LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4414. A0. 1874. Vrijdag 3 Juli. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 piaawjen1. Franco per postL40. Afzonderlijke IS'pm mcrs.0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTEKTDEti: Van, 16 regeU..f 1.05. Itjdere regel rae«?r.0.174. Groolcre l,etlcrs oaar ^laatsfijiinte. STA DS-BE RICHTEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Overwegende dat zich in de laatste dagen nog gevallen van hondsdolheid hebben voorgedaan; Gelet op de artt. 63 en volgende van de Algeraeene Politieverordening van den 16den October 1873, zooals die zijn gewijzigd bij de verordening van 9 April 1874 Gemeenteblad n°. 10); Brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen, dat honden niet 'anders dan gemuilband of; in de plaats van muilband, van muilkorf voorzien, op straat of op eene plaats vanwaar zij onmiddellijk toegang tot de straat hebben, mogen worden toegelaten. En wordt deze door plaatsing ip de Leidsphc Courant afgekondigd. Burgemeester eu Wethouders voorn., v. d. BRANDELER, Burgeon E. KIST, Secretaris. Leiden, 2 Juli 1874. LEIDEN—WOERDEN, p In het nommer van 25 Juni jl. hebben we eene beschouwing gegeven over de werischelijkheid van bovengenoemde spoorwegverbinding voor Leiden. We stipten toen tevens met korte woorden aan, dat naar onze meening dë eenige weg om tot een resultaat te geraken zoude zijn; aanleg van de lijn LeidenWoerden door particuliere krachten en exploitatie door de Rijnspoor. We merkten ook op dat het de eenige weg is, die een revirement kan brengen in Leidens handel en industrie, de haofd- bronnen van bestaan en welvaren van iedere stad en zeker van een stad met een zoo voortreffelijke ligging als Leiden. Er zijn indertijd door de Hollandsche Spoorwegmaatschappij pogingen in het werk gesteld tot verkrijging, van deze verbinding, doch het is bekend hoe \yeipig. succès deze pogin gen liebben opgeléverd. Wij wenschen nu in dit artikel aan te toonen, dat de eenige Maatschappij die met vrucht de lijn LeidenWoerden kan exploi- leeren de Rijnspoorwegmaatschappij is. Er is een tyd geweest, dat het voor deHoli. spoor wegmaatschappij van onberekenbaar voordeel zoude zijn geweest hier te Leiden eene aansluiting met de R. S. M. te verkrijgen,' doch die is thans onnoo- dig. De H. S. M. heeft thans vlak in de nabij heid van Leiden eéne aansluiting te 's-Hage, de aansluiting te Rotterdam is in staat van wijzen, terwijl de Oost erspoor weg voor de H. S. eene verbinding met het oostelijk net der Staatsspoor wegen daarstelt, die door haar zelve wordt ge ëxploiteerd. Het springt in het oog dat thans dus voor deze Maatschappij het groote belang niet meet* bestaat om bene kansluiting te Leiden te ver krijgen. Voor de R. S. M. is daarentegen de zaak eene geheel andere. Er iis een tijd geweest, dat de R. S. M. de béte noire was van alle ministers van Binnen- landsche Zaken, van alle dagbladen, van alle pleizier- en niet-pleizjerreizigers, kortom van ieder die op de éen of andere wijze met haar in aanraking kwam, en geen wönder. Hét was de zalige tijd dat de- Rijpspoor de eenige was, die het grpotste gedeelte.der Noderlandsche steden verbond, maar ook onze eenige lijn van ver binding met Duitschlandt In dien tijd, het moet erkend worden, wa§ de N. R- S, M. g,een prince facile. De tarieven waren hoog, de regeling dier treinen, was niet altijd, naar den algempeppn smaak, kortom, men kpn zeker zijn, dat iedere week een of ander Nederlandsch blad eene diatribe tegen, de, Rijnspoor had opgenomen. Toch naar onze^ meening niet. alt'yd terecht; want, dat die R. S. M. van het voordpelige barer positie pro fiteerde, was niet anders dan een bewijs van haar Ingezonjen. goed inzicht in zaken. De R. S. M. trachtte zoo veel mogelijk voordeel te trekken uit haren toen- npaligen exceptioneel voordeeligen toestand, een daad die ieder koopman verplicht is te doen, en een spoorwegmaatschappij, hoe groot ook, is niets anders dan een koopman die verplicht is op alle mogelijke, eerlijke wegen zijn voordeel (hier tevens dat der aandeelhouders) te bevorderenen nu moge men deze beschouwing niet poëtisch vinden, zij is naarj onze meening de eenige waretrouwens bij het exploiteeren van spoorwegen komt geen poëzie te pas. Buitendien, men moge niet altijd vroeger voor het mindere personeel goed gezorgd hebben (naar onze meening de voornaamste recht matige grief tegen den Rijnspoorweg)deze grief is voor ieder die met den gang van zaken bekend is, thans grootendeels opgeheven. Doch de schoone dagen van Aranjuez zyn voorbije ook voor de R. S; M. De heilige concurrentie heeft ook hier den toestand veranderd; de verbindingswe gen met Duitschland zijn in den laatsten tijd hoe lan ger hoe talrijker geworden en men zoude haast gene- geh zijn orn de vraag te stellen: komen er niet te veel lijnen die ons land aan Duitschland ver binden? Immers men heeft thans reeds de volgende verbindingen: 1. de aansluiting ZevenaarEm merik 2-. de lijn ZevenaarKleve3'. de lijn NijmegenKleve; 4. ZutphenRheine; 5. Yenlo Crefeld; 6. Venlo—Viersen7. MaastrichtAken. Hierbij komen nog eerlang de aansluitingen te Glanerbeek en te Ihrhove en wij gelooven dat men over het aantal aansluitingen niet te klagen heeft. Men voege hierbij dat met de Rijnspoor parallel loopen en dus concurreeren4. de Oos- terspporweg; 2. de Staatsspoor in het Zuiden en 3. dp lijn BoxtelWeseï. Voege men hierbij nog het door het syndicaat van bankiers voor gestelde spoorwegnet en de lijn NijmegenTil burg en men zal toestemmen dat het voor den Rijnspoorweg niet onverschillig zal zyn, de exploitatie te verkrijgen van een lijn die tiaar met Leiden en een zoo vruchtbare en nyveré streek als de Rijnstreek in verbinding brengt. Wanneer men dus thans aan de Rijnspoor den weg aanbiedt, dan gelooven wij dat zij bij eenigs- zins gunstige Conditiën tot de exploitatie te vinden zal zijn, indien men deze drie punten in het oog houdt: 1. dat men niet te veel eischepd zy op het punt van rollend materieel; 2. dat men met een matige rente tevreden zij, als rente vpor het kapitaal dat de aanleg van den weg heeft gekost; 3. dat men vooral in het oog boude dat het groote voordeel van den wegmeer indirect zal gplegen zyn in verbetering van,communicatie, dan in de dadelijke voordeelen die de exploitatie zal afwerpen. Voor eigen exploitatie is de lijn te klein, de gemeenten hebben er hoofdzakelijk belang by en van hen ga dan ook de aanleg uit en zoo spoedig mpgejyk. Gunstige exploitatievoorwaarden zullen zich dpn niet. laten wachten, mits men slechts voor een goeden, weg zorge. Wy hebben gemeend deze weinige regels nog aan ons vorig artikel over deze zaak te moeten toevoegen en hopen dat Leiden zich spoedig moge verheugen in een aansluiting aan het groote Europeesche spoorwegnet, CtfJAfOQCl. [Dit artikel vormt een geheel mét het vorige over hetzelfde onderwerp, „een Leidsch belang", dat wij verkort hebben opgenomen. Het had vooraf dienen te gaan, doch wegens dé ophanden zijnde zitting van den gemeenteraad achtten wij het verkieslijk den loop der zaken af te wachten. Red.] LEIDEN, 2 «Full. Met genoegen vernemen wij dat er evenals het vorige jaar in de week der LeidSche kermis een groot Militair Concert op Zornerzorg zal gegeven worden door de stafmuziek van het regiment grenadiers en jagers, onder directie van den heer F. Dunkier, en wel op Dinsdag den 21sten Juli a. s. Dr. T. Zaayer, hoogleeraar alhier, is be noemd tot lid van het Historisch genootschap te Utr^pht. Uit Maastricht wordt aan de N. R. Gt. gemeld: Het plan, door de besluurders van het Taal- en Letterkundig Congres van Antwerpen opgevat, om, nu de samenkomst te Leiden ten gevolge van te geringe deelneming niet doorgaat, alsnog eene poging te beproeven om het Congres voor 1874 te Maastricht te doen plaats hebben, vindt aldaar algemeene toejuiching. Het Gemeen tebestuur, dat verleden jaar een zijner wethouders, Mr. G. D. Franquinet, naar Antwerpen afvaar digde en alzoo een doorslaand bewijs van belang stelling ip de zaak gaf, eene belangstelling eene betere uitkomst waardig, zal ongetwijfeld ook thans nog tot krachtdadige medewerking bereid gevonden worden. Aan geschikte lokalen is hier geen gebrek, terwijl ook voor de samenstelling eener degelijke Regelings-commissie gezonden ele menten in genoegzame male aanwezig zyp. De ondervinding leerde, dat, zoo ergens, men hier met een behoorlijk feestprogramma spoedig gereed is; ook bieden de heerl'yke omstreken dezer stad den congresleden in ruime mate gelegooheid tot uitspanning aan. Men bedenke verder welke heilrijke vruchten juist hier de samenkomst van de voornaamste letterkundigen van Noord en Zuid zou kunnen afwerpen, om zich opgewekt te gevpelen, ook in het belang der toekomst on?er taal- en letterkundige congressen, het plan der Antwerpsche Commissie krachtdadig te steunen. Het stoomschip Billiton, van Amsterdam naar Batavia, is den 28sten; Juni te Point de Galle aangekomen en zom gisteren de reis voortzetten. Het' stoomschip Madura is gisteren van Nieuwediep vertrokken naar Batavia, via Suez; Naar wij vernemen iü H. M. de Koningin onder behandeling van Dr. Porges, den meest ge- renommeerden arts van Marienbad. De heer J. A. Weinbeck, boekhandelaar te Rotterdam, heefi van wege Z. M. den Koning, H. M. de KoninginZ. K. H. den Prins van Oranje en Prins Frederik een zeer vereerend schrijven ontvangen met dankbetuiging voor de toegezonden exemplaren der feestliederen door hem namens eenige belangstellenden in grooten getale verspreid, alsook voor hèt door hem uitgegeven feestlied ter eere van Z. Mt den Koning, getiteldDrie Kronen, woorden van W* Ni Peijpers, muziek van F. Picaneser. De Minister van Marine brengt ter kennis van belanghebbenden, dat voortaan bij het examen van adSpiranten Voor de betrekking van adelborst op het Koninklijk Instituut voor de Marine ook zal'gevorderd worden de kennis der gronden van de HöogduitSche taal. Gisteren is aan de Utrechtsche hoogeschool bevorderd tot doctor in de geneeskunde de heer F. P. H. Van Heyst, van 's-Hertogenbosch. -T- Gisteren is te Amsterdam, na afgelegd exa men, tot, arts, bevorderd de heer A. van, Traa, medicinae doctorandus, geboren te Rotterdam. Door de Eerste Kamer is gisteren benoemd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1