C. Eigeman. (4de klasse). Prijzen: B. J. Wilhelmy Damsté,
M. A. Ter Laag, G. F. Vos, L. H. G. De Vogel. Eerv.
vermelding: G. H. Sijthoff, E. Couvée, A. v. Iperen. Be
vorderd: B. J. Wilhelmy Damste, M. A. Ter Laag, G. H.
Sijthoff, G. F. Vos, J. E. Convée, L G. H. De Vogel.
Fiool (3de klasse). Prijzen: S. Z. Vos, W. v. d. Blij, J. G.
Arentz. Eerv. vermelding: K. J. Muller, F. W. II. Rijke,
C. Sijthoff, W. C. Blankwaard, A. Parmentier, A. D. J. Van
't Hooft, G. J. Bos, G. Bertrand, A. Bcuth, C. Weijhenke.
Bevorderd: K. J. Muller, F. W. H. Rijke, O. Sijthoff, W.
C. Blankwaard, A. Parmentier, A. 1). J. Van 't Hooft, G.
Bertrand, A. Beuth, S. Z. Vos, W. v. d. Blij, J. G. Arentz.
Viool (éde klasse). Prijzen: W. Stokhuyzen. Bevorderd:
"W. Stokhuyzen.
Clarinet (4de]klasse). Prijzen: W. v. d. Blij. Bevorderd:
W. v. d. Blij.
Koperen blaas-insiruraenlen (3de klasse). Eerv. vermelding:
J. Fiolet, J. Plantfeber, J. Arentz.
Theorie (3de klasse). Prijzen: J. M. Van Geenen. Eerv.
vermelding: J. Vreeswijk
Ticeede Zaïujldasse. Prijzen: M. W. G. Grasstek, C. A. Pijn
appel, G. C. Sijthoff, P. S. Maas Geesteranus, A. A. Kolff, G.
E. Kolff, N. D. A. Van 't Hooft, E. W. Van 't Hooft, J. E.
Van HcttiDga Tromp, D. Van Hettiüga Tromp. Eerv. ver
melding: W. Boonacker, M. J. De Loos, C. Wilhelmy Damsté,
M. J. Du Rieu, E. J. Stallinga, E. C. Roelants, J. P. De
Bruyn Kops, C. H. Keuker, M. C. A. Van Steeden, B. Van
SteedeD, E. H. Van Steeden, J. R. De Vassy, L. Springer, W.
Rauwenhoff, H. G. HageD, W. C. Koopmans v. Boekeren, J.
A. N. Kraat, A. L. Couvée. Bevorderd: C. A. Pijnappel,
M. J. De Loos, J. F. J. Simon Thomas, N. D. A. Van't Hooft,
E. W. Van 't Hooft, J. E. Van Hettinga Tromp, D. Van
Hettiüga Tromp, C. Eigeman, J. I. Rinkes, L. Springer en W.
C. Koopmans v. Boekeren.
Hedenavond te halfzeven heeft de uitvoering
der hoogere klassen plaats.
Aan de Leidsche hoogeschool is bevorderd
tot doctor in de geneeskunde de heer A. Voute Jr.,
geb. te Amsterdamaan de Groningsche lot doc-
ter in de godgeleerdheid de heer E. C. Grave-
rneyer.
Gisteren overleed in Den Haag in 77-jarigen
ouderdom Dr. J. Bosscha, een man die het grootste
gedeelte zijns levens aan de wetenschap heeft ge
wijd, en in verschillende, soms hoogst gewichtige
betrekkingen is werkzaam geweest. Als vaderlandsch
historieschrijver verwierf hij een vervollen naam,
vooral door zijn „Leven van Koning Willem II."
Z. M. heelt benoemd tot burgem. der
gem. Nijkerk J. H. Krudop, onder toekenning van
eervol ontslag als burgem. der gem. Hoevelaken;
herbenoemd tot burgem. van: Amersfoort Mr. A.
G. Wijers; Bunschoten, W. Beukers; Jaarsvelden
Lopik, S. J. Van Nooten; Utrecht, Mr. N. P. J.
Kienden 2den luit. A. A. C. Hal ting, van het
'2de reg. inf., overgeplaatst bij het wapen der inf.
van het leger in Oost-Indië.
Gemengd. Nieuws.
Woensdag -morgen te ongeveer 4 uren
ontstond brand in de turfschuur van de kalk
branderij „Meerwijk" onder Koudekerk. Door den
hevigen noorderwind werden de vonken en stukken
brandende turf tot aan de overzijde van den Rijn
geworpen, zoodat daar twee boerenwoningen groot
gevaar liepen eveneens door het vernielend element
te worden aangetast. Dank echter de krachtige
werking van de brandweer der gemeenten Koude
kerk, Alphen, Hazerswoude en Leiderdorp zijn
die woningen gespaard gebleven. Om zich een
denkbeeld te maken van den vuurgloed zij nog
vermeld, dat in de genoemde schuur zich bevonden
'1000 ton turf en '1'200 hectoliter steenkolen,
welke massa, door den feilen wind aangeblazen,
geheel is verbrand. Hoogstwaarschijnlijk is de brand
■ontstaan door vonken uit een der kalkovens van
genoemde fabriek.
Het prov. gerechtshof van Gelder
land heeft bij arrest van gisteren Willem Wil-
lernsen, smidsknecht, oud 20 jaar, wegens op
■den 30sten September II. op den doofstommen
Freriks, te Winterswijk, gepleegden manslag, tot
vijf jaren tuchthuisstraf veroordeeld.
Woensdag-middag zijn door een vis-
schersschuit te Hellevoetsluis aangebracht 11 per
sonen, die van een in de Noordzee op de lading
drijvende Noordsche bark gered zijn.
Gisteren is de geregelde dienst van
den Holl.-IJzeren Spoorweg naar Rotterdam over
de Schie hervat. De Maatschappij heeft door het
ongeluk eene schade van ruirn een halve ton
geleden.
INGEZONDEN.
De heer R. Koopmans van Boekeren heeft
gisteren in dit dagblad ter sprake gebracht het
alhier verbreide gerucht, dat onlangs door eenige
jongelieden in deze stad eene kat zoude zijn ge
marteld en vermoord. Of hetgeen men verhaalt
al dan niet overeenkomstig de waarheid is, weet
de heer Van Boekeren niet, maar voornamelijk
in het laatste geval is volledige opheldering z. i.
dringend noodig, want zelfs „mannen van aan
zien" hechten reeds geloof aan hetgeen te dier
zake algemeen wordt medegedeeld. Tegenspraak
wordt alsdan vereischt, „te meer daar de be
schuldigde personenworden aangeduid als
leden van een corps, op welks banier nooit smet
ten kleefden, en voor de handhaving van welks
eer niet alleen zijne leden, rnaar alle rechtschapen
burgers der academiestad, zoo noodig, moeten
opkomen."
Langen tijd heb ik gepeinsd over de beteekenis
der woorden: „te meer," over de betrekking, die
er, volgens den heer Van Boekeren, beslaat tus-
schen dat corps (waarschijnlijk het Leidsche stu
dentencorps) en de kattengeschiedenis, over het
verband tusschen de van smetten vrije banier en
het tegenwoordige salon-discours. Toch zie ik
schoon lid van genoemd corps mij genoodzaakt
te verklaren, niet te hebben kunnen komen tot
een bevredigend resultaat, den zin dier ontboe
zeming niet te hebben kunnen begrijpen.
Is eene doode kat, ten einde gelijk gezegd
wordt van de pooten sigarenpijpjes te maken,
ontleed geworden, dan aarzel ik geen oogenblik
orn die handeling als walgelijk te qualificeeren.
Is, zooals anderen verhalen, wat tevens onbe
wezen is, het dier tot bovengenoemd doel
opzettelijk vermoord, dan ken ik g e e n e bewoor
dingen, die sterk genoeg zijn om mijne verachting
omtrent die daad te uiten. Maar het Leidsche
studentencorps heeft met die geruchten niets van
noode. Elk mensch leeft, zelfs van nature, in tal
van verbanden, maakt deel uit van onderschei
dene kringen. „Quot qualitates, tot personae".
De heer Van Boekeren zag dit in zijn schrijven
ten eenenmale voorbij. Elk lichaam, elke vereeni-
ging, uitgenomen de menschheid in haar geheel,
omvat slechts ééne, althans nimmer alle zijden
van het menschelijk bestaan. Men heeft dus altoos
nauwkeurig te onderzoeken of iemands daad in
strijd is met de plichten, die hij als lid eener
bijzondere vereeniging te vervullen heeft, en men
hoede zich voor dooreenmenging van ongelijk
soortige grootheden. De leden van een leesmuseum,
van een scherpschultersvereeniging, van een
schoolverbond worden toch allerminst gecompro
mitteerd, doordien een hunner een slecht lid is
zijner familie. Dit mag ook bij het beoordeelen
van het geïncrimineerde feit niet worden uit het
oog verloren. Zij, die van het plegen der gruwel
daad worden beschuldigd, traden in het volvoeren
daarvan geenszins op als leden van het studen
tencorps. Door hen werd gehandeld alleen in
hunne hoedanigheid van privaatpersonen, eene
qualiteit die toch niet verloren gaat door lid te
worden van een studentencorps.
Uit het aangehaalde meen ik te mogen opma
ken, dat, waar de heer Van Boekeren verder de
„bevoegde macht" uitnoodigt een onderzoek naar
de waarheid der geruchten in te stellen, ZEd. daar
mede den Senaat van het corps bedoelt. Ware
het echter dan niet wenschelijk geweest, dat de
heer Van Boekeren vooraf zich had ingelicht aan
gaande de wetten van die vereeniging? Dan im
mers zou door ZEd. niet alzoo zijn geschreven,
want dan had ZEd. gezien, dat een lid van
ons corps alleen voor de vierschaar onzer ver
eeniging kan worden gebracht, als door hem de
„inwendige orde" is verbroken of de „uitwendige
eer" geschonden. Dat het eerste niet plaats greep,
zal door ZEd. aanstonds worden erkend. Maar
ook aan de uitwendige eer vergrepen de aan
geklaagden zich niet. Waren genoemde heeren
opgetreden openlijk met de bewering, dat het
Studentencorps hen had aangesteld tot villers
of kattenmoordenaars, dan zouden er termen
zijn om hen schuldig te verklaren aan het
vergrijp, dat ons corps door hen was gecom
promitteerd tegenover de buitenwereld. Hier ver
valt zelfs het allereerste vereischte van te hebben
gehandeld in het publiek. Maar bovendien, zij deden
niets als leden van het corps. En de heer
Van Boekeren zal toch niet wenschen, dat in
strijd met de wet die personen zullen worden
gericht
In zooverre is dan ook geheel onjuist de be
wering des heeren Van Boekeren, als hadden tg
heden nooit soortgelijke schanddaden ongestnj
plaats gegrepen onder de leden van ons corn
want dan immers zou onze nu onbezoedelde ban;
bevlekt zijn. Het Studentencorps begreep dan echt
dat het oordeelen over die feiten niet lag binm
zijne competentie. Voorwaar, zoo door elke ze
laakbare handeling van een der leden van li
corps - ook al was het nu geen kattenmoord-
onze banier besmet was, dan zou haar oorsprong
lijke kleur niet meer te ontdekken zijn. Wa0
ook studenten zijn nooit volmaakt.
Echter erlange de heer Van Boekeren tevens de ge
tuigenis dat wij, als privaat personen, allerminst d
zaak met onverschilligheid hebben aangehoord
maar dat ook in onze vereeniging, evenzeer al
daarbuiten, de publieke opinie ten hoogste vei
ontwaardigd is over de haar ter ooren gekoma
daden.
De heer Van Boekeren behoeft alzoo niet ti
vreezen dat het Leidsche Studentencorps niet
meer voor deszelfs eer opkomt en dat nu 'ZEI
als een der „rechtschapen burgers der academe
stad" daartoe genoodzaakt zoude zijn.
Ik eindig met de verzekering dat waar hst
Leidsche Studentencorps ten onrechte wordt be
schuldigd, de aanklager zal worden teruggeslage
met al de fierheid eigen aan hen, die leden zj
van eene vereeniging met een onbesmette banie
D. P. D. Fabius.
Leiden, 10 Dec. '74.
BUITENLAND.
JU) rxitsclilari el-
Gisteren werd de zitting (proces Arnim) I
kwart over tienen geopend. Er werd voorleziij
gehouden van verschillende berichten van HohenM
over de vermiste stukken, en van de daarover
voerde correspondentie.
Op de vragen van den president erkende Aim
de juistheid der voorgelezen stukken, van we!
een aantal nog den 3den dezer door hem ten
gegeven werden. Andere schrifturen, die niet
schikt geacht konden worden om aan anderen
worden medegedeeld, heeft hij als particu!
eigendom beschouwd en sedert Juni 187-4, toi
hij algemeen als vijand van het rijk werd ge
brandmerkt, buiten de grenzen van Pruisen i
veiligheid gebracht. De voorzitter merkte op, da
op alle minislerieele aanschrijvingen, ééne slecht
uilgezonderd, zeer dwaze kantteekeningen (ale
Oho! Nanullnstruirt eure Kosaken be<
ser!) voorkomen. Arnim verzocht deze opmei
kingen niet mede voor te lezen. Na een lang debit
over het voorlezen der door Arnim teruggehoudei
ministerieele aanschrijvingen en rapporten, besloet
het gerechtshof voor alsnog slechts de aanschrij vinges
en niet de rapporten te laten voorlezen. Hiero;
geschiedde voorlezing van eenige documenten
waaromtrent den bekt. vragen werden gedaan. 1);
zitting werd vervolgens tot 3 uren geschorst.
Na de heropening der zitting werden de Mj
overig zijnde schriftelijke stukken voorgelezen
Daarna werden de getuigen gehoord. De heel
Wesdehlen bevestigde wat gezegd was omtrent
het gebrekkige der localiteit van het gezantschaf
te Parijs. Hij en Holstein hadden dikwerf de sleutels
van het archief om stukken daaruit te krijgen
De getuige Hammersdorfer gaf de mogelijkheid
toe, dat eenige stukken verlegd konden zijn. Da
beschuldigde, zeide hij, was zeer bijziende en legde
dikwerf stukken op een verkeerde plaats.
Telegrammen.
LONDEN, 10 December. De waarneming van
den overgang van Venus voorbij de zon is te
Calcutta bijzonder goed gelukt. De intrede in het
bereik der zonneschijf begon te 7 u. 56 rn.; Ie
10 u. 5 bereikte Venus het midden der schijf en
te 12 u. 13 m. was de overgang geëindigd.
MADRID, 10 December. De scherpe toon in de
boodschap van den president Grant heeft hier een
pijnlijken indruk gemaakt. Men gelooft, dat het
eenige doel daarmede is, om op de verkiezingen
te werken.
Gisteravond heeft Serrano de hoofdstad
verlaten met bestemming naar het Noorderleger.