LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4649. A0. 1875. Vrijdag 9 April. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per posln L40. Afzonderlijke Nommersn 0.02. Deze Courant wordt dagelijksmet uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven, PRIJS DER ADVERTENTIEN Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.174. Grootere letters naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. Tweede zitting van den Militieraad. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 92 der wet van 19 Augustus 1861, betrekke lijk de nationale militie Staatsblad n°. 72); Gelet op de missive van den Kolonel, Militie-Commis saris in het 3de district der provincie Zuid-Holland; Doen te weten: dat de tweede zitting van den Militie raad voor deze gemeente wordt gehouden in een der vertrekken van het Raadhuisop Maandag den 12den en Dinsdag den 13den April 1875, op eerstgemelden dag des voormiddags te hal/tien, tot het doen van uitspraak omtrent alle in de eerste zitting niet afgedane zakenop laatstgemel- den dag des voormiddags te elf uren, tot het doen van uitspraak omtrent hen, die als plaatsvervanger of nummerver- wisselaar verlangen op te tredenvoorts, dat tot het opmaken der daartoe vereischte bewijsstukken, van heden af, ter secretarie dezer gemeente, van des voormiddags tien tot des namiddags drie uren, de Zondag uitgezonderd, wordt gevaceerd; welke gelegenheid de belanghebbenden worden vermaand zich ten nutte te maken, daar aan den loteling, die reeds bij de militie is ingelijfd, overeenkomstig het bepaalde bij art. 70 der bovengehaalde wet, door den Koning niet dan in bijzondere gevallen het stellen van een plaatsvervanger kan worden vergund. Eindelijk wordt, ter voorkoming van misverstand, nog opgemerkt dat de loteling, omtrent wien de Militieraad m zijne eerste fitting reeds uitspraak heeft gedaan, NIET in de tweede zitting behoeft te verschijnen, ten ware hij daarin een plaatsvervanger of een nummerver wisselaar mocht willen voorstellen. Ln wordt deze door aanplakking en plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, I April 1875. LEIDEN, 8 April. De 51ste verjaardag van 's Konings zuster Sophia, groothertogin van Suksen-Weimar-Eise- nach, werd heden alhier op de gebruikelijke wijze herdacht. Er bestaat gelegenheid tot verzending der correspondentie naar Ned.-Indië door middel van het stoomschip Hampionwaarvan het vertrek uit Rotterdam op den 11 den dezer is bepaald. De gedrukte stukken en monsters van koopwaren be lmoren uiterlijk in den avond van den lOden en de brieven den llden 's morgens vóór 12 uren te Rotterdam te zijn aangekomen. De minister van oorlog brengt ter kennis dat op 1 October e. k. wederom jongelieden zullen worden toegelaten om bij het garnizoens-hospitaal te Amsterdam te worden opgeleid tot officier-van- gezondheid voor den dienst hier te lande en ir. de koloniën en tot militaire apothekers hier te lande. De aan te nemen jongelieden moeten op den dag der toelating den vollen leeftijd van zeven tien jaren hebben bereikt en niet ouder zijn dan twintig jaren. Zij, die verlangen dat hunne zonen ot pupillen tot een dier betrekkingen worden opgeleid, moeten daartoe vóór 15 Juli een verzoek indienen aan den inspecteur van den geneeskundigen dienst der landmacht. Het volgend getal plaatsen wordt ter aanvulling opgesteld: voor off-v.-gez. hier te lande 6, voor id. in O.-l. 12, voor id. in West-Indië 1voor apoth. hier te lande 2. Op de tentoonstelling van tuinbouwvoort- brengselen in het paleis voor volksvlijt te Amster dam is een verguld zilveren medaille toegekend aan de inzending bloeiende en niet bloeiende planten van J. Van Leeuwen en eene gouden medaille voor bont- of gekleurdbladerige phormi- ums van P. F. Vori Siebuld alhier. Heden had te Valkenburg de openbare aan besteding plaats van het bouwen eener nieuwe school en ondei wijzerswoning aldaar. Van de acht ingekomen aanbiedingen bleek de minste le zijn die van den timmerman N. Haasnoot, le Katwijk a. d. Rijn, voor Je som van 13.499, aan wien het werk, onder nadere goedkeuring van Ged. Staten van Zuid-Holland, is gegund. De hoogste aanbieding was f 15934. Dinsdag-morgen werd te Groningen met militaire eer ter aarde besteld het stoffelijk over schot van H. J. Kohier, gepensioneerd adjudant onderofficier, dezer dagen in bijna 88-jarigen ouderdom overleden, de vader van den in Atjin gesneuvelden generaal-opperbevelhebber der eerste expeditie. Bij de begraafplaats gekomen, werd de lijkstoet vermeerderd met een deputatie uit de verschillende oud-onderofficieren-vereenigingen te Groningen, wier president, de heer Zuidema, nadat de kist in de groeve was neergelaten en de ge bruikelijke salvo's waren gelost, hel woord nam en in korte, krachtige trekken hulde bracht aan de nagedachtenis van den overledene. Hij herin nerde hoe Kohier èn als militair èn als civiel persoon (de heer Kohier is verscheidene jaren binnenvader geweest in het instituut voor doof stommen) zich steeds door een nauwgezette plichts betrachting de achting had weten te verwerven van zijne superieuren zoowel als van zijne min deren. Ook schetste de heer Zuiderna wat de overledene was als vriend, altijd bereid met raad en daad bij te staan waar het noodig was; verder de zedelijke kracht, welke hem bezielde bij het vernemen der tijding van het noodlottig overlijden zijns zoons en de troost hem verschaft door het bezoek in zijne woning van Z. M. den koning, tijdens diens verblijf te Groningen. Met een woord van bemoediging tot en dankbare erkentenis aan de familie van Kohier, voor de eer hem en zijn vrienden verleend, om den overleden vriend en wapenbroeder mede de laatste eer te mogen be- w'gzen, besloot de heer Zuidema zijne rede. Eene groote menigte volks woonde de plechtigheid bij. Naar men verneemt zal een commissie van hoofdofficieren van hel Nederlandsch leger de groote manoeuvres in hel Duilsche leger aan den Rijn gaan bijwonen. Tot hel afleggen van examen voor de acte als hoofdonderwijzer in Den Haag waren gisteren 13 candidaleri opgekomen. Hiervan trok 1 zich terug, 6 werden afgewezen en 6 toegelaten, de heeren: J. H. Blum, G. H. Bouscholte, M. F. Van der Horst en J. W. H. Muller van Den Haag, H. J. De Hes uit Oostyoorne en J. Moojen uit Dirksland. Gisteren vierde de eerste hulponderwijzer, de heer J. W. Lintner, op 7 April 1825 als hulponderwijzer aan de volksscholen te Rotterdam aangesteld, aldaar zgn 50-jarig jubilé als onderwijzer. Namens het gemeentebestuur werd hem een prach tige gouden horlogeketting met toepasselijk bij schrift overhandigd, en door den minister van binnenlandsche zaken uit 's lands kas eene gra tificatie van f 100 verleend. Uit het door het muntcollege aan den Koning ingediende verslag nopens de muntwerk- zaamheden over 1874 blijkt o. a. dat zijn gemunt 1°. aan standpenningen 12,800,884 stuks van 2l/a gulden; als proef- en buspenningen werden gebruikt 5156 stukken, goedgekeurd en voor de j circulatie afgegeven 12,795,726 stukken, waarvan i 10,033,691 aan de Nederlandsche Bank, 49,440 j aan de Nederlandsche Handelmaatschappij en het overige aan andere particulieren 2° aan pasmunt I,000,820 tiencentsstukken, geslagen voor rekening van den Staat, waarvan 1,000,000 goedgekeurde stukken afgeleverd; 3° aan negotiepenningen: 44,147 stuks gouden dukaten, geslagen voor re kening der Nederl. Handelmaatschappij, waarvan 44,005 goedgekeurde stukken zijn afgeleverd. Te zamen zijn dus geslagen 13,845,851 stuks. Men verneemt dat door de regeering het plan wordt ontworpen, om het dienstnemen bij het Indisch leger op betere grondslagen te vestigen dan tot dusverre het geval is; het dienst nemen op de bekende voorwaarden heeft dan ook zoo goed als opgehouden. Men verneemt dat door de regeering nadere bepalingen zullen gemaakt worden voor den uit voer van paarden; een onderzoek naar het getal paarden in het geheele land is reeds bevolen. Naar men verneemt zal de Tweede Kamer den 20sten dezer weder bijeenkomen. Z. M. heeft bevorderd tot landmeter 1ste kl. bij het kadaster E. Elemans en E. J. Griffijn, thans landm. 2de kl.; aan J. J. Van der Pot, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als Ned. consul te Nagasaki, en als zoodanig benoemd J. Martens; benoemd tot Ned. consul te Shanghai en voor de havens aan de Yang-tze-rivier F. E. Heyden, en tot Ned. consul te Amoy C. J. Pasedag; tot secretaris van legatie bij het gezantschap te Berlijn Jhr. Mr. D. A. W. Van Tets, en lot secr. van legatie le Brussel Mr. A. L. P. baron De Constant Rebecque; tot notaris ter standpl. de gem. Obdam Mr. A. J. Haarselhorst, adv. en cand.- notaris aldaar; met 1 Mei tijdelijk in dienst gesteld als adjunct-directeur van hel gesticht Veenhuizen n°. 3 J. C. Duburg, thans tijdelijk onder-directeur; benoemd tot ridder van den Ned. Leeuw Mr. G. Gorver Hooft, lid der Gedep. Staten van Noord- Holland; het aan R. G. S. baron Van Rhemen van Pihemenshuizen, burgem. van Wassenaar, op zgn verzoek, met ingang van 1 Mei verleend eervol ontslag als secretaris dier gemeente be krachtigd; ter zake van de 2de expeditie tegen Atjin alsnog eervol doen vermelden, bij afz. dag orders, zoo in Indië als in Nederland, den gepasport. sergeant der inf. van het leger in Ned.-Indië G. L. Kok, wegens diens gedrag bij de operaliën tegen Ketapang Doea, op 15 Februari. Gemengd Nieuws. Gisteravond omstreeks zeven uren had de grutter S. het ongeluk door het keeren met zijn wagen in het Levendaal te geraken. Aan de knechts van den heer P., die in de nabijheid werkzaam waren, gelukte het om het paard er uit te halen, zoodat S. met den schrik vrijkwam. Luigi Can ale,die Donderdag terecht stond, beschuldigd van moedwilligen doodslag, gepleegd op v. d. W., sjouwer te Rotterdam, is van deze aanklacht bij arrest van heden vrijge sproken. Hij is echter veroordeeld tot zes maanden gevangenisstraf en 8 boete ter zake van het moedwillig toebrengen van een slag en kwetsuur waaruit geen ziekte of beletsel om te werken is ontstaan. Heden is bij den hoogen raad bepleit het hooger beroep, ingesteld door Mr. J. J. Van Angelbeek van het bekende arrest van het hoogge rechtshof in Ned.-Indië. De conclusie is door het O. M. bepaald op 23 April e. k. Men leest in t U Lr. Dagblad: Dins- dag is door de politie een beschonken persoon gearresteerd, die verteld had in Den Haag reeds drie maanden preventieve gevangenisstraf te heb ben ondergaan, als beschuldigd van medeplichtig heid aan den moord van mevr. Van der Kouwen de man had bij een schoenmaker te Utrecht ver teld, dat hij wel alles wist van die treurige ge schiedenis. Men heeft naar Den Haag getelegra feerd om nad- re bijzonderheden van den gearres-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1875 | | pagina 1