gedekt hielden, gewond. Een hunner kreeg een kogel door het been, de ander werd aan de hand gekwetst. Betreffende den moord, te Sittard door een man op zijn vrouw gepleegd, wordt uit Maastricht nog het volgende gemeldBij de lijk schouwing is gebleken, dat behalve verscheiden zware verwondingen aan het hoofd en achter hoofd, toegebracht met een zwaar voorwerp, het nekbeen verbrijzeld is, hetgeen den onmiddellijken dood ten gevolge heeft gehad. De dader, die naar men verneemt bekend heeft het feit gepleegd te hebben, had na het begaan van de daad het lichaam in het bed gelegd en is eerst den volgenden ochtend naar het Belgische dorp Lanklaar gevlucht, waar hij door de maréchaussées werd gearresteerd. Hij geeft voor, dat zijne vrouw zich aan het ge bruik van sterken drank te buiten ging, en dit dikwjjls reden tot huiselijken twist gaf, hetgeen ook op den avond van den moord het geval zou geweest zijn. Verder verklaart hij, in zulk een drift verkeerd te hebben, dat hij niet wist wat hij deed, en zich ook niet te kunnen herinneren, met welk voorwerp en hoe hij den moord gepleegd heeft. De man is in het huis van arrest te Maastricht overgebracht. En lansier, te Potsdam in garnizoen, die uit den militairen dienst ontslagen wenschte te worden, heeft ruim een maand lang zich voor gedaan alsof hij aan een slaapziekte leed. Dewijl men de zaak niet recht vertrouwde, op grond der waargenomen verschijnselen, heeft men velerlei pogingen in het werk gesteld om den bedrieger te ontmaskeren. Zoo heeft men hem onderwor pen aan electro-galvanische proefnemingen om hem uit den schijnbaren slaap op te wekkendeze en andere proeven zijn allengs versterkt en met een heldenmoed, eene betere zaak waardig, heeft hij allerlei proefnemingen doorgestaan. Eindelijk echter is hij daarvoor bezweken en heeft alles bekend. Naar lichaam en geest heeft hij zich helaas, misschien voor altijd, ongelukkig gemaakt, Hjj ligt thans zeer ernstig ziek, en men is nog in het onzekere of hij er het leven zal afbrengen. Te Berlijn is het eenige driejarige dochtertje van een ziekenoppasser gestorven ten gevolge van het steken van een gaatje in het oor om er een belletje in te doen. De persoon die de operatie verrichtte schijnt het been te hebben geraakt. Er ontstond ettering; korten tijd daarna moest hel halve oor worden afgezet, doch de toe stand verergerde in die mate, dat het kind na een lijden van 14 dagen stierf. Te Trier is bij een openbare zwem les, die door muziek werd opgeluisterd, de instruc teur, Thiesen genaamd, onder de oogen van dui zenden toeschouwers en omgeven van zijn leerlingen, in den Moezel verdronken, 't Is daar gebruikelijk, dat zoodra bij dergelijke lessen de zwemmers de brug over den Moezel naderen, een hunner van de 40 voet hooge brug afspringt en dan meezwemt naar de school. Ditmaal zou Thiesen den koenen sprong wagen. De man kwam niet weer boven Zijn lijk was bij het verzenden van het bericht nog niet gevonden. K echtzaken. Een bijenhouder te Gorcum werd Donderdag door het kantongerecht aldaar veroordeeld tot twee geldboeten, elk van f 10, ter zake van het plaat sen van zijn bijenkorven op geen genoegzamen afstand van den openbaren weg. Die afstand be hoort, volgens het provinciaal reglement op de wegen en voetpaden in Zuid-Holland, niet min der te bedragen dan '20 meters gemeten uit het midden van den weg. BUITENLAND. FranJkrij k. Donderdag werd in de nationale vergadering, na de weerlegging van Rouher door Savary, door den mini ster Buflet de handelwijze van den prefect van politie verdedigd. „Men heeft ons gevraagd," zeide hij, „welke houding het ministerie jegens deBonapartisti- sche partij denkt aan te nemen. Bij de discussie is men afgeweken van de eigenlijke zaak. Men heeft een der hoogste ambtenaren van het ministerie van binnenl. zaken aangevallen. De heer Rouher heeft gezegd, dat de prefect van politie zich door staatkundigen hartstocht heeft laten vervoeren; dat zijn rapport strekte om politieke speculatiën te bevorderen. Dat is laster, dien ik niet kan dulden, en die den heer Renault niet kan treffen. Ook was het de heer Renault niet, gelijk beweerd is, die het initiatief heeft genomen tot vervolging van de Bonapartistische partij. Vooreerst heeft er geen vervolging plaats gehad; ten tweede heeft hij de enquête niet uitgelokt. Hij heeft gehandeld krach tens bevel der justitie. De prefect van politie heeft dus in alle opzichten gehandeld, gelijk hij behoorde." De minister Dufaure verdedigde den procureur- generaal Leflemberg; deze had gezegd, dat er in de aangewezen feiten een begin van uitvoering was. „Ik zou niet aan het bewind blijven," zeide Dufaure o. a., „indien ik zulke plannen niet mocht onderdrukken." Gambelta zeide, dat de verklaring van de regeering niet voldoende was; zij trachtte de aandacht van de eigenlijke zaak af te leiden om de revolutionaire partij aan te vallen. De schul dige was De Broglie, die de Bonapartistische ambtenaren weder in hun betrekkingen herstelde. De minister Buffet verzekerde, dat hij steeds in overeenstemming met zijn ambtgenoot Dufaure had gehandeld en kwam op tegen de tactiek orn het ministerie als verdeeld voor te stellen. „Ik heb mij", zeide Buffet, „onvoorwaardelijk verzet tegen hen, die van mij verlangden dat ik ambtenaren, die op een loyale wijze hun betrekkingen vervullen, zou opofferen." De minister vroeg ten slotte een motie van vertrouwen in het Kabinet. De beraad slaging werd nu gesloten. Baragnon stelde hierop de volgende motie van orde voor: De vergadering, vertrouwend op de verklaring der regeering, gaat over tot de orde van den dag. Grévy bracht hier tegen in, dat het verkeerd was van de Bonapar tistische zaak een minislerieele quaestie te maken. Picard zeide, dat men vóór alles een crisis moest vermijden. De eenvoudige orde van den dag werd verworpen met 424 tegen 272 stemmen en de motie van Baragnon aangenomen met 483 tegen 3 stemmen, waarna de zitting werd opgeheven. In de zitting van gisteren heeft de nationale vergadering zonder debat besloten, over te gaan tot de tweede lezing van het wetsontwerp be treffende de verkiezing van den Senaat en, na een derde beraadslaging, met 530 tegen 82 slem- men, de wetsontwerpen tot regeling van het openbaar gezag aangenomen. Tegen Maandag is de begrooting over 1876 aan de orde gesteld. De heer Malartre stelde voor, dat de vergadering na de behandeling van het budget zou uiteengaan tot 30 November. Dit voorstel werd met 356 tegen 316 stemmen urgent verklaard. België. De Belgische generaals Eenens en Van der Smissen hebben geduêlleerd en de laatste is vrij ernstig gewond. Aanleiding was een geschrift van luitenant-generaal Eenen, getiteld„Les conspira tions militaires de 183031", waarin de rol beschreven wordt, die hooge Belgische militairen bij de Belgische omwenteling gespeeld hebben. De schrijver beschuldigt drie ministers van oorlog en verscheidene generaals, hun koning, Willem I, verraden te hebben. Generaal Van der Smissen nam het voor zijn vader met de wapenen op. Generaal Goblet heeft den schrijver wegens laster aangeklaagd; generaal baron De Failly heeft het gedrag van zijn vader, die in 1831 minister van oorlog was, in eene brochure verdedigd. Ouitschland. Het gerucht, dat de Pruisische bankbiljetten van 25 thaler op last van den minister van koophandel reeds tegen 1 September worden ingetrokken, heeft zich bevestigd. Naar aanleiding daarvan zegt de Nat. ZeilungGelijk bekend is, moeten alle bankbiljetten beneden de waarde van 100 mark vóór 1 Januari 1876 zijn ingetrokken. De regeering heeft dus een nieuwen stap gedaan tot het invoeren van den gouden standaard. Uit alles blijkt dat zij het werk krachtig voortzet en zich overtuigd houdt van het gewenscht resultaat. Zij mag echter wel bedacht zijn op de moeilijkheden, die het gevolg zijn eener bespoedigde beperking van circulatie middelen eer in het daardoor ontstaande gemis van papier is voorzien door nieuwe munt. Reeds nu is de schaarschte aan circulaliemiddelen van dien aard, dat de Pruisische bank ten gevolge daarvan haar disconto heeft moeten verhoogen. Alles in aanmerking genomen echter staat het met de zaak zóó, dat verschillende betrekkelijk gunstige en ongunstige omstandigheden samen werken om de regeering in de uitvoering harer plannen te ondersteunen. Groot- EJ rltannië. In het Lagerhuis zeide de heer Bourke gisteren in antwoord op den heer Wait, dat hij zoo ge lukkig was te kunnen rneedeelen, dat de ontwerp overeenkomst, door de respectieve gouvernementen op de suiker-conferentie te Brussel aangenomen, de goedkeuring heeft weggedragen der regeeringen van Frankrijk, Nederland en België, en dat zij nu door die van Engeland in overweging geno men wordt. Spanje. Uit Perpignan meldt men dat een vrij groot corps Carlisten in de Spaansche Cerdagne gerukt is en alle dorpen bezet heeft. Men verwachtte spoedig een aanval op Puicerda; uit Bourg-Madame telegrapheert men hetzelfde, en zegt er bij dat het corps 1200 man sterk is, 4 kanonnen en 2 hou witsers bij zich heeft en versterking afwacht om Puicerda aan te vallen. Van het noorderleger meldt men slechts dat generaal Quesada de Carlisten opnieuw zal aan vallenzoodra hij het station van Nanclares, de dorpen Villareal en Penacerada en het geheele land van Vittoria tot Logrono versterkt zal heb ben. Intusschen heeft de generaal eene proclama tie uitgevaardigd, waarbij het decreet betreffende de verbanning der Carlisten en de verbeurdver klaring hunner goederen op de provincie Alava van toepassing verklaard wordt. Men verzekert (in Madrid) dat de Carlis- tische junta van Guernica (Biscaye) den paus om zijn zegen heeft gevraagd, doch dat deze het niet passend heeft geoordeeld dien te schenken. De Impartial meldt dat de Fransche ge zant, de heer De Chaudordy, klachten heeft inge diend bij de Spaansche regeering, betreffende een Fransch onderdaan die onlangs buiten Estella gevat werd en getransporteerd wegens medeplichtigheid aan Carlisme. Het blad voegt er bij, dat deze Franschman wel degelijk in verstandhouding met de Carlisten stond en dat de regeering er de be wijzen van in handen heeft. Op verzoek van de regeering van China zullen Chineesche consuls te Cuba worden aange steld, en zal zich te Madrid een Chineesch diplo matiek agent vestigen. Men verzekert dat het beginsel van gods dienstvrijheid in den ministerraad is goedgekeurd men vermoedt dat het in de commissie van nota belen aangenomen zal worden met 23 tegen 10 stemmen. Msgr. Simeoni, de pauselijke nuntius, heeft een langdurig onderhoud gehad met den koning en den minister van justitie. Oostenr.-Hong. Monarchie. Den 14den dezer werden te Brünn in verscheiden fabrieken onderhandelingen tusschen de fabrikan ten en door hen daartoe uilgenoodigde werklie den aangeknoopt, die echter tot geen resultaat leidden, daar de concessiën der patroons den werklieden onvoldoende voorkwamen. De een bood te geringe verbetering aan; een tweede wilde slechts een voordeeliger overeenkomst sluiten voor den tijd waarin winterartikelen vervaardigd wor den, welke tijd reeds rnel 2 a 3 weken verstre ken is; een derde weder zeide, dat de wevers maar beginnen moesten te werken, dan beloofde hij zijnerzijds alles te doen, wat slechts even moge lijk was, enz. De werklieden stelden daartegen over den onvoorwaardelijken eisch, dat een over eenstemming beoogd worde, welke waarborgen van duurzaamheid oplevert. In de fabriek in het nabijgelegen Sternischtie hebben Woensdag de aldaar nog werkende wevers evenzeer den arbeid gestaakt. De rust bleef gedurende dezen dag zoo wel in als buiten de stad ongestoord. De hoogleeraren aan de geneeskundige facul teit der universiteit te Praag dreigen allen heen te gaan, wegens eene onheusche bejegening, die een hunner van een hoofdambtenaar ter stad- houderij heeft moeten verduren. Toen de overige hoogleeraren zich hierover bij den minister van onderwijs beklaagden, is hun een afkeurend ant woord toegezonden. Een der hoogleeraren heeft zijn ontslag reeds genomen en een ander aan een beroep naar Tubingen gehoor gegeven. Men verzekert aan de N. fr. Pr. dat het bud get voor oorlog, dat aan de goedkeuring der aan-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 2