LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4278. A0. 1874. Woensdag 21 Januari. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per posl1-40. Afzonderlijke Nomracrs0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regel?if 1.05. Iedere regel meer0.171. Groolere tellers naar plaatsruimte. STADS-BERICHTEN. Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden op Donderdag 22 Januari des namiddags te twee uren. 11 Onderwerpen jid° Benoeming van een leeraar voor de Engelsche taal en letterkunde en van een leeraar voor de Hoogduitsche taal en letterkunde aan de gemeente-instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs. (10). 2°. Idem van een leeraar voor de Fransehe taal en let terkunde aan gezegde instellingen. (11). 3° Voordracht lot afstand aan het Rijk van een gedeelte der stadskweekerij. (209, 209* en 8). 4°. Verzoek van de fabrikanten Van Hartrop en Zoon om een spoelvlot te leggen in het Galgewater en een stoep met palen en gordingen aan het Noordemde. (9), 1 5°. Staat van afschrijving der begrooting, dienst 1873. Kosten van het aanleggen en bijhouden van de dub belen der leggers en plans van het kadaster (12 en 15). 6°. Voordracht tot verkoop van inschrijving op het Groot boek. (13). 7°. Suppletoirc staat van begrooting, dienst 1873 Reis kosten van mililieplichtigen. (14) 8°. Staat van af en overschrijving op de begrooting, dienst 1873. Kosten der gemeente-apotheek. (16). LEIDEN, 20 Januari. De tentoonstellingskapel, die zich in den atgeloopen zorner te Weenen deed hooren, zal morgen alhier een concert geven. De kapel is 70 personen sterk en telt onder hare leden verschei dene verdienstelijke solisten, waaronder in de eerste plaats genoemd wordt de eerste violist, de heer Felix Meyer. De berichten uit de verschillende plaatsen, waai de kapel op hare reis herwaarts vertoefd heeft, gewagen met zeer veel lof van al (l wat zij len gehoore brengt. De naam van haren directeur, den heer Julius Langenbach, hier te lande reeds lang gunstig bekend, kan trouwens op zich zelf reeds voor eene goede uitvoering ten waarborg strekken. Van de 12jarige Esmeraldina Cervantes, wier harpspel zeer geroemd wordt, zijn de volgende bijzonderheden bekendVan goeden huize, en aan het hof van Koningin Isabella zeer gezien, werd hare familie medeslachtoffer der staatkundige gebeurtenissen, en, financieel te gronde gericht, verliet Esmeraldina met de haren haar vaderland. Niet langer sloeg zij nu de hand aan de snaren alleen door kunstzin en kunstgevoel gedrevèn, maar het meisje greep het speeltuig aan als middel tevens om zich een eervol en onafhan- kelijk bestaan te verschaffen. Zij verwisselde, om ff de opgegeven redenen en tot zoo lang een betere toekomst voor haar vaderland zal zijn aangebroken, haar eigen naam, bij haar eerste optreden in n het openbaar, met dien van haar beroemden n landgenoot, om als in de schuls van dien onster- felijke, de wijde wereld in te trekken en nergens vreemdelinge te zijn. Te Doesburg is beroepen Ds. Van Rijn, pred. te Wassenaar. De Minister vari Binnenl. Zaken brengt ter algemeene kennis, dat, volgens bij hem inge komen ambtsberichten, in de week van 11 tot 17 Januari jl. aan Aziatische cholera zijn overleden, in Zuid-Holland te Leiden 1, te Hof van Delft 2 en te Rotterdam 2 pers.in Utrechtte Utrecht 2 personen. Totaal in het Rijk 7 personen. Uit berichten van de reede van Atjin ont vangen, dd. 10 Dec., wordt het volgende door de St.-Ct. medegedeeld: Onder zeer ongunstige omstandigheden kwam de transportvloot ter reede van Atjin. De meeste schepen waren door cholera aangetast. De choleralijders konden niet op de ziekenschepen worden overgebracht, omdat zij deze zouden heb ben besmet en voor andere zieken en later voor gewonden onbruikbaar gemaakt. Derhalve werd (zooals reeds vroeger per telegram is vernomen) op Poeloe Nassi een cholera-hospitaal ingericht, in afwachting dat met de operatiën op de kust van Atjin een aanvang kon worden gemaakt. Gedurende de eerste dagen was echter aan een landing op die kust niet te denken, omdat het dagelijks uren lang hard regende, en het debar- queeren en bivouakkeeren der door de epidemie aangetaste troepen, onder den blooten hemel, op een vochtigen bodem, waar geen vuren aange houden noch levensmiddelen gekookt konden worden, de noodlottigste gevolgen zou kunnen gehad hebben. J Inmiddels klom hel getal der aan cholera over- J leden militairen en koelies tot 180, terwijl 300 a 350 man dooi1 die ziekte en een aantal anderen door andere ziekten waren aangetast. De voorraad drinkwater raakte ten einde, en de pogingen, om dien voorraad door waler van Poeloe Nassi aan te vullen, slaagden slechts gebrekkig, terwijl daarbij tien sloepen verloren werden. Eloezeer het steeds bleef regenen, werd nu de landing onvermijdelijk. De 6den December werd daartoe besloten. In den avond van den 7den waren alle schepen van Poeloe Nassi op de bepaalde plaats aangekomen. Daarop vond (zooals de telegraaf reeds vroeger gemeld heeft) de landing bij Kwala Gighen, onder de leiding van den gen.-majoor Verspijck, met goed gevolg plaats. De vijand was, wat den tijd en het punt van de landing betreft, blijkbaar verrast, want de tegenstand was gering. De 9den Dec. waren de troepen in een zeer schoone vlakte op den rechteroever der Kwala Gighen gelegerd. Het eerste doel was nu om van het terrein tus- schen die kwala en de rivier van Atjin meester te worden. Sedert den dag der landing was het weder gunstig geworden. De oorlogschepen waren van de cholera vrij gebleven. Aan een particulier schrijven uit het bivouak bij Atjin is het volgende ontleend: Op 28 November waren alle oorlogschepen en transportvaartuigen, ten getale van 35, ter reede van Atjin vereenigd. Op alle transportvaartuigen, behalve dal waarop generaal Van Swieten was, en op de Jasonwas de cholera uitgebarsten zij voerden alle daarom de gele vlag. Het grootste transportschip, de Maddaloni, bevatte alleen 1800 man troepen en kettinggangers. Bij het inschepen der troepen te Soerabaja in dit schip stortte een der bruggen in, waarover het inschepen plaats bad, zoodat een aantal soldaten in het water storttenallen werden echter gered Gedurende den overtocht waren de meeste offfcieren, uit ge brek aan plaats, gedwongen het dek te houden. Na eenige dagen quarantaine-verblijf te Poelo Nassi, geschiedde de landing op 6 December 's och tends. Met een honderdtal sloepen werd de geheele 2de brigade in eens aan land gebrachtde Koop man ondersteunde door haar vuur de landing; terstond werd voet aan wal genomen en de aldaar zich bevindende benting ingenomen. De Hollander, die het eerst den voet op den bentingmuur zette, was de luitenant P. Vinkhuyzen van het 13de bataljon, voor 2 jaren gedetacheerd van het regi ment grenadiers en jagers. lederen dag gaf het nu min of meer ernstige gevechten, talrijke lagunen werden overgetrokken, waar behalve de zorg voor den vijand, ook nog de zorg om niet te verdrinken door het opzetten van het water met den vloed, moest in het oog worden gehouden. Door de mineurs en sappeurs werd met groote inspanning een weg gemaakt, welken de infanterie voortdurend onder het beschieten des vijands moest dekken. Uit Middelburg wordt gemeldHet is bekend, dat bij de vele afscheidingen tol het geven van een geschenk aan Z. M. den Koning op 12 Mei a. s., de gemeente Veere voornemens is geheel afzonderlijk een cadeau aan te bieden. Dit zal bestaan uit een album met de pholographische portretten der mannelijke ingezetenen dier ge meente. Naar men verneemt is in de afgeloopene week een photograaf derwaarts ontboden, die reeds een lOOtal portretten heeft vervaardigd. Men deelt van goed ingelichte zijde mede, dat hel plan bestaat om den Amsterdarnschen Schouw burg op 31 .Tan. te openen. Intussehen zijn er van de zijde van het TooneelgezeTschap van de Ileeren Albregt en Van Ollefen bezwaren gere zen. De leden van dat gezelschap, die het eerst uit de couranten hebben vernomen dal de Directie den Amsterdarnschen Schouwburg had gepacht, loonen zich om verschillende redenen weinig ge negen om de Directie definitief naar Amsterdam te volgen en hebben hunne bezwaren deswege kenbaar gemaakt. Volgens ontvangen telegram uit Middlesbro bij de directie der Nederl.-Ind. Droogdok-maat schappij te Amsterdam, heeft de voor rekening van genoemde maatschappij aangekochte commu nicatie- en sleepboot Amsterdamkapt. Kreulen, 19 dezer de reis naar Java langs het Suez-kanaal aanvaard. Die stoomboot is in de eerste plaats bestemd om de gemeenschap tusschen de etablis sementen op de eilanden Amsterdam en Middel burg en de reede van Batavia te onderhouden, maar zal ook gewichtige diensten kunnen bewijzen aan de Nederlandsche koopvaardijvloot, daar bij averij, stille of tegenwinden de behoefte aan een goede sleepboot zoo dringend wordt gevoeld. Voor hel afleggen van hel admissie-examen aan de Groningsche hoogeschool hadden zich drie candidaten aangemeld. Daar geen hunner was opgekomen, kon het examen geen voortgang hebben. Den 16den dezer werd den heer Sas, kapi tein in 't vaste kader van het koloniaal werf depot, commandant der compagnie dd. stedelijke schutterij te Harderwijk, door het kader dier compagnie een prachtig geschenk aangeboden, be staande in een marmeren inktstel, buitengewoon fraai gemonteerd met massief zilver, welk geschenk vergezeld ging van een geschreven naamlijst van de onderofficieren en korporaals, die allen tot dat cadeau hebben bijgedragen. Z. M. heeft aan jonkvrouwe C. C. Van de Poll, te Amsterdam, vergunning verleend tot het aannemen en dragen van de medaille voor met-strijdenden ter herinnering aan den oorlog v^n 187071, haar door Z. M. den Duitschen Kei zer, Koning van Pruisen, geschonkenmet ingang van 1 Februari a. s. benoemd tol inspecteur van het lager onderwijs in de provincie Drenthe Mr. J J. Bolman, te Sneek, oud-schoolopziener in het 3de en 8ste district van Friesland. (xemengd INieuws. Uit het noorden des Lands wordt g e- meld, dat zoowel in Friesland als in Groningen, in den laatsten tijd op onderscheiden plaatsen ziekten en sterfgevallen onder de paarden zijn voorgekomen, die den schijn hadden van besmettelijk te zijn en door besmetting zich voort te planten, maar bij onderzoek van deskundigen gebleken zijn het gevolg te wezen van beschimmeld voeder. De aard der ziektegevallen, hun beloop en vooral het onderzoek van het stroo en ander voeder maakte de beslissing niet moeielijk. 't Zal dus zaak zijn,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 1