EIDSCH
DAGBLAD,
N°. 4551.
A0. 1874.
Vrijdag
II December.
ONTWERPEN en PLANNEN.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADYERTENTIEN:
Van 1G regelsf 1.05.
Iedere regel meer0.17J.
Groolere letters naar plaatsruimte.
„De uitzondering bewijst den regel", zegt men
lel eens, en hoewel er heel wat op die spreek-
loonlelijke uitdrukking zou zijn af te dingen,
illen wij haar voor het oogenblik tot de onze
laken, omdat, ja, omdat wij voor dezen keer
:ns willen afwijken van den regel dien wij ons
igenover onze lezers hebben gesteld. Wij zullen
eens een kijkje nemen in de Tweede Kamer,
aar dan ditmaal ook slechts bij uitzondering en
len bewijze dat bij ons de regel meebrengt
6'fcs buiten de kamerdebatten te houden.
Och neen, legt nu het Leidsche Dagblad
iet ter zijde. Het onderwerp, dat wij zullen be-
Breken, hoort volstrekt niet thuis bij de politiek;
j,ft dat opzicht is het dood onschuldig, maar toch
ior een academiestad als de onze van het hoog-
:e belang. Maandag 11. toch kwarn bij de beraad-
laging over Hoofdstuk V, Binnenlandsche Zaken,
ik het Hooger Onderwijs aan de orde, en daar
|it in zoo nauw verband staat met Leidens wel-
iart, willen wij onzen lezers het een en ander
'er de discussiën mededeelen.
Het is al zoo lang geleden dat wij aan het hoofd
n ons blad het toen ingediende ontwerp van
iet op het H. O. bespraken, dat, zoo men zich dat
Aer ook nog eens mocht hebben herinnerd, de
ees\en wel zullen gedacht hebben, dat er voor-
fe/st wel niets van zou komen. Dien belangslel-
?nden zal het zeker genoegen doen te vernemen
al er thans meer dan ooit gegronde hoop bestaat
at eerlang een nieuw ontwerp van wet op dat
uk in behandeling zal komen. Neemt men
aanmerking dat de tegenwoordige wet tot
iland kwam in een tijd toen men voor het
cademisch onderwijs heel wat lager eischen stelde,
oen men dat in geheel anderen geest opvatte
lan thans en toen menig vak van wetenschap,
lat nu beoefend wordt, öf geheel onbekend was
•f niet aanmerking kwam, dan zal men licht be
irijpen welk een belemmerenden invloed de tegen-
voordige wet op den gang van het onderwijs
ïiloefent en dientengevolge op de wetenschap in
iel algemeen, daardoor ook op onze hoogeschool
m op de stad onzer inwoning. Onze lezers zullen
lus licht bevroeden dat niet alleen de wereld der
;eleerden belang heeft bij' dat onderwerp, maar
ook Leidens ingezetenen in het algemeen.
Een oogenblik was er sprake van, reeds ter
stond de tractementen der hoogleeraren te verhoo-
gen, doch hoe gewenscht dat ook moge zijn, daar
de inkomsten der professoren ondanks de veran
derde maatschappelijke verhoudingen steeds op
dezelfde hoogte of liever laagte zijn gebleven, toch
verheugt het ons dat men die zaak niet in behan
deling heeft genomen, dewijl wij daarin eenigszins
een waarborg zien voor een spoedige behandeling
van het nieuwe wetsontwerp, waarbij vanzelf die
kactementen ter sprake zullen komen, terwijl,
wanneer men met onderdeelen begon, de hoofd
zaak licht achterwege zou blijven.
Ondanks het vooruitzicht op die wet kan men
natuurlijk alles toch maar niet aan zijn lot over
laten, en zoo kwam dan ook de toestand van het
penningkabinet onzer hoogeschool ter sprake, en
daarbij kwamen al heel treurige bijzonderheden
aan den dag. Het bleek toch dat er ten gevolge
van het gemis van een catalogus een aantal pennin
gen waren verloren gegaan. De tegenwoordige
directeur, die zich met de samenstelling van zulk
catalogus bezighoudt, moet ondanks zijn ge-
inkomen nog knechtswerk verrichten, daar
hem geen custos ten dienste staat. Ook verkeeren
de lokalen van het penningkabinet in zoo slech
ten toestand, dat zij op het oogenblik gesloten
zijn, terwijl het met die van het kabinet van oud
heden niet veel beter gesteld is.
Zulke bijzonderheden zyn niet zeer eervol voor
de eerste academie des lands. Gelukkig dat wij
het nieuwe academiegebouw in het verschiet
hebben met de daarmee verbonden lokalen voor
musea enz. Doch ook niet meer dan in het ver
schiet. Uit de kamerdebatten is nl. gebleken dat
het zelfs nog geen uitgemaakte zaak is dat het
nieuwe universiteitsgebouw op de Ruïne zal ver
rijzen, daar er ook sprake is geweest van het
Rapenburg. Zooveel is zeker dat zij die zich vlei
den met de hoop, dat op den heugelijken 8sten
Februari van het volgend jaar de eerste steen
zou kunnen worden gelegd, zich in hun verwachting
zullen bedrogen zien. Wel verklaarde de minister
van binnenlandsche zaken dat het hem erg zou
tegenvallen als op 8 Februari de stad Leiden niet
kennis zou kunnen nemen van een vastgesteld
plan. Dus ook dat is nog geen zekerheid. Hopen
wij dat het dien hoogen staatsambtenaar eens
erg zal meevallen en wij ons spoedig mogen ver
heugen in het bezit van een nieuw academiege
bouw, nieuwe museum-lokalen en een nieuwe
wet op het Hooger Onderwijs.
LEIDEN, ÏO December.
In de zitting der Tweede Kamer werd
gisteren door de Regeering overgenomen het amen
dement van de heeren Van Naamen en Verheijen
om f 20,000 verhooging, tot uitbreiding der nor
maallessen en de opleidingsklassen. Hiervoor had
de heer Moens 50,000 voorgesteld, doch dit nu
verminderd op f 30,000, hetgeen is aangenomen
met 39 tegen 34 stemmen.
Wij vestigen de aandacht der belanghebben
den op de gelegenheid tot verzending der corres
pondentie naar Padang en Batavia door middel
van het stoomschip Prins Hendrikwaarvoor de
laatste buslichting aan het postkantoor alhier is
bepaald op 11 dezer, des namiddags te één uur
voor drukwerken een uur vroeger.
Voor een zeer klein publiek hield rnej.
Elize Baart gisteravond in 't Nulsgebouw hare
aangekondigde lezing, 't Ongunstige weder was
waarschijnlijk voor een deel de schuld van de
geringe opkomst, 't Was anders jammer. Mej.
Baart had wel wat meer belangstelling verdiend.
Hare schetsjes „Koket" en „Oude jongejuffrouw"
zijn allerliefst geschreven en ze werden door de
schrijfster niet gelezen, maar met veel smaak voor
gedragen. Blijkens den inhoud dier schetsjes en de
ideeën daarin verkondigd, heeft de schrijfster zich
opgeworpen tot strijderes voor de zoogenaamde
emancipatie der vrouw, en 't zou inderdaad te
wenschen zijn dat die zaak door niemand slechter
werd gediend dan door mej. Baart. Er is veel
waars in hare ideeën, en de vorm waarin zij ze
verkondigt, zoowel als hare geheele persoonlijkheid,
is een bewijs dat de verstandige emancipatie nog
volstrekt geen afbreuk behoeft te doen aan het
vrouwelijke in 't karakter der vrouw. Die niet
in de gelegenheid was mej. Baart te hooren, leze
hare schetsjes. Niemand zal zich dat beklagen.
Ofschoon niet gewoon melding te maken
van het jaarlijksch concert door het gezelschap
Sempre Crescendo ten voordeele der alge-
meene armen gegeven, zullen wij, daar er ditmaal
iets zeer bijzonders van te zeggen valt, een enkel
woord ten beste geven over dat van j.l. Dinsdag.
De zaal was zeer goed bezet en het concert
mag als goed geslaagd worden beschouwd. Als
solisten traden op mej. Aafke Kuypers en de
heer Skalitsky. Beiden hebben hun reeds gevestig-
den naam op schitterende wijze gehandhaafd.
Onze landgenoote mej. Kuypers, een jeugdige
chanteuse, die voor de eerste maal te Leiden
optrad en die belangeloos hare medewerking voor
dit concert heeft geschonken, heeft bewezen een
grondige school te hebben doorloopen. De jeugdige,
frissche altstem belooft veel voor de toekomst, vooral
wanneer die in omvang zal zijn toegenomen.
Dat hare verschijning hoogst aangenaam was voor
het publiek, bleek uit het levendig applaus en
het aanbieden van het eerelidmaatschap van
Sernpre Crescendo, dat haar te beurt viel.
Wij hopen van harte dat zij nog dikwijls in
ons midden moge terugkeeren.
Wat den heer Skalitsky aangaat, zijn spel blijft
even geacheveerd en rneesleepend als altijd. Maar
lof hierbij te voegen is zeer onnoodig.
Hopen wij dat de commissie met dit concert
haar doel bereikt heeft.
De heer A. Vreede, privaat-docent aan de
rijksinstelling voor onderwijs in de Indische land-,
taal- en volkenkunde alhier, heeft bedankt voor
de hem aangeboden betrekking van leeraar in de
Javaansche taal aan het gymnasium Willem III
te Batavia.
Dr. F. Kessel is benoemd tot tijdelijk adsis-
tent bij de scheikunde aan de hoogeschool alhier.
Z. M. heeft tot het geven van advies aan
den minister van binnenlandsche zaken betreflende
de behartiging van de belangen der Nederlandsche
inzenders bij de internationale tentoonstelling van
voortbrengselen van nijverheid, kunst, enz., die
in 1876 te Philadelphia zal worden gehouden en
tot het bevorderen van die belangen onder
oppertoezicht van genoemden minister, eene hoofd
commissie ingesteld, en benoemdtot lid en voor
zitter den heer Dr. E. H. Von Baumhauer; tot leden,
de heeren: Jhr. F. De Casembroot, A. H. Eigeman,
Jhr. P. Hartsen, Jhr. J. E. Van Heemskerck van
Beest, H. C. Van der Houven van Oordt, Dr. W.
J. A. Jonckbloet, D. Van der Keilen Jr., L. C.
Van Kerkwijk, M. M. De Monchy, Dr. J. Th.
Mouton, C. J. Van der Oudermeulen, R. C. Burlage
en L. Werstergaard.
Mr. Groen van Prinsterer heeft f 500 ge
schonken aan de theologische school te Kampen,
by gelegenheid der feestviering van haar twintig
jarig bestaan.
Aanstaanden Zondag zal in Den Haag de
tweede openbare meeting plaats hebben van de
afdeeling der vereeniging ter bevordering van het
volksonderwijs in Nederland, waarin het debat
zal worden gevoerd naar aanleiding van het ge
sprokene door den heer Moens ter vorige verga
dering, over den toestand van ons volksonderwijs.
Mr. A. Kerdijk zal als spreker optreden.
Tot lid der provinciale staten van Zuid-
Holland in het kiesdistrict Dordrecht en Dubbel
dam is gekozen de heer D. W. Stoop, met 220
van de 371 stemmen.
Het stoomschip Javavan Batavia naar
Nieuwediep, is 8 December te Port-Saïd aange
komen en heeft den volgenden dag, na steenko
len ingenomen te hebben, de reis voortgezetde
Prinses Amalia, van Nieuwediep naar Batavia,
is 9 December des ochtends te Port-Saïd aange
komen.
Z. M. heeft J. H. Pinckers, veearts te Gulpen,
die na afgelegd examen de bevoegdheid tot uit-