LEIDSCH
DAGBLAD.
N". 4477.
A0. 1874.
Dinsdag
15 September.
STADS-BERICHTEN.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIE!»:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meer'0.174.
Grooterc léttets toaar plaatsruimte.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
Gezien de adressen van a. Franciscus Bentz, winke
lier, wonende alhier, daarbij verzoekende om het perceel
aan de Marendorpsachtergracht n°. 26 tot be\oaarplaats van
petroleum te mogen inrichten; b. ArnoldüS Josephus
Wijtenburg, koopman in brandstoffen, mede alhier woon
achtig, waarbij hij verzoekt om de perceelen in de Kerk
steeg en aan het Levendaal n°. 1, 18, 18rood en 22, tot
magazijn van brandstoffen te mogen inrichten en gebruiken;
en c. Meindert Huibert Fontein, koopman alhier,
houdende verzoek om het pakhuis aan het Utrechtscheveer
n°. 2 tot magazijn van brandstoffen te mogen inrichten en
gebruiken
Gelet op de Koninklijke besluiten van 31 Januari 1824
en 29 April 1864 Staatsblad n°. 19 en n*L 39);
Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en be
woners van de naast bijgelegene en belendende panden,
ten opzichte der informa'.iën de commodo et incommodo, door
Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op
het Raadhuis dezer gemeente, op Donderdag den 17den
September aanstaande, 's voormiddags te elf uren; zullende
de belanghebbenden verplicht zijn hunne bezwaren tegen
die verzoeken op dien tijd in te brengen, terwijl, bij ver
zuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de
inwilliging niet te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 14 September 1874.
LEIDEN, 14 September.
Bij de heden gehouden openbare verkoo-
ping van Cokes op het raadhuis alhier van par
tijen van 100, 50, 10 en 5 hectoliters waren
de hoogste prijzen, f 57.00, 29.00, /6.00 en
2.95de laagste f57.00, f29, 5.70 en
f 2.85.
Naar men verneemt is het programma voor
de feesten hij gelegenheid der herdenking van
Leidens ontzet hoofdzakelijk aldus samengesteld:
Vrijdag 2 Oct., 's avonds: godsdienstige voor
bereiding lot de feestviering door de pred. Brouwer
en Segers in de zaal „Noordeinde", met muziek -
en zanguitvoering onder leiding van den heer
"Wetrens.
Zaterdag 3 Oct., in den vroegen morgenopening
der feesten door koraalmuziek van den omgang van
den stadhuistoren en door saluutschoten; 's mor
gens te 9 u.openbare dankstond in de Hoogland-
sche en Marekerk's middags te halfeenfeestrede
in de Pieterskerk door Prof. Tiele, met vierstem
mig koraalgezangte halftweehistorische optocht,
voorstellende het bezoek door Willem I, prins, van
Oranje, aan Leiden gebracht daags na het ontzet.
(Deze optocht zal zich van de Ruïne af in
beweging stellen, waar ook de allegorische optocht
en de vereeniging „het Metalen Kruis" er zich
bij zullen aansluitenvoorloopig is voor den
optocht de volgende weg vastgesteldRuïne,
Rapenburg (Steenschuur), Hoogewoerd, Binnen
vestgracht, Utrechtsche veer, Nieuwe Rijn, Heeren
gracht, Haarlemmerstraat, Paardesleeg, Kort Piapen-
burg, Rapenburg, Breestraat, Kort Rapenburg,
Paardesteeg, Beestenmarkt, Oude Singel, Bak-
kersteeg, Hooigracht, N. Rijn, Koornbrugsteeg,
Breestraat, Papestraat, Langebrug, Pieterskerk-
gracht, Pieterskerkstraat, Nieuwsteeg, Ruïne);
s avofids: algemeen,e illuminatie en muziekuit
voeringen op verschillende plaatsen der stad.
Zondag 4 Oct.godsdienstige herdenking in
de verschillende kerkgebouwen; 's avonds: too-
neelvoorstelling door de vereeniging „Harmonie" in
den schouwburg, bestaande in „Leidens ontzet"
van Marten Westerman en „De militaire WjJ
lem8orde" van Rosier Faassen.
Maandag 5 Oct., overdag: volksspelen; 's avondsT
vauxhall en vuurwerk op het Plantsoen.
Dinsdag 6 Oct. (nog niet definitief vastgesteld).
Woensdag 7 Oct.scherpschutters-concours te
Katwijk door de hier ter stede bestaande scherp
schutters- en militaire corporatiën's avonds
groote muziekuitvoering in de Hooglandsche kerk,
die hoogstwaarschijnlijk met de tegenwoordigheid
van H. M. de Koningin en Z. K. H. Prins Hen
drik zal worden vereerd.
Donderdag 8 Oct., 's avonds te 8 uren: Uit
reiking der prijzen van den schietwedstrijd op
Zomerzorg.
Tevens zal het stedelijk Museum van Oud
heden, waar zich thans de voorwerpen bevinden
die op het beleg en ontzet betrekking hebben,
ter algemeene bezichtiging worden gesteld.
Op twee gedenkplaten meenen wij nog de
aandacht te mogen vestigen bij gelegenheid van
het derde eeuwfeest van Leidens ontzet. De eene,
eene steengravure door den heer H. J. Van Lummel,
is verschenen bij Höveker en Zn. en stelt een
monument voor, waarop de meest merkwaardige
personen en voorvallen van het beleg en ontzet
zijn afgebeeld. De tweede, door H. De Hoogh en C°.
uitgegeven, stelt voor „Leiden in 1574". Beide
verdienen bijzondere vermelding zoowel wegens
conceptie als uitvoering, terwijl de laatste zich
ook daardoor onderscheidt, dat nog nooit op eenige
drukkerij in Nederland eene houtgravure is geleverd
van zoo groote afmeting.
In de Zaterdag te Rotterdam gehouden al
gemeene vergadering van het Bataafsch genoot
schap der proefondervindelijke wijsbegeerte werd
voorlezing gedaan van de uitgebrachte adviezen
op twee by het genootschap ingekomen verhan
delingen en het praeadvies voorgedragen van
praeses magnificus, administrateuren en directeuren:
de eene over andere dan door warmtegraad ver
schillende moleculaire toestanden, die bij hetzelfde
lichaam verschillende spectrums doen ontstaan;
de andere vragende een overzicht van de theorieën
vaji den hagel en eene bepaling van hel stand
punt der laatste theorieën enz. Overeenkom
stig de gehoorde adviezen en praeadvies werd
besloten aan deze stukken den eereprijs niet
toe te kennen. Vervolgens werd het programma
opgemaakt van de uit te schrijven prijsvragen en,
na eene vrij levendige gedachtenwisseling, be
sloten tot het opnieuw uitschrijven, met eenige
wijziging en uitzondering, van de aanhangige
en tot het voorstellen van eenige nieuwe vragen,
in ontwerp voorgesteld. Benoemd zijn de volgende
heerentot lid-administrateur Mr. D. H. Delprat
tot lid-directeur P. J. Haaxmantot lid-tweede se
cretaris Dr. J. Vroesom de Haan; tot lid-consultant
Prof. J. A. Bogaard te Leiden, Prof. J. Bosscha te
Delft, Prof. T. Zaayer te Leidentot leden Mr. S. C.
Snellen van Vollenhoven in Den Haag, Prof. D.
Huizinga te Groningen, J. Strootman te Assen,
H. Witte te, Leiden, Dr. M. Snellen te Utrecht,
J. W. Hagers te Rotterdam, T. J. Stieltjes te
Rotterdamtut lid-correspondent K. M. Van
Gorkom te Bandong op Java.
Dr. H. W. Van der Mey, prorector aan het
gymnasium alhier, heeft bedankt voor zijne benoe
ming tot rector aan de Latijnsche school te Arnhem.
De Leidsche verzameling van Oostersche
handschriften werd dezer dagen wederom verrijkt
met twee Maleische werken, waarvan het eene,
Saer Hemop (gedicht over Van Imhoff) getiteld,
een verhaal van den Chineeschen oorlog op Java
evat. Htet tweede gedenkboek is van Pangeran
Sjarif Hasjim, die in den oorlog van Bandjer-
massin aan het gouvernement vele diensten be
wezen heeft, waarvoor hem een sabel en eene
gouden medaille met keten vereerd werden. Het
boek begint met een afbeelding van deze en een
afschrift van de daarbij behoorende documenten.
Dan volgt een gedicht in 23 afdeelingen, waarin
een landgenoot de krijgsdaden van den Pangeran
in dezen oorlog bezongen heeft. Eindelijk een af
schrift van de officieele stukken, tusachen hem en
het gouvernement na het einde van den oorlog
gewisseld. Deze twee handschriften, van welke
het laatste de meeste waarde bezit, zijn een ge
schenk van den heer G. C. Tromp, resident der
Zuid- en Oosterafdeeling van Borneo. Daarbij
werd door den luit.-ter-zee C. H. De Goeje een
met teekening versierd verzoekschift in 't Maleisch
gezonden, dat vooral om het eigenaardige schrift
een plaats in de bibliotheek verdient.
De Keizer van Duitschland heeft aan Prins
Alexander der Nederlanden eigenhandig de ridder
orde van den Zwarten Adelaar geschonken.
Zaterdag hebben H. M. de Koningin en
Z. K. H. Prins Frederik Gouda bezocht, ten einde
de wereldberoemde Goudsche glazen en het op 12
Mei jl. geopende museum van oudheden te be
zichtigen.
Uit het kamp van Milligen wordt gemeld:
Zaterdag-nacht tusschen 2 en 3 uren woei een
geduchte storm uit het westen, waarby de regen
met stroomen nederviel. Vele personen waren op
de been enkele tenten zijn omgewaaid; een plan
ken cantine is geheel uiteengeslagen. Toen het
morgenschot viel, werden dadelijk handen aan
't werk geslagen, want bijna alle uit- en toegangen
stonden onder water. Er kwamen gereedschappen
te kort om geulen en diepe gaten te graven, dammen
op te werpen, zand van achter 't kampement te
halen, enz. De helft van de keukendaken werd
aan de oostzijde afgenomen en aan de westzijde
zoo steil mogelijk opgezet; zonder dat had men
het eten niet kunnen gereedmaken, want een sterke
westenwind bleef den geheelen morgen aanhouden.
Binnen de tenten zelf heeft men weinig of geen
overlast van het water gehad. In de tentenliniën
was men voor den middag van het water bevrijd
voor de cantines echter waren nog tamelijk lange
en breede plassen, waardoorheen men overgangen
heeft gemaakt.
De heer Henri Wieniawski zal Woensdag
avond in den Franschen schouwburg in Den Haag
optreden en o. a. het preludium van Bach en de
groote fantaisie op Faust voordragen. Het is reeds
onderscheidene jaren geleden dat de gevierde
artist zich het laatst hier te lande deed hooren.
De heer Wieniawski komt uit New-York, waar
hij, gelijk in zoovele deelen van Europa, wederom
lauweren mocht inoogsten; hij is thans, ter ver
vanging van zijn kunstbroeder Vieuxtemps, aan
het conservatoire te Brussel verbonden. Alvorens
deze nieuwen werkkring te aanvaarden doet de
violist een kunstreis.
Het bewind der Vereeniging van en voor
Nederlandsche industrieelen heeft reeds, in ant
woord op de door de algemeene vergadering in
overweging gegevene herbesteding voor de spoor
wegbrug over de Nieuwe Maas te Rotterdam, van
den Minister van binnenl. zaken bericht ontvangen,
dat wel een misstelling in het bestek is inge
slopen, doch dat deze intijds ter kennis gebracht
werd van allen, die zich bij de aanwijzingen
hadde^^angemeld, zoodat er geen onregelmatig
heid ^^Bbestaan, noch redelijke grond voor her-
bestemng aanwezig is.
Bij Kon. besluit is bepaald, dat met ingang
van 1 Januari 1875 het beheer van de Rijksge-