LEIDSCH
DAGBLAD,
N°. 4533.
A0. 1874.
Vrijdag
20 November.
EEN BELANGRIJKE BROCHURE.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommcrs0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADVERTEXTIEK:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meern 0.17$.
Groolere letters naar plaatsruimte.
Weinig tijds geleden hadden wij de gelegenheid
onze lezers er op te wijzen dat het de plicht van
elk Nederlander is, zooveel mogelijk de binnen-
landsche industrie te ondersteunen, waar het
allhans zonder noemenswaardig nadeel kan geschie
den het zal dus zeker geen verwondering wekken
dat wij dit beginsel vooral daar zouden willen zien
toegepast, waar het volgen van een andere richting
den belanghebbenden bepaald nadeel zou berokke
nen. Dat dergelijke gevallen zich wel degelijk
voordoen, blijkt ten duidelijkste uit een brochure,
waarvan de heer Jan L. Terneden op de geluk
kige gedachte kwam een vertaling Ie leveren, die
dezer dagen verscheen bij de firrna G. B. Van
Goor Zonen te Gouda. Dat werkje, dat in het
Duitsch werd uitgegeven op verzoek van eenige
eigenaren van tufsteengroeven en trasfabrikanten
uit de omstreken van Andernach, achten wij een
bespreking overwaardig.
Men behoeft juist geen waterbouwkundige te
zijn, om te weten welk een belangrijken invloed
de hoedanigheid van het mengsel, waarmee de
groolere en kleinere steenen van waterwerken,
fondamenten enz. aan elkaar worden gevoegd, op
de duurzaamheid van die werken uitoefent. Een
der hoofdbeslanddeelen vormt daarbij het tras,
dat aan de kalk de eigenschap schenkt van steeds
harder, te worden, hoe langer zij aan de werking
van het water is blootgesteld. Menige kelder in
onzen drassigen bodem zou, ware hij niet in tras
gemetseld, ten gevolge van vochtigheid geheel on
bruikbaar zijn.
Dat tras nu werd vroeger, voor zoover het bij
ons te lande benoodigd was, ook uitsluitend in
Nederland gemalen van goed tuf- of duifsteen,
dat van Andernach werd aangevoerd, en daar de
«ersle en grootste trasmolens te Dordrecht werden
opgericht, erlangde in het algemeen de goede
soort van dat bouwmateriaal den naam van
„üordtsch tras", van welks goede hoedanigheid
men altijd verzekerd was, daar men de grondstof
zelve hier te lande bewerkte.
In het jaar 1862 werden de inkomende rech
ten op buitenslands gemalen tras van f 5 tol op
f 0,75 verlaagd, doch voor alle groote bouwwer
ken, door den slaat uitgevoerd, bleef het gebruik
van binnenslands gemalen tras voorgeschreven.
Sedert echter laatstgemelde bepaling vervangen
werd door een andere, inhoudende dat voorlaan
elke trassoort, die bij een onderzoek blijken zou
aan zekere eischen te voldoen, zou mogen gebe
zigd worden, werd bijna uitsluitend gebruik gemaakt
van in het buitenland gemalen of liever gefabri
ceerd tras dat, van Brohl afkomstig, veel lager
in prijs, maar tevens veel minder deugdelijk is
en toch aan de voorwaarden, bij de beproeving
voorgeschreven, voldoet.
Wanneer dat werkelijk het geval is, komt men
van zelf tot de gevolgtrekking dat de proefne
mingen, een zoogenaamde naald- en een uilrek-
kingsproef, op een onjuisten grondslag berusten,
en dat is volgens de brochure inderdaad zoo.
De omstandigheden toch brengen mede, dat het
tras bij het onderzoek te korten tijd aan de wer
king van het water is blootgesteld, zoodat men
wel over de hardheid kort na de aanwending,
niet echter over de duurzaamheid kan oordeelen.
Toch bestaat het uit Brohl afkomstige tras, dat
hij de proefneming aanvankelijk evenzeer voldoet,
voor minstens 9/10 uit zoogenaamde tufasch of
"wild tras, een stof die in den vorm, waarin zij
wordt gebezigd, opgegraven wordt, dus niet behoeft
gemalen te worden, daarom legen veel lager prijs
kan worden geleverd, maar telkens een hoogst
gering hydraulisch of aan het water weerstand
biedend vermogen bezit, dus geen duurzaamheid
verleent aan de bouwwerken, waarvoor het wordt
gebezigd. In Duitschland is men daarvan in zoo
hooge mate overtuigd, dat zoowel door de keizer-
lijk-Duitsche en de Pruisische ingenieurs als door die
der grootste spoorwegmaatschappijen in Westfalen
en de Rijnprovinciën het gebruik van Brohler
tras ten strengste wordt geweerd.
Wij komen dus tol deze gevolgtrekking:
1°. Thans gebruikt men in Nederland goedkoop,
maar slecht ingevoerd tra9. 2°. Om zich van
deugdelyk tras te voorzien, moet men zich goed
tufsteen want ook dat wordt vervalscht
uit het buitenland verschaffen en dat in de bin-
nenlandsche trasmolens of fabrieken doen malen.
In den tegenwoordigen toestand wordt de Neder-
landsche trasfabricatie met ondergang bedreigd
ten voordeele van een builenlandsch product,
waarvan het gebruik in later tijd volgens des
kundigen een onberekenbare schade zal veroorza
ken. Een onderzoek in deze zou althans een zeer
gewenschle zaak zijn.
Het doet ons genoegen te kunnen besluiten
met de rnededeeling, dat Z. M. de Koning de
verdienste van den vertaler heeft erkend door
hem dank te doen beluigen voor de aanbieding
der door ons besproken brochure met bijvoeging
dat het werkje in de particuliere bibliotheek van
Z. M. zal worden geplaatst.
LEIDEN, 19 November.
Morgenmiddag van twaalf tot twee uren
zal de verkiezing plaats hebben van vier leden
voor de Kamer van koophandel en fabrieken alhier,
ter vervanging van de leden die met het einde
des jaars moeten aftreden. De aftredende leden,
de heeren J. C. Zaalberg, J. Van Heukelom Jr.,
H. G. Harlevelt en D. A. Schretlen, zijn opnieuw
verkiesbaar.
Het rapport, door het bestuur van het Heilige
Geest of Arme Wees- en Kinderhuis alhier uitge
bracht, strekt, dat de raad besluiten moge in
afwijking zijner Commissie aan den Kerkeraad
der Ned. herv. gemeente te melden dat er geen
termen gevonden zijn, om, naar aanleiding van
art 2 der Armenwet, over te gaan lot de over
dracht van het Wees- en Kinderhuis aan den
Kerkeraad. De Commissie stelt aan den raad voor,
aan den Kerkeraad te melden, dat de gemeente
raad bereid is het Weeshuis op te heffen, met
dien verstande dat de kapitalen aan hel Weeshuis
toebehoorende ten zijnen name op het Grootboek
gevestigd blijven en alleen de inkomsten aan den
Kerkeraad ten goede komen om uilsluitend ten
behoeve van het Weeshuis te worden aangewend.
Naar wij vernemen is het Florenliner Quar-
telt voornemens, hij zijne komst in Nederland,
ook Leiden in de maand Februari weder met
een bezoek te vereeren.
Uit een groot aantal sollicitanten zyn Mr.
J. II. De Stoppelaar, president van de arrond.-
rechtbank te Middelburg, Mr. J. A. Haakman,
subst.-officier te Haarlem en Mr. P. Van Bem-
melen, rechter te Leiden, door den minister van
buitenlandsche zaken, in overleg met zijn ambt
genoot van justitie, voorgedragen aan de Egyp
tische regeering, om te worden benoemd tot leden
der gemengde rechtbanken te Alexandrië, Cairo
en Zagazig.
Voor de betrekking van hoofdonderwijzer
aan de op°nbare bijschool in de Meije, gemeente
Bodegraven, zijn de heeren O. W. Van der Beek,
W. Woerkum en N. P. J. Woensdrecht, respec
tievelijk hulponderwijzers te Dordrecht, Werken
dam en Leiden, op de voordracht geplaatst.
De hoofdonderwijzers J. W. Te Kolslé, B.
Japikse en W. J. Stok zijn gesteld ter beschikking
van den gouv.-generaal van Ned.-Indië, om te
worden benoemd tot onderwijzers der derde klasse
voor den dienst daar te lande.
De minister van financiën heeft achter de
aankondiging ^van de gisteren gehouden uitloting
der dertig reeksen van de nog aanwezige 3*/2
percents schuldbekentenissen ten laste van het
voormalig amortisatie-syndicaat het volgende ge
voegd De aldus uitgelote schuldbekentenissen,
welke met den lOden Januari a. s. ophouden
rente te dragen, kunnen van dien dag af, voor
zien van de daarbij behoorende on verschenen
coupons en van het bewijs tot het bekomen van
nieuwe coupons, bij den agent van het ministerie
van financiën, in de Spinhuissteeg te Amsterdam,
ter aflevering worden aangeboden, zullende bij de
aflossing van ieder dier schuldbekentenissen eene
som van f 8.75 voor de daarbij behoorende met 1
April 1875 verschijnende coupon worden bijbetaald.
Tevens wordt medegedeeld, dat de volgende loting
loopen zal over een kapitaal van f 14,900,000, daar
onder begrepen de schuldbekentenissen die, ofschoon
voor het Rijk ingekocht, volgens het 2de lid van art.
3 der wet van 3 Juni 1858 Stbln°. 33) inde
lotingen tot delging dezer schuld blijven deelen.
Nu het geheim opgeheven is, deelt Het
Vaderland betreffende de Haagsche raadszitting
van 29 Sept. jl. het volgende medeDe voorzitter
berichtte aan de vergadering, dat hem zijdelings
was medegedeeld, dat de raad, bij het geven dei-
vergunning aan de hoofdcommissie voor het monu
ment, niet gelet had op de noodzakelijkheid om
in deze eerst de toestemming le vragen van den
minister van binnenlandsche zaken. Over de Plaats
toch liep 's Rijks weg, en de traversen behooren
onder het beheer van den waterstaat. Voor den
afstand van een gedeelte der Plaats was dus de
concessie noodig van den minister. De voorzitter
achtte de zaak van genoegzaam belang om daar
over de opinie van den raad te vragen.
Die rnededeeling lokte een langdurige discussie uit.
Sommige leden meenden, dat dergelijke opmer
king, van ter zijde gedaan, nooit aanleiding mocht
geven op de eens verleende vergunning terug te
komen. De raad had daartoe besloten na rijp
overleg. Bovendien was, wanneer de bewering
aangaande de travers juist was, dit geen zaak die
bij den raad thuis behoorde. Wanneer er nog
vergunning van andere autoriteiten noodig ware,
dan zou het de roeping der hoofdcommissie
zijn die vergunning te bekomen en zich even
tueel met den Waterstaat te verstaan. Andere
leden betoogden, dat wel degelijk verlof dooi
den raad moest gevraagd worden aan den
minister. Evenmin als men zonder toestemming
van Ged. Stalen over gemeentegrond mocht be
schikken, mocht men het in dit geval zonder die
des ministers. Door eenige leden werd opgemerkt,
dat de raad zich nog nooit tot binnenl. zaken
had gewend, terwijl toch elk jaar t'ydens de Haag
sche kermis de Plaats voor een goed gedeelte
met kramen en tenten werd bezet. Men ant
woordde, dat dit dan slechts voor eenige dagen
geschiedde. De repliek was dat wanneer werkelijk
overtreding plaats had, dit dan ook niet voor