LEIDSCÏÏ
DAGBLAD.
N°. 4706.
A0. 1875.
Donderdag
17 Juni.
Het zestigste Lustrum der Leidsche
Hoogeschool.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per postn 1A0.
Afzonderlijke Mortimersn 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTEN'TIEN
Van 16 regelsf 1.06.
Iedere regel meern 0.174»
Grootere letters naar plaatsruimte.
li.
^_Liet het weer gisteren, den tweeden dag der
feestelijkheden, in den morgen zich minder gun
stig aanzien, zoo zelfs dat er sprake was den
laDg verbeiden optocht tot Zondag uit te stellen,
weldra helderde het op en maakten de dreigende
regenwolken voor vriendelijken zonneschijn plaats.
En gelukkig, want welk eene teleurstelling zou
zulk een uitstel niet alleen zijn geweest voor de
ingezetenen, die reeds de noodige toebereidselen
tot opluistering der feestviering hadden gemaakt,
maar ook voor de duizenden en duizenden belang
stellenden, die vroegtijdig per sloom- of voertuig
of door ander middel van vervoer reeds hier
waren gearriveerd. Naarmate de atmosfeer aan
genamer en het weder zelfs uitstekend gunstig
werd, groeide steeds dat aantal vreemdelingen
aan, die nu niets beters te doen wisten dan het
oog op groen en bloemen, vlaggen, tropeeën en
aangebrachte versieringen te doen rusten en daar
door op bijna alle straten een ontzaglijke drukte ver
oorzaakten. Van die versieringen mogen vooral niet
vergeten genoemd te worden die van de Sociëteit
„Concordia", waarvan de geheele gevel achter
groen en bloemen was verdwenen, der heeren
Van Ewijk Groen op de Breestraat, Cornelissen
op het Rapenburg, Wilhelmy Damsté hij de Visch-
brug, Olivier en Blanken op de Beestenmarkt,
Van Meeteren en Wempe in de Nieuwsteeg,
Somerwil en Boneval Faure op de Breestraat,
Hoogenstraten op de Botermarkt, Van Asperen en
Van den Upwich op het Rapenburg, Gebroeders
Van der Hoek op de Breestraat, De Graaft en
Van Bemmelen op de Haarlemmerstraat, Damen
op de Vischmarkt, enz.
Het feest van gisteren werd 's morgens voor
afgegaan door het bespelen van het carillon en
de opening van het feestterrein, waar het muziek
corps van het regiment rijdende artillerie onder
directie van den kapelmeester Nürnberger een
keurig programma uitvoerde en een zeer talrgk
publiek heen lokte. Eerst 's middags te halfdrie
evenwel zou het eigenlijke feest van dezen dag
een aanvang nemen. Dan loch zou de gecostu-
meerde «toet zich in beweging zetten. Na het
geen wij vroeger daarover reeds in een afzonderlijk
artikel gezegd en in onze premie uitvoeriger be
schreven hebben, mogen we 't overbodig achten hier
nog in meer bijzonderheden te treden. Hij werd
voorafgegaan en gevolgd door een muziekcorps
te paard van de huzaren en bestond, we zeiden
het reeds vroeger, uit twee groepen, waarvan de
eerste de slichting der Hoogeschool voorstelde en
waarin alle personen waren opgenomen die daartoe
op eenigerlei wijze hadden medegewerkt. Deze groep
werd van de tweede gescheiden door een allego-
rischen wagen, voorstellende „Victoria, die de Leid
sche Stedemaagd kroont en haar Minerva toevoert."
De uitvoering dezer beeldengroep heeft plaats ge
had naar een geheel nieuw procédé, 't welk thans
voor de eerste maal in ons land in toepassing werd
gebracht. Niet ieder echter kon deze wagen, die
't trouwens gedurende den optocht zwaar te
verantwoorden had, evenzeer voldoen. De tweede
groep stelde de Hoogeschool voor, vertegenwoordigd
door de meeste curatoren, hoogleeraren, voornaamste
studenten en beroemde vreemdelingen die haar
met een bezoek hebben vereerd. Te midden dezer
groep bevond zich het muziekcorps van het 4de
reg. inf., alsmede een staatsiekoets, een vierkant,
hoekig rytuig op vier breede wielen en bedekt
met afhangende blauwe bekleedselen. Ze was
versierd met vijf vergulde kronen. De geheele
trein werd gesloten door een triomfwagen, voor
zien met de vlaggen der natiën, van welke stu
denten aan de Leidsche Hoogeschool hebben ge
studeerd. De wagen was versierd met blauw en
geel en werd door zes paarden getrokken. Op een
keurig verguld wapen prijkte een kolossaal Mirierva-
beeld, terwijl de attributen der verschillende facul
teiten aan de voeten van de godin der wetenschap
lagen uitgespreid. Hel geheel maakte een aller-
gunstigsten indruk en toonde dat men er de
grootste studiën aan heeft ten koste gelegdde
costumes muntten uit door historische nauwkeurig
heid, netheid en smaak. Vooral de hoofdpersonen
trokken de aandacht der toeschouwers. Niet onaar
dig is 't, dat sommige personen door naamge-
nooten, zooals Jhr. Adriaen Van Swieten, gou
verneur van Gouda, door den heer H. J. G. Van
Swieten, Jhr. Willem Van Zuylen van Nyevelt,
lid van het ridderschap van Utrecht en Zuid-
Holland, door den heer J. A. H. Van Zuylen van
Nyevelt, Jacob Cats door den heer V. Cats, en
Mr. Rutger Jan Schimmelpenninck, raadpensionaris
der Bataafsche Republiek, door den heer F. D.
Schimmelpenninck, werden voorgesteld, terwijl
Gomarus en Arminius alle vijandschap tegen
over elkander schenen te hebben afgelegd,
althans zij liepen nu en dan zeer amicaal
en broederlijk gearmd. -Dok H. M. de Koningin,
H. K. H. Prinses Von Wied en Z. K. H.
Prins Frederik waren herwaarts gekomen en namen
den stoet in oogenschouw, toen deze voorbij de
Stadszaal defileerde, waar alles door den heer
Gevers van Endegeest tot ontvangst der vorstelijke
personen was in gereedheid gebracht, die herhaal
delijk hunne bewondering te kennen gaven. Toen
kort daarna genoemde vorstelijke personen, bene
vens Z. K. H. Prins Hendrik, aan het feestterrein
een bezoek zouden brengen, had er tusschen hen
en hun gevolg, allen in hofkoetsen gezeten, met
den stoet op het Rapenburg eene ontmoeting
plaats, ten gevolge waarvan de gecoslumeerden front
maakten en aan de koninklijke leden de noodige
eerbewijzen brachten. De muziekcorpsen deden bij
die gelegenheden onophoudelijk vaderlandsche lie
deren hooren.
Omstreeks halfzeven was de stoet, nadat 't eerste
gedeelte, de tocht hij dag, was afgelegd, op het
onder leiding van de heeren Witte en Schaap
fraai aangelegd feestterein gearriveerd, dat vooral
thans met die bonte mengeling van réunisten
en gecostumeerden een vroolijk en romantisch
schouwspel opleverde, terwijl de feestvreugde aldaar
bovendien weder werd opgeluisterd door een muziek
uitvoering van het regiment rijdende artillerie.
Terwijl men hier aldus genoeglijk bijeen was en
men na de vermoeienis van den langen rit ver-
poozing vond, werden in de stad de feestlichten
ontstoken. Evenals den 8sten Februari waren ook
nu 's lands gebouwen geheel verlichtevenzoo van
stadswege het Stadhuis en de Gehoorzaal. Jammer
evenwel dat men op sommige plaalsen met den
zelfden vijand voor een feest te kampen had. Op
andere plaatsen evenwel was de verlichting schit
terend, zooals die van het Hoogheemraadschap
Rijnland, het Laboratorium op de „kleine Ruïne",
de woning van den heer Cock op het Rapenburg,
en zoovele anderen. Het Museum van Oudheden, de
Gehoorzaal en het Raadhuis waren evenwel minder
gelukkig. De gewone guirlandesgewgze verlichting
slaagde over 't algemeen vrggoed. Onder de menigte
gasilluminaties muntte zooveel door grootte als
schoonheid vooral die van de heeren Jongmans
en Zonen op de Breestraat uit.
Te halftien zette de gecostumeerde stoet zich
weder in beweging om zijn weg te vervolgen hij
fakkellicht, wat echter veelal geheel overbodig
was, daar de burgerij zelf reeds, zooals we gezien
hebben, voor de noodige verlichting had gezorgd.
Leverde de stoet 's middags een keurig gezicht op,
's avonds vooral bood hij met de menigvuldige
lichtweerkaaUingen op wapenrusting en helm en
hg het gedurig afsteken van bengaalsch vuur een
fantastisch schouwspel aan. De feestvierende me
nigte was intusschen niet verminderd; integendeel.
De spoortrein had in den loop van den avond
nog steeds nieuwen toevoer gebracht. Het was
een gekrioel van menschen en rijtuigen door
elkaar, zooals men dat slechts zelden kan waar
nemen. Te verwonderen, maar ook tevens gelukkig
is 't, dat men bij zulk een drukte, die tot laat
in den nacht voortduurde, in 't geheel geen onge
lukken heeft te betreuren. Wenschelgk ware
't echter voorzeker dat in 't vervolg bij dergelyke
gelegenheden aan voertuigen op die plaatsen
't rgden verboden werd, waar men weet dat de
grootste drukte zal heerschen. Tot vroeg in
den morgen was aan het station der Holl. spoor
nog alles in beweging om de passagiers weder naar
hunne plaatsen van beslemming terug te vervoeren.
Hedenmiddag te 2 uren hield Prins Willem I
op het feestterrein eene receptie, waarbij de sou-
vereinen, prinsen, edelen, vroedschappen, profes
soren, luyden van letteren en allen die deel hadden
genomen aan den optocht, den Prins van Oranje,
graaf van Nassau, Stadhouder enz. hunne opwach
ting maakten, welke plechtigheid door een uitvoering
van het muziekcorps onder directie van den heer Völl-
mar werd opgeluisterd. Vele réunisten, genoodigden
en leden van het studentencorps waren daarbij tegen
woordig Na afloop daarvan vereenigden te 5 uren de
réunisten zich in het feestlokaal, waarbg zich eveneens
de kapel onder directie van den heer Völlmar deed
hooren. 's Avonds te 11 uren zal in de Sociëteit
„Minerva" een soiree musicale plaats hebben van
het muziekcorps van het reg. artillerie uit Delft.
LEIDEN, 16 Juni.
Per Holl. spoortrein zgn alhier gisteren alleen
uit Den Haag 8073 personen gearriveerd. De
laatste trein naar Den Ilaag, te 3 uren 's nachts
aldaar aangekomen, bracht er nog een zeer groot
aantal aan, die hier feestgevierd hadden.
De litlerarische faculteit der hoogeschool te
Groningen heeft den heer J. Van Leeuwen, can-
didaat in de letteren te Leiden, de gouden medaille
toegekend voor zgn antwoord op de prgsvraag
over het oordeel van „Aristophanes over Euripides",
en besloten den schrgver over „Samuel Coster"
een loffelijk getuigschrift toe te kennen, indien
hij zijn naam bekend maakt.
Voor het afleggen van de eindexamens der
hoogere burgerscholen in de provincie Noord-
Holland, die dit jaar te Amsterdam zullen gehou
den wordenhebben zich aangemeld 40 candidaten,
en wel: 16 van de h. b. s. te Amsterdam, 9 van
die te Haarlem en 15 van die te Leiden. Door
den Commissaris des Konings in de provincie
Noord-Holland is, op verzoek van den heer N.
W. Posthumus, leeraar aan de hoogere burgerschool
te Amsterdam, ingetrokken diens benoeming tot
afneming van genoemde examens, en in zijne
plaats benoemd Dr. J. W. A. Renssen, directeur
der hoogere burgerschool te Sappemeer.