LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4574.
A0. 1875.
Zaterdag
O Januari.
DE TOONEELSCHOOL.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
- Franco per post.n 1*40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 1G regels.f }rQ5.
Iedere regel meer0.17i.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Onder de goede zaken, die in den laatsten lijd
lot sland kwamen, neemt zeker de te Amsterdam
geopende tooneelschool een eerste plaats in. Die
■van het Tooneetverbond uitgaande inrichting kan
veel nut stichten en door de leerlingen, die van
haar zullen uilgaan, eenmaal grooten invloed uit
oefenen op geheel het volk.
De tijden zijn voorbij dal het tooneel, ja, be
schouwd werd als een uitspanningsplaats, slechts
geschikt om den tijd op aangename wijze door
te brengen, zonder dat men zich bekommerde om
het gehalte der opgevoerde stukken, terwijl men
al even weinig rekening hield met de wijze waarop
acteurs en actrices zich van hun taak kweten.
De indrukken, van zulke voorstellingen medege
nomen, strekten noch tot verfijning van den smaak
noch tot veredeling van het gevoel. Het tooneel
was in de maatschappij een doode kracht, die
slechts door bevordering van den wansmaak ge
tuigenis gaf van haar werking. Dat het geen
nationale zaak was, bewijst het feit, dat de opge
voerde stukken bijna uitsluitend bestonden in
producten uit den vreemde, op gewoonlijk hoogst
gebrekkige wijze in het Nederlandsch overgebracht.
Die tijden zijn voorbij, want, al is de toestand
voor het oogenblik nog niet verbeterd, bij velen
in den lande is het besef ontwaakt, dat het anders
moet worden, dank zij vooral de boven onzen lof
verbeven pogingen der mannen, die het initiatief
namen tot oprichting van het Tooneelverbond.
Trouwens het was meer dan tijd dat er iets
in de goede richting werd gedaan. Of is het niet
reeds zoover gekomen, dat menig lid van een
gevestigden tooneellroep zijn voordeel zou kunnen
doen met het bijwonen der voorstellingen van
enkele dilettanten-vereenigingen, waaronder in
sommige steden, het standpunt der leden in aan
merking genomen, werkelijk zeer verdienstelijke
zouden zijn aan te wijzen?
Dat dergelijke liefhebberijgezelschappen soms
met zoo goed gevolg werkzaam zijn, bewijst dat
er bij ons volk goede elementen voor het tooneel
worden aangetroffen, wat zeker des te opmerke
lijker mag worden genoemd, nu de tooneeispelers
en speelsters van beroep, de weinige goede niet
te na gesproken, door hun optreden dikwijls meer
bederven dan goedmaken.
Voor de tooneelschool die goede elementen op
te sporen, daarop komt het aan. De groote ver
diensten van organisateurs en hervormers, op welk
gebied dan ook, bestonden voor geen gering ge
deelte in den takt om de juiste personen te kiezen.
Bij een klein volk als het onze zoo hoort men
dikwijls beweren behooren talenten pn genieën
lot de groote zeldzaamheden. Moge dat tot zekere
hoogte waar zijn, niet minder waar is het, dat
ditzelfde kleine volk zich nog veel meer zou onder
scheiden in elk vak van kunst en wetenschap,
wanneer ieder de plaats bekleedde, waarop zijn
aanleg hem aanspraak zou hebben gegeven.
Nu Nederland zich eenmaal mag verheugen in
het bezit van een tooneelschool, zal het voor
geen gering gedeelte afhangen van het gehalte
der leerlingen, of zij voor ons tooneel in de
toekomst goede vruchten zal afwerpen. De onder-
atdeelingen van het Tooneelverbond, die allerwegen
ontstaan, kunnen zeker veel bijdragen ter bevor
dering van een gelukkige keuze van kweekelingen.
\oor het oogenblik schijnt de oogst niet bij
zonder groot te zijn geweest en zich te bepalen
tot toekomstige actrices, ofschoon waarschijnlijk
spoedig ook een paar jongelieden aan de lessen
Zullen deelnemen. Het is thans vooral te hopen,
dat, nu eenmaal de tooneelschool in de hoofd-
stad gevestigd is, daarom toch ook van elders de
geschiktste leerlingen niet zullen uitblijven, terwjjl
het, nu de belangstelling in ons tooneel ontwaakt
is, zeker niet zal ontbreken aan hen, die willen
bijdragen om minder gefortuneerde jongelieden
met aanleg uit andere deelen des lands in staat
te stellen de lessen te volgen. Indien toch het
contingent der kweekelingen hoofdzakelijk door
Amsterdam en zijn omgeving moet worden ge
leverd, zal het louter toeval zijn, wanneer men
juist de beste elementen hijeen krijgt.
Is de tooneelschool een inrichting, die eerst
na verloop van eenige jaren vruchten zal begin
nen af te werpen, het Tooneelverbond kan ook
voor het oogenblik gunstig werken door de be
staande tooneelgezelschappen, ook die van dilettan
ten, in de goede richting te leiden. Zulke ver-
eenigingen zullen wél doen, zich met de plaatselijke
onderafdeelingen van het Tooneelverbond in betrek
king te stellen. Vooral jeugdige tooneelvereenigingen
zooals die, welke zich onlangs hier ter stede heeft
gevestigd, kunnen daarmede haar voordeel doen.
LEIDEW, 8 Januari.
Van de buitenlandsche universiteiten, die zijn
uitgenoodigd het feest van 8 Februari alhier
mede te vieren, moeten de meeste de uilnoodiging
reeds hebben aangenomen.
Met genoegen deelen wij mede, dat de
tweede voordracht, door Hermann Linde in deze
stad te houden, zal plaats hebben op Donderdag
21 dezer, als wanneer hij zijne veelzijdige talenten
ook in het komische genre zal laten uitkomen
door het voordragen van Der Sommernachts-
traum en de „Gerichts-scène" uil Der Kauf-
mann von Venedig. Vooral wat genoemde
scène betreft, nl. om de verschillende gemoeds
bewegingen, die de gierige Shylock ondergaat,
naar waarheid te schilderen, wanneer hem niet
alleen zijn wraak ontnomen wordt maar ook zijn
fortuin en hij blij mag zijn er het leven af te
brengen, is een buitengewoon talent noodig en
hierin moet de heer Linde zichzelven overtreffen.
Wij wenschen dan ook den heer Linde ditmaal,
nu ieder voor f 1 entrée de voordracht kan bij
wonen, een niet minder druk bezoek toe dan
den vorigen keer, toen velen uit de stad en om
streken geen kaarten bekomen konden.
Een groote grief, indien we het zoo noemen
mogen, van velen die de vorige maal Linde's
voordracht gehoord hebben, was, dat bet te veel
vermoeide om ruim drie uur ingespannen te luis
teren; naar wij vernemen zal de voordracht van
Donderdag 21 dezer niet langer dan twee uur duren.
- Het jaarboekje der Maatschappij van Wel
dadigheid, thans verschenen onder den titel van
„Erica*' (het heidebloempje), onderscheidt zich
zoowel door den degelijken inhoud als door het nette
uiterlijk. Daar bovendien de baten er van geheej
tot bevordering en aanmoediging van hel onderwijs
in de koloniën der Maatschappij worden aange
wend, en daardoor zedelijke welvaart bevorderd
en verspreid wordt, wenschen wij het een ruim
debiet, ook huiten den kring van leden dei-
Maatschappij.
Uit Alphen wordt gemeld: De besmettelijke
longziekte onder het rundvee, die hier in de laalste
jaren voortdurend sporadisch voorkwam, heeft
thans in de buurtschap Den Hoorn blijkbaar een
epidemisch karakter aangenomen. Op den stal
van een veehouder, een stal waarvan men qualita-
tief en quantitatief wellicht de weerga in Zuid-
Holland niet vindt, zijn in drie dagen 5 runderen,
als door de genoemde ziekte aangetast, afgemaakt.
Het stoomschip Madura, kapt. Ordeman,
van Nieuwediep naar Batavia, is gisteren te onge
veer 1 uur te Southampton aangekomen. Het
schip had gedurende den overtocht mistig weer.
De meest edele menschen worden vaak
belasterd. Nauwelijks was eene beschuldiging uit
gesproken tegen Von Ranzow c. s., of in de
JaVabode kwam een artikel, dat een blaam wierp
op den heer v. Lawick van Pabst, notaris en
vendumeester te Djocjokarta. Deze, in het bewust
zijn zijner onschuld, heeft, gezwegen, maar nu de
rechter tegenover den laster de eer van dien
notaris heeft gehandhaafd, doet het ons voor den
journalist uit Java goed, dat hij in zijn blad het
navolgende schrijft
In een overzicht der zaak Von Ranzow c. s.,
indertijd door ons opgemaakt uit de akte van
beschuldiging en geplaatst in het Algemeen Dag
blad van 15 Augustus en volgende dagen, hebben
wij ons over den heer Lawick van Pabst aldus
uitgelaten
„Ook de vendumeester Lawick van Pabst is niet
van alle schuld vrij te pleiten. Indien hij met
meer nauwgezetheid zijne verplichting was nage
komen, omschreven in artikel 62 der vendu-instructie
in Staatsblad 1819 N°. 81, om dadelijk na. den
afloop van elke vendutie elke bladzijde der vendurol,
met aanteekening van het getal koopjes, door zijne
handteekening te authentiseeren, pn voorts op de
eerste en laatste bladzijden het getal der bladzijden
en der koopjes bekend te stellen, iets wat in
verband met het bepaalde bij artikel 13 der 1ste
instructie in Staatsblad 1822 N°. 39, dat de
vendumeesters der zoogenaamde particuliere vendu
kantoren eenig en alleen aansprakelijk en verant
woordelijk zijn voor de rendementen der door, hen
gehouden verkoopingen, ook in zijn eigen belang
wenschelijk ware geweest, dan komt het voor,
dat het geknoei van Apfel in de vendurollen eerder
ontdekt had moeten zijn. De schuld van den vendu
meester Lawick van Pabst is echter slechts een
gevolg van een te groot vertrouwen in zijn minder
personeel."
Nu wij tijd en gelegenheid hebben gevonden
om het vonnis van 22 October door te lezen,
dat in de afzonderlijke uitgaaf der firma De Groot,
Kolf! en Co. te Samarang niet minder dan 173
bladzijden telt, moeten wij op dat betrekkelijk
ongunstig oordeel terugkomen. Op bladz. 147 toch
wordt aldaar op de stelligste wijze door den rech
ter verklaard, dat Von Ranzow „ook de mede
dader, juister gezegd de hoofduiivoerder is van
de geïncrimineerde in de vendu-administratie van
Backer Overbeek en ook in die van den
tegenwoordigen vendumeester getuige
Lawick van Pabst, en in die van's lands kas
bedrevene malversatiën, welke slechtheden ten
opzichte van evengenoemden getuige (Lawick van
Pabsl) zoo listig en slim en berekend
werden uitgevoerd, dat zij aan zijn ge
regelde controle moesten ontsnappen."
Dit is niet de eenige plaats in het vonnis,
welke de onschuld van den lieer Lawick van
Pabst boven alle verdenking stelt; doch die ééne
is voldoende om hetgeen vroeger en later ten
nadeele van dien ambtenaar verhaald en zelfs
naar Nederland overgebracht is (wij herinneren
aan het belachelijk gerucht, dat de heer Van
Pabst, vreezende als beklaagde en niet als getuige
te zullen gedagvaard worden, reeds voor de terecht-