LEIDSCH
DAGBLAD:
N0. 4592.
A0. 1875.
Zaterdag
30 Januari.
BERICH T.
Derde Eeuwfeest der Leidsclie
Hoogescliool.
Vóór honderd jaren.
PRIJS DEZER COURANT
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
I Franco per postn L40.
Afzonderlijke Nonimcrsn 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADTERTENTIEN:
Van 1—6 regels1.05.
Iedere regel meerB 0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Zij, die zich met 1 Februari a. s. voor minstens
■4 maanden ad 1.33 op het Leidsch Dagblad
abonneeren, ontvangen eveneens de hieronder ver
melde „Feestgave bij gelegenheid van
het Derde Eeuwfeest der Leidsche
H oogesch ooi."
Nog slechts weinige dagen en de dag, zoo be
roemd door de geheele geleerde wereld als heuglijk
voor de Leidsche burgerij, is aangebroken. Van
heinde en ver zullen vreemdelingen ons land en
onze veste bezoeken, orn mèt haar dien dag te
herdenken. Ja, ook wij zullen feestvieren, al is
't dan misschien ook niet door al te luidruchtig
vreugdebetoon, om de gezegende vruchten, die
het onderwijs der Hoogescliool zoo nauw met
de geschiedenis onzer stad verbonden voor
bijna de geheele wereld heeft afgeworpen.
Maar is het wel juist mogelijk inderdaad feest
te vieren, wanneer men niet, of althans zeer
onvolledig bekend is met de geschiedenis dier
beroemde instelling? Neen! Om het heuglijke
feest in al zijn beteekenis juist te kunnen waar-
-deeren, mag men met de geboorte, eerste ont
wikkeling en verderen groei der Academie niet
onbekend zijn. Het is daarom dat de uitgever
van het Leidsch Dagblad zijn Abonné's in de
gelegenheid wil stellen die volkomen te leeren
kennen, door hun bij gelegenheid van het Derde
Eeuwfeest een prcrafte-bockwerk aan te
bieden, behelzende
DE INWIJDING, OPKOMST EN GESCHIEDENIS
DER
LEIDSCHE HOOGESCHOOL,
BESCHREVEN DOOR
Prof. FRANCISCUS FABRICIUS
wanneer hy in 1725 ten derden male het Rectoraat
der A kademie afleide.
Aan de uitvoering zal de noodige zorg worden
besteed, en om de eigenaardige en blijvende
waarde er van des te meer te verhoogen, zal
hel werk worden gedrukt op oudhollandsch papier
met dito letter, in één woord, geheel zooals de
boeken vóór 150 jaren werden uitgegeven.
De uitgever zal 't op een nader aan te kon
digen dag voor de Abonné's verkrijgbaar stellen
en bericht tevens dat ook hun, die nog niet
op het L-eldsch Dagblad hebben ingeiee-
kend, doch zich met 1 Februari a. s.
voor minstens 4 maanden als gcabonnccr-
den laten Inschreven, eveneens deze Pre
mie zal worden aangeboden.
Alleen zal voor emballage 10 cents in rekening
worden gebracht.
Voor hen, die niet op het Leidsch Dag
blad geabonneerd zijn, doch dit boekwerk eveneens
wenschen le bezitten, zal het na den 8slen
Februari tegen den prijs van in den han
del worden gebracht.
26 Januari 4875. A. W. SIJTHOFF.
II.
Aan den maaltijd in den Doelen namen 56
^enoodigden deel. Onder de aanzienlijkste daar
van bevond zich, behalve Z. D. H. de stad
houder, o. a. ook Mr. Hendrik Fagel, griffier van
Hunne Hoogmogenden de Staten Generaal, wiens
voorvader Caspar Fagel in 1675 in het gezelschap
van "Willem III bij de viering van het eerste
jubilé eveneens den maaltijd had bijgewoond.
Het menu van den maaltijd moet wel zeer
luisterrijk zijn geweest, als men dit althans mag
afleiden uit de beschrijving van het dessert dat
in de verschillende beschrijvingen van het feest
eene zeer aanzienlijke plaats inneemt. De Leidsche
confiturier Jan Honkoop had zich hij die gelegen
heid onsterfelijk weten te maken, door het ver
vaardigen van een „ongemeen konstig tafelsieraad'?
dat uit verscheidene stukken bestond, „die allen
op het merkwaardig feest zinspeelden". Ook onder
het diner liet zich een keurig orkest hooren. Het
plan was dat Z. D H. en het aanzienlijke gezel
schap zich na den maaltijd „in statie en door
flambouwen voorgelicht" naar de plaats begeven
zouden waar men toebereidselen had gemaakt om
een prachtig vuurwerk af te steken. De studenten
hadden namelijk in het Galgewater een groot en
breed vlot doen leggen, waarop een antieke tempel
in corinthischen stijl was gebouwd, die met tal
van opschriften en zinnebeelden prijkte. Aan den
kant van het water stonden drie tribunes voor de
studenten en de genoodigden. Op de huizen in
den omtrek waren stellages gebouwd, en tal van
vreemdelingen hadden hier en daar tegen buiten
gewoon hooge prijzen een plaatsje afgehuurd om
het vuurwerk le kunnen aanschouwen. Edoch op
den achtsten werd het vuurwerk niet afgestoken;
de regen verhinderde dat. Maar Z. H., door de
Commissie daartoe aangezocht, verklaarde zich
bereid den volgenden dag terug te komenook
toen evenwel was het weder zoo ongunstig, dat
slechts een gedeelte kon worden afgestoken en de
illuminatie achterwege moest blijven. Z. H. zelf
stak door middel van een lijnlooper het vuurwerk
af, dat in de oogen der toeschouwers inderdaad
ongemeen prachtig moet zijn geweest. „Het
was een lust om te zien, hoe dat men de
Drie Elementen langer als een uur door het
Vierde Element, dat in een kunst vuur bestond,
vercierd zag!" zegt een der beschrijvers, en
heel naïef voegt hij er bij„dus spreek ik
alles in de waarheid; en geef het niet te groot
op; daar my ook niemand in zal nog kan ver
dacht houden, als zynde in Amsterdam en niet
in Leyden woonachtig". „Het vuurwerk, dat afge
stoken werd," zegt een ander beschrijver „over
trof de verwachting. Het onophoudelijk gesnor
der Vuurpylen, die men tot eene ongelooflyke
hoogte zag ryzen (1798 voeten berekende een
Haagsche „Liefhebber der Meelkonst" volgens
een bericht in de Leidsche Courant van 17 Febr.
1775), de Moordslagen, die zich sterk lieten hooren,
de Waterkaarsen, die schoone, vurige Fonteinen ver
toonden en heerlyke Luchtballen uilleverden, waren
geschikt om algemeen genoegen te verwekken
en groote gedachten wegens de kunst, die aan
het Raderwerk was te koste gelegd, aan te
kweeken."
Na het vuurwerk vertrok Z. H. in een jacht
naar Den Haa^ en werd door het geschut van de
wallen gesalueerd.
Ook particulieren waren niet achtergebleven.
De Burg was zeer smaakvol gedecoreerd en
op beide avonden verlicht. In het logement hel
Zwijnshoofd was mede eene prachtige illuminatie
aangebracht maar op de binnenplaats, „welke
illuminatie een yder Gepermiteerd was te aan
schouwen mits yder Persoon een Zeslhalf voor de
Entree betaalden." Ook was er op beide nachten
een bal op de Breestraat ten huize van Mons.
Philip Cornelis Bax, „betalende yder Persoon twee
Guldens voor de Entrés Lootjes, terwijl aldaar
„op de tyd van het Ball, Koffy, Thee, Limonade
en Bouillon tot een modique prijs te bekomen'*
waren.
Zoo duurden de feesten voort lot in den nacht
en „krioelden de straaten twee daagen en nachten
van Menschen, die zich op eerlyke wyze verlus
tigden."
LEIDEN, 29 Januari.
Als afgevaardigden van vreemde universiteiten,
die aan het Derde Eeuwfeest der Leidsche Hoo-
geschool zullen deelnemen, zijn ten slotte nog
aangemeld de hoogleeraren Kahnis en Bruhns van
Leipzig, Grohe van Greifswald, J. B. Stark en
Kuno Fischer van Heidelberg. Het geheele getal
der afgevaardigden bedraagt nu, naar de verschil
lende landenuit België 6, Denemarken 2, Duit-
sche Rijk 26, Engeland 4, Frankrijk 10, Oostenrijk-
Hongarije 6, Portugal 2, Rusland 4, Zwitserland
5, te zamen 65. Aan al deze gasten, alsmede aan
de 12 Nederlandsche hoogleeraren, die de hooge-
scholen van Utrecht en Groningen en het Athe
naeum lllustre van Amsterdam zullen vertegen
woordigen, is door de gegoede ingezetenen van
Leiden met de meeste bereidwilligheid huisvesting
aangeboden, zoodat zelfs van het welwillende aanbod
van vele studenten, die hunne kamers beschikbaar
hebben gesteld, geen gebruik behoefde gemaakt
te worden. Waarlijk, onze dagbladen hebben niet
wel gedaan door de Leidsche gastvryheid in ver
denking te brengen. Zij heeft zich integendeel
betoond op eene schitterende wijze, die aan anderen
tot voorbeeld gesleld mag worden, en die aan de
vreemde hoogleeraren eene even aangename als
waardige ontvangst verzekert.
De arrond.-rechtbank alhier heeft heden
voor de betrekking van rechter in die rechtbank,
ter vervulling der vacature, ontstaan door het
vertrek van den heer Mr. P. Van Bern melen, op
de lijst van aanbeveling geplaatst de heeren:
lo. Mr. W. C. D. Olivier, rechter-plaatsverv. te
Leiden, 2d. Mr. C. P. E. Hanegraaff, kantonr. te
Brielle, en 3°. Mr. E. Star Busman, rechter te
Almelo.
Gisteravond gaf het Strijkorkest der Maat
schappij voor Toonkunst zijn eerste concert. Het
programma bevatte schoone nummers en bood een
aangename afwisseling. Hoewel de uitvoering niet
geheel vlekkeloos was in de fantaisie uit de
„Faust" o. a. hadden we wat meer maateenheid
gewenscht en de staccato's gelijk in acht genomen
gezien heeft het orkest, althans op ons, een
aangenarnen indruk gemaakt en bewezen dat men
met de ontwikkeling der muzikale krachten hier
ter stede belangrijk is vooruitgegaan. Ook de heer
v. H. deed zich als dilettant in zijne beide voordrach
ten een fantaisie met variatiën over den „Sehnsucht
Walzer" van Strauss en een recitatief en aria uit
de 3de acte der „Haideschacht" van Von Holstein,
in menig opzicht als een verdienstelijk trompettist
kennen, hoewel hij dien avond soms niet bijzonder ge
disponeerd scheen. Wordt het orkest nu nog met
eenige ontbrekende krachten aangevuld, misschien
dat het ons dan mettertijd door de verdienstelijke
leiding van den heer Blumentritt nog zeer veel
schoons zal te genieten geven.
In de tweede helft der maand December
zijn aan het postkantoor alhier de volgende brieven
gezonden, die wëgens onbekendheid der adres
santen niet bezorgd zyn kunnen worden:
R. L. A. Meyer, mej. H. M. De Bruin, A. Builrnan.