kunstovatie, werd uitgenoodigd met haar calèche,
toen staande op de laan tegenover het Huis ten
Bosch, eenigszins den weg te bevrijden, zij
pertinent heeft geweigerd aan dat verzoek te vol
doen, althans haar koetsier daartoe last heeft
gegeven, ja, zich zelfs ten laatste voor de paar
den heeft geplaatst om het afspannen, waartoe
de heer Van Schermbeek last had gegeven, te
beletten.
Op 8 Juli e. k. zal te Maastricht we
der een deel der vestingwerken geslecht worden
door het afbreken van twee gewelven over de
Zuid-Willemsvaart buiten de voormalige Bosch
poort, hetgeen voor de scheepvaart een zeer groot
gerief zal zijn.
Het Hof van Limburg heeft Maandag
uitspraak gedaan in de octrooi-zaak tusschen de
heeren Chassepot, appellant, en De Beaumont, gein-
timeerde. Het Hof heeft, zich vereenigende met
de gronden door den advocaat van den geïnt.,
Mr. D. Van Eek, aangevoerd, het vonnis der arr.-
rechtbank te Maastricht bevestigd, zoodat den
appellant zijne vordering is ontzegd.
Zaterdag 11. vervoegde zich aan het
Centraal-bureel van politie te Rotterdam de kapitein
van het Engelsche barkschip GleamBurgess
genaamd, kennisgevende dat door hem op zijne
reis van Java den 19den Maart 11. in den In-
dischen Oceaan was opgevischt een open boot,
waarin zich twee kleurlingen bevonden, die blijk
baar veel ellende hadden uitgestaan en die hij
aan boord heeft genomen. Een hunner was echter
reeds den volgenden nacht van uitputting gestor
ven, doch het was hem gelukt den [ander in
het leven te behouden. Daar er niemand aan
boord was die met den man kon spreken, was
het hem vooralsnog onbekend gebleven, op welke
wijze de man in deze treurigen toestand was ge
raakt en vanwaar hij herkomstig was. Nadat die
kleurling aan het bureel van politie gebracht was,
bleek het dat hij van het eiland Java herkomstig
was en gelukte het den inspecteur van politie A.
J. Torleij Duwel, vroeger daar te lande gevestigd,
het navolgende in de Maleische taal te vernemen.
Hij is genaamd Aspia, vermeent circa 22 jaren
oud te zijn en is geboren in de residentie Bantam
in het gedeelte Pedir genaamd, nabij Serang;
heeft op jeugdigen leeftijd zijn geboorteplaats ver
laten; is naar Batavia gegaan om als koelie te
werken en heeft als zoodanig gedurende eenige
jaren gearbeid in den dienst van Europeesche
handelshuizen en toko's, waarvan hem sommige
namen bekend zijn. Ongeveer een jaar geleden
werd hij te Batavia aangezocht om in dienst te
gaan op een Engelsch vaartuig en besloot daar
toe met nog 19 zijner landslieden (Bantammers).
Het vaartuig (vermoedelijk kotter of sloep) had
slechts éen mast en er waren behalve de 20
inlanders een Europeesche kapitein, stuurman en
drie matrozen aan boord. Het is van Batavia naar
Australië gezeild en tusschen de eilanden aan de
Westkust gebleven, om de paarlvisscherij uit te
oefenen, waartoe zij zich op een eiland, door
hem Tjadbay genoemd, tijdelijk vestigden. Hij
en zijne landslieden werden op het schip
door de Europeanen schandelijk mishandeld en
kregen onvoldoende voedsel, vooral dan, wanneer
de vangsten niet rijkelijk waren, zoodat hij, daar
door geheel mismoedig geworden en vreezende
toch onder de behandeling te zullen bezwijken,
met nog vier Bantammers besloot om met de bij
het vaartuig behoorende sloep de vlucht te nemen.
Zij zijn daartoe op een avond te 10 uren in de
boot gegaan en hadden, steeds voor den wind
loopende, het eiland reeds des morgens uit het
gezicht verloren. In de boot hadden zij hoege
naamd geen voedsel kunnen medenemen en daarin
lagen alleen twee kleine vaatjes, waarvan het
eene geheel, het andere ten deele met water was
gevuld. Het gebrek aan voedsel openbaarde zich
al dadelijk en aan water na weinige dagen, toen de
kleine voorraad gebruikt was, zoodat zij allen ziek
werden en vermagerden en een hunner den 13den
dag na hun aftocht overleed. Twee dagen laler stierf
weder een hunner en den 17den dag eindelijk
ook de derde, welke zij overboord hebben ge
worpen. Hij en zijn overblijvende kameraad waren
reeds zóo uitgeput, dat zij het lichaam niet meer
konden oprichten en alle bestuur van de boot
moesten opgeven, daar ze zelfs het roer niet meer
konden vasthouden, en alleen met groote moeite
van tijd tot tijd het hoofd konden opheffen, om
te zien of er ook een schip in het gezicht kwam.
In dien toestand hebben zij nog drie dagen op
Gods genade rondgedreven en dachten te sterven,
toen zij op den middag plotseling een schip zagen,
dat hen naderde, waar zij door de manschappen
zijn overgedragen en liefderijk behandeld. Zijn
overgebleven makker overleed echter reeds in den
nacht na hunne opname. Op het schip, dat thans
op stroom voor Rotterdam ligt, werd hij door
den kapitein en de overige opvarenden op mensch-
lievende wijze verpleegd en kreeg alles wat tot
zijne herstelling noodig was. De Maleier is door
bemiddeling der politie in het Zeemanshuis te
Rotterdam geplaatst, in afwachting van naar
Oost-Indië te worden weggevoerd.
Greld- en. effectenmarkt.
Amsterdam, van 22 tot 27 Juni 1874.
De komkommertijd is in vollen gang; dat is
duidelijk te bespeuren aan de beurs, waar zoo
menig trouw comparant thans gemist wordt, die
zich in Zwitserland of Italië, in een badplaats, of
w&ar ook is gaan ontspannen en uitrusten; 't is
ook te bemerken aan de schrale affaires en aan
de beursmannen die nog getrouw dagelijks opko
men, maar meer uit gewoonte dan uit behoefte,
daar zij toch geen orders hebben van eenig be
lang. Voor de speculatie valt er niets te doen,
de solide fondsen staan hoog en de financieele
hemel moge, voor zooveel betreft dat er overvloed
van vlottend geld is, onbewolkt zijn, aan den
staatkundigen gezichtseinder is het niet volkomen
helder zoolang de zaken in Frankrijk niet op hechten
grondslag geregeld zijn.
De fluctuatiën waren hoofdzakelijk tengevolge
van den geringen handel van weinig belang en
de stemming eer gedrukt dan levendig. Onze
Nationale Schuld verloor in alle soorten eene
fractie, zoo ook zijn Spanjaarden, Oostenrijkers,
Egypte, Turken min of meer teruggeloopen,
6 pCt. Peruanen verloren 346, 5 pCt. 5/8 pCt.,
3 pCt. Granada l pCt. Van Rusland zijn enkele
soorten geavanceerdde oude 5 pGt. klommen
van 101 11 1e tot 103, 5 pCt. van 1864 rezen
3/ig, 4'/2 pCt. van 1850 '/2 pCt., doch daar
entegen verloren de 4 pCt. 1840 bij Hope en G°.
5/8 pCt. en de 2de4de leening 3/8 pCt.
Van de Nederlandsche industrieele papieren
hebben Bankactiën weder 2 pCt. herwonnen,
Aand. kasvereeniging 3 pCt., Handelmaatschappij
slechts eene fractie, Kanaalmaatschappij circa 1 pGt.,
Aand. Ned.-Indische Bank gingen gedrukt onder
den invloed der nieuwe leening van 3,000.000
en verloren van '104 op 1021 pGt. Zoo ook
waren Aand. Exploitatie-Maatschappij, Centraal
Spoorweg en Stoomvaart Nederland flauw. Van
de Europeesche spoorwegen behielden de meeste
soorten hun prijs. Aand. Kiew-Brest liepen van
f '101 op 107'/4, Theissbank van f 240,/4 tot
250.
Een zeer gunstige uitzondering op den regel
maakte in deze week de Noord-Amerikaansche
spoorweg-fondsen markt, die met vrij wat animo
de hoogere richting volgde der New-Yorksche
koersen. Bijna alle soorten zijn in prijs gestegen,
sommige zelfs vrij belangrijk, terwijl slechts hier
en daar op de lijst een daling wordt waarge
nomen. 't Best voeren er bij de Eries die 41/2,
Chicago Milwaukee St.-Paul die 4, North-West
Union die 3 en Illinois die l'/4 pCt. opkwamen,
North-Western soorten liepen 11 /2 tot 2'/2 terug,
West-Wisconsin en San-Joaquin 1 pCt., Mississippi
Kansas Texas l3/8, Denver Rio Grande 2 en
Denver Pacific 2'/4 pGt.
Geld op prolongatie was ruim, maar niet lager
dan 4 pCt. te bekomen.
BUITENLAND.
Frankrij k.
Opnieuw hebben er te Parijs huiszoekingen
plaats gehad bij verscheidene Bonapartisten, onder
anderen bij Perron, oud-chef eener afdeeling bij
het Keizerlijk Ministerie van Staat. Deze persoon
moet in nauwe betrekking staan tot Rouher. Er
zijn papieren in beslag genomen, die geen twijfel
overlaten omtrent het bestaan van een Bonapar-
tistisch centraal-comité, waarvan Rouher gezegd
wordt voorzitter te zijn. Bij een photograaf, Ap-
pert genaamd, werden afgietsels van de beeltenis
des keizerlijken prinsen vernietigd. Bij Frontbrune,
een der medearbeiders van den Payswerd ins
gelijks huiszoeking gedaan.
Ouitschland..
Twee geschorste geestelijken uit het district
Fulda zijn krachtens de Rijkswet, betreffende het
verhinderen van de onbevoegde uitoefening van
kerkelijke ambten, aangeschreven, de Kreise Gers-
feld, Fulda en Hünfeld binnen 8 dagen te verlaten,
op straffe van 8 dagen gevangenis. Aan de gemeen
ten is tevens kennis gegeven dat zij bevoegd zijn
voor de bezetting dezer vacatures zorg te dragen»
De Regeering heeft bepaald, dat het tractement
van den wijbisschop Janiszewski van 1 Juli niet
meer zal worden uitbetaald.
Uit de gevangenis te Dortmund zijn vier
misdadigers ontsnapt, en daaronder een der ge
vaarlijkste, die pas tot 5 jaar tuchthuisstraf was
veroordeeld. Tot dusver heeft men nog geen spoor
van hen kunnen ontdekken.
Voor eenige dagen zijn te Falkenau,
bij Carlsbad, in een tijdsverloop van vier uren
ongeveer '180 huizen afgebrand, waardoor eene
menigte gezinnen van alles beroofd zijn. De oor
zaak van den brand, die in het achterhuis van
den koopman Kraus uitbrak, is onbekend.
Spanje.
De Gaceta deelt de Staalsbegrooting mede. De
ontvangsten zijn geraamd op 70S, de uitgaven op
627 millioen pesetas, waaronder 148 millioen voor-
militaire doeleinden. Er worden verschillende
nieuwe belastingen aangekondigd. De termijn voor
de betaling der schatkistbiljetten en gouvernements-
wissels is met drie maanden verlengd. De Minister
wordt gemachtigd zich met de schuldeischers des
Lands te verstaan over de betaling der vervallen
coupons en van die van 1 Juli a. s. In de rente
betaling der buitenlandsche schuld zal alsdan
worden voorzien door middel van papier op de
Rio-Tinto-mijnen, tot een jaarlyksch bedrag van
25 millioen, zullende voorts een gelijk bedrag wor
den aangewezen voor de betaling der achterstallige
coupons van de binnenlandsche schuld en van de
coupon, vervallende 1 Juli a. s., alsook voor andere
uitgaven. De Minister heeft het plan aangaande
eene belasting van 5 pCt. op de rente opgegeven.
De republikeinen hadden Donderdag en Vrijdag
de Garlisten uit de eerste versterkte linies ver
dreven Zaterdag beproefde de rechtervleugel der
republikeinen een aanval op de hoogte van Eslella
maar werd in wanorde teruggeslagen. De déroute
werd algemeen toen Concha doodelijk gekwetst
neervielde artillerie behoedde de divisie voor
een volledig échec. In weerwil van een algemeenen
aanval in den nacht door de Carlisten, wisten de
republikeinen ijlings de kanonnen te redden. De
konvooien werden Zaterdag ook naar Tafalla
teruggebracht.
Een staaltje van de gehardheid van den
ouden maarschalk Concha is ontleend aan den
Diario E spanol. Bij het verlaten van Sesina
sloeg hij den weg naar Lerin inhet was de
groote weg naar Estella, maar in een versehrik-
kelijken toestand, uitgegraven door het overtrek
ken der artillerie, na een waren zondvloedregen.
Men moest tegen wil en dank een zijweg nemen,
die weinig beter was, en midden door 't kleiland
liep. Bij 't vertrek stortregende het. Weldra ging
het weer over in storm, de donder ratelde, de
wind huilde verschrikkelijk in de naburige berg-
spleten; wolkbreuken, door den orkaar. voortge-
zweept, sloegen de soldaten in 't gelaat. Wat den
marsch nog moeilijker maakte waren de stort
vloeden, die in een oogenblik van alle zijden toe
stroomden. Midden door al die hinderpalen heen,
des te gevaarlijker omdat zij plotseling waren
ontstaan, kwam het leger aan bij een spleet
tusschen twee bergen in, die elkander bijna aan
raakten. Daar was niets anders dan een nauwe,
onregelmatige brug van steenen in een stortvloed
geworpen. Die brug moest men een voor een
over. 't Zou onmogelijk zijn al de ijselijkheden
van dien overtocht in 't midden van den storm
te beschrijven. De paarden struikelden telkens;
zelfs de soldaten die met moeite over de rollende
steenen liepen, vielen elk oogenblik. De passage
over dezen stortvloed duurde meer dan drie uur.
Soldaten, officieren, paarden, lastdieren, waren
uitgeput van vermoeienis; alleen Concha scheen
niets te lijden. Onbeweeglijk te paard gezeten,
slechts door een regenmantel beschermd, zelfs-