LEIDSCH
DAGBLAD.
N°. 4313.
A0. 1874.
Dinsdag
3 Maart.
STADS-BERICHTEN.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco pcjr postn 1*40.
Afzonderlijke Nommers..0.02.
Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regels'1.05.
Iedere regel meer0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte.
NATIONALE MILITIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN.
Gelet op art. 150 der wet op de Nationale Militie van
den I9den Augustus 18(51 (Staatsblad n°. 72);
Noodigen de lotelingen dezer gemeente uit, die verlangen
bij de Zeemilitie te dienen, zich daartoe aan te melden
vóór den lsten April aanstaande, op een der werkdagen,
tusschen des voormiddags tien en des namiddags drie uren,
ter Secretarie dezer gemeente.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door plaat
sing in de Leidsche Courant.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
v. d. BRANDELER, Burgem.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 2 Maart 1874.
LEIDEN, 2 Maart.
By de heden gehouden verkooping van Cokes
op het Raadhuis alhier van partijen van 400,
50, 10 en 5 hectoliters, waren de hoogste prijzen
f 53, f 27, 5.60 en f 2.80, de laagste 53,
f 26.50, f 5.30 en /2.70.
Bij den wedstrijd voor tooneelstukken door
de stad Antwerpen uitgeschreven, is de eerste
prijs voor het drama toegekend aan Zijn Geheim
door Glanor (de heer Byerman), de tweede prijs
voor het blijspel aan De oude Kassierdoor den
heer Faassen.
Zaterdag is alhier in het lokaal Zomerzorg
de gewone driemaandelyksche algemeene vergade-
Ting gehouden van onderwijzers en onderwijzeressen
in het derde district van Zuid-Holland, pnder
presidium van den dislricts-schoolopziener. In die
vergadering werden de volgende punten behan
deld4. Het onderwijs in de geschiedenis op de
lagere scholen, door den heer W. F. Oostveen.
I 2. Iets over kinderkranten, door den heer G.
Wesseldijk. 3. De tegenwoordige richting van de
I studie des onderwijzers leidt tot eenzijdige vorming,
I door den heer P. Veen Jz. 4. Het behandelen
I der platen voor aanschouwelijk onderwijs, door
I den heer J. Brouwer. 5. De opleiding van onder-
wijzers, door den heer G. Brinks. Voorts werd
I de rekening en verantwoording van den penning-
I meester nagezien en goedgekeurd en had de
I verkiezing van nieuwe bestuursleden plaats. De
I werkzaamheden werden afgewisseld door dc uit-
I voering van eenige klassieke zangstukken door de
I Zangvereeniging van onderwijzers en onderwijze-
I ressen.
Terwijl van verschillende zijden de wenscli
j» is te kennen gegeven naar het bezit van een
I klavieruil treksel van het Oratorium „Bonifacius,"
A tekst van Lina Schneider, muziek van W. F. G.
I Nicolaï, en het moeilijk is een uitgever te vinden
I die zonder geldelijke ondersteuning zoodanige uit-
I gaaf op zich wil nemen, vestigen wij de aandacht
I ei' op, dat de muziekhandelaar C. F. Kahnt te
Leipzig zich bereid heeft verklaard een zoodanig
Davieruittreksel uit te geven, indien hij de zeker-
Leid bezit van het debiel der, eerste honderd
H e^rnplaren, welke hij iriteekening verkrijgbaar
Zljn voor f 8.50. Zij, die op deze voorwaarden een
e*eraplaar wenschen te ontvangen, gelieven daar-
van kennis te geven aan den uilgever van het
I muzikaal tijdschrift Caecilia te 's-Gravenhage.
In de iV. R. Cl. komt een ingezonden brief
I voor van Prof. Vissering aan Mr. L. Oldenhuis
Gratama. A^n het slot van dezen brief leest men
Le discussie over de Muntwet heeft tot heden
°P mij een bedroevenden indruk gemaakt; en
jjj kan het u verzekeren op mij niet alleen.
Er -
is een kwaad, dat meer en meer in onzé
Staatsvergadering om- zich grijpt en dat wel ge
schikt is om den eerbied voor de Vertegenwoor
diging niet te vermeerderen. Er komt geene groote
quaestie ter sprake, of elke individueele opvalling,
ook de meest oppervlakkige (om geen harder
woord te gebruiken), acht zich bevoegd, zich als
advies aan de Regeering en aan de leden der
Kamer op te dringen. Men roemt er in, dat men
geen deskundige is, en neemt daaruit aanleiding
om in het breede voort te redekavelen, zonder
eenig licht over de aanhangige vraag te ver
spreiden. Zelfs het: in dubiis abstine wordt ter
moliveering van een beslist afkeurend oordeel
aangevoerd. Had dit alles geen ander nadeel dan
dat de discussiên tot in het eindelooze gerekt en
schromelijk verward wórden, het ware nog te
verdragen. Maar elk houdt liefst aan zijne een
maal uitgesproken meening vast en eindigt met
alles te verwerpen, omdat zijne meening niet kan
zegevieren. Zóo is het ip de laatste jaren gegaan
met meer dan éen gewichtig voorstel van wet
geving. Zoo zal het, naar allen schijn, ook nu
weer gaan. De een is en blijft gehecht aan den
zilveren standaard, de ander wil den dubbelen,
een derden den gouden, mits onder voorwaarde
van aansluiting aan het frankenstelsel, een vierde
wil den sovereign, een vijfde de mark, een zesde
wil het volwichtig zilvergeld als pasmunt behou
den, een zevende eischt papieren pasmunt, en elk
drijft zijne opvatting door, onder bedreiging van
afstemming van het voorstel. Zoo komt er ten
slotte niets tot stand. Elke groote maatregel van
wetgeving, met hoeveel ernst en zorgvuldig overleg
ook voorbereid, wordt onder dien stroom van
beginsellooze individueele meeningen onmogelijk.
De wetgevende macht in den Staat geeft zich-
zelve een brevet van onvermogen. Het Land kan
daarbij niet wèl varen. En de gehechtheid des
volks aan zijne Staatsinstellingen wordt op eene
zeer gevaarlijke proef gesteld.
Het kan, meen ik, zijn nut hebben, dat Gij en
eenige andere leden der Kamer weten, hoe men
huilen de Kamer denkt en spreekt.
De heer P. A. Tiele alhier schrijft aan de
Redactie vaa den Ned. Spectator
Het is volkomen waar wat de heer Wijnmalen
zegt: „er is in ons vaderland geene enkele boekerij
waarin alles gevonden wordt wal de uitgevers
en drukkers in Indië ons hebben aangeboden en
nog verschaften." Maar als de heer W. den tegen-
woordigen toestand gelijkstelt met dien van voor
42 jaren, toen de hoogleeraar Millies zijne billijke
klachten aanhief, dan overdrijft hij. Om niet \an
verschillende kleinere boekerijen in de Piesidenlie
te spreken, de bibliotheek der Leidsche hooge-
school, tevens die der Rijks-instelling voor taal-,
land- en volkenkunde van N.-Indië, is in dien lijd
wat de literatuur over onze koloniën betreft aan
zienlijk vooruitgegaan. Zooals men weet werd in
1864 de boekerij der opgeheven Koninklijke Aca
demie te Delft grootendeels daarheen verplaatst.
Deze verzameling wordt voortdurend aangevuld.
Voorts bezat de bibliotheek eene kostbare collectie
van oude Ilollandsche reisbeschrijvingen, in de
zeventiende eeuw door Isaak Vossius bijeenge
bracht; deze is in de laatste jaren nagenoeg vol
ledig geworden. Ook voor de aanvulling der ge
schiedenis van onze koloniën wordt zorg gedragen.
Indien h. v. iemand thans de geschiedenis der
Hollanders in Brazilië wilde besludeeren, zou hij
niet, als de hoogleeraar Millies in 4852, eene
reis behoeven te maken naar Rio-Janeiro, want
te Leiden en in Den Haag zou hij al de Portu-
geesche hoeken vinden die op zijn onderwerp be
trekking hebben.
Ik kan dus de „diepte onzer vernedering" zoo
groot niet vinden als de heer W., maar dit
neemt niet weg dat ik zijn wensch naar verbe
tering ten volle beaam. Maar ik hoop tevens dat
men niet weder den hier te lande zoo gebruike-
lijken weg opga om eene afzonderlijke koloniale
boekerij op te richten. Het getal boekerijen in ons land
is legio, en vreemdelingen als de heeren Valentinelli
hebben reden om zich daarover te yerbazen, maar
eene goede bibliotheek, dat wil zeggen zulk
eene die in meer dan een enkel vak van weten
schap eenige volledigheid bezit, zoekt men in
Nederland tevergeefs, dank zij de versnippering
van krachten, ende minieme toelagen die
het Rijk voor zijne bibliotheken over heeft.
Het stoomschip Koning der Nederlandeny
kapt. M. G. Braat, van Nieuwediep naar Java,
heeft hij het verlaten van Southampton op 24 dezer
eenige averij aan de machine hekomen. Het
schip is toen in de rivier geankerd, de schade is
hersteld en den 27sten Februari, 's avonds 9 uur,
is de reis voortgezet.
Volgens een by de Directie der Stoomvaart
schappij Java ontvangen bericht, is het stoom
schip Dahliakapt. Crawford, Vrijdag-echtend
Dover gepasseerdschip en machine bevonden
zich in goede orde.
Het stoomschip Rotterdamkapt. Jansen,
is Zaterdag van Rotterdam naar New-York ver
trokken met lading en 102 passagiers.
Het stoomschip Maaskapt. E. Deddes, is
volgens bericht Vrijdag van New-York vertrokken.
Dr. A. Kuyper heeft zijn ontslag als pre
dikant bij de Hervormde Gemeente te Amsterdam
gevraagd tegen 16 Maart e. k.
Dr. Suringar, predikant bij de Hervormde
gemeente te Maastricht, vierde Zaterdag zijn
40jarig jubelfeest. Zoo van de zijde zijner gemeente,
als van de zijde zijner ambtsbroeders vielen hem
talrijke blyken van belangstelling ten deel.'
Het Noordelijk zendingsfeest zal in het uit
gestrekte Sterrenbosch te Assen plaats hebben op
den Ssten Juli e. k.
De audiëntie van den Minister van Oorlog
zal op Donderdag den 5den Maart aanstaande
niet plaats hebben.
De Arnh. Cl. deelt mede, dat ter viering
van het kroningsfeest door de vrijmetselaars wel
een voorstel is gedaan, doch dat nog geenerlei
besluit daarover is genomen.
Met ingang van 4 April a. s. worden de
te Hulst gevestigde post- en telegraafkantoren
vereenigd onder het beheer van den directeur van
het postkantoor K. De Lozanne.
Bij de regeering is bericht ontvangen, dat
van 13 tot 24 Juni dezes jaars te Bremen eene
internationale tentoonstelling van landbouw zal
worden gehouden. Nadere inlichtingen daarom
trent zijn te hekomen by de voornaamste instel
lingen hier te lande, die zich de bevordering van
den landbouw ten doel stellen.
De Minister van Oorlog brengt tér kennis
van belanghebbenden, dat wederom dit jaar te
Breda een examen zal wederom gehouden ter
toelating van jongelieden als cadet hij dé Koninklijke
Militaire Academie en dat dit examen op 4 Juli
aanstaande een aanvang zal nemen. Aanvrage
vóór 1 Mei. Dit jaar worden het volgend aantal
plaatsen opengesteldvoor den dienst hier te
lande: infanterie 45, artillerie 40, genie 9; voor
den dienst in Oost-Indië: infanterie 20, cavalerie
2. artillerie 8, cenie 24.