onder verdenking rnag liggen ontslagen te zijn op
grond van oneerlijke handelingen en dus de eer
van dien lieer de openbaring vorderde van een
stuk, waarin zijn persoon en beheer besproken
■wordt. Dit lokte van de zijde van den heer Jonck-
bloet eene verklaring uit, dat de Commissie van
onderzoek omtrent den toestand der Landsdruk
kerij nimmer aan de eerlijkheid van den heer
Mieling getwijfeld had en zelfs aan den Minister
had te kennen gegeven dat in het comptabel be
heer van den heer Mieling geen zweem van ge
brek aan nauwgezetheid door de Commissie was
waargenomen. De heer Wintgens was dankbaar
over die verklaring, maar meende toch dat er
nog andere zaken dan oneerlijkheid bestonden
die door geheimhouding een smet op den heer
Mieling konden werpen, terwijl hij reeds nu zich
aansloot bij eene opmerking van den heer Van
Kerkwijk dat onder 't bestuur van den heer
Mieling de Kamer zich nooit te beklagen had
gehad over oponthoud in 't drukken van stukken,
iels wat vroeger wel het geval was geweest. Spr.
wilde echter vooralsnog niet treden in een onder
zoek van de drijfveeren die bij 't ontslag waren
werkzaam geweest. Tegen dit woord „drijfveer"
kwam de heer Jonckbloel op, die daarin zag een
blaam op de Commissie van onderzoek geworpen
en een en andermaal maar te vergeefs, op terug
trekking van dat woord aandrong of op opgave
dier drijfveeren, opdat konde blijken of de Com
missie uit eerlijke lieden bestaan had, dan wel
uit handlangers van lieden die iets beoogen wat
niet aan den dag mag komen. Ten slotte werd
het voorstel van den heer Wintgens, door de
Commissie voor de petitiën overgenomen, aange
nomen.
De heer J. M. Haspels, tooneelspeler,
een der drie artisten die zich van het gezelschap
der heeren Albregt en Van Ollefen hebben afge
scheiden heeft in een vlugschrift de vraag
beantwoord „Is de exploitatie van den Amster-
damsc'nen stadsschouwburg met het Rotterdamsch
tooneelgezelschap in het belang der kunst?"
De schrijver geeft, door middel eener tabel
van de werkzaamheden van dat gezelschap in het
speelseizoen 187273, een overzicht van de
verhouding tusschen de speelavonden en de vrije
dagen, welke de artisten voor de gecombineerde
exploitatie hadden. Daaruit blijkt, dat in genoemd
seizoen (8 maanden) het gezelschap 63maal op
trad buiten Rotterdam, en 60 vrije dagen aan
het bestudeeren van rollen enz. kon wijden; 31-
maal bleven zij eenige dagen (3 lot 18) achter
een te Rotterdam, waar zij dien ten gevolge
om de 14 dagen een nieuw stuk konden opvoe
ren. Thans echter zullen de artisten het geheele
seizoen om den anderen avond te Rotterdam en
le Amsterdam moeten optreden en in 't gunstigste
geval twee dagen per maand vrij zijn. Zij zullen
dus altijd ingespannen en voortdurend heen en
weer reizende zijn, hetgeen volgens den heer
Haspels niet anders dan doodelijk kan werken op
hun lust tot studie en liefde voor hun kunstvak.
De schrijver noemt de gecombineerde exploitatie
der Amsterdamsche en Rotterd. schouwburgen
„onzinnig, geheel in strijd met de belangen der
kunst, geschikt om de artisten tot machines te
maken, hun geest te verstompen en niets anders
dan een pogen om hen te doen afzien van hun
streven naar volmaking."
Gisteren is aan het Ministerie van Binnen-
landsche Zaken aanbesteedhet aanplempen tot
1 M. onder A. P. der ringsleuven in het middel
gedeelte van het open havenfront te Amsterdam.
Daarvoor waren vijf biljetten van inschrijving in
gekomen en was minste inschrijver de heer J.
"Van de Velde te Papendrecht, voor 219,700.
De heer S. E. W. Roorda van Eijsinga,
thans woonachtig te Rolle, aan 'l meer van Gerieve,
is aangesteld lot Zwitsersch Staats-ingenieur in
het kanton Waadtland.
De beloofde spoorwegwet van den Minister
Geertsema zal, naar alle waarschijnlijkheid, nog
in den loop van deze maand de Tweede Kamer
bereiken.
Naar men verneemt, is voor de geldleening
groot f 2,500,000, ten behoeve van de Neder!.
Westfaalsche Spoorwegmaatschappij, reeds voor een
bedrag van f 1,500,000 ingeschreven en verwacht
men - ook een spoedige plaatsing van het nog overig
gedeelte.
Uit Groningen wordt gemeld, dat Woens
dag-avond door den Commissaris des Konings is
medegedeeld, dat de overeenkomst tusschen Pruisen
en Oldenburg betreffende de verbinding van onzen
Staatsspoorweg met de Westbaan in Pruisen, bij
Ihrhove, te Berlijn was gesloten.
Z. M. heeft benoemd tot rector-magnificus aan de hoogeschool
te Utrecht, voor het academiejaar 1878/74, den hoogleeraar H.
P. G. Qaack; aan den Engelschen matroos P. Stannard, van
het stoomschip John Bramall, wegens de redding van een Euro-
peesch werkman bij het Ned. Ind. leger ter reede van Atjin op
1 Dec. 1873, toegekend de zilveren medaille, alsmede een lof
felijk getuigschrift; aan A. Van der Winden, te Delft, wegens
dc redding van drenkelingen, op verschillende tydstippen, toege
kend de bronzen medaille, alsmede een loffelijk getuigschrift;
aan Mr. D. Everwijn, zaakgel. der Nederlanden te Lissabon,
verlof verleend tot het aannemen van het officierskruis der orde
van het Legioen van Eer; aan Mr. J. Commelin Jr., op zijn
verzoek, met ingang van 1 April 1874, eervol ontslag verleend
als notaris te Amsterdam; aan W. F. C. baron Bentinck tot
Nyeohuis, op verzoek, eervol ontslag verleend als lid en vice-
pres. van het College van regenten over het huis van arrest te
Brielle, onder dankbet. voor de bewezen diensten, en het vice-
presidium van genoemd College opgedragen aan het lid Mr. R.
F. baron Collot d'Escury; aan den voor den dienst in Oost-
Indië bestemden soldaat C. W. Steinmeijer, van het koloniaal-
werfdepot, vergunning verleend tot het dragen der Duitsche
medaille, ingesteld ter herinnering aan den veldtocht tegen
Frankrijk in 1870 en 1871.
Gemengd Nieuws.
Den 23sten Januari jl. 's avonds om-
streeks 6 uren vermiste de winkelier, wonende
op den hoek van de Weste-Wagenstraat en de
Vier-Windenstraat te Rotterdam, een rol blauw
baai ter waarde van /32, welke nog kort te
voren door een bediende van de uitstalling op de
stoep was geplaatst in den winkel bij de straat
deur. De verdwijning van de baai was evenwel
eerst bespeurd toen een agent van politie daar
naar onderzoek kwam doen en een man op de
straat had aangehouden, die in bet bezit van de
rol was bevonden. Deze man, een varensgezel,
die reeds twee malen tot tuchthuisstrat van vijf
jaren werd veroordeeld en deze straffen had
ondergaan, stond gisteren voor het Provinciaal
Gerechtshof in Zuid-Holland terecht en bekende,
daar zijn geld dat hij den 2den Januari jl. uit
de gevangenis te Leeuwarden had rnedegekregen,
verteerd was en hij nergens werk kon bekomen,
andermaal tot diefstal zijn toevlucht genomen te
hebben. Adv.-gen. van Maanen eischte eene
veroordeeling tot tuchthuisstraf van minstens 5
en hoogstens 13 jaren en 4 maanden. De verde
diger Jhr. Mr. Gevers Deynoot achtte in groole
mate verzachtende omstandigheden aanwezig en
verzocht dat het Hof slechts een geringe gevan
genisstraf zou opleggen. Het Hof nog gisteren
uitspraak doende, nam verzachtende omstandig
heden in aanmerking en veroordeelde den beschul
digde tot 3 jaren gevangenisstraf.
Donderdag is het zevenjarig doch
tertje van K., op de Paardenmarkt te Delft, aan
den waterkant spelende, in de Singelgrachl gevallen
en verdronken.
INGEZONDEN.
Toen de geachte spreker verleden Dinsdag iets
zei over het versje: De tijger in de ton,
voegde hij er bij: „Als ik er over te beschikken
had, dan kreeg Jan Goeverneur voor dat versje
een eikenkroon."
„Accoord Van Puttenluidt ons antwoord
„en als wij dan op onze beurt kroontjes mochten
uitreiken, dan was Haverschmidt de eerste, die
voor zulk een knoopsgatversiering in aanmerking
kwam. Wie hem ook zulk eene onderscheiding mocht
betwisten, zeker niemand dergenen, die in de
laatste vergadering der Hollandsche Maatschappij
den geliefden spieker mochten hooren. De vijf
stukjes, die "de heer Haverschmidt voordroeg,
waren juweeltjes. Hetzij hij ons meenam naar
zijn Ouderlijk Huis, of ons in 't gedrang bracht
op de Londensche straat, wij gingen mee, en wij
zagen alles, en wij genoten, vooral ook hadden
we veel genoegen, toen we met de heele familie,
klein en groot, tante op de achterste bank, uit
rijden gingenheerlijk Heerlijk, ja, maar soms
dan kregen wij het haast te kwaad; toen met die
zuster b. v., die lieve Anna met haar kuchje en
haar heldere oogen, toen werd het mij kras ge
noeg, en als ik mij niet geschaamd had.Nu,
wat dan Voor zulk een traan behoefdet gij u
waarlijk niet te schamen.
En dan dat laatste stukje
's Nachts om halfdrie werd ik wakker, doordat
onze Truitje zoo lastig was 't schaap had last
van de tandjesapropos, wat was die tand
meester in No. 4 ook met talent geteekend
„Wat mankeert je toch1?" vroeg mijn vrouw,
die met de kleine door de karner wandelend, van
uit het ledikant een gesmoord gelach hoorde op
gaan.
Niets, maar die burgemeester, die uit het
zoldervenster van de „Gouden Engel" de dappere
ruiters toesprak, kwam mij daar weer in den zin.
Daar komen ze met een test met vuur en zwa
velstokken aangesukkeld't zal wezen hoor!
ze gaan '1 kanon afschieten. Bom!!! daar heb
je 't al en daar gaat het paard van Van Putten
aan den haal, en zijn kameraad hem achterna,
zoo maar pardoes op den vijand in, er is geen
houden aanhahaha
Ja, 't was aardig, 't was geestig; en ik ben
verzekerd, dat de hoorders, die voor deze lezing
het prachtige concert van Sempre verzuimd
hebben, zich toch niet zullen beklagen.
En hiermede zijn de lezingen der Holl. Maat
schappij voor dit seizoen weer afgeloopen, en de
Leden en Begunstigers van deze Afdeeling zul
len zeker erkennen, dat het Bestuur aanspraak
heeft op onze erkentelijkheid, daar hel sprekers
uitnoodigde, wier optreden niet dan gewenscht
kon zijn. Viel het niet altijd mee, zooals met
Mina Krusernan en den dichter Schaepman het
geval was, aan het Bestuur heeft niemand dit
kunnen wijten. Integendeel al hadden de Leden
der Directie van te voren geweten, dat genoemde
personen geen onverdeeld2n lof zouden inoogsten,
toch zou de uitnoodiging gerechtvaardigd zijn,
daar men kon verwachten, dat wij dien dichter
en die dame in alle geval wel eens wilden zien
en hooren. Jammer, dat zij niet op éen avond
gelezen hebbenhet had best gekund. Schaep-
mans stuk had best in eenen vóór de pauze kunnen
gelezen worden, en als Mina dan van haar drama b. v.
anderhalf bedrijf had voorgelezen, dat was mooi
genoeg geweest. Ze hadden elkaar dan weder-
keerig aangevuldSchaepman over een classiek
onderwerp met goede verzen en onvolmaakte voor
dracht; Krusernan over een modern onderwerp,
nog al dunnetjes, 2) maar prachtige uitvoering.
In die oude gewoonte om twee sprekers voor
eiken avond le noodigen was toch wel veel goeds.
Wat kwamen b. v. op de voorlaatste vergadering
die aardige versjes van Boswell goed neer, na
het pittige opstel van Hofdijk! 3). Er zijn slechts
weinig sprekers, die men liefst den geheelen avond
hoort, maar onder die weinigen behoort Haver
schmidt.
1) Onder Begunstigers verstaan wij die heeren, die, of
schoon zij geene Leden der Maatschappij zijn, toch vrij
moedigheid vinden de Leesvergaderingen met hunne tegen
woordigheid te vereeren.
Herhaaldelijk heeft de Spectator voor MejufFr. Krusernan
de loftrompet gestoken, soms op zoo'n rare manier, dat
men onwillekeurig in zich zeiven zegt: Hoor eens! die
twee hebben wat met elkaar, zulk geflikflooidaar
moet iets aan de hand zijn.
3) Waren de klokken bij die gelegenheid in de war'?
't SpeelcL- op 't stadhuis kwart voor acht, en nog was de
catheder ledig.
KOLONIËN.
BATAVIA, 14 Februari.
Alle particuliere berichten omtrent den Kraton
komen daarin overeen, dat die sterkte verre
beneden de voorstelling gebleven is, die men zich
daarvan gemaakt had. De constructie, de hecht
heid, de iri- en uitwendige inrichting, zelfs de
muren, waarvan zoo hoog opgegeven werd, vielen
zeer tegen alleen het in alle opzichten moeilijke
door moerassen doorsneden terrein rondom den
Kraton, het dichte struikgewas en zware geboomte,
dat elke juiste opname onmogelijk maakte, heelt
een sneller afloop en spoediger beslissing op dat
punt waarschijnlijk tegengehouden. In den Kraton
zijn in het geheel twee Atjineezen gevonden, een
zware zieke en een oude man, die verhaalde
dat de sultan reeds sedert 20 dagen den Kraton
verlaten had en daags voor de inneming door
onze troepen uit Longhatta, waar hij zich toen
ophield, was verjaagd.
Door den Gouv.-Gen. van Nederl. Iudiè zijn de volgende
beschikkingen genomen
Civiel Departement. Verleend: Een tweej. verlof n. Europa,
wegeos ziekte, aan den leeraar in de wis- en natuurkunde aaD
het gymn. Willem III te Batavia H. M. D. Van Riemsdijk,