LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4473 A0. 1874. Donderdag 10 September. Het volgend Tooneelseizoen. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nommers0.02. Deze Courant wordt dagelijksmet uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.171. Groolere letters naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. PATENTS LADEN. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van Leiden, doet to weten dat de ingevulde pateutbladen over het jaar 1874/5, voor de wijken VII, VIII en IX, alsmede de restanten van de wijken IIf, IV, V en VI, bij het College van Zetters, in een der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, door de belanghebbenden zeiven kunnen worden afge haald, dagelijks, de Zondag uitgezonderd, van des middags twaalf tot twee uren; wordende de belanghebbenden uitgenoodigd de aanslagbiljetten mede te brengen. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afge kondigd. De Burgemeester voornoemd, Leiden, 5, September 1874. v. d. BRANDELER. BURGEMEESTER en "WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien de adressen van 1°. Frederik Herman De Jong, koopman in brandstoffen, wonende alhier, daarbij verzoe kende om het pakhuis aan de gedempte Marendorpsche achtergracht n°. 132rood tot magazijn van brandstoffen te mogen inrichten en gebruiken; 2°. Salomon Mozes Van Gelderen, vleeschhouwer alhier, houdende verzoek om in het huis aan den Ouden Rijn n°. 91 eene slachtplaats in te richten; Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit van 31 Januari 1824 {Staatsblad n°. 19); Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars en be woners van de naast bijgelegene en belendende panden, ten opzichte der informatiën de commodo et incommodo, door Burgemeester en Wethouders zal worden gevaceerd op het Raadhuis dezer gemeente, op Maandag den 14den September aanstaande, 's voormiddags te elf uren; zullende de belanghebbenden verplicht zijn hunne bezwaren tegen die verzoeken op dien tijd in te brengen, terwijl, bij ver zuim daarvan, zij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging niet te hebben verzet. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 9 September 1874. Nog enkele schoone dagen, en de zomer be hoort weer lot het verledene. Geen wonder dat men er langzamerhand aan begint te denken wat het najaar en de winter ons zullen opleveren. In de plaats van vermakelijkheden in de open lucht tre den weldra weer concerten, bals, en opvoeringen in den schouwburg. De laatste vooral trekken de aandacht, daar zij meer regelmatig plaats grijpen en ook meer toegankelijk zijn voor de verschil lende rangen der maatschappij. De hier ter stede verschijnende dagbladen be vatten in den vorm van ingezonden stukken reeds blijken van die belangstelling in de schouwburg opvoeringen van verschillenden aard, die zelfs aanleiding gaven tot een min of meer scherpe polemiek. Wij aarzelen niet ons te scharen aan de zijde van hen, die de voorkeur geven aan een atwis- seling van opera- en tooneelvoorstellingen zooals het vorige seizoen opleverde, toen wij ons in de op voering van een tiental opera's mochten verheugen. Die meening zal zeker geen bevreemding wekken hij diegenen onder onze lezers, die zich nog herinneren, dat wij na atloop van het seizoen 18731874 aan het hoofd onzer kolommen er op wezen dat de opera veel meer reden tot tevredenheid opleverde dan het Hollandsch tooneel, althans wat het gezelschap van den koninklijken schouwburg uit de residentie betrof. Reden ge- noeg, dunkt ons, om ook dit tooneeljaar het aantal opera-voorstellingen niet te verminderen, te meer daar, voor zoover daarover reeds thans een oordeel is uit te spreken, het Haagsche per soneel, vooral wat grand-opéra betreft, goede elementen schijnt te bevatten. Bovendien het is terecht in een der inge zonden stukken in ons blad opgemerkt wij kunnen de voorkeur geven aan dat opera-, maar vooral dat tooneelgezelschap, dat wij meenen dat ons 't best zal voldoen, mits wij niet al te karig met het betalen van ons abonnement of onze entrée zijn. Wij kunnen ons voordeel doen met onze gunstige ligging aan de spoorweglijn, welke de drie steden verbindt, die zich de weelde kunnen veroorloven er vereenigingen van artisten op na te houden. In dat opzicht verkeeren wij in veel gunstiger verhouding dan die steden zelve, welke zich in hoofdzaak moeten bepalen lot het binnen hare muren gevestigde gezelschap. Maar dan moeten wij ook voor alle voorstel lingen zonder onderscheid onze keuze vestigen op de uitmunlendste gezelschappen. Wij zouden te klagen en niet onzen zin hebben, indien men meende dat voor volks- en kindervoorstellingen een tooneelgezelschap, op welks opvoeringen men liever de ahonné's niet wil onthalen, altijd nog goed genoeg zou zijn. Volgens de eischen toch die men aan een goed tooneel mag stellen, moet het niet alleen een uitspannings- maar ook en vooral een opvoedings plaats zijn voor de volksklasse en onze kinderen, voor zoover zij er reeds vatbaarheid genoeg voor bezitten, zoowel als voor de hoogere standen der maatschappij. Door het volk te onthalen opslecht opgevoerde, onbeteekenende stukken zonder zede lijke strekking, stukken in één woord die in geen enkel opzicht getuigen van die onmisbare elementen van hetgeen wij kunstschoon noemen, nl. verstand, gevoel en natuur, daardoor zal men allerminst bevorderlijk zijn aan zijn verstandelijke en zedelijke ontwikkeling en aan de veredeling van zijn kunst zin, terwijl bij kinderen, die daarop worden vergast, reeds terstond alle smaak wordt bedorven, daar zij zonder oordeel des onderscheids datgene, wat hun slechts als uitspanning wordt aangeboden, tevens aannemen als het schoone en goede. Er bestaat ook nog een andere reden om geen middelmatige gezelschappen te engageeren. Men tracht in onze dagen liet tooneel op allerlei wijzen te verheffen. Welnu, ook het publiek kan daartoe meewerken door zich bij voorkeur tot die too- neelgezelschappen te wenden die ook 't meest een bezoek waardig zijn, ook voor de volksklasse en onze kinderen. Zoodoende zal men eindigen met slechts de goede elementen over te houden. Wansmaak kan alleen daar blijven bestaan, waar hij door het publiek wordt gehuldigd. Voegen wij er ten slotte bij, dat wij hiermede geen oordeel, hetzij goed- of afkeurend, over het Haagsche too neelgezelschap willen uitspreken. LEIDEN, 9 September. Aan de gemeente-begrooting voor 1875, welke aan den Raad is overlegd, zijn de volgende cijfers ontleend. Onder de ontvangsten komen voor40 opcenten op de hoofdsom der belasting op de ge bouwde eigendommen, geraamd tot ƒ25,10650 opc. op de hoofdsom der personeele belasting, a ƒ52,043 in de opbrengst der Rijksbelasting op het per soneel, 99,923; plaatselijke directe belasting ƒ99,100. De ontvangsten ter zake van het beheer der stedelijke gasfabriek worden geraamd op ƒ59,000, de kosten der openbare verlichting, uit de gemeentekas aan die fabriek te voldoen, uitgetrokken tot ƒ21,000; de opbrengst der faecale stoffen, stelsel-Liernur, wordt, evenals de kosten van reiniging der riolen volgens dat stelsel, uitgetrokken tot ƒ3000. Naar wij vernemen zal het model voor het standbeeld van Van der Werf gedurende het a. s. Octoberfeest voor het publiek worden tentoon gesteld. Uit Haarlem wordt gemeldTer gelegenheid van het 50-jarig jubilé van msgr. G. P. Wilmer, bisschop van Haarlem, werd in de smaakvol met pauselijke en bisschoppelijke wapens, vlaggen, wim pels, schilden, groen en bloemen versierde hoofd kerk eene mis gecelebreerd. De jubilaris was daar omringd door eene talrijke priesterschaar, waaronder de nieuwbenoemde bisschop van Breda, msgr. Van Beek. Na den dienst begaf msgr. Wilmer zich naar zijne woning en ontving daar de gelukwenschingen van een aantal hoogere en lagere geestelijken, afge vaardigden van katholieke instellingen uit deze stad, alsmede uit Amsterdam en andere gemeen ten en een aan'al bijzondere personen. Behalve vele prachtige geschenken, die den jubilaris door particulieren werden vereerd, is aan Z. Hw. door eene commissie van aanzienlijke Katholieken aan- eboden, namens de geloovigen van het geheele bisdom, de bijdragen voor een gebouw, bestemd voor bisschoppelijk museum en de bibliotheek. Door de gezamenlijke geestelijkheid uit het bisdom is een massief gouden kelk geschonken. Van de woningen der Katholieken was de nationale vlag uitgestoken. Maandag-avond werd aan msgr. H. Van Beek, bisschop van Breda, bij zijne aankomst hier ter stede om de feestviering bij te wonen, namens de leden van de parochie van den H. Joseph, aan wier hoofd de lieer v. Beek tot zeer onlangs had gestaan, door eenige ingezetenen dezer gemeente een prachtig rijtuig, voorzien van de bisschoppelijke wapens, ten geschenke aangeboden. De keizer van Oostenrijk heeft den heer J. E. Cornelissen, officier der marine, directeur der afdeeling voor de waarneming ter zee van het Koninklijk Nederl. meteorologisch instituut te Utrecht, tot ridder van de orde der IJzeren kroon 3de kl. benoemd. De heeren Kaptijn en Gentis, te Woerden, hebben met een Duitscli huis eene overeenkomst getroffen tot verschaffing van het noodige kapitaal voor den aanleg van den spoorweg Harlingen Salzbergen, zoodat, indien een gedeelte van de aandeelen geplaatst wordt, de totstandkoming van den weg verzekerd is. De kapitein Jhr. V. A. De Pesters, comman dant der batterij rijdende artillerie, heeft het ongeluk gehad, dat hij de oefeningen in het kamp van Milli- gen, door den val van zijn paard, zijn linkerhoven- arm is ontwricht. Hij is naar Amersfoort terug gekeerd tot herstel zijner gezondheid. Kapitein Clarke, van den generalen staf in Engelschen dienst, is in de legerplaats te Milli- gen aangekomen, met vergunning en aanbeveling van den Minister van Oorlog. Het stoomschip Conrad passeerde Zondag namiddag Gibraltar. De Ned. Bank had op 7 Sept. bij een muntmateriaal van 133,813,765.345 voor eene som van f 129,471,522.40 minder aan bankbil jetten in omloop dan waartoe zij gerechtigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt 51,788,608.96 meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou wezen. De adelborst 3de kl. bij het Kon. instituut voor de Marine te Willemsoord A. De Ruyter van Steveninck is, op zijn verzoek, eervol uit den. zeedienst ontslagen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1