De Staatscourant brengt ter algemeene kennis de overeenkomst die, luidens protocol der centrale commissie voor Rijnvaart van den 6den Sept. 1874, tusschen de Kon. Beiersche regeering ter eene en de regeeringen der overige Rijn- oeverstaten ter andere zijde, omtrent den bouw eener vasle brug bij Germersheim is aangegaan. Z. M. heeft aan den inlandschen fuselier Tongkol, dienende bij het leger in Ned.-Indië, als blijk van goedk. en tevredenheid wegens de red ding van een drenkeling uit de Atjeh-rivier op 2 Juli '1874, toegekend de bronzen medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift; aan F. Polak, R. T. Maitland en M. Henriquez Pimentel, in Den Haag, vergund het aannemen en dragen der versier selen van ridder der orde van de kroon van Italië het aan J. "W. Brouwers, burgem. van Margraten, op zijn verzoek verleend eervol ontslag als secre taris dier gemeente goedgekeurd; met ingang van 1 Jan. aan Jhr. M. J. W. A. De Milly, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burgem. der gern. Vledder, en als zoodanig benoemd J. Pottinga Sz., met toek. van eervol ontslag als burgem. der gem. Diever; benoemd tot burgem. der gem. Baarle-Nassau Chr. Verheijen; met ingang van 1 Jan. Dr. B. Ter Haar, hoogleeraar in de theol. faculteit aan de hoogeschool te Utrecht, emeritus verklaard overeenkomstig art. 2 van Zr. Ms. be sluit van 7 Mei 1837; den offic.-van-gezondh. 2de kl. bij de zeemacht W. H. Visscher van Aalst bevorderd tot offic.-van-gezondh. 1ste kl., met be paling dat hij zal rang nemen tusschen de offic.- van-gezondh. 1ste kl. J. O. Harthoorn en G. Karssen. Gemengd Nieuws. Dat bedelaars elkander dikwerf goed op de hoogte der zaken houden en, wanneer zij zeiven goede zaken maken, hun collega's daarvan niet onkundig laten, kan het volgende briefje leeren, dat dezer dagen aan een der politiebureaux te Amsterdam bij een ter zake van bedelarij aan gehouden persoon is gevonden: „Amsterdam, 19 Sept. 1874. Geachte Vriend. Deze is dienende UEd. te riglen dat het in Amsterdam goed is, en dat gij beter uw broot kan verdienen als in Rotterdam daarorn meld ik uw dat zoo op straat als langs de huize verder van mij gegroet. UEd. Vriend B. Mijn adres is op de Regeliers Breestraat in de Sint-Pietersleeg bij de heer WAm sterdam. Goed lozies en goede menschen. Al te maal vere bedde volstrekt niet zegge dat ik UEd. hep geschreve per omgaande antwoord". De aan gehoudene beklaagde zich echter zeer, dat hij in zijn verwachting op zulk een onaangename wyze was teleurgesteld, daar hij, nauwelijks in Amster dam zijnde, reeds in de uitoefening van beroep ge stoord en te dier zake gearresteerd werd. Namens den voor maligen mede-direc teur der Overijselsche bank, L. D. J. Scheurleer, is cassatie aangeteekend tegen het 29 October jl. door het prov. gerechtshof in Overijsel gewezen arrest, waarbij de zaak van hem en zijn mede directeur J. "YVolff ten crimineele is verwezen. In eene weide onder Zevenhuizen van wijlen den heer Keijzer is onder het vee de longziekte uitgebroken; twee dier beesten zijn aangetastde overige worden door de rijksveld- wacht van verschillende plaatsen op die weide bewaakt. INGEZONDEN. Ons Streven. Velen zullen met leedwezen het bericht ver nomen hebben, dat wellicht door gebrek aan be langstelling de uitgaaf van het zoo goed geschreven weekblad Ons Streven gestaakt zal moeten worden. "Waarschijnlijk is eene minder algerneene be kendheid met dit blad er de voornaamste oorzaak van. Het beweegt zich op veelzijdig gebied door een kernachtig politiek overzicht, belangrijke binnen- en buitenlandsche berichten, flinke en degelijke bijdragen over geschiedenis, opvoeding, gezond heidsleer, vergiftiging, huishoudkunde, omgang met dienstboden, muziek, graveer-, leeken- en schilder kunst en wat niet al meer, en kan daardoor op goede gronden een weekblad genoemd worden, dat bij uitnemendheid aan de eischen onzer dagen voldoet, terwijl het onvermoeid blijft streven, aan zijn titel te beantwoorden. Daarenboven komen er dikwerf letterkundige bijdragen van beroemde binnen- en buitenlandsche auteurs in voor, die de lezers ook op de hoogte van dit belangrijke en wetenswaardige gebied van onzen tijd houden. Gelukkig is dan ook Ons Streven, waarvan de keurige uitgaaf niet minder een sieraad onzer pers is, tot op heden nog niet gestaakt, rnaar vleien wij ons, dat de kennisgeving van den uitgever, dat dit bij eene niet vermeerderde deel neming wellicht zou kunnen gebeuren, niet ver wezenlijkt moge worden. "Wij kunnen toch niet gelooven, dat alléén door gebrek aan medewerking een ten behoeve van het vrouwelijk geslacht uit gegeven weekblad, waarin voortdurend zulke uit stekende bijdragen worden gegeven, ter bevordering van 't geluk der vrouw en met dit van dat der maatschappij, waaraan de meest bevoegden de vruchten hunner rijpe ervaring of geestes gaven niet onttrokken, thans alleen door gemis aan belangslelling, nu 't eerlang zyn zesden jaar gang zoude intreden, zal moeten ophouden. Neen, dat kunnen de Nederlandsche vrouwen en meisjes niet gedoogen, als ze 't hart nog op de rechte plaats hebben Liever vereenigen zij zich, als de deelneming voor enkelen te kostbaar is, om met eenigen gemeenschappellijk Ons Streven te lezen, en bij zooveel wetenswaardigs, dat haar in onze dagen nuttig en noodig is, tevens bekend te worden met het vele dat ook in het buitenland wordt gedaan, om 't dikwerf beklagenswaardige levenslot van onbemiddelde leden van haar geslacht op vrouwelijke wyze te helpen verbeteren. Menige vrouw gaf ons daartoe ook elders een voorbeeld, dat hier zou kunnen en misschien ook wel zal worden nagevolgd, als aanzienlijke of met tijdelijke middelen ruim bedeelde dames er meer algemeen kennis van droegen. Op dan allen, die het doen kunt, en gedach tig aan onze vaderlandsche spreuk Eendracht maakt macht, ons vereenigd, om het met zoo veel ijver door onze gevierde Nederlandsche schrijf ster Agatha geredigeerd weekblad het leven te verlengen, een leven dat nog voor velen ten zegen kan zijn, en dat in onze dagen nog te veel nut kan stichten, om het door eene berispelijke lauw- en onverschilligheid, door tering die nog door goede voeding kan voorkomen worden, opzettelijk te dooden. Zeker zal de uitgever, de heer Odé te Schie dam, gaarne bereid zijn een proefnummer aan allen toe te zenden, die zich daartoe aanmelden, en dewijl elk nummer belangrijk kan genoemd wor den, zal 't wel onverschillig zijn, welk daartoe nog voorhanden zal zyn. De kennismaking met dit blad moge tevens 't dwaze vooroordeel doen verdwijnen: dat het hoofdzakelijk zou dienen om op partydige wyze uitsluitend voortbrengsels van vrouwelijken arbeid op te nemenen 't rnoge den onbevooroordeelde overtuigen, dat evenals er organen zijn, die zich meer bijzonder toeleggen om mededeelingen en bijdragen te plaatsen over wetenschap of kunst, industrie of handel, het voor de vrouw in Neder land zeer gelukkig is, als een orgaan, meer bepaald aan hare belangen toegewijd, er naar streeft door binnen- en buitenlandsche correspondentie, ook op dit gebied, haar op de hoogte te houden van 't meest belangryke dat hier en elders tot verbetering der opvoeding en van den maalschap- pelijken toestand der vrouw, met meer of minder gelukkige practische uitkomst, in onze dagen plaats vindt. Wed. W. STORM, A. M. M. van der Chijs. Delft, 27 Oct. 1874. KOLONIËN. BATAVIA, 26 September. Aan de Penang Gazette wordt omtrent een bezoek op Poeloe Bras het volgende geschreven Bij mijne landing in de Lambaley-baai, eene veilige ankerplaats van dit schoone eiland, was ik niet weinig verwonderd over de vorderingen in zulk een korten tijd, niettegenstaande de onder vonden moeielijkheden ten gevolge van ziekten en ongunstig weder. De militaire bezetting bestaat uit 40 mariniers; ongeveer een 12-tal Europeanen van het departement van den waterstaat, 250 Chineesche en inlandsche werklieden, benevens koelies maken het overige gedeelte der bevolking uit. Binnen eenige dagen zullen nog 250 man aankomen, terwijl weldra een aannemer van Muntok verwacht wordt, die de benoodigde werklieden moet aanbrengen tot het daarstellen van een sterk lan- dingshoofd. Een toko-houder van Batavia heeft zich hier nedergezet en allerlei zaken van nut en weelde in het klein verkrijgbaar gesteld. De gezondheidstoestand op het eiland kan tegen woordig voldoende genoemd worden, terwijl goed putwater in overvloed te verkrijgen is. De bewoners van de omliggende kampongs komen dagelijks vruchten en gevogelte te koop aanbieden, ook leveren zij een genoegzame hoeveelheid gras voor het vee. Het is aangenaam eenige uren in deze kleine bedrijvige plaats door te brengen; de koelies zijn behoorlijk gehuisvest en worden zoo goed gevoed en gekleed als slechts verwacht kan wordenzij schijnen allen hun werk gewillig te verrichten. Een gedeelte van hun kleeding en een wollen deken worden hun door het gouvernement ver schaft. Men is bezig een behoorlijk hospitaal op te richten, en geene uitgave wordt gespaard om door versterkende spijs en verfrisschende dranken voor het herstel der zieken te zorgen. Alle krachten worden ingespannen om het oprichten van een lichttoren zooveel mogelijk te bespoedigen, maar men dient in het oog te houden dat daartoe veel arbeid noodig is en tal rijke hinderpalen te overwinnen zijn. Het N.-I. gouvernement heeft zich in alles wat bovenbe doeld werk betreft op de meest vrijgevige wijze gedragen. Het licht zal Ier hoogte van '160 meter boven de zee geplaatst worden, en op een afstand van 32 zeemijlen zichtbaar zijn. Men verhaalt mij dal het gouvernement het voornemen heeft in den loop van het volgende jaar eveneens een licht le plaatsen op Poeloe Boeroe en later op Diarnantpunt. ■Door den gouverneur-generaal yan Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen Civiel Departement. Verleend: Een tiveej. verlof naar Neder land, wegens ziekte, aan den opzichter Iste kl. bij 's lands burgerl. openb. werken E. Van Sprew. Benoemd: Tot ingen. 3de kl. van het stoomwezen in Ne'.-ÏDdië J. Buijsman; tot adsp.-ingen. bij den waterstaat en 's laDds burgerl. openb. wer ken A. De Vletter en F. R. Scheriusj tot commies 2de kl. bij den post- cn telegraafd. J. Roode; tot opziener bij den epoor- wegd., F. LijDis Huflenreuter. Departement van Oorlog. Ontslagen: eervol, uit Zr. Als. militairen dienst, wegens overgang in 's lands burgerl. dienst, de lste luit. der inf. A. De Vletter. Departement van Marine. Verleend: Een tweej. verlof naar Ned., wegens ziekte, aan den ambt. op non-activ. C. Haskes, laatst drnkker, tevens teekenaar, bij het depart, der marine. Bevorderd: tot machinist-leerling F. G. Van Haastert. BUITENLAND. Fraiikrij k. In Pas-de-Calais is de heer Deüsse-Engrand gekozen met 84460 stemmen tegen den heer Brasme, op wien 75181 stemmen zijn uitge bracht. Het gerucht, in Spaansche bladen voorko mende, volgens hetwelk don Alfonsus op Fransch grondgebied is gekomen, heeft zich niet bevestigd. De door den minister Decazes lot de leden der kamer van koophandel te Bordeaux gehouden toespraak over de buitenlandsche politiek geeft aanleiding tot de volgende beschouwingen in het Mém. Diplomatique: „Gedurende langen tijd moet Frankrijk eene kleurlooze, negatieve buiten landsche politiek volgenhet moet gevaren we ten te vermijden en zich niet te veel op den voorgrond stellen. Bij Engeland zullen wij altoos een nuttigen zedelijken steun vindenhet kan ons niet van eerzuchtige bedoelingen ten opzichte van Spanje verdenken. Tusschen Frankrijk en Rusland bestaat geen enkel punt van verschil meer sedert de quaestie van Polen onze goede verstandhouding rnet dat groote rijk niet meer verstoort. Ook Oostenrijk is ten onzen opzichte geene mededingende mogendheid meer, sedert Italië voor beiden een volkomen neutraal gebied geworden is. Tusschen Frankrijk en Italië bestaat sedert de terugroeping van de Orénoque zelfs geen schaduw van eenig verschil meer. Ten slotte zal het nieuwe Duitsche ryk ons het recht moe ten doen van te erkennen dat onze regee ring en de verlichte groote meerderheid der natie geen anderen wensch koesteren dan er in goede nabuurschap mee te leven. Met Duilsch-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2