LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4654. A0. 1875. Donderdag 15 April. Nogmaals het Katwijksche Kanaal. PRIJS DEZER COURANT: Voor Loiden per 3 maandenf 1. Franco per postr 1-40. Afzonderlijke Nomracrsn 0*02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven, PRIJS DER ADYERTENTIEN: Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.171. Groolere letters naar plaatsruimte. S T A D S - B E R I C H T E N. PROCES-VERBAAL, van\ de opening der stembriefjes, die ter benoeming van één lid 'van dm Gemeenteraad van Leidenden 13 den April 1875 zijn ingeleverd. ^Op heden den veertienden April achttien honderd vijf en zeventig in de gemeente Leiden, is door hel bureel van stemopneming in de ter inlevering van stembriefjes bestemde zaal op liet Raadhuis plaats genomen, des morgens te negen uren. nHet bureel is samengesteld uit den heer Dr. Willem Cornelis Van den Brandeler, Burgemeester, Voorzitter, en de heeren Peter Ludwig Carl Driessen en Dr. Jan Egens Van Iterson, leden van den Gemeenteraad, stemopnemers. De Voorzitter plaatst op de tafel twee stembussen, bij hem den 13deh April 1875 overgebracht uit de beide af- deelingen der gemeente Leiden. De zegels der bussen worden onderzocht en bevonden ongeschonden te zijn. De bussen worden achtereenvolgens geopend en be vonden zes honderd acht en dertig stembriefjes te bevatten. Dit getal, met de lijsten der kiezers, die briefjes heb ben ingeleverd, vergeleken zijnde, is gebleken te zijn even groot als het getal der kiezers. Nadat de briefjes zijn dooreengemengd, worden zij door den Voorzitter een voor een geopend en overluid voor gelezen. Het bureel heeft van onwaarde verklaard zes stembriefjes, die oningevuld waren. Het getal der geldige uitgebrachte stemmen is mitsdien geweest zes honderd twee en dertig. Van dit getal zijn uitgebracht op de heeren Jan Scheltema 341, Mr. Martinus D'Aumerie 281 stem men; G. Engels, A. Tieleman, Prof A. E. Modderman, F. Steyman, G. Wilhelmy Damsté, A. Werner, G. Riet bergen, M. H. Fontein, A. G. Hessels en P. Engels, ieder ééne stem. Heeft alzoo de volstrekte meerderheid van stemmen verkregen de heer Jan Scheltema. Is derhalve verkozen lot lid van den Gemeenteraad de heer JAN SCHELTEMA, oud-lid van den Gemeenteraad. En zijn tegen deze opneming van stembriefjes door de in de zaal aanwezige kiezers geene bezwaren ingebracht. En is na afloop van dit een en ander proces-verbaal opgemaakt, in tegenwoordigheid van allen die zich in de zaal bevonden. Gedaan te Leiden, 14 April 1875. v. d. BRANDELER, Voorzitter. P. L. C DRIESSEN. y c, J. E. VAN ITERSON. sl'moP''"ur'- Al is het woord „vroedschap" voor een stede- lijken Raad in onze dagen in onbruik geraakt en vervangen door het meer praclische „gemeen teraad", toch blijkt het gelukkig nu en dan, dat er in die vergaderingen nog altijd „vroede" (wijze) mannen worden gevonden, aan wier be zadigdheid het soms te danken is, dat er in deze of gene zaak geen overijld besluit wordt genomen. Zoo ging het ook onlangs in de zitting van onzen Gemeenteraad met betrekking tot het veel besproken voorstel van B. en Ws. om voor een som van f 5000 deel le nemen in de geldlee- ning, die de naburige gemeente Katwijk zich voorstelt aan te gaan tot het aanleggen van een kanaal, dat de kom van het dorp Katwijk-aan- Zee moet verbinden met het uitwateringskanaal van Rijnland. Op voorstel van een onzer meest geach'e raadsleden werd besloten de voordracht tot een volgende vergadering aan te houden, ten einde inmiddels nadere inlichtingen te kunnen inwinnen. En die beslissing of wil men liever; niet- beslissing doet ons genoegen om meer dan één reden. Vooreerst toch mogen wij ons thans nog vleien met de hoop dat er gunstig zal wor den beschikt op het verzoek der gemeente Katwijk, en in de tweede plaats is ons ook de gelegen heid geopend, om van onze ztjde een steentje aan te brengen tot hetgeen wij beschouwen als den grondslag van een schoon gebouw in de toekomst, zooals wij op overtuigende wijze hebben trachten aan te toonen aan het hoofd van ons nommer van 1 dezer. Daarvoor ontbreekt het ons niet aan stof, sedert het ongunstig rapport der commissie van finan ciën in deze bekend is geworden. Haar hoofdbe zwaar is daarin gelegen, dat een verlenging van den waterweg tot in het hart der gemeente Kat- wijk-aan-Zee volstrekt geen verkorting van de gemeenschap tusschen die gemeente en Leiden zou ten gevolge hebben. Maar om zoo iets te beweren, zou men wel een vreemdeling in Jeruzalem alias Katwijk moeten zijn. Doch neen, in het wezen der zaak stemmen wij met de bewering der commissie van financiën ten volle in. Zij heeft gelijk, als zij meent dat door het aan te leggen kanaal de waterweg tus schen Ka'wijk-aan-Zee en Leiden niet wordt ver kort. Immers, hoe kan men spreken van het'ver korten van een weg, waar die weg althans in vele gevallen in 't geheel niet beslaat? Of is het geen feit, dat ten gevolge van den te hoogen of te lagen waterstand de brug naar de buiten sluizen slechts enkele malen kan worden gepas seerd, en dan nog maar door één enkele boot Of wel, is 't geen waarheid, dat zelfs die eene boot het des zomers dikwijls niet verder kan bren gen dan tot aan Katwijk a. d. Rijn? Wat er dan volgt, hebben wij zeker allen op onze beurt onder vonden een wandeling van ruim een half uur in de brandende zomerhitte langs een weg, waar zelfs geen schaduw in de dubbele beteekenis van eenig geboomte wordt aangetroffen. Het ver- frisschende bad wordt na zulk een inspanning dik wijls maar al te gevaarlijk of wel verliest onder den invloed van den even afmaltenden terugtocht zijn heilzame uitwerking. Die vijf kwartier van vermoeiende inspanning zullen bij totstandkoming van het kanaal tot een half uur worden geredu ceerd; immers men zal volgens het plan in één vierendeel uurs het Badhuis kunnen bereiken, en dat zijn wij zoo vrij een bekorting, van den weg te noemen. Of het hier een werk van algemeen belang ook voor Leiden geldt? Vraag hel aan die dui zenden vreemdelingen, wier fortuin hen in slaat stelt jaarlijks de zeebaden in ons land te komen gebruiken, of onze Gemeenteraad de beschuldiging verdient, dat zij het „geld der gemeente aanwendt ten behoeve van anderen", als zij besluit voor f 5000 deel te nemen in de voorgestelde geld- leening en daardoor de zegeningen der badplaats langs goedkooper, gemakkelijker en korter weg binnen het bereik brengt van dien breeden zoom onzer medeïngezetenen, wier gezondheid óók be hoefte heeft aan de versterking van het bad, al kunnen zij er zich zooveel opofferingen in tijd en geld niet voor getroosten als de meergegoeden. Zullen wij wijzen op het belangrijk vertier, dat de zh 4000 inwoners van het welvarende Katwijk- aan-Zee binnen Leiden teweeg brengen, en dat door de verbeterde gemeenschap natuurlijk aan merkelijk zal worden verhoogd? Onze winkeliers en neringdoenden zouden op die vraag een wel sprekend antwoord kunnen geven. Moge Katwijk de grootste voordeelen trekken van het nieuwe kanaal, ook Leiden zal daarin ruimschoots deelen, en juist daarom mag uit de door de ingezetenen gevulde gemeentekas een be trekkelijk geringe som worden afgezonderd voor het helpen tot stand brengen van een werk, dat hun allen ten bate zal komen. Ten slotte nogmaals herinnerende aan hetgeen wij zeiden ih „Een gewichtig plan", voegen wij er nog dit aan toeBij het onderzoek in de afdeelingen der Tweede Kamer van de spoorwegwet Kappeyne c. s. werd door sommige leden leedwezen te kennen gegeven, dat de regeering nog geen voorstel deed om de spoorweglijn LeidenAlphenWoerden geldelijk te steunen. Zou, vragen wij, indieq die zaak in de Tweede Kamer werkelijk ter sprake kwam, onze commissie van financiën gaarne zien dat daaromtrent een dergelijk rapport werd uit gebracht als het hare in zake het Katwijksch kanaal? Wij stemmen toe, dat dit op zichzelf geen reden zou zijn om de f 5000 voor het kanaal toe te staan, maar toch zouden wij zoodoende een toestand in het leven hebben geroepen, waarop het in een academiestad niet onbekende „accipio omen" van toepassing zou zijn. Moge het in deze blijken dat onze Gemeen teraad in waarheid een „vroedschap" is! LEIDEN, 14 April. Tot lid van den gemeenteraad is gekozen de heer J. Scheltema met 341 van de 632 geldige stemmen. Op den heer Mr. M. D'Aumerie waren 281 stemmen uitgebracht. Gi>teren werden in Den Haag 4 candidaten geëxamineerd voor het teekenen; 3 werden afge wezen en 1 toegelaten, de heer A. Van den Berg uit Den Haag. Voor het Engelsch werden 5 can didaten geëxamineerd; 3 werden afgewezen en 2 toegelaten, de heerenH. P. Hoftman uit Vlaar- dingen en A. S. Schoevers uit Den Haag. Voor de gymnastiek werden 5 candidaten geëxamineerd; 2 werden afgewezen en 3 toegelaten, de heeren A. J. De Lange en B. Wijnstra uit Leiden en P. G. Smelik uit Den Haag. Gisteren werd door de Hollandsche IJzeren- Spoorwegmaatschappij te Amsterdam aanbesteed het maken der keibestrating naar en bij de groote goederenloods aan de spoorwegkaden te Helder. Laagste inschrijver was de heer J. Van der Kamp alhier, voor f 6,666.66. Het U. D. meldt dat wal prof. Dr. N. Beets, daartoe door de hoofdcommissie van réunisten uitgenoodigd, op zich genomen heeft bij gelegen heid der Leidscbe feesten in Juni e. k. le doen, bestaan zal in het houden van een toespraak tot de met hem lot die feesten opgekomen oud-stu denten der Leidsche hoogeschool. Uit het dezer dagen verschenen programma van het Haagsch Genootschap tot verdediging, van den christe ijken godsdienst blijkt daf. geen der vijf ingekomen verhandelingen over de nieuwere theorieën betreffende de afstamming des menschen is bekroond. De prijsvraag is opnieuw uitgeschreven, ter beantwoording vóór 15 December 1876. Zij luidt als volgt: „In welke verhouding tot godsdienst en zedelykheid staan de nieuwe theorieën, van Darwin en anderen, betreffende de afstamming des menschen?" Nadere bijzonderheden vindt men in het programma zelf, waarvan, op franco aan vraag, exemplaren verkrijgbaar zijn bij den secre taris van het Genootschap, prof. A. Kuenen alhier. De 2de luit. H. A. Polter van het 2de reg. inf. is overgeplaatst bij het 4de reg. inf. met bestemming voor het depot te Gouda in garnizoen. In het Vaderland lezen wij: „Met de meeste voldoening hebben wij een bezoek ge bracht aan het heropende magazijn van den heer M. M. Cou\ée, bpek- en kunsthandelaar van Z. K. H. Prins Frederik, in de Lange Pooten. Na een ver- timmering, welke eenige weken achlereen heeft geduurd, zijn thans de lokalen in een uilmuntenden smaak voltooid. Zoowel het parquet van Minton- mozaïek als het stukadoorswerk van het plafond

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1