LEIDSCH DAGBLAD. N°. 447fi. A0. 1874. Maandag 14 September. STADS-BERICHTEN. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden1. Franco per postn Afzonderlijke Nommersn 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regelsf 1.03. Iedere regel meer0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag den 17den September 1874, 's na middags te twee uren. De BURGEMEESTER van LEIDEN, Gelet op art. 21 der wet van 4 December 1872 Staatsblad n'. 134); Brengt ter kennis van de ingezetenen dat in de afge- loopen week geene personen aan de Mazelen zijn over leden. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaat sing in de Leidsche Courant. De Burgemeester voornoemd, v. D. BRANDELER. Leiden, den 12den September 1874. LEIDEN, 13 September. Wij vernemen dat bij de feestviering in de zaal „Noordeinde" op Vrijdag '2 October, bij welke gelegenheid de heeren Brouwer en Segers als sprekers zullen optreden, behalve de uitvoering der feestcantate van den heer Dercksen, door leerlingen der burger-zangschool met de orkest klasse der maatschappij voor toonkunst, directeur de heer Wetrens, door den heer B. J. De Goey als inleiding een lied voor tenor-solo met koor gezongen zal worden, getiteld „Mijn land", op muziek gebracht voor piano door den heer Joh. J. Eggers. Voor de orgelbespeling is door den heer J. A. H. Van Hartrop gekozen eene orgel sonate van Dr. Wilh. Volkmar. Alweder lectuur ter gelegenheid van het a. s. Octoberfeest. Bij R. Fuik alhier is versche nen „15741874 of Leidens derde eeuwfeest," door A. H. Wessels, predikant te Rijnsburg, en bij J. H. Dunk te Rotterdam „300 jaar herwaarts, of strijd en zegepraal. Eene bladzijde uit ons roemrijk verleden, ter nagedachtenis aan Leidens beleg en ontzet in 1574, door een vaderlander." Het eerste behandelt in een kort bestekLei dens geschiedenis tot op 1574, beeldenstorm en openbare prediking, Leiden belegerd en verlost. In zijn voorwoord zegt de schrijver; De geschie denis van Leidens beleg en ontzet behoort tot die gebeurtenissen, welke ons als uit den hemel toeroepenDaar is geen ander God, die alzoo verlossen kan. Het andere is uitvoeriger. De schrijver stelt zich ten doel om te doen zien, wat getrouwheid aan het eens gegeven woord en wat bedaard overleg vermag, en acht niets beter geschikt om der vaderen strijd en zegepraal, hunne ellende en vreugd bij hel volk in gedach tenis te doen blijven, dan een getrouw verhaal van het verledene, en om hiertoe mede te werken, biedt hij den lezer eene bladzijde uit deze zoo rijke en boeiende geschiedenis aan. Beide werkjes zullen hun weg wel vinden, al laat, vooral wat het laatste betreft, de correctie van taai en spelling nogal te wenschen over. Gedurende deze week zijn dagelijks in het Werkhuis alhier opgenomen van 79—87 vol wassen personen en van 3035 kinderen. Aan de zwem- en badinrichting Rhynzigt zijn gedurende deze week 236 baden genomen. Eerlang kan, naar men verneemt, een splitsing van de atdeeling Armwezen van het departement van binnenlandsche zaken worden tegemoet gezien. Het besluit zou namelijk zijn genomen om het beheer en toezicht over de bedelaarsgestichten Ommerschans en Veenhuizen van dit ministerie weg te nemen en over te brengen bij dat van justitie. De Commissie, belast met het examineeren van hen, die eene akte van bevoegdheid als arts wenschen te verkrijgen, of hunne vroeger ver kregen bevoegdheid verder wenschen uit te breiden, zal zitting houden op Maandag 14 Sep tember e. k. en volgende dagen, te Utrecht. De Minister van koloniën bericht voorloopig, dat vermoedelijk in het volgende jaar voor de opleiding te Utrecht voor den pharmaceutischen dienst in Ned.-Indië vijf jongelingen zullen gevraagd worden, waaromtrent in het begin des volgenden jaars eene nadere oproeping zal plaats hebben. Men verzekert dat er plan bestaat om den 2-jarigen cursus aan de Koninklijke Militaire Aca demie te Breda reeds in het volgende jaar door een 4-jarigen, als vroeger, te vervangen. Bij het 1ste natuurkundig examen, op 10 September te Amsterdam gehouden, is toegelaten de heer J. Ponne, geb. te Sneek. Afgewezen zijn 4 candidaten. Aan het letterkundig en wiskundig toelatingsexamen, op denzelfden dag, hebben vol daan de heerenB. H. Rouffaer, geb. te Am sterdam, en L. Gips Pz., geb. te Dordrecht. Afgewezen 6 candidaten. Vóór of gedurende het examen hebben eenige adspiranten voor beide examens zich teruggetrokken. De vlakte van Waalsdorp was gisteren wederom overdekt met tirailleur- en linietroepen, die in vereeniging met cavalerie en artillerie groote manoeuvres in het vuur hebben uitgevoerd. Te dien einde waren de manschappen van het reg. grenadiers en jagers ieder van 40 losse patro nen voorzien. De veronderstelde vyand de depot-compagnieën onder bevel van luit.-kol. Vijgh vertoonde zich eerst in de vlakte, waar hij in de flank door vereenigd geweer- en kanon vuur werd aangetast, hetgeen hem noopte zich terug te trekken op de duinen bezijden de Oude Rijs. Een hevig artillerievuur opende zich nu aan weerszijden, en nadat dat van den vijand tot zwijgen was gebracht, werd een charge van de cavalerie beproefd, die echter door de ba jonetten des vijands werd teruggehouden. Thans rukte de infanterie, gevolgd door de vuurmon den, echelonsgewijze op, en richtte een geweldig vuur op de zich langzamerhand op Wassenaar terugtrekkende vijandelijke legermacht, welke len slotte door eene attaque uit hare positiën werd verdreven, zoodat de evolutie toen als geëindigd kon worden beschouwd. Generaal-majoor Van der Schrieck woonde de manoeuvres bij, die gecom mandeerd werden door den luit.-kol. Van Bel. Een aantal toeschouwers bevonden zich op de duinen. Te 1 uur waren de gezamenlijke troepen, voor afgegaan door de stafmuziek, in de stad terug gekeerd. Zr. Ms. schroefstoomschip Palembang, onder bevel van den luit.-ter-zee 1ste kl. C. Ten Bosch, is den lOden dezer te Suez aangekomen en on middellijk van daar weder vertrokken ter voort zetting zijner reis naar Aljin. Z. M. heeft benoemd tot burgemeester van Puttershoek G. A. Van Driel, thans burgem. der gem. Westmaas en Mijnsheerenland, onder toeken ning van eervol ontslag uit laatstgem. betr.lot griffier bij het kantongerecht te Nijkerk Mr. J. Van Binsbergen, thans te Hulst; tot plaalsverv. kantonrechter te Tiel Mr. A. Pijnacker Hordijk, advocaat aldaar tot griffier bij het kantongerecht te Schiedam Mr. C. F. A. Knijff, thans subst.- griffier bij de arrond.-rechtbank te Amersfoort; met ingang van 1 Oct. benoemd tot notaris bin nen het arrond. Appingadam, standpl. de gem. Appingadam, Mr. W. F. Werumeus Buning, thans rechter in de arrond.-rechtbank aldaar; K. W. Van Sandick, ontv. der dir. bel. en acc. te Bergeijk c. a., benoemd tot ontv. der dir. bel., enz. te Groesbeek. Gemengd Nieuws. De storm van hedennacht heeft te Scheveningen nogal schade aangericht. Zoo is op het badhuisterras een gedeelte van de kap der muziektent afgerukt en terechtgekomen op de in de nabijheid staande branche-lantaarn, die daardoor werd stuk geslagen, terwijl door het openslaan van eene deur in een der logeerkamers een raam werd los geslagen. De gevallen regen had de Keizerstraat aldaar als iri een vaarwater herschapen, zoodat het eerste werk van de bewoners bij het ontwa ken was, het overtollige water te verwijderen. In het Haagsche Bosch zijn eenige hoornen ontworteld. Omtrent den brand in de Lamsteeg te Rotterdam wordt nog gemeld, dat hij naar het schijnt, terwyl de bewoners sliepen, is ontstaan in den voorraad spaanders, die zich in het be nedenste gedeelte van het gebouw bevond. Aan blusschen viel te minder te denken, naarmate de felle zuidwestenwind het vuur zonder ophouden aanblies. Behalve het huis van den koek- en bankethakker Houtma is dat van den kapper Van der Hout aan de Kaasmarkt geheel in de asch gelegd; dat van den schoenmaker Möller Theys in de Hoogstraat is aan de achterzijde zwaar be schadigd. De wind joeg de vonken en allerlei brandende voorwerpen hoog in de lucht op, over het hooge bureel van politie en het nog hoogere stadhuis. De koepelvormige toren van het stad huis had lang de vonken, die hij ontving, van zijne leibedekking laten afglijden, totdat een bran dend stuk hout zich hechtte aan het bovenste gedeelte van den koepel, aan den grooten metalen stang, waaraan de windwijzer was bevestigd. Met schrik zagen de talrijke omstanders hoe het hout bleef glimmen, door de volle kracht van den wind opflikkerde en het houtwerk begon aan te tasten, waaraan de leien waren bevestigd. Voor de brandspuiten was het onmogelijk met den spoed, dien het gevaar vereischte, hulp te bieden; de hoogte waar het gevaar dreigde was niet te bereiken, en zoo was men er getuige van hoe het vuur in de toren voortwoekerde, totdat hij geheel in brand stond. Het was een oogenblik van grooten angst, maar niettemin een indrukwekkend schouw spel. Het was alsof het geheele stadhuis ten vure was gedoemd. Honderde handen waren dan ook in de weer om de registers van den burgerlijken stand en andere boeken en bescheiden te bergen. Gelukkig was men op dat oogenblik (halfvijf) den brand in de Lamsteeg en aangrenzende huizen meester, zoodat al de krachten van de gewone brandweer zich met de stoomspuiten konden ver eenigen om het stadhuis en het bureel van politie te beschermen. Teen de toren uitgebrand was en de windwijzer daardoor zijn steun verloren had, sloeg het zware gevaarte met een geweldigen slag naar beneden. Het gloeiende ijzer kwam gelukkig bezijden den koepel van de rotonde te land, waar het snel onschadelijk werd gemaakt. Het vuur en de vlammen hadden middelerwijl ook de bevloering van den toren aangetast, die, ook orider den ongewonen lasl van neervallend gruis, gedeeltelijk doorbrandde, gedeeltelijk be zweek, waardoor de vlammen toegang kregen tot het inwendige van het gebouw. De tweede bevloering bleek hier echter van slevig metsel werk Ie zijn en de brandweer had daar bereids

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1