gewone puntkogels op 1500 pas in een opdrin- genden troep kan brengen. Het behoeft dus weinig betoog, dat een batterij dier moordwerktuigen eene verschrikkelijke slachting in een opeengehoopten vijand moet maken. Aan den spoorweg te Gronau heeft Dinsdag een geduchte vechtpartij plaats gehad tusschen Hollandsche polderwerkers en den op zichter ten gevolge van het inhouden van een halven thaler voor een te loor gemaakte boor door een der arbeiders. Een arbeider is ernstig getrof fen, zoodat men voor het behoud van zijn leven vreest, terwijl een ander minder zwaar gekwetst is. Daar de rendieren in de noordel ij ke streken gretig gebruik maken van mos, is men op het denkbeeld gekomen, dat deze planten kostbare voedende bestanddeelen zouden bevatten en voornamelijk alcohol. Deze meening is na onderzoek bevestigd geworden, met dat gevolg, dat op dit oogenblik in het noorden van Rus land belangrijke distilleerderijen in werking zijn, om uit mos alcohol te verkrijgen. Bij een gelijk gewicht levert de mos evenveel alcohol als het graan en driemaal zooveel als de aardappelen. Rechtzaken. Een bekend koopman was eenigen tijd geleden te Amsterdam het koffiehuis van den heer Draaier (op het Damrak tegenover de Korenbeurs) binnen getreden, om een „hartversterking" te nemen. Terwijl hij deze bestelde, zette hij zijn zijden parapluie tegen een stoel. Een schuitevoerdersknecht, Jacob V., die vroeger bij den heer Draaier had gediend en thans een boodschap kwam doen, had juist een glas bier besteld. Bij 't ontdekken van de parapluie maakte hij zich daarvan meester, en vertrok. Niemand lette daarop, 't Duurde nochtans niet lang, of de eigenaar, die zijns weegs wilde gaan, miste zijn „onafscheidelijken wandelvriend." Tevergeefs werd overal gezocht. Na lang over en weer praten kwam men op 't vermoeden, dat onze schuitevoerdersknecht de dief moest zijn. Had de heer Draaier 't gestolen voorwerp niet gezien, andere gasten wel, en daarenboven ont waarde men ter plaatse regenvlekken op den vloer. Men gaf de politie van de vermissing kennis, en deze ging terstond, op de aanwijzingen der eige naars, aan 't onderzoek. Spoedig werd dit met gunstig gevolg bekroond. De politiedienaar Job bespeurde op den Dam bij de Beurs een man, veel overeenkomende met de gegeven beschrijving. Deze persoon had een parapluie onder den arm, en verborg met zichtbare zorg den knop in de hand. Dit wekte argwaan. Men volgde hem, sprak hem aan, en onmid dellijk viel onze knaap door de mand, of niet figuurlijk gesproken op de knieën, en vroeg „ver giffenis". „Maak mij niet ongelukkig I" riep hij uit. „Hier is de parapluie! Ik had er alleen een grap mee voor. Ik wilde 'm niet behouden, en zou hem straks hebben teruggebracht." Ter terecht zitting van 25 Aug. jl. waarop zijn zaak aan de orde kwam was hij niet verschenen. Vol gens de verklaring van den heer W. Leepel, lsten deurwaarder aan de rechtbank, omdat hij zich zoo schaamdeEerst den vorigen dag was de vrouw van Jacob V. bij den heer L. geweest en had dezen medegedeeld, dat haar man niet durfde verschijnen. Hij was nog nooit „voor de heeren" geweest. De afgelegde getuigenissen lieten geen ruimte voor twijfel. Gunstig echter waren de ver klaringen van den heer Draaier, Jacob's vroegeren patroon. De beklaagde had zich, gelijk deze ver zekerde, steeds als een eerlijk, trouw, vlug en oppassend jongmensch gedragen. Nooit had zijn gedrag klachten gewekt. Het wegnemen van de parapluie werd door den heer D. en ook door den beklaagde zelf meer aan brooddronkenheid toegeschreven dan aan diefachtigheid. De man scheen dien dag inderdaad veel te hebben ge dronken. Dit bevestigde de politiedienaar Job. Het O. M. deed uitkomen, dat in den regel, als de beklaagde niet verschijnt, geen verzachtende om standigheden worden aangenomen. Hij zou in deze echter een uitzondering maken, en, met het oog op de gebleken toedracht, geen al te strenge straf eischen. Hij qualificeerde 't feit als diefstal, door den beklaagde gepleegd „in een herberg, waar hij intrek had", en requireerde op grond daarvan zijn veroordeeling tot een cellulaire gevangenisstraf van zes maanden. De uitspraak der rechtbank luidde: Zes weken cellulaire gevangenisstraf. Het prov. gerechtshof in Gelderland heeft bij arrest van Donderdag P. Van Oorschot, huis vrouw van A. Kappers, schuldig verklaard aan de haar ten laste gelegde brandstichtingen, en ver oordeeld tot zes jaren tuchthuisstraf. De crimineele Kamer van het prov. gerechts hof te Amsterdam zette gisteren de behandeling voort der bekende strafzaak tegen H. H. E. O., sigarenfabrikant uit Den Helder, en echtgenoote, beschuldigd ter zake van bedriegelijke bankbreuk en medeplichtigheid daaraan. Nadat het getuigen verhoor was afgeloopen, hield de adv.-generaal Jhr. Mr. C. H. Backer een uitvoerige rede tot toe lichting van zijn requisitoir, strekkende tot schuldig verklaring en veroordeeling van den lsten besch. tot een tuchthuisstraf van 5 jaren, en van de 2de, onder aanneming van verzachtende omstan digheden, tot een cellulaire gevangenisstraf van 9 maanden. Als verzachtende omstandigheden nam spreker voor de vrouw aan: 1°. dat zij op uit- noodiging en ter wille van haar echtgenoot had gehandeld en 2°. dat zij slechts bij een verduistering was behulpzaam geweest en aan de talrijke overi gens gepleegde ernstige feiten vreemd was gebleven. Dinsdag e. k. zal met de behandeling worden voortgegaan en komen de verdedigers aan het woord. De hooge raad wijdde gisteren zijne civiele terechtzitting aan de behandeling in cassatie van het rechtsgeding tegen den heer F. X. Rutten, pastoor-deken der hoofdkerk van St.-Servaas te Maastricht. In resumé was de verdediger, Mr. J. Kappeyne van de Coppello, van oordeel dat de openbare godsdienstoefening te Maastricht volgens de grondwet volkomen is geoorloofd, want de permissieve wet is er, doch in boever de uit oefening rnoet worden belet, dient de gewone wetgever te regelen, weshalve hij tot ontslag van rechtsvervolging van den requirant concludeerde, als hebbende deze gehandeld overeenkomstig den geest en de woorden der Grondwet. De conclusie van het O. M. is bepaald op 21 dezer. De geheele zitting der arrond.-rechtbank te Rotterdam werd Donderdag gewijd aan de behan deling der zaak van het O. M. tegen den heer D. K., commissionair in effecten te S. Hij werd beklaagd van misbruik van vertrouwen wegens twee verschillende soorten van feiten. Het eerste bestond hierin, dat men hem coupons ter ver wisseling toevertrouwde, welke hij aan zijne corres pondenten te A. opzond, die hem daarvoor cre diteerden, terwijl het provenu door hem niet betaald werd, en dat hij bedriegelijk de opbrengst ten eigen bate zou hebben aangewend. Het tweede bestond daarin, dat men bij hem prolongaties sloot, welke hij weder op eigen naarn bij zijne corres pondenten te A. slootdat hij deze laatste zonder order zijner committenten te S. deed aflossen, en hun het saldo niet (terwijl zij nog voldoende waren gedekt) uitkeerde; dat hij dit laatste ten eigen bate had aangewend, zonder in staat te zijn gelden of effecten terug te geven, die hij aldus bedriege lijk ten eigen bate zou hebben aangewend. Ver scheidene getuigen werden in deze zaak gehoord, waarvan twee tevens als deskundigen. Het O. M. wordt waargenomen door Mr. Van Hamel, terwijl Mr. Loder optreedt voor den beklaagde. Gisteren was de officier van justitie aan het woord, die betoogde dat de verhouding van den com missionair tot den committent altijd was en bleef die van lasthebber; de commissionair handelde niet zelf, maar was in ieder opzicht aan zijn op dracht gebonden. Hij wees de rechtbank op ver zachtende omstandigheden en de lange preventieve gevangenis (l1/, jaar) en requireerde 3 maanden gevangenisstraf en 4 geldboeten ieder van f 12.50 of subsidiaire gevangenis van 2 dagen. Adv. Loder bestreed de beschouwingen van het O. M. 't Was waar, dat de verhouding van commissionair en committent die is van lasthebber, doch van een bijzondere soort. Daar waar de wet de gewone lastgeving bedoelt, verwijst zij daarnaar in art. 79. Indien een commissionair coupons ter inwisseling ontvangt, gaat het den committent niet aan wat hij daarmede doet, mits hij betaalt. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op Donderdag a. s. BUITENLAND. Frankrij li- De republikeinsche dagbladen betuigen hunne ingenomenheid met het besluit der regeering, waarbij de vice-admiraal La Roncière le Noury ontheven is van zijne betrekking als commandant van het eskader in de Middellandsche Zee. Het „Journal des Débats" zelfs had kennelijk een nog strengeren maatregel tegen den vlootvoogd ge- wenscht; want het doet uitkomen, dat de gene raal Carré de Bellemare voor bijna twee jaren wegens een geringer vergrijp zwaarder werd ge straft. Deze toch had in October 1873 een brief aan den minister van oorlog geschreven, waarin hij zeide, dat hij de monarchie, indien deze door de nationale vergadering mocht hersteld worden, niet zou kunnen dienen. Hierop werd hij niet alleen van zijn coramandement ontheven, maar op pensioen gesteld. Volgens een der bladen is een aanvang gemaakt met het drukken van de diplomatieke bescheiden, die in een boekdeel (het gele boek) bij de Kamer zullen overgelegd worden. Duitschland. Het Heerenhuis is gedurende de zomermaanden verbouwd voor eene som van 375,000 mark. Van de aangebrachte veranderingen wordt alleen die van de woning van den president vermeld, die met vorstelijke pracht ingericht moet zijn, maar voorloopig ledig zal blijven staan. De tegenwoordige voorzitter van het Heerenhuis namelijk, graaf Slolberg-Wernigerode, heeft te Berlijn zijne eigene woning en neemt bij voorkeur gedurende zijn verblijf in de hoofdstad aldaar zijn intrek. Spanje. De berichten van regeeringswege zijn zeer schaarsch. Zij melden niet anders dan dat Dorregaray met slechts 2 a 300 ter dood toe uitgeputte soldaten in Tolosa is aangekomen, en dat Jovellar de porte feuille van oorlog weder zal aanvaarden. De ge ruchten, die over wijzigingen in het|ministerie geloo- pen hebben, zijn dus ongegrond geweest. In Catalonië hebben de werklieden den arbeid gestaakt. Naar het schijnt werden zij tot die werkstaking aangezet door de Internationale. Martinez Campos doet onderzoek naar de oorzaken der werkstaking. Turkije. Een dépêche uit Weenen verzekert dat de paus aan de katholieke bisschoppen in Turkije instruc ties heeft gezonden om de gemoederen tot kalmte te stemmen en de onderdrukking van den opstand in de Herzegowina in de hand te werken. Hussein-Pacha is Donderdag met 4 batal jons van 500 baschi-bezuks en 4 bergkanonnen tegen de opstandelingen in Zubei opgetrokken. Naar de berichten van de zijde der Turken wer den de opstandelingen verslagen en werd een stuk geschut op hen veroverd. Daarentegen be weren de opstandelingen, dat de Turken versla gen werden en gedwongen overhaast zich terug te trekken naar Trebinje. Vereenigde Staten. De voorzitter van het uitvoerend comité der democraten aan de Mississippi heeft de regeering medegedeeld dat de orde hersteld en de tusschen- komst der regeering overbodig is. De democratische conventie in Pensylvanië heeft een besluit aangenomen, waarbij de republi keinen verantwoordelijk worden verklaard voor den stilstand in den handel. Ook wordt in dat besluit gezegd, dat de vermindering van 't papieren geld en de gedwongen hervatting van de betaling in specie de noodlottigste gevolgen zouden hebben. Men verlangde het bedrag te kennen van het papieren geld en inwisseling van de papieren der Nationale Bank tegen greenbacks. Telegrammen. PARIJS, 10 September. In een telegram uit Dresden wordt gemeld, dat verscheidene personen aan trichinosis lijdende zijn. De overheid heeft eene waarschuwing uitgevaardigd tegen hel gebruik van halfrauw varkensvleesch. De ziekte is ook in de nabijheid van Lobau uitgebroken. KONSTANTINOPEL, 10 Sept. Op eene aan merking der drie Noordelijke mogendheden, be treffende het bijeentrekken van troepen te Nissa en te Widdin, heeft de Porte geantwoord, dat deze maatregel alleen ten doel heeft aanvallen te voorkomen en de internationale rust te bewaren. De mogendheden hebben met die verklaring ge noegen genomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2