er belang bij te weten, of het genoemde gerucht waarheid behelst of leugen, en, zoo 't een feit is wat men vertelt, of die zaak al of niet in den doofpot is geduwd. R. KOOPMANS VAN BOEKEREN. Mijnheer de Redacteur Zij die gisteravond de voorstelling van „Horace" hebben bijgewoond, zullen zich herinneren dat onder de derde acte eenige personen op de galerij luide blijken van hun dronkenschap gaven. De heer Gibeau, die daarmee het meest gehinderd werd, staakte eindelijk zijn spreken, te meer daar de dronkaard zijne geluiden en gebaren trachtte na te bootsen. Na een eenparig: „Er uit", dat uit het parterre opsteeg, werden de dronkaards door de politie verwijderd. Naar ik van een galerijbezoeker heb vernomen, zijn die dronkaards reeds van het begin der voor stelling af (te beginnen met Les Plaideurs) voor hunne naburen hinderlijk geweest door te praten, te lachen enz. Zij waren reeds beschonken bij hun binnentreden en hadden tot overmaat van ramp nog een flesch bij zich, welke zij zeer spoedig het leven hebben benomen. Onder de pauze stonden zij in de koffiekamer op de beenen te waggelen. Een van genoemd drietal scheen zeer onverschillig omtrent wat op 't tooneel voor viel, ten minste hij heeft zich wel vijfmaal voor een oogenblik verwijderd, hetgeen dan gepaard ging met struikelen, hard sluiten der deuren enz. Wat ik in het L. D. van 27 Nov. heb gezegd, herhaal ik in ditMen had immers die mannen even goed vroeger kunnen verwijderen, of, zoo zij in beschonken toestand den schouwburg zijn bin nengekomen, hun den toegang kunnen weigeren. Indien het waar is dat de politieverordening luidt, dat beschonken personen eerst dan zullen verwijderd worden, wanneer zij kabaal maken, dan vind ik die verordening al even belachelijk als dwaas. Zoo voortgaande zouden wij, in aan merking genomen dat nu reeds twee voorstellingen door dronken lui zijn gestoord, moeten vreezen dat voortaan nog grooter getal beschonkenen in den schouwburg zou komen. Maar de politie leeft en de politie waakt, en zal in het belang van allen en naar den wensch van allen trachten, dergelijke onaangenaamheden te voorkomen en het oproer in zijne geboorte te smoren. De bedoelde veror dening is toch wel voor verandering en verbete ring vatbaar J. BUITENLAND. Frankrij li. Zooals reeds gemeld werd, heeft de hoogleeraar Chauffard den lsten dezer zijne lessen aan de geneeskundige school hervat. De studenten hielden zich rustig. Maar van de 300 a 400 studenten die hét vierde studiejaar zijn ingetreden, hebben zich slechts een veertigtal voor zijn college laten inschrijven, en zelfs onder dat aantal waren er verscheidene, die de college-zaal, staande de les, verlieten. De heer Chauffard was hierover zicht baar getroffen. De Libertê meent nu te weten, dat de heer Chauffard voornemens is verlof voor eene reis aan te vragen; en wordt hem dit ver leend, dan zal een ander zich lijdelijk met zijne lessen belasten. Volgens La France heeft Duitschland aan de Fransche regeering het verlangen te kennen gegeven om in onderhandeling te treden tot het sluiten van een tractaat tot regeling der quaestie betreffende den letterkundigen eigendom. Grroot-I3i*it^innië. Krachtens een besluit van koningin Victoria, kort geleden door den Engelschen gouverneur aan de negerhoofden plechtig meegedeeld, heeft de slavernij aan de Goudkust opgehouden als een wettige instelling te bestaan. Om evenwel den overgang, noch voor de slaven zelf, noch voor hunne eigenaars, te plotseling te doen zijn, is er bepaald dat zoodanige slaven, die bij hun meesters wenschen in dienst te blijven dit zullen mogen doen. Deze tactiek ('t veroorloven van vrijwillige slavendienst) heeft ook in Brilsch-Indié, of in sommige deelen daarvan, op zeer voldoende en geleidelijke wijze de slavernij doen verdwijnen. Geen slavenhouder behoeft, volgens dat stelsel, 2ijn slaven weg te zenden; doch zij kunnen zelf heengaan, zoo zij dit verkiezen, en staan in elk geval tegenover hun meester onder de bescherming der wet. Te Cork in Ierland heeft de politie in eene woning' huiszoeking gedaan en twintig geweren met bajonetten en ammunitie, alsmede werktuigen tot het smeden van wapenen in beslag genomen. De eigenaar van het huis werd in hechtents gesteld. Telegrammen. WASHINGTON, 6 December. De boodschap van den president, die morgen zal gelezen worden, zegt dat de betrekkingen met het buitenland vriendschappel'yk en zonder stoornis zijn, met uit zondering van die met Venezuela, dat de schade loosstelling, toegewezen volgens de conventie van 1866, niet heeft betaald, en die met Spanje, ter zake van de Virginius en door andere netelige onderhandelingen met Spanje betreffende Cuba. De beleediging jegens Amerikaansche onder danen is sedert de laatste boodschap niet ver minderd, die onzekerheid in den stand van zaken kan niet langer voortdurenhet zou noodzakelijk kunnen worden, dat andere mogendheden, samen werkende met Amerika, een einde maken aan den opstand op Cuba, dien Spanje vergeefs tracht te onderdrukken, terwijl de handel van de geheele wereld, vooral die van Amerika, daaronder lijdt, en de vlag van Amerika en Engeland beleedigd wordt. De president had gehoopt dal de hangende onderhandelingen met Spanje zouden zijn beëindigd, doch is in zijne verwachtingen teleurgesteld. De boodschap zegt weinig of niets over de schadeloos stelling; deze zal het onderwerp van eene speciale boodschap uitmaken. President Grant beveelt de hervatting der be talingen in specie met 1876 en het stelsel van vrije Banken aan. Hij zal zijne politiek ten aan zien van het Zuiden blijven volgen tot het einde van zijn presidentschap. De minister van marine maakt bekend dat het effectief der kruisers 15 schepen bedraagt. HONGKONG, 6 December. De Japaneezen hebben den 3den dezer Formosa ontruimd. PESTH, 7 December. De partij van Deak heeft eene bijeenkomst gehouden, waarin eenparig be sloten is de indemniteitswet voor het eerste kwar taal van 1875 onveranderd aan te nemen. De minister van financiën heeft als zijne vaste overtuiging te kennen gegeven, dat, als de be lasting-ontwerpen aangenomen worden, het tekort binnen twee jaren geheel zal verdwijnen. MADRID, 7 December. De bisschop van Urgel verklaart in een brief, dat hij het Carlisme heeft verlaten en don Alphonsus heeft overgehaald des gelijks te doen. De bisschop zal in Urgel blijven, ook als de republikeinen de stad binnenrukken. Serrano zal zich aanstaanden Vrijdag of Zaterdag naar het Noorden begeven, om het opper bevel over het leger op zich te nemen. Het ge rucht, dat de regeering met eenige Carlistenhoofden in onderhandeling is over het eindigen van den oorlog, is van grond ontbloot. LONDEN, 7 December. Twaalfduizend man en dertig stukken zullen van Santander naar Guipuzcoa worden gezonden. Lorna en Blancos zijn reeds derwaarts op weg. Maarschalk Serrano wordt te Logrono verwacht. De Carlisten bedreigen Irun en trachten de benden van het centrum en de troepen van Mendiry in Navarra byeen te trekken. Het Noorderleger heeft talrijke versterkingen te Miranda ontvangen. Laatste berichten. Tweede Kamer. De discussie over het lager onderwijs is heden voortgezet. Een aantal sprekers en ook de minister hebben het woord gevoerd. De laatste heeft verwezen naar zijne vroe gere verklaringen bij het adres van antwoord, maar zou in overweging nemen of wellicht kon overge gaan worden tot benoeming eener staatscommissie tot onderzoek welke wijzigingen in de wet noodig zijn. De heer Moens is daar zeer tegen. De heer Kuyper heeft daarop gerepliceerd. Morgen voort zetting. Z. M. heeft benoemd tot directeur van het postkantoor te Amsterdam J. J. Smit, thans te Utrechttot administrateur van de registr., de hypoth. en het kadaster bij het depart, van financiën M. P. Srnissaert, thans directeur der registr. en dom. in de prov. Zuid-Holland; tot lid van den raad van toezicht op het pensioenfonds voor burgerl. ambte naren Mr. B. Van Hasselt, directeur van het post kantoor in Den Haag. LEIDSCHE SCHOUWBURG. De lang gekoesterde wensch Mile. Agar, de be roemde tragédienne, die reeds het vorige jaar in ons land zoovele lauweren behaalde, ook eenmaal ten onzent te zien, is gisteravond vervuld. Agar trad op als Camille in Corneille's H o r a c e. Die rol is misschien kleiner dan die, waarin men ge woon is een tragédienne te zien optreden, maar mogelijk zou men er moeilijk eene vinden meer in overeenstemming met het eigenaardig talent van deze priesteresse der kunst. De antieke tra- gédie van Corneilie is meer bestemd om aanschouwd dan orn gevoeld te worden. Zij werkt minder op onzen hartstocht dan op ons schoonheidsgevoel. Vandaar dat vooral de onbeschrijfelijk schoone, zielverheffende poses van Agar zoo uitnemend ge schikt zijn om ons dit treurspel te doen genieteiL In haar eenvoudig wit antiek gewaad grijpt zij den toeschouwer aan door de kracht van haar blik, de intonatie harer stem, maar bovenal dooi haar onovertroffen plastiek, en hij volgt haar spel ademloos bewonderend en geheel vervuld van eerbied voor dit goddelijk schoon. Wie Agar niet gezien heeft, kan zich geen voorstelling maken van het verhevene harer kunst, en die haar spel heeft aanschouwd zal het nooit vergeten. Van haar eerste optreden af in de tweede scène der eerste acte grijpt zij ons aan en sleept ons mee en brengt ons in verrukking. Hoe schoon blijkt reeds de kalme maar innig? liefde van Camille voor Curiace, als zij op de licht vaardige taal van Julie On peut changer d'amant mais non changer d'époux, ten antwoord geeft: Donnez-moi des conseils, qui soient plus legitimes. En hoe heerlijk blinkt die reine liefde uit in hare roerende klacht (Acte II, Scène V) II faut bien que je pleure; Mon insensible amant ordonne que je meure: Et quand l'hymen pour nous allume son flambeau, II l'éteint de sa main pour m'ouvrir le tombeau: Ce coeur impitoyable ma perte s'obstine Et dit qu'il m'aime encore alors qu'il m'assassine. Hoe diep weemoedig klonk A gars stem, welk een teederheid maar tevens welk eene kracht spreidde haar spel ten toon, waar Camille in haar gesprek met Sabine (Acte III, Scène IV) deze toe voegt Je le vois bien, ma soeur, vous n'aimates jamais Vous lie connaissez point ni l'amour ni ses traits, etc. Wie zal ooit de poses vergeten, die zij aannam, bij het hooren van de rnare uit den strijd? Wie hare houding toen de tijding van Curiace's dood Camille verpletterde, den toon waarop het enkele woord „hélas!" werd uitgesproken, het onmach tig nederzinken in den zetel en hel langzaam lot zich zelve keeren? Inderdaad, de indruk van die scène was overweldigend. En dan de prachtige alleenspraak in de vierde scène van het vierde be drijf. Hoe meesterlijk wisselden hier de zachte tonen der liefde en de verschrikkelijke klanken der wan hoop elkander af; welk een onheilspellend vuur blonk in de oogen der kunstenaresse, toen Ca mille besloot haren broeder Horace „ce cruel vainqueur" te toonen: Ce que doit une amante a la mort d'un amant. En als dan Horace, trotsch op de behaalde over winning, van haar durft eischen dat zij de herin nering aan den gevallen Curiace verbanne uit haar hart, en bedenke wat zij door hare geboorte aan R.ome verschuldigd is, dan volgt die harts tochtelijke vloek over Rome, waarin Agar door stem en blik en pose zich in hare hoogste kracht openbaart. Machtig, boven alle beschrijving was de indruk van de imprécatie, en nauwelijks was zij geëin digd, of het lang bedwongen enthousiasme gaf zich lucht in daverende toejuichingen die geen einde schenen te nemeneen regen van bouquet- ten daalde neer op het tooneel, en de kunstenares, blijkbaar getroffen door die ondubbelzinnige blijken van waardeering, trachtte met een enkel woord daarvoor haren dank te beluigen, maar werd door

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2