Het stoomschip Koning der Nederlanden van Nieuwediep naar Batavia, is '18 dezer te Padang aangekomen, hebbende 33 dagen reis van Southampton. Zr. Ms. stoomschip Merapi is den 21sten dezer te Aden aangekomen, en zou, na aldaar kolen ingenomen le hebben, de reis naar Atjeh voortzetten. In de te Middelburg gehouden vergadering van deelhebbers in de Nederl. Handelmaatsch. is de heer J. J. Den Bouwmeester, aftredend commissaris, herkozen en tot plaatsverv. com missaris benoemd de heer J. A. Tak, ter ver vanging van den heer A. H. G. Fokker, overleden. De heer A. F. De Bruge, ontvanger van het loodswezen te Vlissingen, heeft, hij gelegen heid van het feest aldaar, aan Z. K. H. Prins Hendrik, uit dankbaarheid voor hetgeen deze heeft gedaan ter bevordering van de oprichting der stoomvaartmaatschappij „Zeeland", ten geschenke aangeboden een brieventasch, afkomstig van en gebruikt door De Ruyter. De brieventasch was in een fraai bewerkt doosje vervat. Het Handelsblad deelt mede dat men druk bezig is met het slaan onzer nieuwe gouden munt. Het bericht omtrent de afkeuring van den stempel was onjuist. Aan het ministerie van binnenl. zaken had gisteren de aanbesteding plaats van het maken en stellen van den bovenbouw der bruggen over de twee doorgangen in het openhavenfront te Amster dam, ten behoeve van den spoorweg van Nieuwe diep naar Amsterdam. Hiervoor waren de volgende inschrijvingen ontvangen: 1". J. Van der Made, te Amsterdam, 512.000; 2". Cail en C0., te Parijs, ƒ488.000; 3°. E. Rollin G0., te Braine le Comte, ƒ458,500; 4°. De „Union Actien-Gesellschaft" le Dortmund 449,000S. L. I. Enthoven C0., in Den Haag, ƒ429,996; 6°. De „Actien-Gesell schaft" te Duisburg, f 418,6007". De „Gute- Hoftnung Actiën-Verein" te Sterkenrade ƒ417.165; 8'. De „Cölnische Machinenbau Actien-Gesellschaft" 409.000. Ook werd aanbesteedhet bouwen van een basculeerende brug met zeven vaste vakken, tot toegang van het Kamperhoofd naar het sta tions-emplacement le Amsterdam, mede ten behoeve van den spoorweg van Nieuwediep naar Amsterdam. Voor deze besteding waren elf biljetten ingekomen. Minste inschrijver was de heer F. K. Osinga te Amsterdam voor 73.400. De heer R. Vorstman spreekt een bericht tegen van de Javabode, als zou legen hern eene gerechtelijke vervolging zijn ingesteld wegens een honend en smadend schrijven aan Z. M. den Koning. Met het stoomschip Anna Paulowna zijn te Nieuwediep van Norköping (Zweden) aange bracht twee stuks achterlaadgeschut van 24 cM., benevens 1500 puntkogels voor dat geschut. Naar men verneemt zijn deze laatste grootendeels voor Oost.-Indië. De beroeping van den heer Laan, die, ge lijk men zich herinneren zal, eenigen tijd in het krankzinnigengesticht te Utrecht is opgenomen geweest, als predikant te Dinteloord is door het classicaal bestuur van Breda niet goedgekeurd, op grond, dat de beroepene in de laatste twee jaren niet tot eenig classicaal ressort behoord, maar in het buitenland vertoefd heeft. De kerke- raad van Dinteloord is van deze uitspraak in hooger beroep gegaan, maar inmiddels heeft de heer Laan voor het beroep bedankt. De fraaie boekerij van wijlen de heer E. J. Potgieter te Amsterdam is door zijne zuster, mejuffrouw S. Potgieter, aan de stads-bibliotheek geschonken. Voor de heden door B. en Ws. in Den Haag ten raadhuize gehouden aanbesteding van het opbouwen der gemeente-gasfabriek zijn zes inschrij vingsbiljetten ontvangen. Het minst had inge schreven de heer Tom, in Den Haag, voor ƒ174,026. Naar men verneemt is door het departement van koloniën aan een gedeelte van hen, die het O.-I. ambtenaarsexamen met goed gevolg hebben afgelegd, doch nog niet ter beschikking van het Indisch bestuur kunnen worden gesteld, het aan bod gedaan om als officier van militaire adminis tratie (luitenant-kwartiermeester) bij het leger in Ned.-Indië in dienst te treden. Uit Maastricht wordt het overlijden gemeld van den heer Mr. M. P. H. Strens, procureur- generaal bij het prov. gerechlshof in Limburg, oud-minister en oud-lid der Tweede Kamer. Gemengd IVieuws. Verleden Zaterdag-avond was de tent van den heer Carré op de Utrechtsche kermis stampvol, toen plotseling het hevig onweder los brak. Alle toeschouwers namen verschrikt de vlucht, zoodat de voorstelling niet doorging. De heer Carré moet zoo edelmoedig geweest zijn, de recette van dien avond in de armenkas te storten. De Arnh. Ct. meldt aangaande het Woensdag-middag aldaar voorgevalleneDe stad was vervuld van een treurig bericht, treurig omdat het een menschenleven gold, hoewel het publiek nog niet beoordeelen kon, in hoeverre het gebeurde een onvermijdelijk gevolg was van consignes. Zooals men ons de toedracht der geruchtmakende zaak mededeelde, komt zij hierop nederEen artillerist bevond zich met een kruiwagen op het artillerie-park aan den Zijpsche- weg. De wachthebbende infanterist gelastte hem zich te verwijderen, daar de toegang verboden was. Men meent, ofschoon wij niet voor die lezing instaan, die toch wel de meest waarschijnlijke is, dat tot drie malen toe de waarschuwing herhaald werd. De artillerist gehoorzaamde niet, de schild wacht schoot hem neer. De kogel ging den onge lukkige dwars door het lichaam en legde daarna nog een aanzienlijken afstand af, toevallig zonder verder onheil te slichten. De getroffene slaakte een paar kreten en was een lijk. Hij werd naar de infirmerie gebracht en de schildwacht, nadat hij in het wachthuisje door andere militairen, die zich op het terrein bevonden, ontwapend was, door een escorte, uit de stad ontboden, naar de kazerne gevoerd. Uit Harderwijk wordt gemeld dat er in de laatste drie maanden niet minder dan 300,000 aan handgeld is uitbetaald, zoodat dit stadje met Atjeh goede zaken maakt. Maandag-morgen ging een jongeling uit Millingen naar de steenfabriek te Lobith, waar hij werkzaam was. Onderweg is hij door den bliksem getroffen en was terstond een lijk. Het lichaam was geheel verschroeid. Te Groessen onder Zevenaar is, naar men verneemt, eene boeren meid, terwijl zij bezig was eene koe te melken, door den bliksem gedood. Onder de gemeente Hoogezand moet 11. Zondagavond eene vrouw haar echtgenoot hebben vergiftigd, rnet het doel een ander te kunnen huwen. De overledene was een vlijtig werkman. De politie doet onderzoek. Gisteren had te 's-Hertogenbosch, een oppassend jongeling, werkzaam op de lood- pletterij, het ongeluk met zijne hand tusschen een der machines te geraken, met het gevolg dal deze hem lot boven den pols werd ontnomen. Te Harlingen heeft Dinsdageenjonk- man van 19 jaar het leven verloren bij het zwem men in een kolk, waar hout wordt bewaard en is een kind van 8 a 9 jaar, dat nog 's avonds na tien uren op straat was, door een boterkar overreden, zoodat het oogenblikkelijk dood was. Het schip Johann H end er ik, schip per Kuiter, van Terschelling met zand gedestineerd naar Groningen, is Woensdag door twee sleep- booten, in zinkenden slaat te Harlingen binnen gebracht. Omtrent den doodslag, die in de ge- meente Emmen gepleegd is, wordt nader gemeld: Niet ver van Erica woont de smid Pieter Beute, een oppassend en geacht man. Men had in het voorjaar reeds eenmaal de glazen bij hem inge slagen en nu hoorde hij van ter zijde, dat dit in den nacht van Zaterdag op Zondag of in dien van Zondag op Maandag weder zou plaats hebben. Zaterdag-nacht gebeurde er niets. Zondag-nacht hoorde hij, dat er personen om zijn huis liepen; ijlings staat hij op en ziet door het raam dat zich twee personen bij het huis bevinden, die zich echter, zonder iets te verrichten, weder verwijde ren. Weldra echter komen zij terug met een derde en het duurt niet lang, of een van hen neemt een steen op en werpt dien door het raarn, zoo dat hij bij de vrouw van Beute op het bed komt. B. vliegt daarop naar buiten en, daar de drie personen de vlucht nemen, zet hij dengene na, dien hij meent dat den steen geworpen heeftdeze komt te struikelen en B. werpt zich op hem. B. ver klaart nu, dat hij hem niets gedaan, althans niet ver wond heeft, maar, na in hem zekeren Jan Feyen, oud 23 jaren, wonende te Erica, herkend te heb ben, hem gezegd heeft, dat hij de zaak aan den rijksveldwachter zou aangeven. Hoe dit zij, Feyen is den volgenden morgen dood op den weg ge vonden, met eene belangrijke wonde aan den pols, die waarschijnlijk zijn dood door verbloeding ver oorzaakt heeft. Er schijnen redenen genoeg gevonden te zijn om Beute in hechtenis te stellen. KOLONIËN. BATAVIA, 16 Juni. Aan een brief uit Atjeh is het volgende ont leend: Het is hiér een eigenaardige toestand. De posten liggen alle ongeveer '/4 uur van elkander, zoodat de buurtjes elkander dan ook van tijd tot tijd bezoeken. Wij verkeeren in een slaat van rustalleen wordt de vijand verontrust doordien hij den geheelen dag door, ook dikwijls des nachts, van de verschillende posten vermaningen krijgt in den vorm van granaten, die bijna alle prachtig springen. Dit heeft ten doel hem te beletten te werken, hem moedeloos te maken en zoodoende tot onderwerping te dwingen. Ziet de generaal de kans schoon, dan wordt er een aanval gedaan en worden er dan ook steeds eenige vijandelijke versterkingen genomen, adres 2 Mei, waarbij weder een braaf offi cier sneuvelde. De generaal Pel weet wat hij wil 't moge langzaam gaan, maar zijn eenmaal veister- kingen genomen, dan blijven die ook bezet, 't Zou voorzeker niets waard zijn om Bital en de daar in de nabijheid gelegen vijandelijke versterkingen tenemen, alhoewel er nog menige splinter zou vallen, daar Bital nog een vuil nest moet zijn doch de quaestie is of wij troepen genoeg hebben om het bezet te houden, want ik verzeker u, dat Atjeh menig soldaatje verslindt, al is het juist niet altijd door het lood of de klewang des vijandsde treurige ziek ten maaien er zoovelen weg. Generaal Pel, die op instigatie van den geneeskundigen dienst drie maanden verlof naar Buitenzorg heeft gevraagd, gaat ons deze week verlaten. Zijn plaatsvervanger, kolonel Wiggers v. Kerchem, is gisteren gearri veerd. Algemeen vreest men dat, wanneer gene raal Pel eenigszins op rust komt, eene ernstige ziekte er het gevolg van zal zijn. Door den gouverneur-generaal is, met het oog op eene algeheele afschaffing der slavernij in de gouvernementslanden van het gouvernement Celebes en onderhoorigheden, eene ordonnantie uitgevaardigd, waarin bepaald wordt dat „overgang van eigendom van slaven alleen geschiedt door erfopvolging"terwijl alle kinderen, uit slavinnen geboren, vry zijn. Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indie zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel TJepartement. Benoemd: tot architect 1ste kl. bij den waterstaat enz. H. Th. Ziesel. Ontslagen: Bij de in- en uitvoerrechten en ace., eervol, uit zijne betr., wegens ziekte, de ontv. te Panaroekan P. B. Smith. Benoemd: tot ontv. te Panaroekan P. Van Wijk; tot ontv. te Ketapang F. H. Ukena. Ontheven: Eervol, van de verdere waarn. der functiën van gouv. landm. in Madioen en van rooim. de ing. 2de kl. L. G. B. Bonricius, sedert benoemd tot ing. lste kl., aan wien, wegens ziekte, een twecj. verlof naar Nederland i9 verleend. Benoemd: Door den landraad tc Magelang tot 2den buitengew. snbs.-griff. H. H. Donker Curtias; door den landraad te Pasoeroean: tot buitengew. subst.-griff., Jhr. Mr. C. A. Von Sijpestein. Be noemd: tot 2den machinist bij de gonvern. marine, E. E. P. Van der Meerscli. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned. wegens ziekte, aan den adsist.-re9. van Soekapoera-Kollot J. F. W. Wessels; aan den contr. late kl. G. A. C. O. Kraft; aan den comm. lste kl. bij den post- en telegraafd. J. H. Buyten en aan den hoofdonderw. aan de openh. lagere school te Koepang L. Hovenkamp; een tweej. verlof naar Earopa, wegens meer dan 12 jaren onafgebr. dienst in Ned.-Indië, aan den 1 sten comm. bij de alg. rekenk. L. M. Obdam; een tweej. verlof naar Ned. wegens meer dan 12 jaren onafgebr. dienst in Ned.-Indië, aan den 3den comm. op het parket van den proc.-gen. bij het hoogger. C. ReynsdorlF. Ontslagen: Uit 'slands dienst, de gew. ads.-res. van Djokdjokarta F. H. W. graaf Von Ranzow, en de gew. klerk op liet res.-kantoor aldaar J. P. Apfel; eervol uit 's lands dienst, de klerk op het ads.-res.-kantoor te Bojolali, K. Vodegel; eervol, uit zijne betr., de opz. lste kl. bij de cul tures in het gouv. Sumatra's westkust C. F. Borgeneervol, uit 's lands dienst, de gew. leerl.-teleg. P. Landegent. Benoem d: Tot opzichter lste kl. bij den waterstaat enz., H. A.VonNeid- schutz. Bij de algem. rekenkamer: tot 2den comm. S. F. J. De Scheemaker, tot 3den comm. P. Grouw. Bij het college van van hoedelm. te Batavia, tot 2den comm. J. J. Jans, tot 3den comm. W. H. Bloem. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned. wegens ziekte aan den ingeD. 2de kl. bij den waterstaat gdz. A. Van der Bijll. Ontslagen: Uit 'slands dienst, de comm. lste kl. bij den postd. J. F. Blondeau; uit zijne betr., de ge schorste vendum. te Pasoeroean J. H. Stoltman; eervol uit '8 lands dienst, met beh. van recht op pensioen, de ambt. op wachtgeld M. J. J. Op de Laey, en de collecteur der landelijke inkomsten te Saleijer J. S. Bax; eervol uit 'slands dienst, de klerk bij den ontvanger der in- en uitvoerr. enz. te Banjoewangi

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2