LEIDSCH DAGBLAD, N°. 4753. A0. 1875. Donderdag 12 Augustus. PRIJS DEZER COURANT Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per posln L40. Afzonderlijke Nommersn 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER AD VERTES TIEN: Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meern 0.17è. Grootere letters naar plaatsruimte. LEIDEN, 11 Augustas. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned.-Indië door middel van het stoomschip Acton, van de „Star Ball Line", waarvan het vertrek uit Rotterdam op den 18den Augustus a. s. is bepaald. De gedrukte stukken en monsters van koopwaren behooren uiterlijk in den avond van den 17den en de brieven den volgenden dag des voormiddags te Rotterdam aan gekomen te zijn. De 1ste luit. P. P. J. Lignac is van het 5de reg. infanterie overgeplaatst bij het 4de reg. van dat wapen met bestemming voor het 1ste bataljon te Delft in garnizoen. Door de veldbataljons van het 8ste reg. inf., een veldescadron van het 4de reg. huzaren en eene batterij van het reg. veld-art. zullen in deze maand practische oefeningen in den velddienst ■worden gehouden, waartoe die troepen gedurende -eenige dagen in de provincie Gelderland aan den IJsel een bivak zullen betrekken. Naar het N. v. d. D. meldt heeft de heer Douwes Dekker voor 't hem aangeboden lidmaat schap der Maatschappij van Nederlandsche letter kunde bedankt. Blijkens een bij het departement van kolo niën ontvangen telegram van den gouverneur- generaal was den 4den dezer door kolonel Wig- gers van Kerchem het volgende aan de Indische regeering berichtKleine patrouilles hadden den vijand nog al benadeeld door het vernietigen van eenige versterkingen en het verbranden van ver scheidene woningen. Evenwel bleef de vijand vele onzer posten beschieten. Choleragevallen kwamen nog dagelijks voor, maar overigens werd de ge zondheidstoestand zoowel in als huilen Kotta-Radja gunstiger en de sterfte was betrekkelijk gering. In de Staatscourant van 23 Maart j.l. werd reeds vermeld, dat den 9den December te voren ■door berg-Alfoeren van Ceram een moord was gepleegd op een inlandsch soldaat van het garni zoen te Wahaai. Sedert is gebleken, dat deze misdaad de eerste uiting was van een geest van verzet tegen het bestuur, waarvoor tevergeefs eene bepaalde aanleiding wordt gezocht. Aanvankelijk heeft het bestuur zich bepaald tot vredelievende pogingen om de schuldigen in handen te krijgen, waartoe de tusschenkomst der hoofden van de strandnegorijen werd gebezigd. De houding der berg-Alfoeren werd reeds dadelijk vijandig bevonden, maar na eene militaire demonstratie, door het garnizoen te Wahaai met een 300-tal Gerammers ondernomen, scheen op eene betere gezindheid gehoopt te mogen worden, daar het gesnelde hoofd van den soldaat, dat door de moordenaars was medegenomen, teruggebracht werd op de plaats waar het misdrijf gepleegd wa6. Evenwel ontbrak daaraan de onderkaak, die blijkbaar nog alszege- teeken was achtergehouden, en bleven de berg- Alfoeren in gebreke om de moordenaars in de handen van het bestuur over te leveren. Van lieverlede werd hunne houding ook weder over moediger; en wel verre dat de minnelijke pogingen van het bestuur, om hen tot hun plicht te brengen, een gunstig gevolg hadden, breidde de geest van verzet zich uit, en werden de strandnegorijen door de berg-Alfoeren onveilig gemaakt. Ten einde de rust te herstellen en de handhaving van "s gouvernements gezag te verzekeren, heeft de Indische regeering tot maatregelen van geweld moeten besluiten. Volgens de laatste schriftelijke berichten, hij het departement van koloniën ont vangen, bestond het voornemen om van Amboina 150 man infanterie met eenige artillerie en met de noodige Alfoersche hulptroepen uit Ternate en Tidore naar Ceram te zenden. Een bij het depar tement ontvangen telegram van den gouverneur- generaal heeft gisteren de tijding gebracht dat omtrent de expeditie goede berichten bij de In dische regeering waren ingekomen. Eene vijande lijke negorij was verlaten gevonden en bezeteene andere stormenderhand ingenomen, met een ver lies van twee dooden en twee gekwetsten. De gezondheid en de geest der troepen en der bevriende bevolking waren zeer goed. Z. M. heeft benoemd tot adv.-generaal bij het prov. gerechtshof in Zuid-Holland Mr. A. F. L. Gregory, thans adv.-generaal te Groningen. Z. M. heeft F. Beyerinck, resident van Kediri, en J. C. Th. Kroesen, ads.-resident van Blitar, benoemd tot ridder der orde van den Ned. Leeuw, en den sergeant-majoor H. Scharer, in structeur der pradjoerits te Blitar, tot broeder dier orde. De volgende onderofficieren van den hoofd cursus te 's-Hertogenbosch zullen na af te leggen voorexamen deelnemen aan het examen, dat in November a. s. in Den Haag zal gehouden worden ter verkrijging van den rang van 2den luitenant der infanterie bij het O.-I. leger: A. C. Dorren- boom, J. Van Valkenburg, A. I. Van Geelen, H. M. Sloot, G. D. Van Epen, M. C. Sisten, J. A. F. Keetell, J. P. Pieters Graafland, D. Van Zomeren, P. A. Th. Vermeulen, C. J. A. Jolles, J. C. Bergs- ma, A. E. Romermand, M. T. Blaauw, en voor het lichter examen de sergeant T. Schretzmeyer van het 5de reg. infanterie. In de volgende maand zal Ie Helder een schietwedstrijd plaats hebben voor schutterijen en weerbaarheidsvereenigingen in Noord- en Zuid- Holland, waarvoor van rijkswege eene som van f 250 is beschikbaar gesteld. Hel concours zal, naar men meent, in het lort Admiraal Dirks gehouden worden. Ter voorziening in de vacature, ontstaan door het aan Ds. R. Posthumus Meyjes verleende eervol emeritaat en voortdurende door het be danken van Ds. J. D. Bryce, in Den Haag, is door het kiescollege der Ned. herv. gemeente te Amsterdam het volgende alphabetisch geplaatste drietal van predikanten opgemaakt: Dr. J. A. Gerth van Wijk, in Den Haag; Dr. Ph. J. Hoe- demaker, te Rotterdam, en D. P. M. Huet, te Dirksland. De volgende brief is door de heeren T. Modderman Azn., J. P. Strieker, F. C. A. Pante- koek, H. A. G. Brumund. H. Steenberg, J. C. Van Marken, K. F. Ternooy Apel. Ph. R. Hugen- holtz en G. J. Vinke, predikanten der Ned. herv. gemeente te Amsterdam, aan den Parnassim der Portugeesche Israëlietische gemeente gezonden „De ondergeteekenden, leden van den kerkeraad der Ned. herv. gemeente alhier, hoogelijk afkeurende het afwijzend antwoord door dien kerkeraad gegeven op uwe uitnoodiging, om zich bij het gedenkfeest van het tweehonderdjarig bestaan uwer synagoge te doen vertegenwoordigen, voelen zich gedrongen, even eens op grond hunner christelijke overtuiging, u langs dezen weg van hunne belangstelling in dat feest d",; verzekering te geven, met de beste wen- schen voor uwe personen en uwe gemeente." De regent van Sidho Ardjo bij Soerahaya, met name Raden Adiepatie Aria Tjokro Negoro, heeft Maandag zijn 50-jarigen dier.si volbracht als gouvernements-amhtenaar. Van 1819 af tot 1825 heeft hij in Nederland, onder leiding van Mr. C. F. Elout van Soeterwoude, zijne opvoeding genoten, namelijk te Vaasen, hij deri heer Van Niel. Door Z. M. Willem I in 1825 tot ambtenaar 3de klasse benoemd en naar Indië teruggekeerd, is hg allengs in rang opgeklommen en hij besluit van 31 Au gustus 1853 verheven tot regent van Lamongan, met den titel van Raden Toemengong enz., en verder hij besluit van den gouverneur-generaal van 28 Mei 1863 overgeplaatst als regent te Sidho Ardjo, alwaar hij tot op den huidigen dag zijne krachten wijdt aan de belangen van zijn regentschap. De Italiaansche gezant bij het Nederlandsche hof, de heer Bertinatti, heeft dezer dagen een be zoek gebracht aan eenige Overijselsche fabriekste den. Dit bezoek staat, naar men zegt, in verband met eene tusschen Nederland en Italië te sluiten nieuwe handelsovereenkomst. Bij gelegenheid van het Zondag-avond door het muziekcorps van het 1ste regiment guides uit Brussel te 's-Hertogenbosch gegeven concert in den tuin der sociëteit „Casino", werd door de leden der daartoe benoemde commissie eene schaalcollecte gehouden ten behoeve der nood lijdenden door den watersnood in Frankrijk, die eene som van f 258.93 heeft opgebracht. Zr. Ms. raderstoomschip Bromo, onder bevel van den kapt.-luit.-ter-zee W. J. Scholten van Aschat, is den lOden dezer te Aden aangekomen, en zou, na kolen ingenomen te hebben, de reis naar Atjeh voortzetten. Het gebouw voor het stoomgemaal tot zui vering der riolen te Hoorn is aangenomen door M. Godvliet en P. J. Blauw aldaar, voor f 12,533; de levering der machinerieën door de naamlooze maatschappij „La Flandre" te Gent, voor f 10,770. Tot leden van de commissie tot het instellen van een vergelijkend onderzoek naar de bekwaam heden van hen, die naar de betrekking dingen van aaspirant-ingenieur van den waterstaat, zijn benoemd de heerenP. Caland, inspect, van den waterstaat in algem. dienst, als voorzitter; F. J. Van den Berg, hoogl. aan de polyt. school te DelftJ. Stroot- man, hoofdingen. van den waterstaat, te Assen; G. Van Diesen, hoofdingen. van den waterstaat, te Middelburg; J. F. Boogaard, referend. der afd. waterstaat van het depart, van binnenl. zaken J. M. F. Wellan, ingen. van den waterstaat, te Alkmaar; en R. O. van Manen, ingen. van den waterstaat, te Nijmegen, tevens secretaris. Tweede Kamer. In de zitting van gisteren werd op de vraag van den heer Blussé, waartoe op dit buitengewoon tijdstip de Kamer bijeengeroepen was, welke dringende aangelegen heid daartoe aanleiding gegeven heeft, door den Voorzitter geantwoord, dat van regeeringswege hooge prijs wordt gesteld op de behandeling der overeenkomst met de exploitatie-maatschappij en op de indiening van het ontwerp betreffende de staatsspoorwegen. De eerste zaak is door verschil lende omstandigheden tegengevallenvoor de tweede is de hijeenroeping geschied. De heer Blussé con stateerde rnet genoegen, dat de Kamer niet bijeen geroepen is tot het voeren van politieke discussién. Ingekomen zijn verschillende reeds bekende en enkele nieuwe wetsontwerpen, die verzonden werden naar de afdeelingen. Omtrent de wenschelijkheid daarvan ten aanzien van het ontwerp betreffende de staatsspoorwegen werden door den heer Stieltjes eenige bedenkingen geopperd, welke de Voorzitter beantwoordde met verwijzing naar art. 106 der Grondwet. De Voorzitter deelde nog mede, dat de Commissie van rapporteurs voor het wetsontwerp-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1