een kantoor worden opgericht enz., is onjuist.
"Wel heeft een zaakgelastigde gelegenheid gezocht
om aldaar ijzeren rails, die het huis Krüpp voor
Rusland moet afleveren, tot nadere verzending op
den kant van de haven te plaatsen, waarin hij
-is geslaagd.
Met de Prinses Am alia wordt naar
Nederland gezonden zekere H. Grim, die, uit het
leger in Ned.-Indië verwijderd zijnde, zich later
heeft geëngageerd onder den naam van Schorneg,
doch na herkend te zijn, opnieuw is ontslagen.
Hij zal nu in Nederland terechtstaan wegens op
lichterij.
Omtrent het bezoek van den adsis-
tent-resident te Blitar wordt van daar geschre
ven„Het was laat in den avond toen de adsis-
tent-resident naar Blitar terugkeerde. Bij het
doorrijden der door den gevallen regen eeniger-
mate gezwollen rivier Kepoeden overkwam hem
bijna een groot ongeluk. Het afgematte paard kon
den glibberigen, vry steilen oever niet op; het
viel, waarop de heer Kroesen, zich van de stijg
beugels bevrijdende, van het paard gleed en te
recht kwam in de snelstroomende rivier. Geluk
kig behield hij zijne tegenwoordigheid van geest,
richtte zich op en bereikte zonder letsel den
vasten grond.
De luitenant Haas, de jonge artille
rie-officier die in den veldtocht van 18701871
door mitrailleuse-kogels op een aantal plaatsen
getroffen was, en desniettegenstaande in 't leven
is behouden, heeft, na ongeveer een jaar in een
Berlijnsch hospitaal te hebben geleefd, zijn juri
dische studiën volbracht. Hij draagt één kunst
been, terwijl van 't andere schier alleen de
botten zijn overgebleven; door 15 kogels werden
de vleeschdeelen er afgescheurd. Dit been is daar
door zóó verzwakt, dat het ter ondersteuning de
hulp van een daartoe vervaardigde machine noo-
dig heeft.
Een geleerd archaeoloog te Port-
Saïd heeft een gedenkteeken gevonden, ter eere
van koning Thotmes III opgericht, onder wiens
regeering (1491 v. Christus) de uittocht der
Israëlieten uit Egypte zou hebben plaats gehad.
Uit de reeds ontcijferde opschriften zijn 400
aardrijkskundige namen aan den dag gekomen,
alle herkenbaar en groolendeels betrekking heb
bende op Arabië, Armenië, Nubië en de kusten
der Middellandsche Zee.
Geld- en efïectenmarkt.
Amsterdam, van 22 tot 27 Maart 1875.
Al zou rnen ook nog zoo gaarne eens een flink
en klinkend verslag schrijven van den loop der
beursweek, 't zou ten eenenmale onmogelijk zijn,
omdat de feiten niet de minste stof opleverden
om aldus te verwerken. Een weinig meer handel,
enkel buitenlandsche orders, zyn toch niet voldoende
om een goed resultaat van de week te verzekeren
daartoe wordt algemeene opgewektheid, ook wel
degelijk voor rekening van het binnenland ge
vorderd, en hieraan bleef het ook weder deze week
ontbreken, 't Is en blijfi op onze markt en in
derdaad ook op de buitenlandsche een rondbe-
wegen van kleine kapitalen, die nu in dit, dan in
een ander fonds geplaatst worden, zoekende naar
een mager winstje, waarmede men zich tevreden
moet stellen.
Van onze Nationale Schuld bleven de 2'/2 pCt. en
4 pCt. op den ouden prijs en verloren de 3 pCt.
circa 1 /a pCt., terwijl van onze industrieele waarden
de Aandeelen Exploitatie-Maatschappij een val
deden van 109 op 104 pGt. om op 107,/ï pCt. te
sluiten; Aandeelen Nederlandsche Bank 3 pCt. en
Handelmaatschappij pCt. daalden, Stoomvaart
Java 4 en Stoomvaart Nederland 2 pGt. daalden.
Van Buitenlandsche fondsen bleven de Russi
sche tamelijk stationnair, met uitzondering van
Aandeelen groote Russische sporen, waarin vrij
levendige handel was met zeer sterke variation,
die ten slotte f 1 winst achterlieten, en Brest-
Grajewo-waarden, waarvan de Obligatiën 3/4 pCt.
daalden en de Aandeelen f l«/a rezen; Aandeelen
Theiss-Spoorweg verloren van /2073/4 op f 200
op grond van het ongunstige dividend over het
afgeloopen jaar: 4 pCt.Spanjaards waren weder
gunstig gestemd: Buitenlandsche SiUiten 1/4 en
Binnenlandsche pCt. hooger dan yoor acht
dagen. Noord-Araerikaansche Staatsobligatie liepen
»/4 pCt. hooger, terwijl Louisiana Levee's circa
2 pCt. daalden.
In Noord-Amerikaansche Spoorwegfondsen wer
den wederom slechts kleine posten omgezet, met
afwisselende koersen, die echter over het algemeen
niet ongunstig liepen; 't voornaamste echter dat
er van te melden valt, is de ryzing van 3 pCt.
in St.-Louis-Eastern, en van] 2l/4 in Missouri-
Kansas-Texas Obligatiën.
Geld op prolongatie liep 1 pCt. hooger.
KOLONIËN.
BATAVIA, 18 Februari.
De Javasche Ct. bevat een telegram van Aljin,
waaruit blijkt dat onze troepen steeds voortdrin-
gen. Den 4den dezer waren weder vijf versterkingen
genomen en Lamprit, beoosten Langkroek, bezet.
Tegenstand schijnt eigenlijk niet te zijn geboden,
want onze troepen telden slechts twee lichtge
wonden. Volgens bericht zou Iman Pagger Ajer
gesneuveld zijn. Het getal bentings in Atjin
schijnt legio te zijn en de vijand is niet uit eene
stelling verdreven of hij legt terstond weder
nieuwe versterkingen aan. Kolonel Pel laat hem
intusschen thans weinig rust. Het krachtiger op
treden schijnt effect te hebben, want uit een
kort rapport, dat in het officieele blad voorkomt,
leest men het volgende: „Te Analaboe had de
Radja met al zijn hoofden een bezoek aan boord
gebracht, dat van onze zijde door een contra-be
zoek aan wal gevolgd werd. De houding van dat
staatje had over het algemeen stof tot tevreden
heid opgeleverd. Het bericht van de inname van
Longbattah had daar een diepen indruk gemaakt."
Bij het wapen der infanterie heeft eene
promotie plaats gehad en zijn o. a. vier luit.
kolonels en drie majoors benoemd.
Te Soerabaja is het derde eeuwfeest van
de Leidsche hoogeschool door een diner van de
oud-studenten feestelijk gevierd.
De Javasche stoomsleep-maatschappij keert
een dividend uit van 16»/2 pCt., terwijl f 33000
op het reservefonds is overgebracht.
Aan het BatHand. deelt men mede dat
de heer G. Busken Huet Java verlaten en naar
Europa zou terugkeeren. Hem was een aanbie
ding gedaan orn in Nederland als redacteur van
een der groote bladen op te treden.
Men heeft thans meer bepaalde rapporten
ontvangen omtrent de verwoestingen, die de
rnodder-bandjir in Kedirie heeft veroorzaakt. De
zuidwestelijke kraterrand van de Kloet, een brok,
dat op ongeveer 300 ellen begroot wordt, is in
gestort. De schade voor de inlandsche bevolking
is hoogst aanzienlijk; men spreekt van millioenen.
De ellende is groot. Voor het eerste oogenblik
wordt de bevolking eenigermale geholpen door
inschrijvingeneene krachtige poging om betee-
kenende hulp te verleenen is echter niet aange
wend en het zal de middelen van particulieren
verre te boven gaan de bevolking eenigermate de
geleden verliezen te vergoeden. De bandjirs in
verschillende residentiën hebben mede belangrijke
schade aangericht. De residentie Samarang heeft
veel geleden. Demak stond onder water en in
verschillende andere districten heeft men op de
groote wegen tot 2 a 3 voet water ontmoet.
Solo en Ngawie hebben het meest door de over
stroomingen geleden. Het water is intusschen
bijna overal snel gezakt. Op 11 en 12 Februari
werden alleen nog telegrammen van Soerabaja
en uit Rembang ontvangen omtrent dykbreuken,
die daar overslroomingen veroorzaakten. In de
afdeeling Toebari, district Rembes, waren 19
dessa's overstroomd. In Bodjonegoro was den
13den het water gedaald, maar stond het op die
plaats toch nog 6 voeten hoog. De particuliere
liefdadigheid heeft zich ook voor Solo en Ngawie
niet onbetuigd gelaten. Enkele kampongs staan
hier ter plaatse wegens den hoogen waterstand
nog onder water. Sedert een paar dagen hebben
de zware regens echter opgehouden.
Door den gouverneur-generaal van Ned.-Indié zijn de volgende
beschikkingen genomen:
Civiel Departement. Verleend: een tweej. verlof naar Eu
ropa, wegens ziekte, .Mn den ing. lsto kl. bij den «at. en 's lands
burg. openb. werken J. A. De Gelder en den comm. 2de kl.
bij den post- en telegraa/d. K. F. Stoelman; een tweej. verlof
naar Ned., wegens ziekte, aan den ambt. op non-act. Mr. J.
W. S. Von Baamhauer, gcw. adsist.-res. van Montrado. Ont
slagen: op verzoek, eervol, de kl. op het bur. van den eerst-
aanw. iqg. van den wat. en 's lanv's burg. openb. wef.ken in de
res. Japara J. C. Kunze, en de letterzetter late kl. bij '9 land»
drukkerij te Batavia, G. R. Tronz; op verzoek, eervol, de kl.
op het bar. van den ontv. der in- en uitvoerr. en acc. te Soe
rabaja C. A. C. W. Boers. Ontheven: Eervol, wegens ziekte,
van de verdere waarneming der betrekking van aud.-m. bij den
krijgsr. te velde te Atjin, Mr. P. H. F. Junius. Benoemd:
tot aud.-m. by den krijger, te velde te Atjin, de tweede sub.-
griff. bij den raad van ju9. te Batavia Mr. J. M. Brooshooftj
tot griff. bij den landr. te Baudong (Preanger-Reg.) de ambt.
voor de recht, macht Mr. P. Blussé; tot griff. by den landr. te
Magelang (Kadoe), de ambt. voor de recht, macht Mr. C. L.
Brevettot griff. bij den raad van jas. te Ambonia, de ambt.
voor de recht, macht Mr. B. H. Van Delden; tot contr. tweede
kl. bij het binn. best. op de bezitt. buiten Java en Madura, H.
L. Van der Waarden en J. P, Th. Van Nunen; tot hulppr.
ten dienste der Inl. cbristengera. te Ajermadidi (Menado), de
gewezen zendeling van het Ned. zend.-gen. in de Minahassa H.
J. Tendeloo.
Departement van Oorlog. Verleend: Een tweej. verlof naar
Ned., wegens ziekte, aan den luit.-kol. der inf. J. G. Van Thiel.
Ontslagen: Op verzoek, eervol, de mil. apoth. 3de kl. J. B.
Nngelvoort. Eervol, de burg. schrijver 5de kl. bij de mil. adm.
J. C. Werner. Bevorderd: Bij het wapen der inf., tot luit.-
kol. de maj. J. G. H. Grooss, F. P. Cavaljé met verlof in Ned.,
W. J. J. Docters van Leeuwen en M. A. E. Phaff; tot maj.
de kapt. F. W. Meijer, H. L. F. De Jacqnier de Lompret en
A. J. H. Lubeck. Ingetrokken: de overplaatsing van den
kapitein F. C. L. Van Baay, van het 7de bat. inf., bij het
garn..-bat. der Wester-afd. van Borneo; de overplaatsing van
den lsten lnit. J. H. Bik, van den staf der-genie te Willem I
naar dien te Samarang.
Departement van Marine. Bevorderd tot lsto stuurl-, de
2de stuurl. bij dien tak van dienst H. C. Stuyvenberg en J. Stuur.
BUITENLAND.
Belgie.
De te Charleroi verschijnende bladen melden,
dat door de industrieelen dier stad een adres
aan de Kamer van afgevaardigden verzonden is
om haar te verzoeken de Nederlandsch-Belgische
overeenkomst betreffende het kanaal van Terneu-
zen onveranderd goed te keuren. Een tweede
adres behelst een protest legen het wetsontwerp
van den minister van Buitenlandsche zaken tot
opheffing der Kamers van koophandel en fa
brieken.
Duitschl and.
Prins Hohenlohe is Zaterdag-avond nogmaals
door den keizer in gehoor ontvangen. Het bericht in
sommige dagbladen, dat Hohenlohe in de plaats
van Bismarck en als diens vertegenwoordiger de
leiding der buitenlandsche aangelegenheden zou
op zich nemen, is een verzinsel. De tegenwoor
digheid van Hohenlohe te Berlijn had veeleer het
zeer natuurlijke doel zich met den Rijkskanselier
te verstaan over de politiek, die men zal aannemen
tegenover de onlangs plaats gehad hebbende om
keering in de constitutioneele verhoudingen van
Frankryk.
Spanje.
De Carlislische bende onder Tristany is te
Santa-Colonna geslagen en uiteengedreven.
Lorna werd Zaterdag met infanterie en artillerie
van St.-Sebastian verwacht, om het opperbevel
in de provincie Santander op zich te nemen en
de Carlisten tegemoet te trekken, die met 14
bataljons en verscheiden stukken geschut deze
provincie bedreigen.
De hoop op een gunstig resultaat van het
convemo vermindert. Cabrera is nog niet in Spanje.
Op Witten Donderdag heeft een verbroede
ring tusschen de Carlisten en Alphonsisten op
de linie van den Orio plaats gehad. In het Car-
listische kamp zijn plakkaten aangeplakt, met het
opschrift: leve de vrede, de fueros en CabreraI
Don Carlos heeft strenge maatregelen bevolen
en bepaald dat iedereen, die Cabrera's manifest
leest, gefusilleerd zal worden.
Volgens een telegram uit St.-Sebastian van
26 dezer is het manifest van Cabrera ook te
Vergara, te Onate en te Tolosa op de muren
aangeplakt.
Uit Perpignan wordt van denzelfden datum
gemeld, dat de Carlislische kolonel Negron, vier
officieren en eenige manschappen zich dien dag
bij den Spaanschen consul aldaar aanmeldden en Al-
phonsus als koning van Spanje erkenden.
Don Carlos heeft te Estella een bijeenkomst
gehouden met deputatién uit vier provinciën, om
nieuwe conlributiën te vragen. De afgevaardigden
antwoordden, dat, daar het land uitgeput is, zij
het geen nieuwe offers konden opleggen en de
Koning zich dus zelf de noodige fondsen moest
verschaffen. Don Carlos dreigde toen, dat hij zich
zou terugtrekken, maar de afgevaardigden bleven
bij hun weigering. De beslissing der zaak is
verdaagd.