LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4749.
A0. 1875.
Zaterdag
7 Augustus.
Multapatiors plan tot bestrijding
yan het drankmisbruik.
n.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per postn 1*40.
Afzonderlijke Nommersn 9*92.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.174.
Groolcre letters naar plaatsruimte.
STADS - BERICHTEN.
PATEXTBL.VDE*
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van
Leiden, doet te weten, dat de ingevolde patentbladen over het
dienstjaar 1875/6, voor de wijken I, II en III, bij het College
van Zetters, in een der vertrekken van het Raadhuis dezer
gemeente, verkrijgbaar zijn dagelijks, des namiddags van tioaalf
tot twee uren, en wel tot en met den 7den Augustas e. k.
terwijl na het verstryken van dien termijn de onafgehaalde
patentbladen van die wijken ter uitreiking moeten worden afge
geven aan de deurwaarders der directe belastingen alhier, die
voor hunne moeite mogen eischen tien cents, zonder meer.
Eu wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afge
kondigd.
De Burgemeester voornoemd,
v. o. BRANDELER.
Leiden, 5 Augustus 1875.
lste Suppletoir Koliicr der plaatselijke
directe belasting 1875.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN',
Gezieu art. 264 der wet vau den 29sten Jani 1851 Staats
blad n°. 85);
Doen te weten, dat het lste Snppletoir Kohier der plaatselyke
directe belasting over 1875 op heden voorloopig is vastgesteld,
en van den 6den tot en met den 19den Augnstos 1875, ter
Secretarie dezer gemeente (financieele afdeeling), van 9 tot 4
uren voor een ieder ter lezing is nedergelegd.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afge
kondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Bargemeeater.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 5 Angnstas 1875.
Het meest echter verwacht Multapatior van de:
4de Categorie van hulpmiddelen, voortgebracht
door de verbonden krachten eener vereeniging,
waaraan door eenige adhaerenten van hel plan
voorloopig de naam ie gegeven van „Multapatiors
Bond ter bestrijding van misbruik van sterken
drank." Het hoofdbeginsel, waarvan Multapatior
hierbij uitgaat, is geoorloofd eigenbelang, waardoor
hij zooveel leden mogelijk tot toetreding wil over
halen. De vereeniging zal er zich namelijk op
toeleggen haar leden tal van voordeelen aan te
bieden, zooals1°. door bevordering van de ge
zondheid en den physieken en materieelen wel
stand, inzonderheid der leden van het Bond. Daar
toe brengt de oprichter de verbetering der woningen,
aankweeking van reinheid door bad- en wasch-
inrichtingen, bevordering van lichaamsoefeningen
door gymnastiek, het verschaffen van uitstekend
goede en goedkoope brandstoffen en verwarmende
kleeding en beddedekking; het verkrijgbaar stellen
van goedkoop degelijk voedsel en van onschadelijke
dranken tegen billijken prijs, en dat zoowel in
zoogenaamde bondsherbergen als bij de leden aan
huis; het verspreiden van populaire kennis der
gezondheidsleer, in de eerste plaats om de schro
melijke gevolgen van het drankmisbruik te doen
uitkomen. 2°. Bevordering van beschaving en
geestontwikkeling, inzonderheid ook als middel om
zelfachting, zelfbeheersching en matigheid aan te
kweeken en te versterken. De groote factoren, die
hierbij in aanmerking komen, zijn onderwijs en
huiselijke opvoeding, lectuur, bevorderd door de
oprichting van bondsbibliothekeri op verschillende
afdeelingsplaatsen, zoodat door onderlinge ruiling
van boekwerken op goedkoope wijze in nieuwen
voorraad kan warden voorzieneindelijk het hou
den van voorlezingen. 3°. Bevordering van huis
houdkundige kennis, ook als middel om het huise
lijk leven aangenamer, de huiselijke opvoeding
werkdadiger te maken en in het algemeen het
huisgezin te hervormen.
Van dit laatste middel, de aankweeking van het
huiselijk leven en de bevordering van waar ge
noegen te huis, is ongetwijfeld veel heil te ver
wachten. De bewering mag toch zeker niet te
stout heeten dat een groot, een zeer groot aantal
dronkaards de eerste schrede op den verkeerden
weg hebben gezet ten gevolge van zoo al niet
huiselijke oneenigheid, dan toch verveling te huis.
Om die te verdrijven wil de ontwerper van het
Bond gezelschapsspelen, gezamenlijk^ muziekpar-
tijtjes, teekenoefeningen enz. bij de leden ingang
doen vinden, welk doel hij zal trachten te bereiken
door onderricht in die verschillende soorten van
uitspanning te verschaffen.
Voor hen, die geen gelegenheid hebben zich in
den huiselijken kring te vermaken of wel behoefte
gevoelen aan het verkeer met vreemden, zullen
bondssociéteiten, bondskoffiehuizen en bondsher
bergen worden opgericht, waar alleen sterke drank
niet zal te verkrijgen zijn.
Als vierde onderdeel der laatste categorie van
hulpmiddelen geeft Multapatior aan de hand het
nader bijeenbrengen der verschillende maatschap
pelijke standen; immers daardoor worden goede
zeden, beschaving en welvoeglijkheid bevorderd en
als natuurlijk gevolg daarvan ook matigheid.
Ziedaar het bestrijdingsplan in hoofdtrekken.
Wanneer al die vier hulpmiddelen gezamenlijk
worden aangewend, zullen zij ongetwijfeld iets goeds
kunnen uitwerken. Zal het echter ooit zoover
komen? In alle oprechtheid moeten wij verklaren
dat wij er reeds bij voorbaat aan wanhopen.
Multapatior zelf schijnt dat te hebben gevoeld,
waar hij zegt op bladz. 1 zijner tweede brochure
„Men moet zich omtrent de te nemen maatregelen
geen overdreven voorstelling maken."
De ondervinding heeft het geleerd, welke schier
onoverkomelijke hinderpalen louter het handhaven
van een plaatselijke verordening tegen de openbare
dronkenschap oplevert. Er. dan mag men zeker
vragenBestaat er eenige schijn van mogelijkheid,
dat ook slechts het tiende gedeelte van de tal-
looze door Multapatior voorgestelde combinatiën
tot verwezenlijking zal kunnen worden gebracht?
Een plan, hoe schoon ook op zichzelf, hoe
hecht ook gebaseerd op logische grondslagen, ver
liest alle waarde zoodra het ophoudt een practisch
plan te zijn. Aan de uitvoerbaarheid nu juist
meenen wij te moeten twijfelen. Maar aangenomen
dat het bestrijdingsplan niet tol de vrome werischen
blijft behooren, dan rijst te midden van vele andere
bedenkingen ook deze vraag Is het geoorloofd ter
wille van dat gedeelte der natie, dat zich door
overmatig drankgebruik ruïneert en ontzenuwt,
het andere, het bij uitstek nijvere en matige deel
te schaden?
En dat zal volgens Multapatiors plan werkelijk
geschieden. Immers deze wil door inkoopen op
groote schaal de op te richten Vereeniging in
slaat stellen haar leden goedkooper en beter
levensmiddelen en dranken te verschaffen dan zij
ergens elders zullen kunnen bekomen. Doch men
mag niet vergeten, dat, wanneer de Vereeniging
de uitbreiding erlangt, die de ontwerper er zich
van voorstelt of haar althans toewenscht, dat dan
over het geheele land zich hare afdeelingen zullen
verspreiden om een nering of liever een handel
te drijven, waartegen de op eigen krachten steu
nende winkelier met geen mogelijkheid zal kunnen
concurreeren. Zoover zou men naar onze meening
niet mogen gaan; het kapitaal, bijeengebracht met
het doel om de dronkenschap te bestrijden, zou
nimmer, al ware 't dan ook slechts indirect,
mogen s:rekken om den nijveren winkelier of
neringdoende in zijn middel van bestaan te treffen.
In dat opzicht zeggen wij 't in gemoedeGe
lukkig dat het nog zoover niet is gekomen.
Doch er zijn nog andere redenen, waarom wij
het betwijfelen dat het plan ooit tot verwezenlij
king zal geraken. Noemen wij er slechts één, de
inmenging in het huiselijk leven. Wij Nederlan
ders zijn er het volk niet naar om zulk een be
moeiing te dulden, al geschiedt zij dan ook met
de beste bedoeling, en dit punt alleen zou vol
doende zijn om de Vereeniging ten eenenmale
impopulair te maken.
Toch zou het te betreuren zijn, indien om
dergelijke bedenkingen de goede bedoelingen van
Multapatior over het hoofd werden gezien. Al
houden wij het bestrijdingsplan, zooals het daar
ligt, voor een nimmer te bereiken utopie, toch
zal het werk van Multapatior geen onvruchtbaar
werk zijn, uithoofde van het vele goede dat het
bevat. De pogingen van mannen, die toonen geen
tijd te kostbaar, geen moeite te groot te achten
waar het de behartiging van het algemeen welzijn
betrefl, oefenen, zelfs al mochten zij onverhoopt
hun doel niet bereiken, een weldadigen invloed
uit alleen door den edelaardigen geest waarvan
hun werk getuigt.
LEIDEN, 6 Augustas.
Met genoegen vestigen wij er de aandacht
op, dat morgenmiddag te 2 uren in den circus
van den heer Oscar Carré tegen verminderde
prijzen eene kindervoorstelling zal gegeven worden,
bestaande o. a. in Asschepoester", het door den
heer Carré gearrangeerde tooverballet, waarmede
hij reeds vroeger in andere plaatsen en nu ook
hier ter stede zooveel succes heeft behaald. Alles
is daarbij keurig fijn, goed sluitend en het geheel
wekt op tot een vroolijke stemming. Het is
daarom een goed denkbeeld van den directeur
om ons kleine volkje, dat zoo dikwijls van As-
schepoestertje heeft gelezen of hooren vertellen,
nu in de gelegenheid te stellen haar ook eens te zien.
De zevende lijst van deelnemers aan het anti-
dienstvervanging-bond lelt 99 namen, waaronder
uit Leiden die van de heerenDr. A. B. Cohen
Stuart, Mr. M. D'Aumerie en D. J. Steyn Parvé.
De Haarl. Ct. meldt aangaande het Nederl.
gedeelte van de internationale tentoonstelling van
aardrijkskunde te Parijs: De eerste groep telt
slechts een tiental nummers; welk getal stellig
veel grooter had kunnen zijn, indien onze wezen
lijk bekwame werktuigkundigen er zich wat meer
aan hadden laten gelegen liggen. Een paar werk
tuigen van de heeren Holsboer te Arnhem en
Hohwü te Amsterdam, alsook de inzending van
den heer Sijthoff te Leiden, verdienen de aandacht;
doch vooral valt in het oog een prachtig werk
van den heer G. Schlegel, nl. eene Chineesche
uranographie met atlas, benevens eene triangulatie-
kaart van het eiland Java, welke den staat der
vorderingen tot aan het einde van 1871 doet
kennen. In de tweede groep, welke 28 nummers
telt, onderscheidt men eenige werken van den
heer Stemler te Amsterdam en van het meteoro
logisch instituut te Utrecht, maar vooral eenige
belangrijke zeekaarten van het ministerie van
marine, ingezonden door het aardrijkskundig ge-
nootschap te Amsterdam. Onze derde groep trekt
de aandacht, ja zelfs de bewondering van den
vreemdeling. Wij zouden kunnen volstaan met
o. a. te noemen de schoone serie van werken
over den natuurlijken toestand van Nederland,
ingezonden door den heer Funke te Amsterdam, het
uitstekende werk over Madagascar van den heer