geen voldoend antwoord is ingekomen, namelijk die, welke tot onderwerp heeft„Geschiedenis en beoordeeling van den stelregel: de vrije Kerk in den vrijen Staat"; en de andere: „Wat leert de volkenkunde op haar tegenwoordig standpunt aan gaande 'smenschen godsdienstigen aanleg?" De prijs voor het best en voldoend gekeurd antwoord op deze vragen bestaat in een gouden eerepen ning, op den stempel des genootschaps geslagen, ter innerlijke waarde van f 400. De tijd der in zending van de antwoorden wordt gesteld vóór of op 1 Januari 1876. Uit Rotterdam schrijft men aan de Haarl. Ct., onder dagteekening van 14 November: „De lang verwachte voorstelling in den Grooten Schouw burg rnet medewerking van mej. Mina ICruseman heeft gisteravond plaats gevonden. Gelijk te voor zien was, was de schouwburgzaal stampvol en letterlijk was zelfs geen staanplaatsje onbezet. Was de verwachting van het publiek te hoog gespan nen geweest? Het scheen, dat het optreden en ook een groot gedeelte van het spel van mej. Kruseman in haar drama „de Echtscheiding" het publiek koud liet. Eerst in de laatste acten ge lukte het haar, daarin verandering te brengen. En werkelijk kwamen daarin momenten voor, die van waarlijk dramatisch talent getuigden." Z. M. de Koning zal, naar men verneemt, tegenwoordig zijn bij de onthulling van het mo nument ter nagedachtenis van de op de Citadel van Antwerpen gesneuvelde olücieren, welke op 30 dezer te Ginneken zal plaats hebben. Het voorstel der regeering tot. bekrachti ging eener overeenkomst met de Amsterdamsche Kanaalmaatschappij heeft deze strekkingDe maatschappij verbindt zich, zoo haar het maken van een golfbreker wordt opgelegd, den 'Isten October 1875 het Kanaal en de Noordzeehaven open te stellen voor de scheepvaart met beperk ten diepgang, en den Isten Augustus 1876 op te leveren eene geul in de haven op de diepte, en het Kanaal over zijne geheele lengte op het pro fiel, in de goedgekeurde bestekken daarvoor be paald en verder, zoo aan de maatschappij het maken van den golfbreker ter verdediging van de havenhoofden wordt opgelegd, verbindt zij zich dien te maken vóór 31 December 1877, tegen vergoeding van 3,341,170. Voorts wordt voor gesteld aan de maatschappij eene vergoeding van 5 ton te verleenen wegens de uitbreiding dei- vastgestelde werken aan de havenhoofden te Wijk aan Zee. De regeering vleit zich, dat het ant woord van den gemeenteraad van Amsterdam nopens de uitbetaling der stedelijke subsidie vóór de openbare behandeling van het tegenwoordige wetsontwerp ter kennis van de Tweede Kamer zal komen. Het stoomschip Prins Hendrikkapt. M. G. Braat, heeft den 13den dezer op de Clyde een proeftocht gedaan, waarbij het een dertienrnijls- vaart heeft gehouden. Het vertrekt binnen weinige dagen van Glasgow naar Nieuwediep, om in de geregelde lijn van de stoomvaarlmaalschappij „Nederland" naar Padang en Java te worden ge- expedieerd. Het Journal de Bruxelles heeft vernomen, dat de conventie lusschen Pruisen en Nederland, betreffende de aansluiting van de spoorweglijn AntwerpenGladbach op de grenzen van heide landen, te Berlijn geteekend is. Z. M. heeft benoemdtot paardenarts lste kl. (n. o. v. r.), bij het 4de reg. huzaren, den paardenarts 2de kl. II. M. Stiekkel Schoenmaker, van het lste reg. huzarentot paardenarts 2de kl. (n. o. v. r.), hij het 3de reg. huzaren, den paardenarts 3de kl. A. Overbosch, van het 2de reg. huzaren. Gemengd Nieuws. Hedennacht te omstreeks 3 uren viel een man ten gevolge van zijn beschonken toe stand aan de Turfmarkt alhier in het water. Hij werd met veel moeile gered door den aldaar in de nabijheid surveilleerenden agent van politie A. v. Dam, geholpen door een schipper. Bij hel slechten van een gedeelte van de wallen van Maastricht heeft men een oude vestingpoort, door twee poorten geflankeerd, ont dekt. Deze poort, juist in het midden gebouwd en sedert twee eeuwen geheel achter een groot bastion verscholen, werd in de 17de eeuw ommuurd, ten einde de verdediging der stad krachtiger te maken, welke aan die zijde door een naburige hoogte werd bestreken, waarop Ihans het fort Willem staat. Die poort is van groot belang voor de militaire genie en dagteekent uit de 14de eeuw. Op een half uur afstand van St.-Ja- cobi-parochie is in eene vaart het lijk gevonden van een man, uit Heerenveen afkomstig. Hij had den vorigen avond lang in een herberg vertoefd, zoodat waarschijnlijk misbruik van sterken drank aanleiding heeft gegeven tot zijn noodlottigen dood. Hij laat eene vrouw en drie jeugdige kinderen na. Men zal zich herinneren, zegt liet Weekbl. van het Recht, dat door de Hollandsche IJzeren-Spoorwegmaatschappij tegen den Staat der Nederlanden bij den Hoogen Raad is ingesteld 'eene vordering tot betaling van f 6,000,000, als schadeloosstelling voor de doorsnijding van haren weg door de Ned. Rijnspoorwegmaatschappij voor de lijn Den HaagGouda, nabij het station Den Haag, en dat door den Staat is aangeboden eene som van 2000. De Hooge Raad benoemde bij arrest van 14 Maart 1S73, in revisie bevestigd hij arrest van 22 Mei 1874, deskundigen om die schade te begrooten. Die deslnfndigen hebben thans hun zeer uitvoerig verslag van 146 blad zijden in folio ter giiffie van den Hoogen Raad nedergelegd. Zijn wij wel onderricht dan wordt daarbij de schade berekend per jaar: 1°. voor slijtage van liet rollend materieel op p. m. f 350 en 2°. voor onderhoud en leiding van het kruis punt op p. m. f 4000. Dit laatste echter moet door de Ned. Rijnspoorwegmaatschappij aan den Staat vergoed worden. De oud-hoogleer aar Jhr. J. De Bosch Kemper schrijft in zijne „Handleiding tot de ken nis van het Nederlandsche Staatsrecht en Staats bestuur" o. a. deze woorden: „Deuitvloeisels van de bij art 164 der Grondwet omschreven gods dienstvrijheid zijn 1°. dat ieder die godsdienstige meeningen mag belijden, die hij is toegedaan. Van hier zal onder deze Grondwet iemand, ofschoon niet Doopsgezind, mogen belijden dat hij den eed ongeoorloofd houdt en op dien grond, bij het geven van getuigenis, met liet doen eener belofle kunnen volstaan." In strijd met dat advies, het welk door onderscheiden rechtsgeleerden, zooals o. a. het Kamerlid Mr. W. Wintgens, wordt ge deeld, doch in overeenstemming rnet de jurispru dentie van den Hoogen Raad, is door het provinciaal gerechtshof te Amsterdam iemand lot een cellulaire 1 gevangenisstraf van drie dagen veroordeeld, omdat hij, hoewel erkennende tot het Evangelisch Luthersch en dus niet tot het Doopsgezinde Kerk genootschap te behooren, geweigerd had den eed af te leggen, van hem gevorderd als getuige in een slrafzaak. Reeds in de zitting van Woens dag 4 November 11. had die weigering plaats gevonden, o. a. op grond der bekende bijbelwoor den: „Gij zult ganschelljk niet zweren", alsmede van andere bijbelteksten. Het hof stelde toen echter de behandeling der zaak uit, ten einde, vermits er nog een paar nieuwe getuigen moes ten gehoord worden, den weigerachtigen getuige tevens door tijd tot nadenken op zijn weige ring te doen terugkomen. In dien tusschen- tijd werd den heer Bakker, Evangelisch-Luthersch predikant te Purmerende, met wien de getuige bekend was, verzocht te trachten hem tot andere gedachten te brengen. Dit was echter tevergeefs. Hij bleef hij zijn gevoelen. Nadat ook de leden van het hot tevergeefs hadden getracht hem op zijn gevoelens te doen terugkomen, requireerde het O. M. tegen hem de toepassing der strafwet. Bij de toelichting van het requisitoir verklaarde de ambtenaar te gelooven, dat de getuige uit overtuiging had gehandeld en volstrekt niet om den gang der justitie te belemmeren. Vandaar dat spreker, ofschoon de wet een maximum van een jaar gevangenisstraf had gesteld, slechts een straf van drie dagen cellulaire gevangenis eischte. De beslissing viel, gelijk gezegd is, overeenkomstig dat requisitoir. De getuige legde groote kalmte aan den dag. Toen de zitting geëindigd was, ging hij, de bestolene, naar den verdediger der twee beschuldigden, tegen wie hij had moeten getuigen en zeide: „deze zijn mijne vijanden, maar ik dank je voor hetgeen je in hun voordeel hebt gesproken." In Noord-Amerika wordt het schoon maken van gebruikte postzegels om ze een tweede rnaal te kunnen aanwenden in het groot in prak tijk gebracht. Men berekent dat aan de Vereenigde Staten daardoor jaarlijks voor een bedrag van een millioen dollars ontstolen wordt. In het ziekenhuis te Hamburg is dezer dagen de bekende athleet Francois Rappo in armoede overleden. Grelcl- en etïectenmarkt. Amsterdam, van 9 tot 14 Nov. 1874. Na de korte opgewektheid van de vorige week is de beurs weder vervallen tot den toestand van malaise die reeds zoolang heerschende was en nog lang kan duren, zoowel omdat hij ontslaan is uit oorzaken die nog verre zijn van uitgewerkt te hebben: de crises en de verliezen in twee jaren geleden, als omdat hij algemeen is en op alle beurzen der wereld, mag men zeggen want Amerika deelt er evenzeer in als Europa den bovenloon voert. En niet alleen dat in efleclen de handel uiterst beperkt is en de prijzen niet genoegzaam iluctueeren om de speculatie te ani- meeren, in den goederenhandel wordt hetzelfde waargenomen, hetgeen zeker niet geschikt is om verbetering aan de fondsenmarkt te schenken. Ook wat de geldmarkt betreft doen dezelfde oor zaken zich gelden, aan den eenen kanl om veel vlottend kapitaal aan de markt te houden, aan den anderen kant om weinig aanleiding te geven tot vraag voor disconto en prolongatie. Daaraan is het dan ook toe te schrijven, dat disconto noch prolongatie hooger loopen, hetgeen anders in 't najaar gewoonlijk plaats heeft en ook nu orn meer redenen het geval zou zijn, indien zich die storende invloeden niet lieten gelden. Er valt ten gevolge van dit een en ander dan ook weinig op te merken omtrent het verloop der beurs in de laatste acht dagende gewone klacht over microscopische affaires en ongemoti veerde fluctuaties, zooals, dat louter door-een weinig meer vraag dan aanbod sommige fondsen een weinig voorwaarts, andere, om de omgekeerde reden, een weinig achterwaarts liepen. Dit was o. a. het geval met Russische Staats- en Spoorweg fondsen. Onze Nationale Schuld kon, wegens ver- koopen voor windrealisatie, de prijzen der vorige week niet weder bedingen, maar moest daarop betrekkelijk veel verliezen. Het gerucht, dat don Carlos op Fransch grondgebied aangeland was, kon evenmin de Spaansche fondsen een krach- ligen stoot tot vooruitgang geven, als het later bericht, dat het eerste logenstrafte, ze kon opdrijven. Voegen wij hier nog hij, dat de Noord-Ameri- kaansche Spoorwegwaarden in het begin der week eenige meerdere belangstelling ondervonden, orn in de laatste dagen eene niet onbelangrijke reactie te ondervinden, doch haasten wij ons er bij te voegen dat de omgezette kapitalen ook in deze fondsen recht klein bleven, dan hebben we 't voor naamste gezegd wat er van den loop der beurs te zeggen valt. BUITENLAND. Prankrij li. Volgens den Parijschen correspondent van de Indép. Beige hebben de graaf van Parijs en de hertog van Aumale hij het Crédit foncier eene hypotheek van zes millioen op hunne bezittingen genomen. Zouden de prinsen, vraagt de corres pondent, aan den spoedigen terugkeer van het keizerrijk gelooven en mitsdien, door het nemen van hypotheek op hunne 'goederen, de gevolgen eener mogelijke verbeurdverklaring willen voor komen De heer Nadaillac, prefect der Beneden- Pyreneeën, is te Parijs aangekomen, ten einde den minister van buitenlandsche zaken de noodige inlichtingen te geven voor het antwoord, dat de minister gereedmaakt ter weerlegging van de be kende nota van den Spaanschen gezant. Een geheel vreemde soort van oplichting is dezer dagen te Versailles gepleegd. Een persoon, wetende dat sommige afgevaardigden sedert de maand Augustus het hun toekomende aan ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2