geëischt alvorens zij een aanvallenden oorlog be
ginnen d. scheidsrechtelijke beslechting van inter
nationale geschillene. verwikkelingen ter zee.
De heer Wierixc van Rijn heeft met gun
stig gevolg voor de commissie voor het genees
kundig staatsexamen te Utrecht examen afgelegd
als arts.
Van den hoofdcursus bij het 5de reg. inf.
te 's-Hertogenbosch hebben aan het in Den Haag
gehouden examen van aspiranten naar den rang
van 2den luit. voldaan de volgende sergeanten
A. L. De Wolft", P. A. Spaan, H. J. F. Van Over-
veldt, J. A. Willems, A. J. Ebeling, O. Mees, R.
Willems, P. L. A. Collard, J. B. v. d. Meersch,
R. Paehlig, D. Aubié, J. v. Voorthuizen, F. G. J.
Bosschart, L. Barchman Wuyliers, F. W. Everts,
J. W. Libosan, N. C. v. Heurn, J. A. A. Lode-
wijks, A. J. O. Groeneveld en J. E. Tulleken.
Zoowel met verlicht als gewoon examen voldeden
nog van het 5de reg. inf. de sergeanten G. J.
W. Vos, J. Christen, P. C. N. Braspot, Jhr. T. R.
J. B. en Jhr. A. E. J. Van Grotenhuys van Onstein,
L. Lange en C. A. Van Loenen.
Het rapport der Commissie, die vanwege de
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen is belast
met een onderzoek naar de werking der wetten
op lager en middelbaar onderwijs, waarvan thans
het eerste stuk, betreffende het lager onderwijs,
is verschenen, bevat o. a. het volgende: „Tot ver
betering van ons volksonderwijs adviseert de
Commissie1°. tot invoering van leerplicht, onder
erkenning, dat op dit oogenblik een wet op den
leerplicht nog niet in al haar omvang uitvoerbaar
is, omdat de toestand der schoollokalen op vele
plaatsen nog te veel te wenschen overlaat en het
onderwijzend personeel nog te weinig talrijk is;
2°. tot wijziging van art. 23 der Schoolwet in dien
zin, dat in de eerste alinea van dat artikel de
woordenen aan hun opleiding tot alle christelijke
en maatschappelijke deugden, vervangen worden
door: aan hun opleiding tot alle maatschap
pelijke deugden en aan hun zedelijke vorming.
3°. tot duidelijke omschrijving in de wet van
het onderscheid tusschen lager en middelbaar
onderwijs en den omvang van 't lager onderwijs.
"Volgens het oordeel der Commissie behoort het
lager onderwijs al datgene te omvatten, wat voor
allen noodig is, onverschillig welk onderwijs zij
daarna nog zullen genieten of welke hun bestem
ming is. Op dit eigenlijke 1. o. volgt dan het m. o.,
dat gegeven wordt op scholen van verschillenden
aard, ingericht naar de uiteenloopende behoeften
van hen die er gebruik van maken. Zij meent,
dat de leerling omstreeks zijn 12de jaar van het
1. tot het m. onderwijs dient over te gaan.
Wat de verbetering van het schooltoezichtbetreft:
Aan den Staat komt h. i. het grootste aandeel in
het toezicht toe. "Voor het aandeel in het toezicht
van het rijk acht zij noodig: 1". ministerieel
oppertoezicht; 2°. een adviseur voor het onderwijs;
3°. inspecteurs; 4°. schoolopzieners, die zich ge
heel aan die betrekking wijden en daarvoor vol
doende betaald worden; 5°. controleurs voor den
leerplicht. De plaatselijke schoolcommissies wenscht
zij te doen vervallen, omdat zij meent dat de
werking dier commissies niet voldoet. Zij wenscht
echter een ander lichaam in het leven te roepen,
dat zonder rechtstreekschen invloed de uiting zal
kunnen zijn van de publieke opinie en het middel,
waardoor op deze kan gewerkt worden. De leden
van dit lichaam, dat men schoolraad zou kunnen
noemen, zullen door en uit de ouders der school
kinderen gekozen worden.
Zij wenscht twee akten te behouden, niet een
hulponderwijzers- en een hoofdonderwijzersakte,
maar een akte A en een akte B. In plaats van
tweemaal wenscht zij slechts éénmaal in 't jaar
gelegenheid te geven lot het doen van examen.
Wat den leeftijd betreft, waarop men tot een akte
examen toegelaten kan worden, acht zij voor
akte A den 18-jarigen leeftijd het meest geschikt.
"Voor akte B acht zij de aanwijzing van leeftijd
onnoodig. In beginsel is de Commissie tegen
afzonderlijke vakexamens bij 't 1. onderwijs. Alleen
voor levende talen en leekenen moet daarop wel
een uitzondering worden gemaakt. Niemand moet
echter lot het examen in levende talen worden
toegelaten die nog geen akte A bezit. Om te
voorkomen, dat zich jaar op jaar honderden
onvoorbereid voor de examens aanmelden, wil zij
dat van allen, die examen doen, een bijdrage
worde geheven en dat een candidaat niet meer
dan driemalen tot hetzelfde examen kan worden
toegelaten. In de samenstelling der examencom-
missiën wenscht zij verandering. Het komt haar
voor, dat het wenschelijk is te bepalen dat de
examencommissiën, onder het voorzitterschap van
den inspecteur, worden samengesteld uit ver
antwoordelijke deskundigen, door den minister
op voordracht van den inspecteur aan te wijzen.
De inrichting der examens dient geregeld te
worden bij maatregel van inwendig bestuur.
Met uitzondering van het teekenonderwijs moet
h. i. niemand onderwijs geven, die niet in het
bezit is van akte A. Om blijvend aan 't hoofd
eener school te staan, moet men in het bezit zijn
van akte B en 23 jaar oud zijn.
Zij acht voor de hoofdonderwijzers aan de scholen
der 1ste kl. een minimun van f 1500, voor die der
2de klasse een minimum van f 1000 noodig, beide
met genot van vrije woning, zoo mogelijk van tuin.
Ook de hulponderwijzersplaatsen wenscht zij in twee
klassen te verdeelen, nl. die waarvoor akte B ge
vraagd wordt en die waarvoor akte A voldoende is.
Voor de eerste wil zij een minimim van f 800, voor
de laatste een minimum van 500."
J. D. Pasteur, J. Burkunk, A. De Baat,
G. Van Kleef, C. Doesberg, J. H. Van der Sterr,
J. W. F. Van Brussel, G. B. Berkhout, G. C. J.
Bruins, A. L. W. Heldring, L. Van der Tas,
M. J. IJserman, P. Koot, W. Westmaas, J. L.
Van Soest, A. Legerstee, C. Haccou, A. Verburgh,
E. Roelofsen, M. Prakken, R. S. Metzelaar, P. A.
C. Peelers, II. G. Burkunk, T. Niesten, C. P.
Franken, J. Beyer, J. J. Klaversteyn, F. L. Oosten
broek, P. Metzelaar, G. Heuft', G. A. Van de Pol,
J. J. Van Poelvoorde, J. Visser, G. H. F. Gerrit
sen, C. J. Bollee, C. Vreedenburgb, A. Hoekman
en J. C. W. F. Ditmarsch zijn gesteld ter beschik
king van den gouv.-generaal van Ned.-Indië, om
te worden benoemd tot opzichter 3de kl. bij den
waterstaat en de burgerlijke openbare werken
daar te lande.
De hoofdonderwijzers G. Reeman, S. J. H.
Van Merkom, J. H. Damman, H. Volten en D. J.
C. Van Batenburg en de hulponderwijzer W. H.
Pieters zijn gesteld ter beschikking van den gouv.-
generaal van Ned.-Indië, om te worden benoemd
tot onderwijzer 3de kl. voor den dienst aldaar.
De luit.-ter-zee 2de kl. W. C. P. E. De
Klopper wordt met den 26sten dezer geplaatst
aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Hellevoet-
sluis; de luit.-ter-zee 1ste kl. G. J. \V. Hoogh-
winkel en de inspect, van administr. H. S. Bos
schart, laatst behoord hebbende tot het eskader
in Oost-Indië, en van daar in Nederland terug
gekeerd, zijn op nonact. gesteld.
Z. M. heeft aan Mr. J. G. Van Blom, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend als plaatsverv.
kantonrechter te Beetsterzwaag; aan J. F. Van
Goch, op zijn verzoek, met ingang van 1 Aug.
eervol ontslag verleend als notaris te Bergen-op-
Zoomaan H. Brand, dienaar van politie 3de kl.
te Amsterdam, als blijk van goedk. en tevr. we
gens de redding van een drenkeling aldaar op
7 Maart 1871, toegekend de bronzen medaille,
alsmede een loffelijk getuigschriftaan kapitein
Karstedt, van het Duitsche stoomschip Germania,
van Lubeck, als blijk van goedk. en tevr. wegens
de hulp door hem verleend ter redding der be
manning van de Nederl. stoomboot Cycloop, op
24 Oct. 1874, nabij Carlscron, toegekend de zil
veren medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift;
met ingang van 1 Juli aan Mr. VV. C. J.DeVicq,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgem.
der gem. Hoornbenoemd tot ridder van den Ned.
Leeuw den kapitein-luit.-ter-zee J. W. Binkes en
den luit.-ter-zee 1ste kl. C. H. Bogaert; den
generaal-majoor S. H. Mossel, van het corps inge
nieurs, mineurs en sappeurs, op zijne aanvrage
op pensioen gesteld, en het bedrag bepaald op
/"2400 'sjaars; hij het corps ingenieurs, mineurs
en sappeurs benoemdtot kolonel, den luit-kolonel
G. Kuyper Hz.; tot luit.-kolonel, den majoor F. P.
Klijnsmatot majoor, den kapt. J. A. Schuur
man; allen van het corps.
Gemengd Nieuws.
Dinsdag-avond te 11 uren raakten op
de Breestraat een vader en moeder, de laatste
met een kind van 4 jaar op den arm, die naar
den met fakkellicht voorbijlrekkenden stoel stonden
te kijken, zoodanig in het gedrang, dat het kind
doodbleef.
Gisternamiddag is te Rotterdam een
man, die in de Tweede Lombardstraat bezig was
een dakgoot schoon te maken, door het breken
van de goot op straat gevallen, en onmiddel
lijk overleden. Het lijk is onder toezicht der politie
naar zijne woning gebracht.
"Woensdag-avond omstreeks 11 uren
ontstond te Amsterdam een vrij hevige brand op
den Oudezijds-voorburgwal, in een perceel bewoond
door den heer H. W. Scherhagen, commissionair
in manufacturen. Het perceel, het eigendom van
regenten van het gesticht „Vredenburgh," is bijna
geheel uitgebrand. De inboedel en koopmanswa
ren waren tegen f 21,000 verzekerd. Op het oogen
blik dat de brand uilbrak was niemand in het
huis aanwezig, daar de heer S. en zijn bediende
nog niet te huis waren, en de vrouw des huizes
met de kinderen zich in het buitenland bevinden.
Nietlegenslaande de brandweer spoedig was aan
rukt, deelde de brand zich ook mede aan een
ander perceel dat veel waterschade heeft bekomen,
en waaruil twee slapende kinderen gelukkig nog
bij lijds zijn gered. Met behulp van twee stoom
spuiten en eenige handspuilen was men den brand
te middernacht meester. De burgemeester en
eenige andere autoriteiten waren tegenwoordig.
Het U tr. V o Ik sbl. deelt mede, dat de
maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen
het voorschrift, dat het publiek 5 minuten vóór
het oogenblik van vertrek de plaatskaartjes rnoet
nemen, heeft ingetrokken, wanneer nl. de belangen
van den dienst daar niet onder lijden.
Woensdag is te Zwolle de locomotief
die dienen moest om den trein van 2.15 naar
Zutfen le brengen ontspoord en omgeslagen, doordien
een gedeelte der rails defect was. De locomo
tief heeft weinig geleden en stond na een paar
uren werkens weder op de wielen. Intusschen
moest men een reserve-locomotief gebruiken om
den dienst niet te vertragen.
Uit Vollenhove wordt gemeld: De als
vermist opgegeven visschers zijn gelukkig terecht.
Zij schijnen met hunne vaartuigen in de zooge
naamde Goudzee, tusschen het eiland Marken en
de kust van Noord-Holland gelegen, op het droge
of in den modder te zijn geraakt en daardoor
buiten staat geweest, bericht naar hier af te zen
den. De tijding van hun behoud, Woensdag-morgen
door een man, die hen ontmoet had, hier mede
gedeeld, werd des avonds door een brief van een
hunner, te Muiden op de post bezorgd, bevestigd.
De trein, die 's morgens te 5 uren van
Eindhoven op Hasselt vertrekt, is Maandag aan
een groot gevaar ontsnapt. Baldadigen hadden op
den weg palen van de afrastering en een houten
goot met zink bekleed gelegd. Gelukkig ontdekte
de wegwachter de goot en kon die rnet alle
krachtsinspanning verwijderen, toen juist de trein
in volle vaart voorbijstoomde. Het bleek later, dat
de afrasteringpalen door midden gereden waren,
wat wellicht met de goot niet het geval zoude
zijn geweest. Het rnocht gisteren den brigade-com
mandant der maréchaussée Prins gelukken, de
daders, drie in getal, te ontdekken en tot beken
tenis te brengen.
Men verneemt dat de nonnen uit
het Ursulinenklooster te Neuss naar Noord-Brabant
zullen verhuizen. Er zijn onderhandelingen aange
knoopt om het kasteel Tongelaar te Gassel, toe-
behoorende aan een buitenlandsche adellijke familie,
te huren of te koopen. Een zestigtal nonnen zul
len alsdan van Nederlands gastvrijheid gebruik
maken.
Een belangrijke en gevaarlijke aard-
storting heeft plaats gehad tusschen Lend en
Taxenbach, in de vallei van den Boven-Salzacb,
waar de spoorweg van Salzburg naar Tyrol in aan
leg is. Zij, die de badplaats Gastein hebben be
zocht, zullen zich herinneren, dat kort na het
verlaten van St. Johann (waar de weg naar Carin-
thië zich splitst) de Salzach, zich westwaarts
wendende, door een nauwe engte loopt, welke
voortgaat tot aan Lend, waar de weg zijwaarts
naar Gastein voert en verderop naar Taxenbach.
De grond is hier zeer brokkelig, en reeds op den
ouden weg hebben meermalen stortingen plaats
gehad. Teneinde de gevaarlijkste punten te vermij
den, liep de spoorweg over drie bruggen en door