LEIDSCH
DAGBLAD.
N0. 4589.
A0. 1875
Woensdag
27 Januari.
Derde Eeuwfeest der Leidsche
Hoogescliool.
STADS-BERICHTEN.
Vóór hondsrd jaren.
V J
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1-
-\ Franco per postn J-40-
Afzonderlijke n 0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Nog slechts weinige dagen en de dag, zoo be
roemd door de geheele geleerde wereld als heuglijk
voor de Leidsche burgerij, is aangebroken. Van
heinde en ver zullen vreemdelingen ons land en
onze veste bezoeken, om mèt haar dien dag te
herdenken. Ja, ook wij zullen feestvieren, al is
't dan misschien ook niet door al te luidruchtig
vreugdebetoon, om de gezegende vruchten, die
het onderwijs der Hoogeschool zoo nauw met
de geschiedenis onzer stad verbonden voor
bijna de geheele wereld heeft afgeworpen.
Maar is het wel juist mogelijk inderdaad feest
te vieren, wanneer men niet, of althans zeer
onvolledig bekend is met de geschiedenis dier
beroemde instelling? Neen! Om het heuglijke
feest in al zijn beteekenis juist te kunnen waar-
deeren, mag men met de geboorte, eerste ont
wikkeling en verderen groei der Academie niet
onbekend zijn. Het is daarom dat de uitgever
van het Leidsch Dagblad zijn abonné's in de
gelegenheid wil stellen die volkomen te leeren
kennen, door hun bij gelegenheid van het Derde
Eeuwfeest een premie-boekwerk aan te
bieden, behelzende
DE INWIJDING, OPKOMST EN GESCHIEDENIS
der
LEIDSCHE HOOGESCHOOL,
door
FRANCISCUS FABRICIUS
'beschreven toen hij in 1725 ten derden male het
Rectoraat der A kademie afleide
Aan de uitvoering zal de noodige zorg worden
besteed, en om de eigenaardige en blijvende
waarde er van des te meer te verhoogen, zal
het werk worden gedrukt op oudhollandsch papier
met dito letter, in één woord, geheel zooals de
boeken vóór 450 jaren werden uitgegeven.
De uitgever zal 't op een nader aan te kon
digen dag voor de Abonnés verkrijgbaar stellen
en bericht tevens dal ook hun, die nog niet
op liet Leidsel) Dagblad hebben ingetee-
kend, doch zich tegen 1 Februari a. s.
voor minstens 4 maanden als geabonneer-
den laten Inschrijven, eveneens deze Pre
mie zal worden aangeboden.
Alleen zal voor emballage 10 cents in rekening
worden gebracht.
?SËF* Voor hen, die niet op het Leidsch Dag
blad geabonneerd zjn, doch dit boekwerk eveneens
wenschten te bezitten, zal het na den 8slen
Februari tegen den prijs van f l.in den han
del worden gebracht.
■26 Januari 1875. A. W. SIJTHOFF.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN
doen te weten, dat ingevolge art. 18 der wet van den
19 Augustus 1861 (iStaatsblad n°. 72) allen, die volgens art.
15 dier wet voor de nationale militie behooren te worden
ingeschreven (zij die op den lsten Januari hun 19de jaar
waren ingetreden en alzoo de geborenen in 1856), ver
plicht zijn zich daartoe bij Burgemeester en Wethouders
aan te geven tusschon den lsten en den Sisten Januari;
J ?n£?steldheid, afwezigheid of ontstentenis van den
militieplichtige, zijn vader, of, is deze overleden, zijne
moeder, of zijn beiden overleden, zijn voogd tot het doen
van die aangifte verplicht is, en dat overtreding van het
aangehaalde art. 18, krachtens art. 183 der meergemelde
wet. wordt gestraft met boete van f 25 tot 100.
\oor hen, die verzuimden zich op de door het Gemeente
bestuur bepaalde dagen ter inschrijving aan te melden,
wordt mitsdien daartoe alsnog gelegenheid gegeven ter
gemeente-Secretarie, van 's voormiddags 10 tot 's namid
dags 3 uren, op iederen werkdag, tot en met den 30sten
Januari aanstaande, op welken dag het register van in
schrijving, des namiddags te 4 uren, voorloopig wordt
gesloten.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant
afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 16 Januari 1875.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN roepen bij deze op alle leveranciers,
werkbazen enz., welke over het afgeloopen jaar
1874 ten laste der gemeente eenige vordering
hebben, om hunne rekeningen ten spoedigste,
immers vóór uil0. Januari e. k., ter gemeente
secretarie (afdeeling financiën) in te leveren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
t. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 18 Januari 1875.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden,
op Donderdag 28 Januari, dea namiddags te drie uren.
Onderwerpen
1°. Benoeming van eene hoofdonderwijzeres aan de meisjesschool
2de kla»6e. (11).
2°. Voordracht betrekkelijk de aanbesteding van de vernieuwing
der Oude Marepoortsbrug en der brug bij het Leiderdorper
hek. (12).
3°. Verzoek van N. P. J. Woensdrecht, om ontslag als onder
wijzer aan de school n°. 2, voor minvermogenden. (13).
Dat was eene drukte en een gewoel binnen
de muren der stad Leiden in de eerste dagen
der Februari-maand van het jaar 1775. Immers
zou op Woensdag den achtsten het vierde vijftig
jarig jubilé der Academie gevierd worden met
een ongekenden luister. De ouden van dagen, die
het jaar 1725 hadden bijgewoond, moesten zelf
erkennen dat de wijze, waarop toen 't jubilé was
herdacht, niet in vergelijking kon komen met de
feestelijkheden die nu ophanden waren. Wat won
der dus, dat de Leydse Vrydagse Courant
van 3 Februari reeds meldde: „dat de toevloed
der Nieuwsgierigen om van het een en T ander
Ooggetuigen te zijn, reeds^van nu af aan zoo menig
vuldig is, dat deze Stad, hoe groot die ook zy,
geen publike Logementen genoeg voor de Vreem
delingen heeft, zoo dat veele van dezelve in deze
en geene omleggende Dorpen hun Verblijf hebben
moeten zoeken of bestemmen."
De hooge Overheid, de Curatoren, de Senaat,
de Magistraat en de Studenten, allen waren om
strijd bedacht geweest om het feest zoo luister
rijk mogelijk te maken en Zijne Doorluchtige
Hoogheid, de Erfstadhouder, zou het met zijne tegen
woordigheid vereeren. Twee dagen waren voor
het feest bepaald, want ook op den 9den zou
eene bijzondere plechtigheid plaats hebben, die
sedert 1735 niet meer was vertoond. Vier stu
denten namelijk zouden op dien dag more majo-
rum (naar de wijze der voorouders) met de
kap promoveeren.
De toebereidselen tot die feestvieringen brach
ten reeds dagen te voren groote drukte teweeg.
De vier genoemde studenten werden den laatsten
Januari tot het verdedigen hunner proefschriften
toegelaten. Den 4den Februari werd namens Cura
toren aan „die van den Gerechte" en aan de
Professoren een gouden gedenkpenning vereerd,
welke penning ook later in zilver aan onderschei
dene andere autoriteiten werd geschonken. Den
zesden daarop gingen de vier aanstaande docto
ren, in plechtigen optocht, door de twee pedellen
voorafgegaan, en vergezeld van hunne paranym-
phen, naar het stadhuis, om de stedelijke regee
ring uit te noodigen tot het bijwonen hunner
promotie. Volgens oud gebruik werd door hen
bij die gelegenheid aan ieder der uitgenoodigde
autoriteiten een paar witte handschoenen verstrekt.
Dinsdag den zevenden werd daarop in de Mare-
kerk een bedestond gehouden. Zoo naderde einde
lijk de lang verwachte dag.
Reeds vroeg in den morgen kwamen de schut
ters onder de wapens, in blauwen rok, rood
kamizool, zwarte broek en witte kousen gekleed,
om Zijne Doorluchtige Hoogheid af te wachten.
Jammer voor de fraaie kleeding der schutters, dat
er dien morgen zooveel regen viel. Jammer ook
voor den aanzienlijken trein van autoriteiten en
studenten, die zich onder 't spelen der klokken
en 't klinken der trompetten op den stadhuistoren
naar de Pieterskerk begaf.
Tegen tien uren kondigden het kanon van de
stadswallen en de trommels der schutterij de aan
komst van Z. H. aan, die, na omstreeks een
uur op het stadhuis te hebben doorgebracht, zich
te voet en door de autoriteiten vergezeld, even
eens naar de Pieterskerk begaf, die voor deze
gelegenheid de gehoorzaal der Academie moest
vervangen.
Terwijl Z. H. het kerkgebouw binnentrad, liet
zich de muziek van een uitgelezen orkest, dat
onder het orgel geplaatst was, hooren. Nadat ieder
zijne plaats had ingenomen, begon de aftredende
rector H. D. Gaubius de Latijnsche oratie, waar
mee hij die waardigheid neerlegde. Twee uren
was hij daarmede bezig. Na hem trad nog Prof.
Van Roy en met een Latijnsch dichtstuk op.
Gelukkig misschien dat van tijd tot tijd het orkest
zich weer eens liet hooren, 't was anders niet
zoo heel vreemd geweest als het deftig Latijn, in
verband met den regen, de feestvreugde aanmer
kelijk had verkoeld.
Eindelijk was deze plechtigheid afgeloopen en
begaf zich de stoet in staatsie uit de kerk naar
den Doelen, waar een schitterende maaltijd de
genoodigden wachtte.
LEIDEN, 26 Januari.
De uitvoering, door de Rederijkerskamer Van
Lennep gisteravond in het gebouw van de loge
„La Vertu" gegeven, werd door een zeer talrijk
publiek bijgewoond. De zes nummers van de eerste
afdeeling zijn rneerendeels bijzonder goed voorge
dragen, en het blijspel „Een lastige naam", dat
de tweede afdeeling vormde, wekte menigmaal
den lachlust bij het publiek op en werd dan ook
bij het einde flink toegejuicht. De belangelooze
medewerking van de heeren B. en V., die in de
pauzen eenige schoone stukken voor piano en
viool uitvoerden, verhoogde het genot van dezen
avond.
Wij hopen, dat deze vereeniging, die in den
laatsten tijd veel in krachten is vooruitgegaan,
steeds meer in bloei moge toenemen.
Gisteravond vierde de kleedermakers-vereeni-
ging „Eendracht door Vriendschap1' in de Stadszaal
haar zesde jaarfeest, bij welke gelegenheid van 't laat
ste jaar verslag werd uitgebracht, waaruit bleek dat
het ledental was vermeerderd, de financiën in
gunstige omstandigheden verkeeren en de toe
stand over 't algemeen bevredigend was. Na het
zingen van een welkomstlied aan patroons en
donateurs werden door eenige leden met mede
werking van enkele dames twee blijspelen opge-»