LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4676. A0. 1875. Woensdag 12 Mei. STADS -BERICHTEN. Vooruitgang en Achteruitgang. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maandenf 1. Franco per postn 1-40. Afzonderlijke Nommersn 0.02. Deze Courant wordt dagelijksmet uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADYERTENTIEN Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.174. Grootcro letters naar plaatsruimte. ^BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN brengen bij deze ter algemeene kennis dat, ten gevolge der {vernieuwing van de Oude Marepoortsbrug, de groote DOORYAART langs de Oude Vest half Juni aanstaande, gedurenie ongeveer drie maanden, GESTREMD zal zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 17 April 1875. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden op Donderdag 13 Mei des namiddags te drie uren. Onderwerpen Benoeming van een leeraar in de geschiedenis en aardrijks kunde aan de gemeente-instellingen voor hooger en mid delbaar onderwijs. (86) 2°. Voorstel van Commissarissen der Baok-van-Leening be trekkelijk eene vermindering van het kapitaal der gemeente in de Bank, met suppletoire staten van begrooting. (68, 84 en 91) 3°. Bezwaarschrift van L. M. De Laat De Kanter tegen zijn aaD9lag op het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1875. (97) 4°. Voordracht tot verkoop van grond aan de Haarlemmer- trekvaart aan het Hoogheemraadschap van Rijnland. (93) 5°. Verzoek van J. Snijder, om ontslag als hulponderwijzer aan de school n°. 2 voor minvermogenden. (94) 6°. Idem van J. Van Tongeren, om een riool te leggen aan het Levendaal. (92) 7*. Idem van Commissarissen der Sociëteit Minerva, om kelder ramen te doen maken. (96) 8°. Voordracht tot het verleenen van afschrijving of restitatie van de plaatselijke directe belasting, dienst 1874. (98) 9°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1875. (99) 10°. Rekening der Gasfabriek over 1874. (90) li. Het lichaam en de geest, die zich dagelijks inspannen, hebben ook dagelijks ontspanning noodig, en derhalve is het lang niet voldoende wanneer men om zoo te zeggen te hooi en te gras zich eens aan die kuur overgeeft, om dan opnieuw voor een tijd tot de gemakkelijke een tonigheid terug le zinken. Het is niet genoeg dat men zich slechts beweegt, maar het komt up het hoe vooral aan, ten einde de geheele mensch daaraan deelneemt en er partij van trekt, opdat geene organen door meerdere werkzaam heid boven de andere bevoorrecht worden in de voor het leven en de gezondheid onontbeerlijke stofwisseling. Ware dit het geval, dan zou de handwerksman, die dag aan dag in het zweet .zijns aanschijns moet werken, boven den gefortu- neerden natuurgenoot gezegend zijn, of benijdens waard wezen voor allen die hun onderhoud moeten vinden in den arbeid met het hoofd. Maar ook voor den werkman is de dagelijksche handenarbeid, hoe zwaar of licht, niet geheel voldoende, daar geen enkel vak alzijdige en genoegzaam voor alle deelen opleverende beweging geeft, en te min der in onzen tijd, nu de werktuigkunde dien arbeid zoo zeer vergemakkelijkt en vermindert. Velen zijn van meening dat zij, na een ge- heelen dag aan zittenden arbeid te hebben deel genomen, door een flinke wandeling van een half uur of langer hunne ledematen zullen schadeloos stellen; maar het wandelen, hoe gezond en aan bevelenswaard ook, is ongenoegzaam en kan met de uitkomsten der gymnastiek op verre na niet gelijkgesteld worden. Let men slechts bij het voortgaan op de weinige inspanning die van de pnderste ledematen gevergd wordt, dan valt dit dadelijk in het oog. Ter nauwernood buigt en strekt men beenen en voeten; pas zijn ze van den grond opgelicht, of de nederzetting volgt onmiddellijk. Zouden ze inderdaad de gevolgen van j plaatsverandering ondervinden, dan diende er eene wandeling van uren ver gemaakt te worden, en had dit plaats, dan nog deelden alleen die lede maten in een buitengewone werkzaamheid, welke onmatig mag heeten, en zoo ze er nut van had den, toch de andere deelen des lichaams er buiten sluit; dus een eenzijdige en ondoelmatige oefe ning heeft men alsdan verricht. De gymnastiek daarentegen beoogt in denzelfden of veel korteren tijd het geheele samenstel van den mensch te ontwikkelen, de circulatie des bloeds evenredig tot alle deelen te bevorderen, terwijl de onderscheidene verrichtingen en functiën der velerlei organen worden versterkt en in over eenstemming gebracht met de behoeften van elk afzonderlijk. Heilzaam werkt ze op de ademhaling en spijsvertering, versterkend op zenuw- en spier stelsel, opwekkend voor geest- en wilskracht. Door haar wordt levenslust, moed, tegenwoor digheid van geest, vaardigheid tot 't willen, vlugheid in uitvoering en handelen aangekweekt en verkregen, en deze hoedanigheden en eigen schappen zijn zoowel voor de ziel als voor het lichaam onmisbaar en begeerlijk. Zoo menig individu met zwaarmoedig gestel voor wien afleiding een vereischte was, gevoelde zich onder den invloed der gymnastische bewegingen een geheel ander, een opgeruimd, blijmoedig wezenzoovele personen, die door inwendige ongesteldheden, zonder juist ziek te zijn, zich altijd onpleizierig en onaangenaam gevoelden, vonden onder hare werking verbetering en genezing en werden volkomen geschikt voor de samenleving en 't gezellig verkeer; zoovelen, wien in den strijd des levens, door aanhoudende teleurstellingen en wederwaardigheden gekweld, de moed dreigde te ontzinken, ontvangen door hare beoefening de opgewektheid van geest, de energieke wilskracht terug, om te blijven volharden en met vernieuwden moed eiken tegenstand te bekampen en te vernietigen. Zoo werkt dan de beoefening der gymnastiek weldadig op den welstand van ziel en lichaam, en is men voor zich zelf en zijne roeping ver plicht daarvan een gepast gebruik te maken. Dit wisten en daarnaar handelden de volkeren der oudheid, en de geschiedenis is daar, die hen als helden, krachtig en onbevreesd, sterk en onver moeid, heeft afgeschilderd, als een gevolg van dit handelendaarvan getuigen de overblijfselen der industrie uit die dagen, toen schilden en zwaarden, hogen en speren met een gemakkelijkheid werden gebruikt en gehanteerd, waar wij ze ter nauwer nood kunnen opheffendaarvan getuigen de voort brengselen der oude kunst hoe geest en lichaam steeds vereenzelvigd was met schoonheid en waar heid, en verrukt staren wij de meesterstukken aan, welke ons uit die tijden zijn bewaard, niet om ze slechts te bewonderen, maar tevens en vooral om ze tot het ideaal van ons streven le maken. Die heerlijke, meesterlijke standen, die onberispelijke vormen, die krachtige lichaamsbouw, dat alles werd vertegenwoordigd door den mensch van toen, en verkregen en verhoogd door de algemeen ge liefkoosde en onontbeerlijk geachte oefening van lichaam en geest te zamen. En waar zulke tot heden toe nog ongeëvenaarde uitkomsten zijn ver kregen met de weinige hun ten dienste staande hulpmiddelen, hoeveel verder zou men het dan kunnen brengen, wanneer ook in onzen tijd de opvoeding en ontwikkeling van geest en lichaam in harmonie werden gebracht, nu zoovele ontdek kingen, hun onbekend, zijn gedaan op hel ge bied van allerlei wetenschappen en kunsten, nu beschaving een zooveel hooger standpunt heeft bereikt dan in die dagen. Maar juist die meerdere beschaving, die hoogere wetenschappelijke kennis en ontwikkeling heeft met de vele voordeelen ook niet weinig nadeelen^ voor den menschelijken welstand in het leven ge roepen, of liever die beschaving is door de mensch- heid misbruikt en eenzijdig toegepast, in strijd met de wetten en regelen der natuur. De gevolgen zijn niet uitgebleven en op onrust barende wijze knagen ze voort aan de gezondheid en den levensduur van ons geslacht. Wel hem daarom, die met de sleur van onze dagen breekt en een anderen weg van opvoeding inslaat voor zich en de zijnen, en die de oude maar proefon dervindelijk als goed erkende waarheid erkent Sana mens non nisi in corpore sano. J. S. G. DISSE. LEIDEN, 11 9Iel. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned.-Indië door middel van het stoomschip Prins Hendrikvan de maat schappij „Nederland", waarvan het vertrek uit het Nieuwediep op 15 Mei is bepaald. Behalve voor Batavia zal er eene brievenmail naar Padang worden gezonden. De gedrukte stukken en mon sters van koopwaren behooren uiterlijk in den avond van 14 Mei en de brieven den 15den 's morgens per eersten trein aan Den Helder aan gekomen te zijn. Tot leeraar in de Engelsche taal aan de inrichtingen voor middelbaar onderwijs te Deventer, op eene jaarwedde van /1800, is benoemd de heer Brennan, leeraar aan het gymnasium alhier. De eindexamens van de polytechnische school, vermeld onder B en C in de artt. 6065 der wet, regelende het middelbaar onderwgs, zullen in Juni a. s. te Delft worden afgenomen. Wie een dier examens wenscht af te leggen, moet zich daartoe vóór 20 Mei schriftelijk bij het depar tement van binnenlandsche zaken aanmelden. Het stoomschip Hollandvan Batavia naar Nieuwediep, is 9 dezer des namiddags Sagres gepasseerd; de Prinses Amalia, van Nieuwediep naar Batavia, passeerde dien dag des namiddags Kaap St.-Vincent. Z. M. heeft den heer H. J. Scholten, kunst schilder te Haarlem, benoemd tot ridder der orde van den Gouden Leeuw van Nassau. Tot leden der Kon. Acad, van wetenschap pen zijn benoemd de heerenTh. Place en J. W. Gunning, te Amsterdam; Th. H. Mac Gillavry en Ed. Mulder, te Utrecht; P. J. Van den Berg, te Delft; J. D. Van der Waals, in Den Haag; K. E. Von Baer, te Petersburg, en F. Wöhler, te Göttingen, voor de natuurkundige afdeeling; en voor de afdeeling letterkunde de heeren: M. F. A. G. Campbell, in Den Haag; P. De Jong, te Utrecht; J. F. L. Heremans, te Gent, en J. C. Blüntschli, te Heidelberg. Het Vaderland verneemt dat er wel eenige mutatie op til is hij het personeel van het depart, van oorlog, maar dat zij hoofdzakelijk hierin be staan zal, dat de chef van het bureel personeel en militaire zaken, de kolonel F. J. Pfeiffer, het depart, verlaten zal, om den kolonel D. P. G. Pottgieter van Laar als commandant van het 5de reg. inf. op te volgen. Tweede Kamer. In de zitting van heden is na debat de wet op het toezicht der fabrieken aangenomen. Bij de discussie over de

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1