LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4614.
A°. 1875.
Donderdag
25 Februari.
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per posln 1-40.
Afzonderlijke Nomineesn 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER AD VERTESTIEN:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.17^.
Grootcrc lellers naar plaatsruimte.
Met 1 Maart'begint een nieuw kwar
taal van het Leidsch Dagblad. Zij, die zich
alsdan op deze courant wenschen te abon-
neeren, ontvangen de nog tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
LEIDEN, 24 Februari.
Zaterdag e. k. zal in de Kweekschool voor
Zeevaart alhier eene buitengewone keuring plaats
hebben van knapen die bij 's Rijks zeemacht eene
verbintenis wenschen aan te gaan.
Het Journal des Debats bevat thans
over het gedenkfeest te Leiden een uitvoerigen
brief van den heer Gaston Paris, waarin o. a.
van den hoogleeraar Cobet gewaagd wordt als van
„den uitnemendsten Hellenist onder de levenden"
en gezegd dat Prof. Dozy aan een Arabisch Woor
denboek bezig is, „bestemd om de wetenschap
een ontzaglijken stap verder le brengen." De hoog
leeraar Scholten wordt genoemd „het hoofd dier
bewonderenswaardige Leidsche godgeleerde school,
welke tegenwoordig ten opzichte der godsdienst-
critiek de eerste plaats bekleedt." Voor de „har
telijke en tevens discrete gastvrijheid", le Leiden den
vreemdelingen aangeboden, heeft de schrijver geen
lof .genoeg. Niet het minst bedeeld acht hij diegenen
onder hen, die bij particulieren waren onderge
bracht: „den dag vóór hunne aankomst nog onbe
kenden, hebben zij niet dan met leedwezen van
gastheeren kunnen scheiden, die vrienden waren
geworden." „Wal echter meer nog dan dit persoonlijk
onthaal getroffen heeft," vervolgt de heer Paris, „is
de genegenheid, welke men voor Frankrijk aan
den dag legde, uitgedrukt onder de meest
kiesche vormen, dikwerf door kleine, nauwelijks
aangeduide, maar altijd begrepen nuances. Ieder
onzer, die eenige woorden sprak, vooral aan
de studenten gericht, is toegejuicht en gevierd
geworden met een vuur, dikwijls veelmin
ter wille van het gesprokene, dan met de ge
dachte aan hun vaderland. Het feest was vóór
alles een internationaal feest. Tusschen de afge
vaardigden van zekere natiën, met name tus
schen die van Frankrijk en Duitschland, werd een
terughouding in acht genomen, welke vooral in
het begin de grenzen der koelheid naderde.
Langzamerhand gevoelden zij zich echter op
onzijdig gebied." „Allen", zoo eindigt de heer
Paris zijn verslag, „die deze feesten hebben
bijgewoond, zullen er een duurzame herinnering
van bewaren; de Franschen hebben er, met
zeer bijzondere redenen tot erkentelijkheid, ernstige
leeringen kunnen ontvangen. Wij zijn diep getroffen
geworden door de toegenegenheid, voor ons dier
baar, ongelukkig vaderland onder het verlichtste
deel een er edele natie gekoesterdmaar men heeft
ons evenmin ontveinsd, dat men voor onze fouten
en gebreken niet blind was en, na de harde be
proevingen, welke wij hebben doorstaan, krachtige,
mannelijke inspanning van ons tegemoetzag. Ik
zou ieder wenschen te vervullen van de overtuiging
welke sedert lang sommige nadenkende geesten be
zielt en welke bij hen, die van Leiden terugkeeren,
nog levendiger is geworden de overtuiging, dat
door het onderwijs, en bovenal door het hooger
onderwijs, Frankrijk zijne wederopstanding begin
nen moet. Indien de regeering, die het gewicht
van het Leidsche gedenkfeest heeft weten in te
zien, eenig voordeel trekken kan uit de nadrukke
lijke les, welke het inhoudt, zal die dag voor ons
ten allen tijde in gezegend aandenken blijven."
Het stoomschip Voorwaarts, van Nieuwe-
diep naar Batavia, is gisterochtend te Napels
aangekomen, en zou des namiddags de reis ver
volgen de Madura, kapt. Ordeman, is den 21sten
dezer te Batavia aangekomen; de Dahlia is gis
teren van Batavia, via Suez, te Nieuwediep aan
gekomen; de Prins van Oranje is 22 dezer
des ochtends van het Nieuwediep te Greenock
aangekomen; de Koning der Nederlanden is
den 22sten te Batavia aangekomen; de Prins
Hendrik zal in liet begin van Maart van Batavia
naar Nederland vertrekken.
De Haagsche gemeenteraad heeft gisteren
aan de zaak der gasverlichting weder een lang
durige zitting gewijd, die eindigde met het aan
nemen met groole meerderheid van de verminde
ring van den gasprijs tot 13 cent. Het tweede
gedeelte van het voorstel (de terugwerkende kracht
tot 1 Januari jl.) werd met 22 tegen'12 stemmen
aangenomen, en daarna het derde puntte be
sluiten dat geen nieuwe gasverbruikers zullen
worden aangenomen zoolang niet de tweede gas
fabriek in werking is. Alvorens daarover te de-
batleeren, benoemde de vergadering, uit het 20-tal
sollicitanten, tot administrateur-boekhouder bij de
stedelijke gasfabriek, den heer K. M. Tip, direc
teur der fabriek le Kuilenburg, en wel bij derde
stemming, met 20 van de 33 stemmen, onder
voorwaarde van borgstelling tot een door B. en
Ws. te bepalen bedrag. Uit eene reeks van mede-
deelingeD bleek o. a. de goedkeuring door Ged.
Staten van het raadsbesluit tot aankoop van ter
rein voor de nieuwe gasfabriek, en dat de heeren
Bervoets en Enthoven het lidmaatschap van den
raad hebben nedergelegd. Dr. Hoogkamer is op
nieuw, voor den tijd van twee jaren, tot hulpge
neesheer in het gemeente gasthuis benoemd, ler-
wyl Dr. H. F. Van Praag Heymans, op zijn verzoek,
een eervol ontslag bekwam als gemeente-verlos
kundige, welk ambt die heer wegens zijn veelvul
dige praktijk niet meer kan waarnemen.
Prins Hendrik VII Reuss, Üuitsch gezant
aan het hof van St.-Petersburg, is na een ver
blijf van ruim zes weken in het Arnstel-hotel van
Amsterdam vertrokken. Dr. Mezger, onder wiens
behandeling de prins gedurende dien tijd was,
is door den regeerenden vorst van Pieuss benoemd
tol ridder der Orde van verdienste.
De gewone audiënties van de minister van
financiën en van oorlog zullen morgen niet plaats
hebben.
Tweede Kamer. In de zitting van
heden zijn onderscheidene wetsontwerpen aange
nomen. Een langdurige discussie is gevoerd over
het ontwerp tot wijziging der wet van 8 Juli
1874 op de uitoefening der veeartsenijkunst.
Tegen de strekking tot vergemakkelijking der toe-
laling van ongediplomeerde veeartsen werd veel
bezwaar gemaakt, doch anderzijds het ontwerp
verdedigd. Ten gevolge van een amendement van
den heer Tak, waartegen de minister voorloopig
geen principieel bezwaar had, maar welks redactie
hij nog wil nagaan, werd, op zijn verzoek, de
verdere beraadslaging lol morgen verdaagd.
Aan het einde der zitting heeft de commissie,
belast geweest met het onderzoek der inlichtingen
van den minister van binnenlandsche zaken op
het adres van ingezetenen van 's-Hertogenbosch,
wegens het verbod der opvoering van Pariser Leben,
de conclusie van haar rapport voorgelezen, luidende:
Dat zij zich geheel vereenigt met de uitlegging van de
minister, aan art. 188 der gemeentewet gegeven. Ook
baars inziens heeft de waarnemende burgemeester
van 's-Hertogenbosch ten deze gehandeld binnen
den kring zijner bevoegdheid en is hij te dier
zake bij de wet aan geenerlei controle van hooger
autoriteit onderworpen. De commissie acht zich
j niet geroepen te treden in een onderzoek over
de wenschelijkkeid tot wijziging van artikel 188
der gemeentewet en hooger beroep van de uit
spraak van den burgemeester op hooger autoriteit
toe te laten. Hierover bestond verschil. De com
missie stelt met het oog op dat verschil voor, niet
om over te gaan tot de orde van den dag, maar
den minister dank te zeggen voor de inlichtingen
en het adres met deze ter griffie le deponeeren.
De 1ste luit. A. Stokhuyzen, tijdelijk bij
't leger in O.-I. gedet. geweest, is weder bij 't
leger hier le lande, 6de reg. inf., ingedeeldde
2de luit. J. A. Suringar van het 2de reg. inf. is
met 1 April benoemd tot onderw. op den hoofd
cursus voor 2de luit. te Maastricht.
De Ned. Bank had op 22 Febr. bij een
muntmateriaal van f 137,991,628.92 voor eene
som van f 120,464',961.385 minder aan bankbil
jetten in omloop dan waartoe zij gerechtigd
is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt
/"48,185,984.555 meer bedraagt, dan in verhouding
tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou
wezen.
De officier-machinist M. L. A. W. Komp,
gedetacheerd geweest bij den aanmaak van de
machines voor Zr. Ms. ramtorenschip Koning dei
Nederlanden in de fabriek van de firma Penn
and Sons te Greenwich, is van daar teruggekeerd
en thans geplaatst bij 's Rijkswerf te Amsterdam,
om op het stellen der werktuigen in genoemden
bodem toezicht le houden.
Z. M. heeft benoemd tot consul-generaal in
Brazilië en de Plata-Slalen M. L. Van Deventer,
hoofdcommies bij het dep. van buitenl. zaken
tot Ned. consul in Siarh W. H. Senn van Basel,
controleur in Ned.-Ind. dienst; en tot Ned. consul
te Aden, J. Salmon, offic. van adm. bij de Ned.
marine; den voor den dienst in Oost-Indië be
stemden kanonnier 2de kl. E. H. R. Cramer van
het kol. werfdepot vergund het dragen der Duitsche
medaille, ingesteld tot herinnering aan den veld
tocht tegen Frankrijk in 1870 en 1871.
Gemengd Nieuws.
Gistermiddag tegen vier uren ont
stond in Den Haag brand ten huize van den be
hanger Bruis in de Willemstraat, die terstond een
zeer dreigend aanzien kreeg. Al spoedig was de
spuit van het reg. grenadiers en jagers op de
plaats van het onheil. De manschappen kweten
zich uitstekend om de uitslaande vlammen te be
teugelen, daarin later door nog twee aangerukte
brandspuiten bijgestaan. De brandkranen der water
leiding' bewezen uitstekende diensten en kwamen
bij het dichtvriezen van de Mauritskade zeer te
pas. Eindelijk kwam ook de stoombrandspuit, doch
veel te laat aanrijden, getrokken door een paar
prachtexemplaren van vilderspaarden, die door kracht
van zweepslagen tol voortgaan moesten worden aan
gezet. Onderscheiden autoriteiten zooals de opper-
brandmeesler en de hoofdcommissaris van politie
enz. bevonden zich terstond bij den brand, terwijl
ook later na afloop van de zitting van den Raad
te kwart over vieren de burgemeester, de secre
taris der gemeente en vele leden van den raad
onder het talrijk publiek werden opgemerkt. Naar
men verneemt moet de brand zijn ontstaan in
appartementen, waar door den heer B. het meubilair
van een Indische familie tijdens haar afwezigheid
werd bewaard, waardoor de vlammen reeds eenigen
voortgang hadden gemaakt, voordat het gevaar
werd ontdekt. Men zegt dat dit meubilair geheel,
en de inboedel van den bewoner gedeeltelijk voor