LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4327.
A0. 1874.
Donderdag
19 Maart.
STADS-BERICHTEN.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per postn 1.40.
Afzonderlijke IS'ommcrs0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
TRIJS 1»ER ADVERTENTIES:
Van 1—6 regelsf 1.05.
Iedere regel meern 0.17$.
Groolere letters naar plaatsruimte.
IIER.IJH.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN,
gezien het besluit van de Gedeputeerde Staten der pro
vincie Zuid-Holland, van den 16den December 1873, n°.
93/1 Provinciaal Blad n°. 126), houdende bepaling van de
tijdstippen van den her-ijk der maten en gewichten in de
verschillende gemeenten in deze provincie, voor het jaar
1874; herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne
verplichting, overeenkomstig art. 15, lett. a., der Wet van
den 7den April 1869 Staatsblad n°. 57), tot het doen her
ijken van alle reeds in gebruik zijnde maten, gewichten
en weegwerktuigen, onder mededeeling dat daartoe door
den ijker zitting wordt gehouden in het lokaal van den
ijk, op de Aalmarktnaast de Gemeente-apotheeken wel
voor de gewichten voor fijne weging, in gebruik bij medi-
cijnbereiders, goud- en zilversmeden, speciehandelaars,
beleenbankhouders en verdere in goud en zilver handelende
personen,
voor wijk VI, VII, VIII en de buitenwijk, op den 19 en
20 Maart,
telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren;
en wijders na den 29sten Juli, iederen Woensdag en Zater
dag van 9 tot 1 uur.
Tevens worden de belanghebbenden er op gewezen:
a. dat zij verplicht zijn hunne malen en gewichten, be
hoorlijk droog en schoon, bij den ijker, op voorschreven
dagen, tot het ondergaan van den her-ijk te bezorgen;
b. dat zij die zulks verzuimen of daarin verhinderd
worden, voormelde maten en gewichten vóór den lsten
October nog aan den ijker op de daarvoor aangegeven
dagen ter her-ijking moeten aanbiedenen
c. dat, na het eindigen van den termijn van den her-ijk,
het gebruiken of voorhanden hebben van maten en ge
wichten, niet voorzien van de vereischte stempelmerken,
volgens art. 29 der bovenaangehaalde wet, verboden en
strafbaar is.
Eindelijk wordt ter kennis van de belanghebbenden
gebracht, dat volgens besluit van den Minister van Bin-
nenlandsche Zaken, van den 3den December 1873, de
letter G, in den gewonen drukvorm, schuin gesteld, be
stemd is tot goedkeuringsmerk zoowel van den ijk als
van den her-ijk.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aan
plakking en door plaatsing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgem.
E. KIST, Secretaris.
Lbiden, 29 December 1873.
De BURGEMEESTER der gemeente LEIDEN
herinnert bij deze den geestelijken en studenten in
de godgeleerdheid, die reeds bij de Nationale Militie
zijn ingelijfd, alsmede hun die daartoe kunnen worden
opgeroepen, dat zij tot het bekomen der ontheffing van
den werkelijken dienst, bedoeld bij de 1ste zinsnede van
art. 127 der Wet van den 19den Augustus 1861 Staatsblad
n°. 72) verplicht zijn tusschen den 20sten Maart en den
lsten April dezes jaars, hunne aanvrage, met het daarbij
behoorend bewijsstuk, bij hem Burgemeester in te dienen.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BRANDELER.
Leiden, 18 Maart 1874.
LEIDEN, 18 Maart.
Morgenavond zal door de leden van „Arena
Studiosorum" in den schouwburg alhier ten voor-
deele van de algemeene armen, een gymnastiek-
uitvoering en wapenstrijd gegeven worden. Mogen
velen onzer stadgenooten zich opgewekt gevoelen
haar te gaan bijwonen om zoodoende, met inacht
neming van eigen genoegen, het liefdadig doel
van het gezelschap te ondersteunen, en opdat men
zich thans tevens in een batig saldo moge verheugen,
hetgeen, helaas, maar al te zelden het geval is.
In de Staatscourant worden de Commis-
siën vermeld voor de herziening van de belastbare
opbrengst der gebouwde eigendommen. Voor Leiden
bestaat de commissie uit de heeren W. F. L.
baron van Reede van Oudtshoorn, controleur der
dir. belastingen, enz., voorzitter; J. P. Rietbergen
en J. Van Lith, leden; C. C. Van Rijsbergen
on G. Van der Zaal, plaatsvervangers.
Donderdag en Vrijdag a. s. van 2 tot 4
uren zal de heer Arsène Bosquet, pianist van
Z. IC. H. prins Don Sebastiaan van Bourbon en
Braganza, zijne schoone collectie Fransche piano's
uit de voornaamste fabrieken tentoonstellen in de
Stadsgehoorzaal en tevens de piano quatuor be
spelen, een nieuw instrument, tegelijk viool, alto,
violoncel en contrabas.
Hij hoopt met een niet minder talrijk bezoek
vereerd te zullen worden, dan hem in andere
plaatsen, o. a. in 't Paleis voor Volksvlijt te Amster
dam te beurt viel, te meer daar aan de piano
quatuor op de tentoonstelling te Weenen de gouden
medaille is toegekend, en hij haar zeer goed
bespeelt.
Van de 35 adspiranten van den hoofdcursus
te Maastricht zijn zeven niet in het schriftelijk
examen (wiskunde en eenige letterkundige vakken)
geslaagd. De volgende onderofficieren hebben aan
de vereischten voldaan en zijn reeds of zullen nog, bij
partijen, voor het mondeling examen (letterkundige
en militaire vakken) naar Den Haag worden opge
roepen: Regiment grenadiers en jagers: de ser
geanten Schaap, De Weerth, Verkouteren en Van
den Bossche; 1ste reg. infanterie: de serg.
lCirchner, Witteveen, Beersma en Van den Heuvel
Rijnders; 2de reg.: de serg. Spruyt, Staring, Hoor-
rees, Van den Noorda en Thonus; 4de reg. de
serg. La Feber, Lansdorp, Rappold, Schwartz en
Blaauw6de reg. de serg. Van Bisselick, Eint-
hoven, Reiche, Van Driek Anken, Menno, Le
Grand en Carbentus; 8ste reg. de serg. Janssen
en Ernste. De namen van hen, die zich hiervan
voor het afleggen van examen voor den rang van
officier bij het Oost-Indisch leger hebben aange
meld, deelden wij reeds vroeger afzonderlijk mede.
De kiesvereeniging Burgerplicht te Rotter
dam heeft met algemeene stemmen op 2 na, en
de gelijknamige kiesvereeniging te Amsterdam
met 40 tegen 21 stemmen besloten aan prof.
Vissering adhesie te betuigen, aan het slot van
zijn brief aan den heer Oldenhuis Gratama uit-
gesprokene.
- Gisteren hield het Koninklijk Instituut voor
de taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch
Indië in Den Haag, zijne jaarlijksche algemeene
vergadering onder het voorzitterschap van Dr. P.
Bleeker. Na opening der vergadering werd door
den secretaris Dr. Th. Ch. L. Wijnmalen een
kort verslag voorgelezen van den staat en de
werkzaamheden van het genootschap over het
afgeloopen jaar. Bleek o. a. daaruit dat er van
wege het Bestuur bij de Regeering de wensch is
kenbaar gemaakt dat de tweede expeditie naar
het rijk van Aljin zou vergezeld worden door
eene commissie, belast met het doen van weten
schappelijke nasporingen, tevens werd medegedeeld,
dat daartegen door de Regeering bedenkingen
waren ingebracht, hoewel de verklaring werd af
gelegd, dat reeds bij de organisatie der eerste
expeditie de wenschelijkheid van wetenschappelijke
onderzoekingen in Indië niet uit het oog verloren
is. Wat de wetenschappelijke werken aangaat,
die ter perse zijn of waarvan de uitgave wordt
voorbereid, werd medegedeeld, dat de „Babad
tanah djawi" en Von Rosenberg's reis naar
Nieuw-Guinea eerlang het licht zullen zien, de
uitgave van G. Schlegel's „Uranographie Chi-
noise" werd zoo niet reeds op het einde van dit,
dan toch in het begin van het volgende jaar
tegemoet gezien. Met den herdruk van Van der
Tuuk's Maleisch Leesboek werd mede een aan
vang gemaakt, terwijl ter uitgave aangeboden is
een verslag over de rijstcultuur in Italië en op
Java, door den controleur op Java, thans met
verlof, J. H. F. Sollewijn Gelpke. De uitgave van
de „Bijdragen" zal voorts geregeld worden voort
gezet, waarvoor reeds belangrijke stukken wa
ren ontvangen of nog werden verwacht. De
bibliotheek nam steeds toe, hetzij door aan
koop, hetzij door geschenken en ruilingen. Een
catalogus is in bewerking. De toestand der kas
bleek gunstig te zijn, ook door het toenemend
aantal leden; door den dood verloor het genoot
schap slechts een zestal, aan wier nagedachtenis
een woord van hulde werd gebracht. In de plaats
der aftredende en niet herkiesbare leden van het
Bestuur, de heeren Blommendal, Millard en Nie
mann werden gekozen de heeren Jhr. Gevers
Deynoot, Obreen en Bachiene.
Naar men verneemt bestaat het voornemen
om den kolonel-commandant van het instructie-
batajon, J. G. J. Kempees, te benoemen tot
gouverneur der Kon. militaire academie. De majoor
Sierevelt, toegevoegd aan den inspecteur der infan
terie, zou in dat geval tot commandant van het
instructie-batajon benoemd en in zijn tegen
woordige functiën vervangen worden door den
majoor Hardenberg, van het 4de reg. infanterie.
De gedenkzuil, die gisteren op de plek
waar Koning Willem II overleden is, te Tilburg
plechtig is onthuld, is van blauwen hardsteen op-
gelrokken tot eene hoogte van ongeveer 12 meters.
Een soort nis draagt de in wit marmer gehouwen
beeltenis van Willem II, omgeven door lauwer
takken en eikenbladeren en door eene tropee
(scepter, zwaard en schede, met de Eikenkroon
en de Koningskroon). In het midden vier wit
marmeren platen, waarvan de achterste geen op
schrift draagt. Op de anderen leest men met
gouden letteren
1. Opgericht door Willem III, Ko
ning der Nederlanden, Hendrik, Prins
der Nederlanden, Sophia, Grootherto
gin van Saksen, geboren Prinses der
Nederlanden.
2. Ter herinnering aan de plek waar
Zij ne Majesteit Koning Willem II in
het hier gestaan hebbend gebouw over
leden is.
3. Geboren te 's-Gravenhage den
6den December 1 79 2. Overleden den
1 7 d e n Maart 1849.
Uit Paramaribo wordt gemeld, dat ter gele
genheid van 's Konings verjaardag is verleend:
kwijtschelding van den overigen straftijd aan vijf
en vermindering van den overigen straftijd aan
acht gedetineerden op het fort Nieuw-Amsterdam,
nl. aan zeven vermindering met een jaar en éen
met zes maanden.
Men verneemt dat de Haagsche kermis niet,
zooals eerst het plan was, op het Oranjeplein,
maar in het Willemspark en omliggende straten
zal worden gehouden. De moeielijkheid om de
voldoende hoeveelheid gas naar het Oranjeplein
te leiden schijnt de reden te zijn van deze ver
andering.
Te Slikkerveer is gisteren van de werf van
den scheepsbouwmeester P. Boete Pz. met goed
gevolg te water gelaten de ijzeren schroefsleep-
boot Dordrecht IIgebouwd voor rekening van
de heeren M. J. Masion zonen te Dordrecht.
De Nederlandsche Bank had op 16 Maart
bij een muntmateriaal van f 128,305,556.33s
voor eene som van f 128,059,197.49s minder
aan bankbiljetten in omloop dan waartoe zij ge
rechtigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt
51,223,678.99s meer bedraagt, dan in verhou
ding tot de schuldvorderingen tot dekking noodig
zou wezen.
Aan den heer M. Rochussen, secretaris van
legatie bij Zr. Ms. gezantschap te Berlijn, is op