Naar de Arnh. Ct. meldt moet zich het
volgend nog al zonderling geval voorgedaan heb
ben: In de gemeente Uithoorn wordt het onder
wijs bediend door een hulponderwijzer, die aan
de overzijde van de Drecht woont, terwijl zijne
school aan deze zijde staal; alzoo woont hij in
Utrecht en onderwijst in Noord-Holland. Een paar
malen reeds was dit jonge rnensch zonder gevolg
geëxamineerdnatuurlijk in Utrecht. Voor den der
den keer zich wenschende te wagen aan den sprong
door de ton, begrijpt hij, dat hij even goed in
Noord-Holland kan terechtkomen en geeft zich
in beide provinciën aan. Het gevolg is, dat hij
twee oproepingen krijgt op twee opvolgende dagen.
Hij gaat naar Utrecht, wordt onderzocht, doch
voor alle vakken te licht bevonden. Den volgenden
dag gaat hij naar Haarlem en in deze stad, waar
het schier onmogelijk is de commissie te voldoen,
waar de adspiranten in den regel bij dozijnen
druipen, hier wordt hij, met nog een enkele,
uit een betrekkelijk groot getal, als buitengewoon
bekwaam verklaard. „Hoe rijmt zich dat te zaam?"
Men zegt dat de heer A. Moens, inspecteur in
de provincie Utrecht, zal protesteeren tegen de
uitreiking der akte van bevoegdheid aan bedoel
den persoon.
Aan de Kamers van koophandel en fabrie
ken te Amsterdam, Rotterdam, Dordrecht, Middel
burg en Vlissingen is verzonden een schrijven van
den consul-generaal der Nederlanden te Bloem
fontein, omtrent de bevordering van den Neder-
landschen handel op Zuid-Afrika.
De hoofdonderwijzer H. H. Slangen en de
hulponderwijzer A. Van der Kolft' zijn gesteld ter
beschikking van den gouv.-generaal van Ned.-Indië,
om te worden benoemd tot onderwijzer 3de kl.
voor den dienst daar te lande.
Bij de eergisteren gehouden verkiezing van
een lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal in het hoofdkiesdistrict Middelburg, voor het
nog loopende zittingjaar, in de plaats van den
heer Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet, die zijn
ontslag genomen heeft, is gekozen de heer Mr. G.
A. Fokker, met 1185 van de 1572 stemmen.
Aan den luit.-kolonel J. G. Van Thiel werd
hedenmiddag in Den Haag voor het front van
het garnizoen, dat in groot tenue in de Maliebaan
was geschaard, door den generaal majoor Van der
Schrieck de Milit. Willemsorde uitgereikt.
Gemengd Nieuws.
Het Vaderland, meldt dat Lagerman,
die op zijn sterfbed bekend zou hebben de moor
denaar van mevr. v. d. Kouwen te zijn, zich wer
kelijk als milicien plaatsvervanger in Den Haag
met groot verlof bevond ten tijde van den moord.
De man stond wegens plichtverzuim en dronken
schap zeer ongunstig bekend. Hij heeft, naar men
meent, een tijdlang samengewoond met den be
kenden De Jong. Welke strekking de aanwijzingen
hebben, door hem gedaan, en de onderscheiden
ophelderingen, door hem gegeven, waarvan het
bericht uit Indië spreekt, weet men echter niet.
Dinsdag moest te Utrecht een veld-
artillerist, die naar de klasse van discipline ver
wezen was, in het hospitaal daartoe gekeurd
worden en daarna naar de kazerne worden terug
gebracht, cm gisteren naar de plaats van zijne
bestemming te vertrekken. In de nabijheid van de
Smeebrug wist hij zijne begeleiders te ontloopen.
Tot nogtoe heeft men hem nog niet kunnen
opsporen.
Gisterochtend is te Amsterdam, onder
den toeloop van eene menigte volks, met mili
tair eerbetoon ter aarde besteld een der man
schappen van de brandweer. De helm des over
ledenen stond op de kist en een kameraad, met
den omfloersten seinhoorn in de hand, opende
den stoet.
Gisteren had op een der werken op
Feijenoord van een zevental personen, werkzaam
aan een stoomheiloestel, een werkman, F. B. ge
naamd, oud 24 jaren en herkomstig uit de gemeente
Veere, de onvoorzichtigheid van onder een reeds
opgeheschen heipaal door te gaan, toen juist de
reep, waaraan de paal bevestigd was, brak, met
het gevolg dat deze op het hoofd van F. B. neder-
viel, die onmiddellijk dood nederzeeg, terwijl de
heibaas eenigszins, doch zonder letsel te bekomen,
aan den schouder werd getroffen.
Bij de anders zoo vredelievende oefe-
ningen der schutterij te Amsterdam werd Dinsdag
bloed gestort. Twee bierventers namelijk, die ten ge
rieve der gewapende burgers hun stalletje aan het
Funen opslaan, kregen twist over den prijs hunner ar
tikelen, die de een, ten einde zijn mededinger af
breuk te doen, een cent op het glas goedkooper
was beginnen te geven. De man, die zijn waar op
den rechten prijs had weten te houden, greep een
houten kurkenhamer en sloeg daarmede zijn mede
dinger, waarop deze een steen opvatte en den
aanvaller dermate aan het hoofd trof, dat het
bloed er uitspatte en 's mans gelaat onkenbaar
was. De politie heeft zich met de zaak bemoeid,
hoewel de wond niet zoo gevaarlijk bleek te zijn
als zich aanvankelijk wel liet aanzien.
Te Zwolle is het lijk van den sedert
eenige dagen vermisten opzichter Lijnen gister
ochtend gevonden in een inham van den IJsel te
Spoolde, gemeente Zwollerkerspel.
Onder de versieringen van de Guild-
hall te Londen, waar het burgemeesters-banket
gegeven werd, bevond zich in de zaal, die rnet
tropische gewassen en bloemen rijk georneerd was,
een grot waarin reusachtige ijsblokken lagen, die
gezamenlijk 120 centenaars wogen. In vereeniging
met kunstig aangebrachte fonteinen moesten zij de
lucht koel houden. Onder de „vermakelijkheden",
aan de burgemeesters bij hun verzoek te Londen
aangeboden, is ook de duiker Deneyrouze. In een
zeer groot reservoir met water gevuld daalt de
duiker af in zijn kostuum, waarin hij loopt, ziet,
hoort, ja spreekt met hen, die buiten het water
staan. Hij wandelt met de brandende lamp in
zijne hand en rookt een sigaar. Hij schrijft zelfs
in het water op eene soort lei, die hij tegen het
glas houdt, om het geschrevene te doen lezen.
Zondag-middag werd te Blankenber-
ghe op het strand een pistoolschot gelost op het
oogenblik dat daar zeer veel personen bijeenwaren.
Een verdienstelijk zeeschilder, de heer De Burbure,
schoot op den ingenieur Crets, en wondde hem
zeer ernstig aan den nek, na driemaal den revolver
te hebben afgevuurd. De toestand van den getrof
fene is gevaarlijk. De moordenaar werd gevat
en naar de gevangenis te Brugge gebracht. Naar
het schijnt is dit ongeluk, of deze misdaad, te
wijten aan eenige woorden, welke Crets zich over
de vrouw van Da Burbure had laten ontvallen.
De Burbure, zoon van een kolonel, was reeds ter
zake van tweegevecht veroordeeld. Te Brussel,
waar de moordenaar wel bekend is, heeft het
gebeurde een groote ontsteltenis veroorzaakt.
In de Locomotief leest men de vol
gende advertentie: Raden Toemenggoeng Pandjie
Sosro Koesoemo, oud-regent van Tagal, met be
langstelling vernomen hebbende dat hij, volgens
een der dagbladen, in 1864 jammerlijk vermoord
is, heeft, tot geruststelling van zijn bloedverwan
ten, vrienden en bekenden de eer mede te deelen,
dat hij op dit oogenblik zeer welvarend is, en
hij zich ook volstrekt niet herinnert dat hij in
1864 werd vermoord.
Een Marokkaan, die sinds lang te
Parijs woont, heeft gewed dat hij in negen uren
tijds rondom Parijs zou loopen, een weg van 84
kilometers. Hij heeft zijn weddenschap gewonnen
vijf minuten binnen den bepaalden tijd had hij
het punt van uitgang weder bereikt.
In de eerste dagen van Mei werd
graaf Faina, oud 70 jaren, bijna voor de poort
van Viterbo door roovers opgelicht, naar het ge
bergte gevoerd en zijn losgeld bepaald op 100,000
fr. Toen dat geld niet betaald werd, werd hij
doodgeschoten door een van hen, den jongen
Sassara. De roovers hebben steeds bij zich een
jongen, die als beul dienst doet en zoo jong is,
dat hij volgens de wet niet ter dood kan ver
oordeeld worden. Het hof te Viterbo heeft nu
na een week pleitens, waardoor de gemoederen
der bevolking niet weinig in beweging gehouden
werden, vonnis geveld tegen deze bende. De aan
zetter tot den moord, het eigenlijk hoofd dei-
bende, Guerini Garganio, is ter dood veroordeeld.
Sassara Giovani, .'le moordenaar, is veroordeeld
tot altijddurenden dwangarbeid, omdat hij op het
tijdstip van den moord nog geen 21 jaar oud
was. De overige led.sn der bende zijn tot ver
schillende straffen veroordeeld. Nauwelijks was het
vonnis geveld of Sassara sprong als een wild
beest over het traliehek, dat om de bank dt'r
aangeklaagden staat, om zich op Picci te werpen,
die de bende heeft aangegeven. De openbare
macht heeft echter zijn aanslag verhinderd.
14 e c h cx fi u g ei.
In een zeer belangrijk rechtsgeding tusschen Jhr.
Mr. A. F. De Savornin Lohmari te 's-Hertogen-
bosch als eischer, de liquidaleuren der Nederl.
hypotheekbank als gedaagden, en de heeren Emile
Erlanger en Co. le Parijs, gedaagden in vrijwaring,
heeft de rechtbank te Amsterdam eergisteren uit
spraak gedaan. De vordering strekte lot aflossing
a pari van eenige nog niet uitgelote schuldbrie
ven der Nederl. hypotheekbank, op grond dat de
gestelde zekerheid door toedoen der schuldenaresse
zou zijn verminderd, en dus krachtens art. 1307
B. W. de schuldbrieven terstond opeischbaar waren.
Na breedvoerige pleidooien op '25 en 26 Juni
jl., gevoerd tusschen Mr. Pijnappel, optredende
voor Mr. Savornin Lohman, Mr. A. Philips voor
de Ned. hypotheekbank en prof. Asser voor E.
Erlanger Co., ontzeide de rechtbank bij uit
voerig gemotiveerd vonnis den eisch. Onder zeker
heid in den zin van art. 1307 B. W. moet wel
niet uitsluitend worden verstaan pand, hypotheek
en borgtocht, rnaar dan toch zoodanige middelen,
waardoor de schuldeischer zich geheel of gedeel
telijk verhaal zijner vordering kan verschaffen,
boven en behalve den waarborg, dien de geza
menlijke goederen van den debiteur voor geza
menlijke crediteuren opleveren. Zoodanige zeker
heid was nu in deze niet gesteld, zoodat de
juistheid der grieven niet behoefde le worden
onderzocht. De eischer werd veroordeeld in de
kosten, gevallen aan de zijde van beide gedaagden.
Het opzettelijk in brand steken van brand
bare stoffen, geplaatst om den brand in een ge
bouw te doen overgaan, waarbij het niet le voor
zien was dat menschenlevens in gevaar konden
worden gebracht, was de beschuldiging ten laste
gelegd aan eene weduwe, moeder van vier kinderen,
laatstelijk te Poortugaal woonachtig. Omstreeks
10 uren in den voormiddag van 27 April jl.
ontdekte men dat uit de op zich zelf staande
woning der vrouw zware rookwolken opstegen.
Toen de deur opengebroken was, werd niemand
ontdekt, maar wel bevonden dat op de vuurplaat,
waarop kennelijk kort te voren nog een flink vuur
had gebrand, stoelen stonden, die reeds brandende
waren, terwijl bij opening van eene bedstede een
gloed werd waargenomen in licht ontvlambare
winkelwaren. De brand was spoedig gebluscht en
had een geringe schade veroorzaakt. De bewoon
ster, korten tijd later te huis komende, en den
inboedel weder in orde willende brengen, werd
gearresteerd, en al spoedig bekende zij 's morgens
tusschen 5 en 6 uren tusschen eenige voorwerpen
vuur in de bedstede te hebben gelegd, met het
doel die te doen smeulen en aan den persoon
met wien zij wilde trouwen den schijn le geven
dat zij hern genegen was, daar hij haar om een
gedeelte van de assurantiepremie had gevraagd,
ten einde een zaak te beginnen. Het overige, den
brandbij de vuurplaat, ontkende zij en ook was
het haar niet te doen de f 850, waarvoor haar
inboedel was verzekerd, te bemachtigen. Deze
opgaven, reeds in de instructie gedaan, hield zij
ook gisteren ter terechtzitting van het hof in Z.-H.
vol. De plaatsing van de voorwerpen op de vuur
plaat en in de bedstede, de houding der besch.,
en andere omstandigheden gaven aan adv.-gen.
Mr. Van Maanen aanleiding baar boos opzet te
constateeren, en aan te toonen dat hel bewijs van
schuld ook na de verklaringen der getuigen aan
wezig was. Zijn requisitoir strekte tot veroordee
ling tot tuchthuisstraf van 5 tot 20 jaren.
De verdediger, Mr. Vreede, trachtte aan te toonen,
dat het bewijs niet was geleverd dat de brandbare
stoffen zoodanig waren geplaatst dat de brand
zich aan het gebouw kon mededeelen. De bedstede
was geheel geslotener was dus geen toevoer van
lucht, zoodat de brand van zelf moest uitdooven, het
geen naar zijne meening ook het geval is
geweest, daar, na ruim 4 uren dat het vuur in
de bedstede was gelegd, er slechts smeuling had
plaats gehad. Ook omtrent den brand op de vuur
plaat was z. i. niet het bewijs geleverd, dat deze
zich aan de meubelen of aan de woning kon
mededeelen. Pleiter concludeerde tot vrijspraak,
en voor het geval het hof zijne meening niet mocht
deelen, verzocht hij verzachtende omstandigheden
in aanmerking te nemen. Uitspraak a. s. Zaterdag.