LEIDSCH
DAGBLAD.
N'J. 4430
A0. 1874.
Woensdag
22 Juli.
Veranderde omstandigheden.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maanden1.
Franco per postn l-40-
Afronderlijke Nummers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADYERTENTIEN
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meern 0.174.
Groolere letters naar plaatsruimte.
STA1)S-BERICKTEX.
De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeentebestuur van
Leiden, doet te weteu, dat aan den Ontvanger der directe belas
tingen alhier is Ier hand gesteld een op den 18den dezer maand
invorderbaar verklaard kohier van het patentrecht dienst 1874/75,
houdende aanslagen voor wijk IV, terwyl ieder verplicht is zijn
aanslag op den bij de wet bepaalden voet te voldoen.
En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Courant afge
kondigd.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 21 Jali 1874.
Gedachtig aan hetaudi et alteram partem,
hoor ook de tegenpartij, aarzelden wy geen oogen
blik ook een plaatsje in te ruimen voor het
stukje van een „Balaafsche kwajongen" in ant
woord op het ingezonden artikeltje van „Batavus,"
den vorigèn dag met een der ideeën van Multatuli
lot motto in onze kolommen opgenomen. Dat
hooren van heide partijen is een overheerlijk
middel om achter de waarheid te komen, dikwijls
ook om tusscheh twee facties een bemiddeling
tot stand te brengen, al ware het alleen door aan
te wijzen in welke opzichten elk zich aan over
drijving schuldig maakt.
De zaak, welke 't hier geldt, is wezenlijk be
langrijk genoeg om er een oogenblik bij stil te
staan. De beschuldiging, wil men liever bestraf
fing of kastijding, van Batavus is gericht tegen
•een verschijnsel, dat zich meer en meer in onze
maatschappij begint te vertoonen en een zeer
natuurlijk gevolg is van de veranderde omstan
digheden, waaronder wij leven.
Vooraf willen wij waarschuwen tegen het somtijds
wat al te overijld gebruik van motto's. Zooals
Multatuli zijn idee N°. 442 neerschreef, bevat hel
volkomen waarheid, maar heel practisch is liet
niet. Opgeschoten jongens, jongelui die latijn ver
staan en bang zijn voor weerwolf en bietebauw,
och, ze zijn zoo zeldzaam, en dat is maar goed
ook. De ideeën van Multatuli zijn op het gebied
der moraal wat typen op dat der beschrijving zijn,
dat wil zeggen: sterk gekleurd, en dat is natuur
lijk; ze zouden anders flauw en onbeduidend
worden. Maar juist daarom moet men voorzichtig
zijn met de toepassing, vooral waar het jongelui
:geldt, die uit den aard der zaak al genoeg kit-
teloorig en opgewonden zijn.
Van die „onverdraaglijke lummels" wordt legen-
i woordig nog al tamelijk wat geëischt. Sedert
•de oprichting der hoogere burgerscholen heeft zich
-«en klasse van jongelui gevormd die, vooral waar
zij in de laatste studiejaren verkeeren, een soort
van jongelieden vormen, die men vroeger niet
kende, de weinige bezoekers van gymnasium of
latijnsche school uitgezonderd. Jongens van 18-
of 20-jarigen leeftijd, die met ernst de lessen
van een inrichting van middelbaar onderwijs
volden, zijn zoo geheel en al geen jongens meer.
Slechts weinige maanden soms scheiden hen van
h t oogenblik dat zij in een of andere maatschap
pelijke betrekking zullen optreden. Kan men het
hun dan^ zoo euvel duiden dat zij nu en dan in
een koffiehu s een party biljart spelen, wanneer
zij zich daarbij aan geen ongeoorloofde aanmati
ging schuldig maken.
Jongelui t is zoo n bekende waarheid
die de kinderschoenen hebben uitgetrokken, ver
keeren in een eenigszins onnatuurlijken toestand,
wat men zoo eigenaardig noemt: te groot voor
een servet, te klein voor een tafellaken. Het
meisje daarentegen behoort op zestienjarigen leef
tijd en vaak nog vroeger, eensklaps tot de „groote
dames" en wordt als zoodanig behandeld.
Zal men nu door geheele uitsluiting uit het
verkeer met volwassen mannen een gunstigen
invloed op de eersten uitoefenen? Zeker niet;
menigeen zal de voorkeur geven aan hen, die
in een koffiehuis aan het biljart verschijnen, boven
hen, die te beschroomd zijn er den drempel te
overschrijden. Dezen zijn niet juist altijd van het beste
gehalte. De man is bestemd om zich in de
maatschappij te bewegen en te handhaven, in
onzen tijd vooral niet minder dan voorheen. Leert
hij dat allengs als jongeling, het zal hem later
te stade komen, en waar hij zich soms uit brood
dronkenheid vergrijpt aan de rechten van mannen
van rijper leeftijd, zal een verstandige terechtwijzing
hem bezadigdheid leeren. Wij spreken hier na
tuurlijk niet van die jeugdige habitués, voor wie
het koffiehuis-bezoek een behoefte is geworden.
Huiselijkheid is een schoone deugd, maar die,
evenals alle goede eigenschappen, door overdrij
ving kan ontaarden in een ondeugd en den man,
zoodra hij buiten den huiselijken kring zelfstandig
moet optreden, hulpeloos en verlegen laat en
hem niet zelden tot een voorwerp van bespotting
maakt.
Wie werkelijk het welzijn van jongelieden
bedoelt, zal, waar zij de grenzen der welvoe
glijkheid te huiten gaan, wel doen hen met beza
digdheid terecht te wijzen, en daardoor beter zijn
doel bereiken dan door hen terug te dringen
naar de jongens, waartoe zij nu eenmaal niet
meer hehooren.
Onze tegenwoordige jongelieden, och, ze zijn al
niet slechter dan vroeger en, zijn ze soms wat
al te vrij of al te haastig in woord of daad,
dan zijn 't. des te minder droomers en suffers,
stille jongens, die soms heel wat ergers doen dan
biljarten in een koffiehuis.
Eén zaak is zeker, de tijd van weerwolf en
bietebauw is voorbij, ook voor onze jongelieden.
LEIDEjtf, 21 Jali.
Uit het verslag van Gedeputeerde Staten
over den toestand der provincie Zuid-Holland over
1873 blijkt, dal de bevolking op 31 December
van dat jaar bedroeg: mann. gesl. 347.235, vr.
374.229; totaal 721.464, waarvan in gemeenten
hoven de 10000 zielen 346.381. Het aantal kiezers
voor de Prov. Staten beliep 18988, dat voor
leden van gemeenteraden 30740. Het onderzoek
nopens en de rangschikking van de oude archieven
is thans ondernomen, en de zorg daarvoor opge
dragen aan den heer Hingman, commies-charter
meester hij 's Rijks archief. De sterfte in '1873
bedroeg 1 op de 31 inwoners. Er zijn 18671
vaccinatiën opgegeven. Blijkbaar verzuimen ouders
hunne kinderen te doen inenten, totdat het ver
langen om ze in een school te zien toegelaten
hen daartoe brengt. Men telde 6078 mililieplich-
tigen, waarvan 25 nalatig waren. De sterkte der
schutterij was: dienstdoende '12451, en rustende
9836 man. Het aantal lagere scholen bedroeg:
gewoon lager onderwijs 372, meer uitgebreid idem
177, te zamen met 461 hoofdonderwijzers, 922
hulponderwijzers, 455 mann. kweekelingen, 88
hoofdonderwijzeressen, 290 hulponderwijzeressen
en '192 vr. kweekelingen. Het getal leerlingen op
de dagscholen was op 15 Oct. 45464 jongens
en 42415 meisjes, waarvan kosteloos onderwijs
ontvingen 20631 j. en 19782 m. De kosten voor
't lager onderwijs bedroegen f 1.171.392; daar
van aftrekkende het bedrag der schoolgelden ad
f 231.903, beliepen zij f 939.488. Men telde 17
bewaarscholen, 26 zondagscholen, 16 werkscholen
en 176 bewaarscholen. De kweekschool voor
de zeevaart mocht zich in verhoogden bloei ver
heugen, de inrichting voor doofstommen te Rot
terdam werd steeds met goed gevolg bezocht.
Het stoomschip Madurakapt. B. Orde-,
man, is den 18den dezer te Port-Said gearriveerd,
en zou onmiddellijk de reis van Nieuwediep naar
Batavia voortzetten; het stoomschip Celebesf kapt.
C. A. Bakker, zou den 21 sten van Batavia naar
het Nieuwediep vertrekkenhet stoomschip Borneo
kapt. C. Jaski, is den 15den te Padang ge-,
arriveerd.
De gewone audiëntie van den Minister van
Marine zal op Vrijdag 24, en die van den Minis
ter van Financiën op Donderdag 23 dezer niet
plaats hebben.
De uitvoering door de vereenigde liedertafels,
die Zaterdag-avond in het feestlokaal te Haar
lem plaats had, heeft de verwachting, welke men
daarvan had, geenszins teleurgesteld. Begeleid door
het Park-orchest, en onder leiding van de heeren
G. A. Heinze, Richard Hol, H. A. Meyroos en
den feestdirecteur W. H. O. Schmölling, werden
de verschillende nummers voortreffelijk uitgevoerd
en maakten vooral het „Te Deum Laudamus"
van Verhulst en „Vrede" van Hol, beiden voor
solo, koor en groot orchest, een grootschen indruk.
De heer B. J. De Goey uit Leiden, die de tenor
solopartij in genoemde werken vervulde, heeft
getoond een voortreffelijk zanger te zijn, en de
heer Thole, uit Amsterdam, vervulde de bariton-
solo uit het oratorium „die Auferstehung", Van
Heinze, mede op een verdienstelijke wijze. Van
de overige koornummers, welke ten gehoore wer
den gebracht, mag voorzeker ook „Vincta", van
Fr. Abt, om de keurige wijze van uitvoering wel
afzonderlijk genoemd worden. Na afloop van het
concert woonde een groot gedeelte van liet niet
zeer talrijk opgekomen publiek den vauxhall hij
in den tuin, alwaar ook nu en dan de verschil
lende liedertafels een lied deden hooren. De
groote matinée musicale in den Hertenkamp, door
het Park-orchest van den heer Stumpff, welke
des middags te halftwee aanving, werd vrij druk
bezocht, niettegenstaande het zeer warme weder.
Zondag-avond hadden de voordrachten plaats
van de afzonderlijke liedertafels,' die werden
afgewisseld door het Park-orchest; „Cecilia" van
Den Haag en „Amstels Mannenkoor" van Amster
dam handhaafden ook nu weder hun roem en
streden met hare zuster-vereenigingen uit Rot
terdam en Amsterdam om den voorrang. Na
afloop van ieder nummer kwam er aan de toe
juichingen schier geen einde; dit was inzonderheid
het geval, nadat „Cecilia" de „Iersche landver
huizers" van F. A. Gevaert en „De Roos" van
L. Van Gheluwe had voorgedragen, en zij ver
vulde zeker aller wensch, toen door haar nog
een nummer ten beste gegeven werd. De feest
gevende liedertafel „Zang en Vriendschap" be
sloot de voordrachten op dien avond, die door de
feestouverture van Heinze en de ouverture „Er-
klarüng", van Hol, tot een schoon geheel gevormd
werd.
De Berlingske Politieke og Averlisse-
ments-Tidende bevestigt de benoeming van
Z. K. H. Prins Alexander tot ridder van de
Olifantsorde. Verder deelt zij nog de volgende
onderscheidingen mede, door den Koning van
Denemarken verleendde heer A. Mazel, Neder-
landsch gezant té Kopenhagen, is benoemd tot