundig
genootschap gehouden, en door ongeveer een 50tal
leden, waaronder vier dames, bijgewoond. De voor
zitter, prof. P. J. Veth, wees in zijn openings
toespraak op den sleede toenemenden bloei van
het genootschap, op de onderscheiding, die op het
congres te Parijs er aan was te beurt gevallen,
op de vele belooningen, op de tentoonstelling al
daar door Nederlanders verworven, op de werk
zaamheden der tegenwoordige en ook der volgende
vergadering, op welke laatste de bekroningen zul
len uitgereikt en de ontworpen Sumalra-expeditie
zal behandeld worden, en op den stand der Noord
poolexpeditie. Hierna deed Mr. H. A. L. Hamel
berg belangrijke mededeelingen omtrent het tegen
woordig zooveel besproken Zuid-Afrika. Na een
korte discussie, waaraan door verschillende leden
werd deelgenomen, deed prof. P. J. Veth mede
deelingen over de nieuwe ontdekkingen met be
trekking tot de Javaansche oudheden in het Diëng-
gebergte, gaf een beschrijving van het voorkomen
en den aard van dit trotsch vulkanisch gebergte,
en van de belangrijke meestal religieuse overblijf
selen van gebouwen, te midden van welke de
bezoeker zich als in een tweede Pompeji ver
plaatst ziet. Door den heer Sloet v. d. Beele, die
tijdens zijn gouverneur-generaalschap in gezelschap
van den hekenden reiziger Junghuhn het Diëng-
gebergte bezocht had, werden een aantal kaarten
en photographieën van die landstreek vertoond.
Blijkens een bij het departement van kolo
niën ontvangen telegram van den gouverneur-
generaal heeft de tijdelijke bevelhebber in Aljeh
den 6den dezer aan de Indische regeering be
richt, dat de gezondheidstoestand gunstig was
en dat de vorst van Rigas stappen deed tot de
erkenning der Nederlandsche souvereinileit.
[Wegens de late ontvangst gisteravond in
eenige nummers niet medegedeeld.]
In de zitting der Tweede Kamer van giste
ren liet de minister van biouenlandsche zaken
de beantwoording der interpellatie over onze be
trekkingen met Venezuela voorafgaan door een
zeer breedvoerig overzicht van het gebeurde in de
laatste jaren en van de discussie hij de vorige
begrooting, om te doen uilkomen dat de regeering
wel heeft gedaan zich voor overijling te wachten.
Sedert den opstand in Falcon, eene provincie van
Venezuela, is de zaak in een ander stadium ge
komen. Toen heeft Venezuela eene blokkade voor
Falcon gesloten, maar daags te voren den schoener
Midas in beslag genomen, in slrijd met de wet
ten en gebruiken van het volkenrecht. In Maart
1875 is de blokkade opgeheven, maar daarentegen
zijn de havens van Coro en Maracaibo, waarmede
Curasao handel drijft, gesloten. Toen eischte Neder
land te Caracas teruggave der Midas en protes
teerde tegen de sluiting der havens. Venezuela
daarentegen formuleerde eene vraag, om schade
loosstelling wegens de onkosten die het tot dem
ping van den opstand in Falcon had gemaakt en
eischte verwijdering van eenige Venezuelaansche
uitgewekenen op Curacao. In dien toestand vernam
de regeering uit de nieuwsbladen de aankomst
van den gezant van Venezuela in Den Haag. Deze
eischte: 1°. betaling eener schadeloosstelling voor
kosten van den opstand in Venezuela; 2°. ver
vanging van den gouverneur van Curasao3°.
verwijdering van uitgewekenen uit Venezuela van
Curajao, en 4°. sluiting der haven van Curacao
voor den uitvoer van oorlogsbehoeften. Die eischen
vielen dén minister te hard. Hij wilde ze niet in
discussie brengen, alvorens de Midas was terug
gegeven en de havens van Coro en Maracaibo
waren opengesteldimmers waar de Nederlandsche
regeering de haven van Curacao alleen uit wel
willendheid sloot, mocht Venezuela de havens van
dat land niet sluiten. Dit had plaats in Juni. Den
6den October heeft de gezant van Venezuela de
Midas ter beschikking van de Nederlandsche
regeering gesteld, maar gevorderd de intrekking
van den eisch tot openstelling der havens binnen
drie dagen. Geschiedde dit niet, dan vroeg de
gezant zijn paspoort. De regeering heeft gemeend
dien eisch niet te kunnen terugnemen. Daarop
heeft de gezant de residentie verlaten.
Het Ned. stoomschip Holland, van Batavia
naar Nieuwediep, is 10 dezer des namiddags te
Port Said aangekomen en zou, na kolen ingenomen te
hebben, nog denzelfden avond de reis voortzetten;
de Conrad, van Nieuwediep naar Batavia, arri
veerde dien dag te Padang.
Gisteren werd het nieuwe gebouw van
de rijksacademie van beeldende kunsten door de
stad Am.terdam aan het rijk overgedragen. De
plechtigheid werd bijgewoond door den minister van
binnenlandsche zaken, de commissie van toezicht,
het stedelijk bestuur, een aantal raadsleden, een
deputatie van de Kon. Academie van wetenschap
pen, de hoogleeraren bij het Athenaeum Illustre,
een aantal kunstenaais, genoodigden en leerlingen.
De burgemeester van Amsterdam schetste den
financieelen loop der zaak, en wees er op met
hoeveel moeilijkheden de stichting te kampen had
gehad, die thans in eigendom aan het rijk over
ging. De minister van binnenl. zaken verklaarde die
overdracht te aanvaarden, dankte de stad Am
sterdam voor de belangrijke geldelijke opofferingen
en deelde mede dat Z. M. de Koning, als waar
deering der verdiensten van den heer Zimmerman
te dezer zake, laatstgemelde tot ridder der orde
van den Nederlandschen Leeuw had benoemd.
Daarna hield de heer Jonckbloet eene uitvoerige
welsprekende rede over het belang der weten
schappelijke theoretische opleiding van kunstenaars,
die besloten werd met onderscheiden toespraken,
gericht tot het gemeentebestuur van Amsterdam
en allen die in de stichting aandeel hadden
gehad, alsmede lot de aanwezige leerlingen. Naar
men verneemt, zal er gelegenheid tot bezichtiging
van het gebouw worden gegeven aan het publiek.
Aan de fundeering voor het Thorbecke-
monument wordt thans ijverig gewerkt. De esco-
zijr.sche steen, voor het monument benoodigd, is
geheel afgewerkt uit België te Amsterdam aan
gekomen en naar het terrein op het Reguliersplein
overgebracht. Het zijn twee kolossale blokken die
tot voetstuk moeten dienen en een dekstuk. De
zijstukken, waarop aan den voorkant van wit
marmer de naam van den staatsman in gulden
letteren zal prijken, worden zorgvuldig voor het
oog van nieuwsgierigen verborgen gehouden. Naar
men verneemt zullen aan de achterzijde het ge
boorte- en sterfjaar, aan beide zijden kernspreu
ken en een vers op den staatsman toepasselijk
gebeiteld worden. Het monument zal echter vol
gens den wensch van de commissie op 2 Novem
ber a. s., den 27sten verjaardag der grondwet,
niet .onthuld kunnen worden, aangezien met de