LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4567.
A0. 1874.
Donderdag
31 December.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per post1*40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meern 0.171.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Evenals zulks in andere plaatsen ge
schiedt, staat thans ook de gelegenheid open, om
in deze courant Nieuwjaarswenschen a 50 cents
te plaatsen. De inzending van zoodanige adver-
tenliën kan tot Donderdag-middag te drie uren
geschieden.
STADS-BERICHTEN.
De BURGEMEESTER van LEIDEN brengt bij
deze ter algemeene kennis dat, blijkens mede-
deeling van den heer dijkgraaf van Pvijnland, door
hel voortdurend spuien, te Katwijk het ijs
zeer gevaarlijk is te achten.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 30 December 1874.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN.
Gelet op het raadsbesluit van den 29sten December 1870,
gewijzigd den 30sten November 1871, regelende de heffing
eener plaatselijke directe belasting goedgekeurd bij konink
lijk besluit van den llden Januari 1872, n°. 20, waarbij
tevens is aangehaald de verordening regelende de invor
dering dier belasting;
Brengen ter kennis van de belanghebbenden, dat met
de uitreiking der beschrijvingsbiljetten voor die belasting
voor het jaar 1875 op Zaterdag den 2den Januari 1875
een aanvang wordt gemaakt, wordende de belastingschul
digen uitgenoodigd de daarin vervatte vragen behoorlijk,
bepaald en zonder voorbehoud te beantwoorden, en daarbij
tevens mede te werken tot datgene wat noodig is om deze
beschrijving ordelijk te doen afioopen.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 30 December 1874.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien de adressen van1°. Hendrik Van Soest en
Gerrit Yerwcr, en 2°. Willem Christian 11 Smit Junior,
banketbakker, waarbij zij vergunning vragen tot het houden
eener bergplaats van brandstoffende Iste in het pakhuis
in de Bokken- of Mana-Gijzensteeg n°. en de 2de in
het perceel in de Diefsteeg n°. 43;
Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit van 31 Januari
1824 (Staatsblad n°. 19);
Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en be
woners van de naast bijgelegene en belendende panden,
ten opzichte der informatiën de commodo et incommodo, door
Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op
het Raadhuis dezer gemeente, op Maandag den 4den
Januari aanstaande, 's voormiddags te elf uren; zullende
de belanghebbenden verplicht zijn hunne bezwaren tegen
die verzoeken op dien tijd in te brengen, terwijl, bij ver
zuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de
inwilliging met te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 30 December 1874.
LEIDEN, 30 December»
Naar liet Vacl. verneemt zal Z. M. de Koning
de viering van het derde eeuwfeest der Leidsche
hoogeschool, op 8 Febr. e. k., met zijn legen-
woordigheid vereeren.
De Staatscourant behelst het verslag van
het van 15 Juni tot 15 Juli 11. gehouden examen
voor O.-I. ambtenaar aan de rijksinstelling alhier.
De geneeskundige raad in deze provincie
vergaderde gistermiddag in Den Haag onder voor
zitterschap van den provincialen inspecteur van
den geneeskundigen dienst, Dr. L. J. Egeling.
Eene korte bespreking werd gevoerd over som
mige onderwerpen der gedrukte mededeelingen.
Bij die betreffende typhus werd van gedachten
gewisseld over het niet opgeven door de Leidsche
medici van lijders aan die ziekte, aan het gemeen
tebestuur of den inspecteur. De vraag of by het
zich voordoen van besmettelijke ziekten aan den bur
gemeester daarvan behoort te worden kennis
gegeven, werd bevestigend, die of de burgemeester
op zijne beurt aan den inspecteur opgaven moet
geven, ontkennend beantwoord. Het voorkomen
van gevallen dier ziekte, die gebleken is niet het
minst bij den gegoeden stand in Leiden te heer-
schen, werd door eenige leden bevestigd, die met
afkeuring van het achterhouden der aangifte, tot
eene strafvervolging wenschten over te gaan, een
maatregel die den inspecteur minder doeltreffend
voorkwam uit vrees dat men daarin niet slagen zou.
Overeenkomstig zijn voorstel om den burge
meester van Leiden inlichtingen te vragen en de
medici, ook bij het academium] nosocomium, bij
wijze van circulaire aan hunne verplichting tot
aangifte te herinneren, werd besloten.
Prof. Evers bracht den ellendigen toestand der
militaire kazernen op hygiënisch gebied ter sprake.
De schadelijke inrichting dier gebouwen, verre
beneden die van cellulaire gevangenissen, is de
oorzaak dat jongelieden, die er gezond aankomen,
na korten tijd met ongeneeslijke ziekten naar
huis keeren, waarvan het gevolg is, dat de staat
beroofd wordt van menig nuttig soldaat. In den
plicht om daartegen te waken vond hij aanleiding
om de kazernen te doen uilmaken een punt van
onderzoek bij den werkkring van den geneeskun
digen raad, weshalve hij een onderzoek naar den
toestand aanbeval.
De inspecteur en verschillende leden stemden
met den heer Evers in. Ken hunner gaf inlich
tingen omtrent den ellendigen toestand van de
infanterie-kazerne bij de Morschpoort te Leiden,
waarvan door den heer Evers was gewaagd, zoo
wel wat betreft de ongezondheid van het gebouw
als de vochtige atmosfeer die er heerscht. Ook
werd dit bevestigd door den adjunct-inspecteur,
die, zich overigens vereenigende met het denkbeeld
tot het instellen van een onderzoek, er bijvoegde
dat dit ook den voor de gezondheid hoogst nadee-
lingen invloed van andere kazernen zou aan het
licht brengen, o. a. van die van Gorcum.
Het voorstel van den heer Evers droeg de goed
keuring der vergadering weg. Het onderzoek naar
den toestand der kazernen zal door hem met den
inspecteur worden ingesteld, een rapport deswege
aan de vergadering uilgebracht, met bijvoeging
van eene uniforme handleiding over de inrichting
dier gebouwen. Ook ten aanzien van een ander
deel der hygiëne zal een onderzoek worden inge
steld en voor de zomervergadering daaromtrent
worden gerapporteerd door prof. Evers en Dr.
Vaillanlde inrichting van een of meer nor
maalscholen tot vorming van leeraren in de gym
nastiek.
De ontwikkeling van den mensch door gymnas
tiek was door eerstgenoemden ter sprake gebracht,
die de wenschehjkheid betoogde van goed onder
wijs in dat vak, waardoor de gymnastiek geen
kunstenmakerij maar een middel tot ontwikkeling
der spieren zou zijn. De heer Mess trachtte door
verschillende voorbeelden aan te toonen dat èn
de localiteit èn de mindere bekwaamheid der
onderwijzers zeer ten nadeele van het goede doel
werkten dat die kunst beoogt, doch de heer Vail-
lant wees op den vooruitgang van de gymnastiek,
op de vereischten die gesteld worden voor de
bekwaamheid van gymnastiekmeester en op de
theoretische en practische kennis die de candidaten
moeten bezitten. Ook hij juichte het denkbeeld
van den heer Evers om de belangen van dat on
derwijs in den Raad ter sprake te brengen,
zeer toe.
Ten slotte werd eene breedvoerige discussie
gevoerd over het in de Tweede Kamer aanhangige
wetsvoorstel, waarb'y' de tandmeesters tot de uit
oefening van hun beroep worden toegelaten zonder
daarom genees- of heelkundigen te zijn. Het was
vooral de heer Vaillant die dit hoofdbeginsel der
wet bestreed, omdat hij van meening was dat om
de tandheelkunde uit te oefenen men kennis van
van het geheele lichaam van den patiënt moest
bezitten. Verscheidene leden stemden met dit ge
voelen in en kwamen er tegen op, dat inde wet
van 1865 reeds nu, na hare korte werking, eene
verandering wordt voorgesteld, die volstrekt niet
noodig is en waardoor voor wezenlijke dentisten
de bodem zou worden ingeslagen.
Na breedvoerige gedachtenwisseling, waarbij zich
een groot verschil van meening omtrent deze zaak
openbaarde, is aangenomen een voorstel van den
heer Vaillant, luidende: „De geneeskundige raad
betreurt het voorstel om met betrekking tot de
tandheelkunde thans reeds wijziging te brengen
in de wet van 1865 en geeft hiervan aan de
hooge regeering mededeeling."
Het stoomschip Hollandvan Rotterdam
naar Batavia, is 28 dezer te Aden aangekomen en
heeft den volgenden dag, na steenkolen ingenomen
te hebben, de reis voortgezet; de Tromp, van
Batavia naar Rotterdam, is 25 dezer Point de
Galle gepasseerd.
Maandag-avond is de Sarphali-commissie te
Amsterdam vergaderd geweest, en door haar be
sloten dat het gedenkteeken ter eere van wijlen
Dr. Samuel Sarphati zal bestaan uit eene monu
mentale watergevende fontein, Sarphati en zijne
werken plastisch voorstellende. De wensch werd
daarbij geuit, dat deze fontein geplaatst zou wor
den tusschen de beide Sarphati-straten, het Wees-
perplein en de brug die naar den Rijnspoorweg
leidt. Ten slotte werd besloten een wedstrijd uit
te schrijven, tot het inzenden van plannen voor
een monument. De commissie telt thans 144 leden.
Naar men verneemt zal aan generaal Van
Swielen in de maand Januari te Amsterdam de
gouden beker worden uitgereikt.
Maandag-avond is de Amsterdamsche feest
commissie van 11 Mei jl. ontbonden door haren
voorzitter, nadat zij des burgemeesters dank had
ontvangen voor hare bemoeiingen en zoo gelukkig
geslaagde pogingen. Een som van ongeveer dui
zend gulden blijft als batig saldo der rekening en
zal, als bijdrage voor het nationaal huldeblijk,
den Koning worden toegezonden.
Den 8sten Januari e. k. moet in het Nieuwe-
diep overgaan aan boord van het via Suez naar
Batavia bestemde stoomschip Koning der Neder
landen een detachement sterk 100 militairen,
waaronder 6 onderofficieren. Het hevel is opge
dragen aan den van verlof naar Indië terug
keerenden majoor der infanterie O. H. J. Muller,
terwijl tot het medegeleide zijn bestemd de 2de
luitenants van hetzelfde wapen J. C. P. Mossel
(vergezeld van zijne echtgenoote), A. A. C. Har-
ting en R. Bakkers.
Aan den heer W. A. Terwogt, theol. dr.
en pred. te Simonshaven, is door het prov. kerk
bestuur van Zuid-Holland eervol ontslag verleend,
in te gaan 16 Januari e. k.
De 1ste luitenants der cavalerie Jhr. A.
W. Wuppermann en Jhr. M. B. W. Des Tombe
worden met 1 Mei a. s. eervol ontheven van de
functiën van onderwijzer bij den wetenschappe-
lijken cursus der cavalerie te Haarlem, zullende
deze inrichting met dien datum by het daar ia.