kosten van het geding en zulks wegens mishan deling in vereeniging gepleegd. Tegen dit vonnis hebben de geappelleerden zich op hunne beurt in cassatie voorzien. Het prov. Gerechtshof in Limburg, uitspraak doende in zake Fr. Van Heemskerk, oud 22 jaren, geboren en wonende te Nederweert, thans te Maasticht in hechtenis, heeft, met aan neming van verzachtende omstandigheden, hem schuldig verklaard aan diefstal van vier schapen uit eene weide, en hem, als reeds vroeger tot eene cellulaire gevangenis van meer dan zes maan den verwezen, tot twee jaren eenzame opsluiting veroordeeld. De rechtbank te Amsterdam heeft Dinsdag uitspraak gedaan in eene quaestie, voort spruitende uit speculatie in dividenden Neder- landsche Handelmaatschappij. De heer B. was door zijne schuldeischers gedagvaard tot betaling van het verschil in prijs, dat hij door speculatie in dividenden aan hen geacht werd schuldig te zijn. De rechtbank wees echter vonnis in dien zin, dat de heer B. zijn schuldeischers wettelijk niets schuldig was, omdat de transactie valt onder de termen van de wet, waarbij alle verplichtingen, voortspruitende uit spel en weddenschap, niet verhaalbaar zijn. De notaris te Sas-van-Gent, van wiens gevangenneming vroeger is melding gemaakt, wordt beschuldigd dat hij den 21 sten dezer, 's na middags te halfacht, bij P. J. B. Vrieboom, als notaris verleden heeft eene akte, zijnde een wis selprotest, en daarin opzettelijk en strijdig met de waarheid vermeld heeft: 1°. „tot welken wisselbrief de aanneming tot betaling werd afge vraagd, waarop door haar de wisselbrief is be taald, doch geweigerd werd de kosten; verzocht haar antwoord te teekenen, heeft (zij) na gedane voorlezing alhier geweigerd te teekenen," als zijnde het onwaar, dat de vrouw van Vrieboom, met wie hij sprak, door hem gevraagd is om beta ling van den wissel of de kosten, of ook verzocht haar antwoord te teekenen2°. dat daarbij als getuige zou tegenwoordig geweest zijn Adrianus Geul, die echter daarbij niet tegenwoordig was. In het nabij Meppel gelegen DeWijk, eene groote landbouw-gemeente met vele voor name boeren, heeft iemand een machine uitge dacht, die aanvankelijk uitmuntend voldoet, om de grasmaaiers onder hun werk frissche lucht te doen toestroomen, en wel door een veerkrach- krachtigen lederen buidel, welke onder den arm bevestigd wordt, en, wegens de herhaalde regel matige beweging, door een aangebrachte buis den maaiers telkens een verfrisschenden lucht stroom in 't aangezicht voert. Gisternacht is te Zwolle een groote hoop lange turf op het terrein van de machine fabriek der heeren Reigers en Ter Meulen in brand geraakt. Door den zuidwestenwind waren de vlammen op de fabriek gericht, waardoor de brand een min of meer dreigend aanzien had. 't Gelukte echter een inspecteur van politie, bijge staan door een tweetal agenten, door 't werpen van water de vlammen in zooverre te blusschen, dat de inmiddels aangekomen brandspuit geen water behoefde te geven. Met behulp van eenig werkvolk der fabriek werd vervolgens de bran dende turf in een nabijzijnde sloot geworpen. In den nacht van 15 September 1872 ontstond brand in het huis van den bakker A. W. Meijer, in de Torensteeg te Amsterdam. Al de bewoners bevonden zich op de kermis, en de overburen, die zich achter hunne ramen met het gewoel in de straat vermaakten, hadden tevens gelegenheid het volgende op te merkenEven na 12 uren was de bakker met zijne familie uitge gaan, nadat hij de winkeldeur had gesloten. Onge veer een kwartier daarna werd de deur door twee hun onbekende personen geopend; daarna werd op de insteekkamer licht ontstoken en telkens bewogen zich twee gestalten heen en weder. Toen dit ongeveer 20 minuten geduurd had, verlieten die twee onbekenden de woning, met een pak onder den arm. Niemand echter dacht dat het licht, dat op de kamer brandde, een begin van brand was. Eindelijk kwam men tot die nood lottige ontdekking. Een voorbijganger werd dit eveneens gewaar en bleef voor het huis staan. Een tweede meende echter, dat de brand daarmede niet gebluscht kon worden en men ging toen tot andere maatregelen over. Men bracht water aan en deed dit door de reten in de kamer, die gesloten was, neerkomen. Toen dit niet hielp, trapte men de deur in en bluschte zonder verdere hulp den brand. Toen dit geschied was, werd men echter iets anders gewaar. Uit een opengebroken secretaire, waarvan de laden openstonden, was een bedrag van f 1200 aan bankpapier ontvreemd, terwijl uit een trommel, met hangslot gesloten, effecten met talons en couponbladen werden ver mist, ter waarde van ongeveer f\ 2,000 nominaal, benevens Iwee quitantiën, ten laste van een zeker persoon, ieder groot f 50, voorts f 14 aan halve centen, een zilver knipbeugeltje met beursje, en twee loterijbriefjes der vijfde klasse van de toen trekkende loterij. Het spreekt van zelf, dat men alles in het werk stelde om de daders op het spoor te komen; niets mocht echter baten. Wel ontving de bakker Meijer een ongeteekenden brief, waarin zijn meesterknecht en zijn gewezen knecht H. E. Dool als de schuldigen werden opgegeven, doch de pogingen der justitie bleven zonder gevolg. Beide personen beweerden op dien avond niet in het huis te zijn geweest. De bakker koesterde echter argwaan, en toen hij vernomen had dat Dool zich verhuurd had als tweede hofmeester op het stoom schip Javakapitein Van Ingen, ging hij een dag voor het vertrek van het schip naar het Nieuwediep. Voorzichtigheidshalve en om geen argwaan te wekken begaf zijn neef zich aan boord en verzocht den kapitein acht te geven op den tweeden hofmeester, of deze ook coupons in zijn bezit had, waarvan de nommers overeenkwamen met die, welke door hem werden opgegeven. Ten gevolge daarvan kwam de kapitein tot de ont dekking, dat de tweede hofmeester werkelijk coupons in zijn bezit had en gaf den eersten hofmeester in last, moeite te doen om daarvan eenige in handen te krijgen, hetgeen ook gelukte. Op de hoogte van St. Nicolaaspunt gekomen, be sloot de kapitein de goederen van Dool te onder zoeken en vond eenige coupons, ter waarde van f 200, waarvan de nummers met de opgegevene overeenkwamen, benevens een bankbiljet van f 100. Een en ander werd den officier van justitie te Batavia ter hand gesteld. Daar ondervraagd, gaf Dool op, ze gekocht te hebben van zekeren Meijer te Amsterdam. Hij had zich voorgenomen zijn vader te bezoeken en vertrok daartoe met de stoomboot naar Soerabaja. Daar werd hij echter door den schout in hechtenis genomen en in dien toestand keerde hij naar Nederland terug, orn aldaar aangekomen, gedurende 11 maanden preventief ge vangen te zitten. Verscheidene verhooren moest hij ondergaan. Hij verklaarde de coupons gekocht te hebben van den bakker Meijer, voor f 160, daar hij dezen overtuigd had dat de effecten, als gestolen opgegeven, zich in een brandkast bevonden op den meelzolder. Dinsdag stond Dool voor het Provin ciaal gerechtshof van Noord-Holland terecht, als beschuldigd van medeplichtigheid aan diefstal bij nacht in een bewoond huis, met behulp van valsche sleutels en binnenbraak, door desbewust een deel van het gestolene te helen en te ver bergen. De verdediging werd bij afwezigheid van Mr. Ph. A. Haas Az. (door den beschuldigde daartoe uitgenoodigd) waargenomen door Mr. W. H. K. Mouthaan, advocaat te Amsterdam. 35 getuigen waren gedagvaard, waarvan twee af wezig, de een wegens ziekte, de ander wegens verblijf op zee. De bakker Meijer verklaarde de opgaven van den beschuldigde als leugen en de tweede officier van het stoomschip Javat dat na de ontdekking der coupons de beschuldigde in eene blijkbare gejaagdheid had verkeerd. Bij zijn gis teren genomen requisitoir heeft de procureur- generaal bij het Hof tegen den beschuldigde veroor deeling geëischt tot eene tuchthuisstraf van vijfjaren. Het in Noord-Amerika verschijnende tijdschrift Dental Cosmos vermeldt, dat de heer Frederik Babcock alle tandheelkundige operatiën, die daarvoor geschikt zijn, door stoom doet plaats hebben. Hij gebruikt daarvoor een stoomwerktuig van Morrisson en houdt zich overtuigd, dat alle bewerkingen sneller en gemakkelijker geschieden dan op elke andere wijze. BUITENLAND. JPraxilirij li. De heer Ghristophle zal in de nationale ver gadering een voorstel doen tot ontbinding der Kamer, indien het ontwerp-Périer verworpen mocht worden. Dit voorstel, geteekend door al de leden van de drie groepen der linkerzijde, luidt aldus: „De Kamer, in overweging nemende dat de verwerping van het voorstel-Périer een bewijs is van de onmacht der Kamer om een definitief Gouvernement te constitueeren, besluit dat ze den 26sten September zal uiteengaan, dat de verkiezingen voor de nieuwe Kamer den 6den September zullen plaats hebben, en dat de nieuwe vergadering den 28sten September zal bijeenkomen." De commissie van dertigen heeft de beide eerste artikelen van het ontwerp barer sub-com missie aangenomen. Volgens die artikelen zal de Senaat samengesteld zijn uit leden: 1°. die door de departementen zijn gekozen, 2° die rechtens zitting hebben in den Senaat, en 3°. die door den President der Republiek zijn benoemd. De heer Cornelis de Witt, schoonzoon van den heer Guizot, is door den nieuwen Minister van Binnenlandsche Zaken tot zijn secretaris-gene raal, of, gelijk het in Frankrijk heet, tot onder secretaris van Staat benoemd. Het wordt bevestigd, dat Mac Mahon dage lijks in al zijn stappen bespied is geworden door een bediende, die de plannen der Bonapartisten in de hand werkende, hen op de hoogte hield van al hetgeen hij opmerkte, van al de bijeen komsten, die de president der republiek hield. Die man moet in zijne rapporten aan het Bona- partistisch Comité zelfs in weinig eerbiedige woor den van de gemalin des maarschalks gesproken hebben. Dit alles moet gebleken zijn uit het onder zoek, dat de heer Léon Renault, prefect van po litie, te Parijs heeft laten instellen. Zooals licht te begrijpen is, is Mac Mahon verbolgen over hetgeen bij die gelegenheid aan 't licht is geko men, en met het oog hierop erlangt de benoe ming der heeren Mathieu-Bodet en Chabaud-La- tour, twee verklaarde anti-Bonaparlisten, tot Ministers een dubbele beteekenis. Voorts moet de politie bij haar onderzoek toi de ontdekking zijn gekomen, dat een getuige in het proces van Bazaine door de Bonapartisten is omgekocht om gunstige verklaringen voor dezen af te leggen. Het valsche getuigenis van dezen is sedert op onwraakbare wijze gebleken. Een Fransch vaartuig, de Marieis in de Marokkaansche wateren door een Fransch oorlog schip genomen. Het had een lading geweren in, die, naar de verklaring van den kapitein, bestemd was voor Marokko; maar bij onderzoek van de scheepspapieren is het gebleken dat die opgave valsch was. De geweren moeten voor de Carlisien bestemd zijn geweest. Duitschland. De politie te Berlijn heeft bekend gemaakt, dat aldaar de navolgende vereenigingen wegens schending van het recht van vergadering en ver eeniging voorloopig zijn gesloten 1°. de Katho lieke gezellen-vereeniging met de daartoe be- hoorende: a. akademie der gezellen-vereeniging; b. St.-Canisius-vereeniging van jonge patroons; c. St.-Eduards-vereeniging van patroons; d. leer- lingen-vereenigiDg; 2°. deSt.-Bonifacius-vereeniging met daartoe behoorende: a. studenten-vereeniging b. St.-Bonifacius-vereeniging van Katholieke hoofden van huisgezinnenc. vereeniging ter eere der H. familie; 3°. de Pius-vereeniging. De deelneming als lid aan eene of meer dezer vereenigingen is verboden op eene boete van 5 tot 50 thaler, of van 8 dagen tot 3 maanden gevangenisstraf. Het Hof te Posen heeft uitspraak gedaan in de zaak van den kassier der voorschotbank, Hugo Gerstel, en den procuratiehouder Albert Feldmann. Eerstgenoemde is, wegens verduistering van gelden ten bedrage van 120,000 th., ver oordeeld tot vier jaar gevangenisstraf en verlies der burgerlijke en burgerschapsrechten voorgelijk tijdsverloop; laatstgenoemde wegens medeplichtig heid tot twee jaar gevangenisstraf. Groot-Britannië. Volgens de Prov. Correspondent moet prins Gortschakoff op de mededeeling van Engeland, dat het aan de internationale conferentie te Brussel niet zal deelnemen, indien er ook ge handeld zal worden over oorlogsrechten op zee, hebben geantwoord, en zich daarbij ten taak gesteld Engelands bezwaren weg te nemen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2