Het stoomschip Celebes, kapt. C. A. Bak ker, is 7 Juni te Padang gearriveerd. Het vertrek van het stoomschip Wyberton van Rotterdam naar Batavia, aanvankelijk op 13 Juni bepaald, is tot 20 Juni uitgesteld. De daar mede te verzenden correspondentie behoort uiterlijk in den namiddag van dien dag te Rotterdam aangekomen te zijn. De Staats Courant deelt mede, dat zich onder het voorzitterschap van Z. K. H. Prins Hendrik heeft gevormd een comité tot het in het leven roepen eener directe post- en handelsverbin ding tusschen Nederland en Engeland met stoom schepen onder Ned. vlag, aanvangende met die uit Vlissingen, om bij geschiktheid van meerdere havens in Nederland, aan die verbinding zoo danige uitbreiding te geven als in het algemeen belang zal blijken wenschelijk en noodig te zijn en dat aan dat comité als secretaris is toege voegd Mr. J. H. Van Wickevoort Crommelin, secretaiis van Z. K. H. Prins Hendrik dei- Nederlanden. Bij de gisteren in Den Haag gehouden akte-examens voor M. O. zijn toegelaten: voor aardrijkskunde de heer J. L. Boon van Amster dam; voor boekhouden de heer N. N., van Amsterdam. Bij de akte-examens voor het M. O. die te Delft worden gehouden, zijn gisteren toegelaten voor K I (lagere wiskunde) de heeren L. H. Tobbe van Zaandam en W. Versluijs van Oostburg. Voor K V werd toegelaten de heer C. P. Landré van Utrecht. Door de Staatscommissie voor het genees- kindig staatsexamen zijn gisteren tot arts bevor derd de heeren J. Binnendijk en M. Steensma, beiden officieren van gezondheid 2de klasse. Dinsdagavond heeft in het lokaal Diligenlia in Den Haag het tournooi plaats gehad, dat dooi den vermaarden schaakspeler, den heer J. H. Blackburne, van Londen, tegen tien der bekwaamste kampioenen was opgenomen. Na een urenlangen kamp, van 's avonds 6 uren tot ruim 3 uren na middernacht, heeft de strijd geduurd. Van de tien spelen, welke genoemde heer blindelings, dat is op een afstand met den rug naar het publiek ge zeten, afspeelde, werden acht partijen door hem gewonnen, was éen partij, niet den heer J. De Vogel, remise, en werd éen partij, juist die 't laatste afliep, beslist ten voordeeïe van den heer J. L. Kamphuizen. Als een bewijs van groote helder heid van voorstellingsvermogen en onvermoeibaar heid kan strekken, dal de heer B. 's nachts te twee uren een mat annonceerde in vijf zetten, die ook in even zooveel zetten door hem werd volbracht. Ondanks den laten alloop van den wed strijd, vond een zijner vrienden den heer Black burne gisteren tegen den middag bezig om in ge dachte al de partijen nog eens te recapituleeren, ten einde na te gaan of hij ook wellicht den een of anderen zet beter had kunnen doen. Het oordeel over de kunst van schaken in ons land na de ervaring door hem opgedaan, is dat men, de groote schaaktalenten te Londen wonende, als Staunton en anderen niet medegerekend, hier een graad hooger dan in Engeland staat. Nog ver klaarde de heer Blackburne, dat hij veel moeite had ondervonden door de andere wijze van spe len, dan waaraan hij in zijn vaderland gewoon was. Morgen zal opnieuw een séance, wederom van tien partijen blindelings te gelijk gespeeld, plaats hebben, en wel in het lokaal der Leesin- richting in de Oude Molstraat. Gisteren werd te Amsterdam de algemeene jaarlijksche vergadering van aandeelhouders in de Maatschappij lot Exploitatie van Staatsspoorwegen gehouden. De balans over het boekjaar 1873 werd goedgekeurd en het dividend over dal jaar vastgesteld op 424/10(, pCt. of 10.60 per aan deel. Aan den directeur-generaal werd décharge gegeven over zijn beheer. Tot leden van den raad van commissarissen werden herkozen de hh. Luden, Villers de Pilé en De Hirsch, en tot directeur-generaal de heer F. 's Jacob met alge meene stemmen. Het bericht, dat met 1 Juli de jaarwedden der ambtenaren bij de telegraphie met 25 pCt. zouden worden verhoogd, wordt tegengesproken. z. M. heeft benoemd bij de infanterie, tot 2den luit. bij het 1ste reg. de serg. H. O. Holnerda van het reg. gren. cn jagers; 13. Meulman, van het Sate reg.; bij het 3de reg. den serg. B. M. Leassen van het 5de reg.bij het 5de reg. de serg. C. G. A. Vcnveijde, P. A G. Bach on B. Charlc, allen van het 1ste reg., den adj.-onderoflic.-vaaudeldr. P. A. D. Koene, van het 2de reg. en den serg. B. A. van der Loo de Jong, van het 1ste reg; bij het Gdc reg. dc serg. H Hemmes van het reg. gren. en jagers cn H. F. Barkhnysen, van het 4de reg.bij het 7de reg. den serg. H. G. L. Frackers van bet 5de reg; aan Zr. Ms. adjudant den luit.-kol. H. J. baron Taets van Araerongen, van den grooten staf, de vergunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van commandeur der orde van dc Waakzaamheid of van den Witten Valk, hem door Z. K. H. den Groothertog van Saksen-Weimar-Eisenach ge schonken.; benoemd tot notaris binnen het arrondissement Hoorn, ter standplaats dc gemeecte Enkhuizeo, L). A. Hamerster Dijkstra, candidaat-notaris aldaarpens. verleend ten laste van den Staat aan C. Krouwel, gewezen hoofdondervv. te Meeteren, gem. Geldermalsen, ƒ400; J. Hack, gewezen huoflonderw. te Schagerbrug, gero. De Zijpe, ƒ600; J. Otter, zich schrijvend J. A. Otter, eervol onlsl. hoofdonderw. te Warder, 400; J. Barna, eervol ontsl. hoofdonderw. te Kollum, gem. Kollumerland en Nieuw Kruisland, 567 's jaars. Gemengd IVieirvvs. Gistermiddag is op de Houtmarkt a 1- hier het zevenjarig zoontje van K., dat zich met visschen vermaakte, in de gracht gevallen, en jammerlijk verdronken. Eenige oogenblikken later werd het lijkje van den drenkeling door den vader zeiven opgehaald. Uit Lisse wordt van 9 Juni gemeld: In den nacht na den feestdag werd er hij den landbouwer T. v. Ruisen een brutale diefstal gepleegd. Verschillende hals- en oorsieraden, na terugkomst van het feest op tafel gelegd, benevens een niet onaanzienlijke geldsom, bleken den vol genden morgen ontvreemd te zijn. In den afge- loopen nacht had iets dergelijks plaats bij den landbouwer M. v. d. Vlugt, woonachtig in dezelfde wijk. Een horloge, een gouden ketting met juweelen boot, bene\ens andere voorweroen van waarde en eenig geld zijn ditmaal de prooi gewor den van een zeker niet onbehendigen dief, die daartoe een sleutel heelt gehaald uil den broek zak van den eigenaar, welke met vrouw en kind iri hetzelfde vertrek sliep. De politie te Leiden deed ijverig onderzoek en liet mocht haar gelukken den dader, zijnde een Duitscher, aan te houden, die in hel bezit werd bevonden van al liet door hem ont vreemde. Hij is ter beschikking gesteld van de justitie. Naar men verneem t heeft het gerech- leiijk onderzoek, te Rinsumageest ingesteld op hel vermoeden van een gepleegden moord, dat ver moeden niet bevestigd. Hel gold eene overledene vrouw, die verleden week met eene andere vrouw twist gehad en daarb'y van deze met een stok een slag op het hoofd bekomen had, die nu werd ondersteld den dood te hebben veroorzaakt. De lijkschouwing heeft echter doen zien, dat de dood der vrouw, welke reeds in lijdenden toestand ver keerde, eene natuurlijke oorzaak heeft gehad. Gistermiddag is in Den Haag op het Spui in een hofje het volgende voorgevallenEene vrouw, aldaar woonachtig, heeft hare woning verlaten om haren man eten te brengenop hare kamer, die zij afgesloten had, achterlatende twee kinderen van 4 en 2 jaren. Deze hebben met lucifers gespeeld, ten gevolge waarvan het raam gordijn en het gordijn van het bed vlam hebben gevat. De beide kinderen zouden verbrand zijn, zoo de buurvrouwen de ruiten niet hadden ingeslagen, op de kamer waren doorgedrongen, de kinderen hadden gered en den brand gebluscht. Tegen de gewezen directeuren der gefailleerde Overyselsche Bank, de heeren C. J. J. Scheurleer en Jacob Wolff, is bevel tot ge vangenneming verleend. De eerste is voortvluch tig en bevindt zich in Engeland, Jacob Wolff" is nog steeds in de gevangenis Mazas te Parijs, van waar luj nu wel spoedig naar zijn vorige woon plaats Zwolle zal verhuizen. bezwaren (welke worden niet gemeld) legen den optocht hadden en daardoor het plan in duigen heten vallen, waardoor zij aan de HH. ondertee- kenaars van liet oproepingsbriefje een grooten dienst hebben bewezen. Wij zijn hun dankbaar dat wij, (gesteld wij waren onder de ondertee kenaars), doordal het middel vroegtijdig is aan gewend, geen dwaas figuur tegenover de jongens gemaakt hebben. Dat zou toch al heel compro mittant geweest zijn er» de gevolgen even vreeselijk wezen als die bij het derailleeren van een trein wanneer de machinist de tegenwoordigheid van geest niet zou hebben gehad dat ongeluk te voor komen en den boel te remmen. Wij hebben in de geheele toedracht der zaak niets meer kunnen bespeuren dan dat een onhandige, al te driftige discipel de zaak verkeerd heeft aangepakt en zijne voortvarendheid, gepaard aan een minder praktische levenswijsheid, hem een poets gespeeld heeft om namens zijne collega's op te treden en de tolk le zijn hunner vurigste gevoelens. De bevreemding van den heer N. B. blijft dezelfde hij vraagt doodeenvoudig of het houden van een historischen optocht een ernstig bezwaar oplevert voor het schoolverzuim. Leiden viert op zoo een dag feest. De gemeente zal geeno moeite noch kosten sparen dien heuglijken dag waardiglijk te vieren. De gevolgen zijn natuurlijk dat de geheele Sleutelstad, niemand uitgezondei l, (behalve deze of gene melancholicus en een consequent-prutte laar) aan de nationale pret zal deelnemen. Op zoo een dag van zooveel historisch gewicht moet er overal vacantie wezen, teneinde vi ij van allerlei aardsche beslommeringen mot onbeklemde borst feest te kunnen vieren. De algemeene werkeloos heid laat zich dan zeer wettigen door de belang rijkheid van het feit. Wel is waar zijn de ge moederen mei het oog op zoo een historischen optocht reeds weken lang te voren opgewonden en oefent die sensatie (de voorpret) een min of meer nadeeligen invloed uit op de denkvermogens- en den werklust der discipuli, maar zou toch zonder de beoogde maskerade niet een ieder zich reeds eenigen tijd vooraf geprepareerd hebben eens duchtig feest te vieren? Het is dunkt mij aan iedere feestviering eigen dat men voor en na ieder festijn minder animo en opgewektheid ge voelt tot werken en minder in staat is zijne ge dachten te verzamelen. Voor vele leerlingen, die later, na hunne studies aan het Gymnasium of Hoogere Burgerschool te hebben volbracht, zich aan den handel zullen wijden, is 't eene teleurstelling en z'y missen hierdoor alle gelegenheid aan eene maske rade deel te nemen. De anderen, die eens deel zullen uitmaken van de studentenmaatschappij, kunnen zich troosten hunne jeugdige illusies wat later verwezenlijkt te zien. Wil men optochten houden dan zijn wij van meeriing dat eene maskerade dit eigenaardige heeft, dat men daardoor de her innering van merkwaardige historische gebeur tenissen levendig bij '1 volk houdt, daarbij het schoonheidsgevoel en den kunstzin opwekt die een beschavenden invloed uitoefenen op geest en hart. Wij eindigen met den wensch dat die on handigheid van éen der discipels aan het idéé en de algemeene begeerte geen totale afbreuk mocht te weeg brengen om den dag van 3 Oct. e. k. met een historischen optocht te vieren. Vele jeugdige gemoederen zullen zich overgelukkig gevoelen en door die verandering in de plannen van rector en directeur de praktische levens wijsheid hunner respectieve leermeesters loven en prijzen. Wij zullen onze vreugde daarbij niet verkroppen, maar met volle borst van vreemde smetten vrij den schoolmeester nazingen: .,Laat nu de fecsllronipcl dooi* Lcidens stralen klinken, En gansch dc stad met ons een glaasje extra drinken" Dankzeggende voor deze regels, verblijf ik achtend UEd. Dw. Dr. Den Haag, 10 Juni 1874. Pythagoras. INGEZONDEN. Mijnheer de Redacteur De toedracht der zaak in uw dagblad dato 10 Juni door den heer v. d. Mey c. s. meegedeeld, heldert de meening van ons niet op en geeft geene genoegzame bevrediging op de vraag van den heer N. B. of een historische optocht zooveel bezwaar oplevert voor het verzuim van 't onder wijs. Wij hebben uit dat ingezonden stuk alleen vernomen dat de rector en de directeur groote Mijnheer de Redacteur Ofschoon ik een vijand ben van alle twistge schrijf in de dagbladen, zie ik mij toch genood zaakt, u beleefd om een plaatsje voor de navol gende regelen te verzoeken. Vier leeraren van Gymn. en H. Burgerschool, de heeren v. d. Mey c. s. en ook een zich noe mende „leerling" aan de H. Burgersch. hebben in de Leidsche bladen stukken geplaatst betref fende het bekende plan om door de leerlingen van genoemde Inrichtingen een historischen op-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2