soort harnas voorzien en mag ook niet als doel wit dienen, evenmin als handen of armen. De duellanten hebben elkander soms nooit gesproken, zij worden uit de verschillende gezelschappen dik werf bij loting aangewezen. Ook aan de Oosten- r'yksche universiteiten heerscht die malle gewoonte en het gezelschap Athesia van de Innsbrücker acade mie daagde in den persoon van den officier Von Ro- senhof, die de academische lessen bijwoonde, de ka tholieke studentenvereniging Austria tot een duel uit. De officier-student weigerde aan de ruwe dwaas heid mede te doen en werd toen bij de militaire auto riteiten aangeklaagd. Hij werd dientengevolge voor een zoogenaamden raad van eer gedaagd en daar ver klaarde hij als katholiek nooit een uildaging tot een duel te zullen aannemen. Het duurde gerui- men tijd eer er vonnis werd geveld; dezer dagen echter ontving de officier-student zijn ontslag, als onwaardig de epauletten te dragen guano-lagen aldaar zijn ontdekt, die een nieuwe bron van nijverheid voor de ingezetenen en van ruime inkomsten voor dat eiland kunnen worden. Reeds is tot de ontginning dier meststof concessie aangevraagd door de heeren H. Van der Biest c. s. Door particulieren zou eerlang met de ontginning der guano op hunne gronden een begin worden gemaakt. Z. K. H. Prins Hendrik zal den 17den dezer des morgens per Rijnspoor van Den Haag naar Tilburg vertrekken, ten einde tegenwoordig te zijn bij de onthulling van het monument ter nagedachtenis van Willem II. Op de gedenkzuil van eenvoudigen maar edelen stijl, vervaardigd onder het opzicht van den heer architect van Tulder, op den 17den Maart te Tilburg te onthullen, zijn de namen gebeiteld van Z. M. Koning Willem III, van Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden en van H. K. H. Mevrouw de Groothertogin van Saksen, die tot het doen verrijzen van de zuil hebben besloten. Het kiescollege der Ned. Hervormde kerk in Den Haag heeft het volgende zestal opgemaakt: dd. Gerth Van Wijk, te Groningen; Hogerzeil, te Arnhem Van Maasdijk, te HaarlemVan Toornen- bergen, te RotterdamDe Hartog, te Rotterdam, en Knottnerus, te Dordrecht. In eene gisteravond gehouden bijeenkomst van de Haagsche afd. der Vereeniging ter bevor dering van fabriek- en handwerksnijverheid werd bij acclamatie de volgende motie aangenomen De vergadering, ingelicht omtrent de redenen der achterlijkheid van onze industrie bij die van andere landen, acht 't van belang dat de industrie zelve pogingen tot verbetering aanwende, en acht 't noodig dat de verbetering in den laatst en tijd in het onderwijs aangebracht zich ook uitstrekke tot de aankweeking van kunstzin en dat de regeering de pogingen daartoe zooveel mogelijk ondersteune. Bij ministerieele beschikking is de vergun ning voor een stoomsleepdienst aan F. Kruiff en C°., te Alblasserdam, verleend, verklaard te zijn vervallen, te rekenen van 7 April aanstaande. De off. van gezondh. 3de kl. Dr. F. M. Cowan, geplaatst bij liet hospitaal der marine te Willemsoord, wordt met den 15den dezer op non-activiteit gesteld. Z. M. heeft het octrooi, bij Koninklijk besluit van 5 Maart 1869 voor den tijd van vijf jaren verleend aan Ed. De Beaumont, te Maastricht, met gelijken termijn verlengd. Gemengd Nieuws. Omtrent het bedrog door conducteurs en twee hoogere ambtenaren van de Holl.-IJzeren- Spoorwegmaatschappij gepleegd, wordt nader ge meld, dat de Maatschappij in het geheel een f 3000 zal verloren hebben. Een der bedoelde hoogere ambtenaren had om andere redenen tegen 1 Maart eervol ontslag verkregen en dit ontslag reeds in den zak toen het bedrog werd ontdekt. De administratie der Maatschappij heeft evenwel zulke maatregelen weten te nemen dat bedoelde persoon het stuk teruggaf. Uit Heerlen wordt gemeld: Bij een pachter in deze gemeente stierven in weinig dagen acht koeien en vier paarden. Daar men de oorzaak van den dood dezer dieren niet kon ontdekken, hegon men te gelooven aan.hek serij. Gisteren heeft men de gewaande heks ge vankelijk naar Maastricht gebracht; de heks was niemand anders dan een knecht van den pachter, die, om zich wegens eene kleinigheid op zijn meester te wreken, de beesten met een bezem steel in het lijf had gestoken, hetgeen eene zwel ling van binnen veroorzaakte, welke na eenige dagen den dood ten gevolge had. Naar men verneemt, zou de wachtmeester der maréchaussée den knecht op deze verfoeilijke daad betrapt hebben, en rnoet hij overigens alles hebben bekend. Gisteren heeft de Hooge Raad uit spraak gedaan in zake de vervolging, ingesteld door den procureur-generaal bij den Hoogen Raad tegen de heeren J. Borski c. s., uitmakende de directie van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij, wegens weigering om te voldoen aan de beslis sing van den Minister van Binnenlandsche Zaken omtrent eene wijziging in het dienstreglement van gemelden spoorweg. Op verschillende gronden zijn de daden, aan heeren beklaagden ten laste gelegd, op te leveren noch misdaad, noch wan bedrijf verklaard, noch overtreding en zijn zij te dier zake ontslagen van alle rechtsvervolging, de kosten te dragen door den Staat. In de laatste dagen zag men te Rot terdam groepjes vrouwen, die aan de huizen bij dragen kwamen vragen voor de versiering der woningen bij het Meifeest. Thans leest men in de N. Rott. Courant de volgende advertentie, die wij om haar eigenaardigheid in haar geheel weer geven „Wij verzoeken, als groot gedeelte uit de Schubdevischsteeg, om aan de snorsters niets te gevendie voor de Schubdevischsteeg komen snorrenwant er zijn nog wel een paar centen voor Koning Willem III." In eene oude verzameling van aan- teekeningen vindt men het volgende: De Koning van Atjin, op Sumatra, noernt zich: Koning van het geheele aardrijk, schitterende als de stralen der middagzon; Koning, door God geschapen zoo volkomen als de volle maan, zoo prachtig als de noordster; Koning der koningen, voor wien alle koningen moeten buigen en aan wiens bevelen zij allen moeten gehoorzamenKoning, met een verstand zoo helder als een zuiver ronde gladde kogel; zoo gelukkig als de zee; de slaaf Gods, die God ziet, die de schande der menschen kan bedekken en hunne zonden kan vergeven; die pal staat en in wiens schaduw alle slaven een veilige toevlucht vinden; Koning, naar wiens hoog wijzen raad alle volken vragende goede, zacht moedige, rechtvaardige; de nuttigste koning ter wereld, wiens voeten een liefelijken reuk ver spreiden over en rondom alle Koningen der aarde wiens oogen stralen als de morgenster; eigenaar van den olifant met de sterke tanden en van het geheele heir der roode, zwarte, witte, bonte, ge vlekte en onvruchtbare olifanten; wien de Almach tige bekleedt met edelgesteenten en heerschappij geeft over alle dingen. In Zwitserland vindt men op de ge drukte schoolorde, in alle volksscholen ten toon gehangen, het volgende bepaald: „Voor het in orde houden der school mpeten de meisjes van de hoogste klasse de schoollokalen, de gangen, de trappen en het plein voor de school ten minste driemaal in de week zindelijk vegen, en daarna de tafels, de stoelen, de vensterbanken, enz. behoorlyk afstoften. De knapen zullen daarentegen in den winter een toegang tot de school banen, de sneeuw op het plein voor de school wegruimen en het overigens in orde houden." Er hebben zich te Groningen twee gevallen van vergiftiging voorgedaan, door of althans na het gebruiken van gebraden varkens- cotelet in een „ordinaris." De inspecteur van het geneeskundig Staatstoezicht heeft een onderzoek in het werk gesteld, dat echter tot nog toe tot geen resultaat heeft geleid. De Rechtbank te Rotterdam heeft gisteren de beide werklieden van de Rijnspoor weg-maatschappij, die onlangs terecht hebben gestaan, schuldig verklaard en ieder veroordeeld tot eene gevangenisstraf van een jaar cellulair; de rijkscommies is veroordeeld tot anderhalf jaar celstraf, terwijl de opkooper, bij gebrek van bewijs, is vrijgesproken. Het barkschip Helenakapitein Pijl, jl. Dinsdag van Harlingen met ballast naar Memel uitgezeild, is op Skagen gestrand, 't Volk is gered. Uit Innsbrück wordt een feit gemeld dat opnieuw een bewijs levert hoe sterk het middeleeuwsch begrip van eer nog in hooge militaire kringen voortleeft. Zooals bij ons in enkele der meest onbeschaafde dorpen het zooge naamde „bekkensnijden" nog niet geheel buiten zwang is, zoo is aan de Duitsche academies dit zelfde barbaarsche vermaak, in anderen vorm, nog aan de orde van den dag. Men noemt dit duel- leeren en in plaats van messen gebruikt men degens, maar het doel is geen ander dan elk ander een snede in 't gezicht of een wonde op 't hoofd toe te brengen. De borst is met een BUITENLAND. Frankrij li. Eene voor eenige dagen te Parys overledene kinderlooze weduwe, Mevr. Lenoir Joussereau, heeft aan Parijs de som van tien millioen ge legateerd, die, volgens de beschikking der over ledene, aangewend zal worden tot oprichting en onderhoud van een nieuw hospitaal. De Ordre meldt, dat eenige generaals te Parijs den Minister van Oorlog verzocht hebben tegen den 16den dezer maand (den verjaardag van den keizerlijken prins) naar Engeland te mogen vertrekken, en dat de Minister daarop heeft geantwoord, dat dit verzoek niet ingewil ligd kan worden. Is het hun om eenige dagen verlof te doen, dan kunnen ze die voor eene week krijgen. Maar zij mogen den 16den dezer niet in Engeland zijnzij moeten, als ze van 't verlof gebruik willen maken, óf voor den 16den dezer te Parijs terug zijn, of niet eer dan den 20sten naar Engeland vertrekken. De Nationale Vergadering heeft gisteren het amendement van den heer Pouyer Quertier be treflende de suiker-raffinaderijen aangenomen, zul lende dit amendement op 1 Juli 1875 in werking treden. De heer Decazes verklaarde, dat de Regee ring bij de betrokken Mogendheden reeds stappen gedaan heeft tot eene herziening van de con ventie. De heer De Broglie heeft een wets ontwerp ter tafel gelegd, strekkende om den wet- telijken duur der gemeentelijke Raden te verlengen totdat de Vergadering omtrent de gemeentelijke regeling zal beslist hebben. De Bretagner af gevaardigden hebben besloten, ten aanzien van de quaestie betreffende 't kampement te Conlie zich langs den weg van petitie lot de Vergadering te wenden. Luxemburg- De Minister Servais heeft in de Kamer van afgevaardigden mededeeling gedaan omtrent de onderhandelingen met Nederland over de bekende schuldvordering. De Luxemburger Zeitung meldt daaromtrent het volgende: „De laatste dépêche, door onze Regeering naar Den Haag gezonden, is van 16 April 1870; daarop is nog geen ant woord ontvangen; maar kort na dien datum heeft bij de Staten-Generaal over die quaestie een debat plaats gehad, waarin een der afgevaardigden ver klaarde, dat het hem toescheen alsof aan Luxem burg geen recht zou wedervaren, omdat het de zwakste partij was. Een ander afgevaardigde con stateerde dat de Nederlandsche Regeering verplicht was aan de eischen van het Groothertogdom te voldoen. Feitelijk is intusschen slechts zooveel verkregen, dat Nederland, hetwelk in 1851 van Luxemburg eene som van 15 millioen franken verlangde, dien eisch thans heeft laten vallen. Nu zou Luxemburg, door wederkeerig van zijne vordering afstand te doen, in alle geval aan den strijd een einde maken; doch wegens Luxem burgs onbetwistbaar recht kon spr. (minister Servais) niet besluiten tot zulk een stap, die gelijk zou slaan met afstand van positieve rech ten. Een voorstel van den heer Föhr om op de begrooting onder de ontvangsten den post „Schuld vordering op de Nederlandsche R.egeering" uit te trekken voor memorie, werd door den Minister van Staat betreden als weinig gevolg belovende. Alleen wanneer wij eene armee hadden meende

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2