'I nu niet 't verstandigst, van ons wezen, 't hoofd in den schoot te leggen, stil onze vlag te strijken, onzen naam te schrappen van de lijst der natiën, en beleefd te verzoeken bij een of ander land te mogen worden ingelijfd Het éiat-major van Zr. Ms. opnemings vaartuig Hydrograafliggende op 's Rijks werf te Willemsoord en bestemd voor de reis naar Oost-Indië, bestaat uit: commandant luit. ter zee 1ste kl. T. E. De Brauw; luit. ter zee 2de kl. D. I. W. A. Coops; 1ste oflic. luit. ter zee 2de kl. W. J. Struick en H. J. Kleynhensadelb. lste kl. D. H. Krayenhof van de Leur, J. H. Calmeyer, F. v. d. Berg, H. P. Netscher, F. C. Granpré Molière en P. F. M. Van Leeuwenoffic. van gez. 2de kl. W. F. Clous, ofGc. van adm. 2de kl. D. A. v. d. Laan. Bedoeld stoomschip is bestemd voor den dienst in Oost-Indië. Bij beschikking van 17 Juni is aan A. C. Van den Noort en Zoon, te Oosterhout, met in trekking der beschikking van 1 Februari 1870, tot wederopzegging vergunning verleend voor een stoombootdienst tot vervoer van personen, goede ren en vee en voor een stoomsleepdienst tusschen Dongen en Rotterdam. Z. M. heelt aan H. W. Stam, op zijn ver zoek, eervol ontslag veileend als concierge bij het Dep. van Binnenl. Zaken, behoudens aanspraak op pensioen, en tot concierge bij genoemd Dep. be noemd J. F. C. Hufl'erman, buitengew. opzichter van den waterstaat; benoemd lot lid van de commissie van administratie over de strafgevan genis voor jeugdige mannelijke veroordeelden nabij Doetinchem Mr. P. Gratama, griffier bij het kantongerecht aldaar; tot griffier bij het kanlon- ger. te Vlissingen Jhr. Mr. J. F. Schuurbeque Boeije, advocaat te Breda; tol kantonrechter te Sluis, Mr. B. M. De Jonge van Ellemeet, te Cortgene; tot vice-president van het prov. ge rechtshof in Groningen Mr. G. W. H. baron van Irnhoff, thans raadsheer in gemeld gerechtshof; tot kantonrechter te Rauwerd Mr. L. R. Wentholt, thans plaatsverv. kantonr. in gemeld kanton en advocaat te Weidum, alsmede secretaris der gem. Baarderadeel; tot president der arrond.-rechtbank te Gorcum Mr. C. J. Van Marie, thans rechter in de arrond.-rechtbank te Hoorntot procureur bij het prov. gerechtshof in en de arrond.-recht bank te Groningen Jhr. Mr. W. H. De Savornm Lohman, plaatsverv. kantonrechter en advocaat aldaar; tot adjunct-commies bij het Departement van Oorlog den schrijver der lste klasse bij dat Dep. W. D. De Jager. Cremengd rMieuws. Men meldt uit Smilde van 16 Juni: Gedurende de laatste dagen is in deze en aan grenzende gemeenten op onderscheiden plaatsen brand ontstaan, zoowel in de te velde staande turf als in het pas toegezaaide boekweitveen. Vooral in het laatste, onder de kolonie Veenhuizen ge legen, zijn ettelijke met boekweit bezaaide bunders overgebrand, die opnieuw bezaaid moeten worden. Het blusschen van dat veen ging niet gemakkelijk, daar in 'tgeheele kolonieveld, p. m. 100 hectaren groot, hoegenaamd geen water is te vinden, zoodat de brand slechts door 't uitgraven van vochtig veen in zijn voortgang kon gestuit worden. De arrondissements - rechtbank te Amsterdam heeft zich bij vonnis van gisteren vereenigd met de gronden van het Openbaar Ministerie in zake den heer D. J. Nonhebel. De rechtbank heelt mitsdien aangenomen, dat ge melde beklaagde door in een advertentie zich voor te doen als doctor in de geneeskunde, een titel dien hij hier te lande niet gerechtigd is te voeren, schuldig is aan het onbevoegd voeren van een titel, die hem aan het publiek als ge neeskundige aanwijst, en hem veroordeeld tot het betalen van een geldboete van /10. Op Zondtag-a vond, terwijl de laatste sneltrein uit Amsterdam te Hilversum verwacht werd en de trein, die van daar moest vertrekken, gereedstond, kwam een stoker van de Spoorweg maatschappij mededeelen, dat hij nabij Bussum een rail dwars over het spoor had zien liggen, doch in het wegnemen daarvan verhinderd was door twee personen, die hem met messen hadden ge dreigd. Bedoelde stoker had gelegenheid gehad, een arbeider te waarschuwen en was toen naar Hilversum geloopen om van het gebeurde kennis te geven. Terstond werden maatregelen door den stationschef genomen om den machinist van den sneltrein te waarschuwen, welke trein dan ook ongehinderd aankwam na een niet onbelangrijk oponthoud te hebben ondervonden. De stoker gaf van het voorgevallene kennis aan de justitie, doch al spoedig bleek, dat er gegronde vermoedens be stonden, dat de stoker zelf, ten einde eene gel delijke belooning te verwerven, de rail op de baan had gelegd, echter zorgende, dat deze spoedig door een ander werd gevonden en weggeruimd. De stoker is in hechtenis genomen en de zaak wordt nader onderzocht. De geheele toeleg bestond naar het schijnt hierin om, zonder gevaar te ver oorzaken, eene belooning machtig te worden. Twee zaken werden gisteren door het prov. gerechtshot in Zuid-Holland behandeld, waarby als beschuldigden personen waren betrokken die beiden reeds veroordeelingen hadden ondergaan. Zij stonden thans terecht: J. A. K., schoenmaker te Rotterdam, beschuldigd van diefstal in een be woond huis met behulp van inklimming, daarin bestaande, dat hij in den ochtend van 6 Mei te Gorcum uit een winkel vier stukken spek, die voor een raam lagen uitgestald, zich toeëigende na het raam te hebben opgeschoven, terwijl hij het gestolene vervolgens voor 2 verkocht; en D. B. v. d. L., sjouwer te Rotterdam, beschuldigd van diefstal bij nacht in een bewoond huis. Hij nam in een koffiehuis aldaar uit een bakje der geld- lade eenig klein geld tot zich. De eerste besch. bekende het feit hem ten la>te gelegd, doch de tweede, die aanvankelijk ontkende, kwam eerst na het hooreri der getuigen, tot de volledige beken tenis, voorgevende uit armoede daartoe te zijn overgegaan. Adv. gen. Mr. Terpstra wees voor beiden op de geringe waarde van het gestolene als verkleinende omstandigheid en eischte veroor deeling tot gevangenisstraf van .3 maanden tot 6 jaren en 8 maanden. De verdedigers Mrs. Emerins en Wintgens bevalen hunne cliënten in de wel willendheid van den Hove aan. Het Hof veroor deelde aan het einde zijner zitting J. A. K. tot 2 jaren gevangenisstraf en bepaalde de uitspraak in de zaak van v. d. L. over 8 dagen. Voor de rechtbank in Den Haag werd gisteren een niet onbelangrijke vraag van staals- en strafrecht behandeld. B. te Voorburg stond terecht, beklaagd wegens uitvoer van elf runderen op 11 Jan. jl. uit die gemeente, terwijl die ge meente bij resolutie van den Minister van Binnen- landsche Zaken was verklaard voor een gemeente waarin longziekte heersclite. Die resolutie was genomen ingevolge het Kon. besluit van 3 Octo ber 1873 en krachtens art. 15 der wet op het vee-artsenij kundig staatstoezicht en de vee-arlsemj- kundige politie van 20 Juli 1870. Het O. M., waargenomen door den substituut-officier Mr. J. A. Roest, requireerde na het hooren van getuigen gevangenisstraf van 1 maand, op grond van ge melde resolutie, het Kon. besluit en de wet. Tegen dit requisitoir voerde de verdediger van den be klaagde, Mr. A. Wm. Jacobson, hoofdzakelijk aan, dat het feit niet strafbaar was, omdat de Minister van Binnenl. Zaken niet bevoegd was, die reso lutie te nemen krachlens het Kon. besluit van 3 Oct. 1873. Immers de vee-artsenij wet had aan den Koning opgedragen de maatregelen te nemen tot uitvoering der wet en de Koning mocht die macht of bevoegdheid niet overdragen op een ander, zonder dat hem die bevoegdheid bij de Grondwet of eene andere wet was gegeven. Dit was o. a. wel het geval geweest bij de wet op de veetyphus van April 1867. Daar was uit drukkelijk aan den Minister van Binnenl. Zaken opgedragen, de gemeenten aan te wijzen. Pleiter wees ook op den twijfel of de Koning bij het besluit wel zijn macht had overgedragen, omdat de woorden dit niet duidelijk aantoonden. Doch in ieder geval was een ministeriele resolutie geen grond van strafrecht of van burgerlijk recht. Pleiter concludeerde tot ontslag van rechtsvervol ging. Bij repliek wees de subst.-officier Mr. Roest er op dat de ministerieele resolutie was een deel van het gebod of verbod in het Kon. besluit van October 1873 en de wet van Juli 1870 bepaald, evenals zoovele andere verordeningen b. v. pro vinciale reglementen, gemeente-verordeningen, toe stemmingen van hoofden van politie. Bij dupliek bestreed de verdediger die opvatting, omdat juist dit toonde dat in een strafwet of algerneenen maatregel van inwendig bestuur werd verwezen naar bepalingen door de daartoe bevoegde macht gvgeven of gemaakt, maai dat eert Minister van Binnenl. Zaken in die gevallen geen wetgevende macht of geen bevoegdheid heeft om, zooals bij de resolutie was geschied, de bepalingen van het Kon. besluit toepasselijk te verklaren op bepaalde gemeenten. Uil de debatten bleek het dat de rechtbank te Leiden bij een paar vonnissen aan zulke ministerieele resolutiën rechtskracht had ontzegd, terwijl het Hof in Zuid-Holland die reso lutiën als rechtsgeldig beschouwde. Den 24sten Juni uitspraak. BUITENLAND. Frankrij k. De afdeelingen der kamer hebben haar bureau vernieuwd. Veertien afdeelingen hebben zeven repubhkeinsche en zeven leden der rechterzijde tot voorzitter gekozen. De vijttieude zou alzoo den doorslag geven. Hier stonden generaal Changar- nier en de admiraal Founchon als candidaten tegen elkander over. De linkerzijde stemde tegen Changarnier, die het onderspit heeft gedolven. Fourichon heeft wel is waar sinds geruimen tijd met de conservatieve tractie van het rechter-centrum gestemd, maar de nederlaag van Changarnier geeft in elk geval aan de verkiezing een anti-monar chaal karakter. In drie afdeelingen zijn de woord voerders der repubhkeinsche partij in de zitting van Maandag tot presidenten gekozen, namelijk de heeren Casimir Périer, Léon Bay en Laboulaye. In de nationale vergadeiing heeft de heer Lorgeril een voorstel ingediend, strekkende om eene belasting te leggen op beursoperaties. in de zitting der Kamer van 17 dezer heeft de heer De Belcastel een formeel voorstel inge diend, volgens hetwelk een lid, dat Versailles met verlof heelt vei laten, niet aan de stemming kan deelnemen, tenzij hij, in de Kamer onverwachts teruggekeerd, aan den voorzitter daarvan kennis heelt gegeven. Dit voorstel is urgent verklaard. Het blijkt thans inderdaad, gelijk een tele gram voor eenige dagen heefi bericht, dat de Pays wegens het artikel, waarvoor hij bij een maatregel van de mililaire overheid met veertien dagen schorsing is gestraft, ook gerechtelijk ver volgd wordt. De heer Paul De Cassagnac, de hoofd redacteur, heeft, evenals de verantwoordelijke uit gever, reeds een verhoor voor den rechter van instructie ondergaan. België. In het proces tegen de directeuren van de Antwerpsche succursale der „Banque de f Union" is Dinsdag uitspraak gedaan. Aan de jury zijn niet minder dan 803 vragen ter beantwoording gesteld, met betrekking tot de 166 punten dei- beschuldiging. Van Kerckhove is tot 10 jaren tuchthuis, 1000 franken boete en verlies van al zijne burgerlijke rechtén gedurende 10 jaren ver oordeeld; Penter tot 15 jaren tuchthuis, 2000 franken boete en verlies van al zijne burgerlijke rechten gedurende 15 jarenterwijl Dolge vrijge sproken is. Ouitschland. De Algemeene Vergadering van het Duitsch Katholiek Verbond te Maintz heeft de zes voor gestelde resolutiën aangenomen. Zij verlangt her stelling der politieke zelfstandigheid van den Pauselij ken Stoel. Zij verwerpt de grondwet van het Duitsche Rijk en de politiek der Duitsche regeering ten opzichte van het buitenland, bepaaldelijk ten op zichte van den Pauselijken Stoel. Z'y eischt afdoende maatregelen van Staatswege ter verbe tering van het lot der lagere werkende klasse. Zij verklaart, dat evenals het leerambt, ook geen priesterambt en geen herderlijk ambt van den Paus of Bisschoppen door eene Staatswet mogen worden opgeheven of beperkt. Zij betwist der halve aan de wereldlijke Rechtbanken het recht om Bisschoppen uit hun ambt te ontzetten, of het beheer over bisdommen te regelen. Zij stemt alzoo in met de houding der Duitsche bisschop pen en geestelijkheid en doet een beroep op alle Katholieken om zich bij het Maintzer Verbond aan te sluiten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2