hetgeen, zooals te denken is, niet weinig den lachlust van het publiek opwekte en veroor deeld om oogenblikkelijk het C06luum, waarin hij zijne heldendaden had verricht, af te leggen en twee borgen te stellen, met het oog op zijn gedrag ■voor het vervolg. Te Augsburg werden onlangs de be woners van een huis in de Friedrichstrasse ver schrikt door het angstgeschreeuw van het dienst meisje van zekeren Preetz, die onder den uitroep van: „mijn bruidegom heeft mij vermoordI" op den grond in zwijm viel. Voorbijgangers snelden toe, zagen een man schielijk het huis verlaten en trachten de stervende hulp te verleenen, doch te vergeefs. Uit een wond aan den hals en een aan de rechterborst vloeide eene groote massa bloed, en na eenige minuten was geen spoor van leven meer te zien. Eenige heeren waren inlus- schen den moordenaar tot in een huis der Moo renstraat gevolgd, waar hij zich met een geweer in een winkel posteerde en ieder dreigde te zullen neerschieten, die een hand naar hem uitstak. Eenige moedige mannen schoten ondanks het gevaar op hem toe, ontwapenden hem en zouden, daar de verbittering tegen hem zeer hoog geklommen was, juist de lynchwet op hem hebben toegepast, toen de politie den erg toegetakelden moordenaar aan het gepeupel ontrukte. De gemeente Bousampère in het kan ton Mirande was dezer dagen het tooneel van een misdaad onder de meest zonderlinge omstan digheden. Voor ongeveer twee jaren had de land- houwer Tujague, wonende in de gemeente Ponsan, zich menigmaal te beklagen over het slecht ge drag van zijn zoon, en hij dacht er aan hem te onterven ten voordeele van zijn jongsten zoon. De landbouwer ging hierover te rade met zijn buurman Saint Agne, een zaakwaarnemer, die hem daarover de wettelijke bepalingen uitlegde. Eens bedreigde hij zijn oudsten zoon met dit be sluit, en deze, hierdoor vertoornd, vatte wraak zuchtige plannen op en dreigde zijn vader en den zaakwaarnemer met den dood. Verscheiden malen, doch zonder goeden uitslag, drong hij bij den zaakwaarnemer aan, dat deze een schuldbeken tenis aan hem van 2000 fr. zou teekenen, ten einde hem eenigszins schadeloos te stellen voor het nadeel, dat hij hem toegebracht had. Op zekeren dag ging Tujague, met zijn jacht geweer gewapend, vroeg uit, voornemens om zich op De Saint-Agne te wreken. Deze was reeds uitgegaan, en toen Tujague voorbij zijn huis kwam, riep hij diens vrouw en vroeg haar bits: „Zeg, hebt gij al rouwkleeren P" „Waarom?" antwoordde de vrouw verschrikt, terwijl zij aan den dood van haar man dacht. „Gij zult ze weldra noodig heb ben," hernam Tujague koelbloedig. Toen hij dit gezegd had, ging hij Saint-Agne opzoeken. Toen hij hem gevonden had, reikte hij hem weer de schuldbekentenis van 2000 fr. toe met het ver zoek deze te onderteekenen. Hij bedreigde hem tevens met den dood, terwijl hij den dubbelen loop van zijn jachtgeweer op hem gericht hield. Saint-Agne aarzelde, doch de bedreiging dwong hem de schuldbekentenis te teekenen. Zijn bevende hand liet het papier vallenhij boog zich om het op te rapen en hield het reeds vast, toen hij als door den bliksem getroffen, door zijn vijand werd neergeschoten. Hij had het volle schot in het aangezicht bekomen op het oogenblik dat hij zich weer oprichtte. De moordenaar keerde naar huis terug en beloofde weldra zijn vader en zijn broeder te zullen dooden, en van kruit, lood en pistool kardoezen voorzien, liep hij het bosch van Berdoues in, waar de politie hem sedert dien tijd vruch teloos opzoekt. De gansche streek is in opschud ding, en men gaat met angst door het naburige St.-Michielswoud. De moordenaar dwaalt in het diepste van het bosch rond en komt soms bij de buren van den omtrek brood vragen. De gendar merie van Miélan en Miranda is bestendig onder de wapens en doorzoekt het bosch onophoudelijk. Dezer dagen had te Leeuwarden eene vergadering der werkliedenvereeniging plaats, waarbij ook de vrouwen tegenwoordig waren't was ter gelegenheid der verloting van de voorwerpen der tentoonstelling vanwege de vereeniging gehouden. Zeer aangenaam en gezellig was men bijeen en vóór en na werden stukken van allerlei aard voorge dragen. Een der leden, die daartoe weder was opgestaan, was echter nauwelijks aan het woord, of hij zakte achterover en was terstond een lijk. Men kan zich voorstellen, welke ontsteltenis dit veroorzaakte, te meer daar zijne vrouw tegen woordig was. Hij was een oppassend man, pas 34 jaren oud en laat, behalve eene weduwe, drie kinderen na. Een ontzettend voorval heeft onlangs in den Casino Monte-Carlo te Nizza plaats gehad. Een speler heeft zich een pistoolschot door den onderbuik gejaagd in 't midden der speelzaal, in tegenwoordigheid van een aanzienlijke menigte. Deze man, dien men voor een Rus hield, speelde sedert eenige uren trente-et-quarante en verloor slag op slag. Eensklaps stond hij kalm op, ging zich op een sofa plaatsen, haalde zeer kalm een pistool te voorschijn, joeg zich een kogel door den buik en viel bebloed, doch nog ademend op den grond. De gekwetste werd onmiddellijk naar het gasthuis gebracht. De ontroering, door deze gebeurtenis in de speelzaal zelve veroorzaakt, was niet lang van duur; eenige oogenblikken daarna waren bijna alle spelers op hun plaats terugge keerd en speelden door alsof er niets gebeurd ware. In een krankzinnigengesticht bij St.-Petersburg is dezer dagen een opstand onder de verpleegden uitgebroken. Terwijl de bedienden het middagmaal gebruikten, drongen de krank zinnigen een zaal binnen waar eenige wapenen geborgen waren, afkomstig van een kort te voren ingetrokken wachtpost, en verdeelden die onder elkander. Toen hun opzet werd ontdekt, barri- ceerden zij zich in de zaal en weigerden aan de bevelen te gehoorzamen. De schoonste beloften hielpen niet. Eenige bedienden die zich in de zaal waagden werden bij de haren gepakt en met sabelhouwen overdekt. Drie hunner werden op deze wijze gedood en twee zwaar gekwetst. Daar niets hielp, besloot men geduld te oefenen en de belegerden uit te hongeren. Eerst na achten veertig uren gelukte het de inmiddels onder elkan der strijdenden tot overgave te dwingen. BUITENLAND. Frankrijk. Volgens den Moniteur Universel heeft de ge malin van Bazaine verzocht de gevangenschap van haren echtgenoot te deelen, en is dit verzoek door het gouvernement toegestaan. De gebouwen binnen den ringmuur van het fort op het eiland Sainte-Marguerite kunnen gemakkelijk zoo inge richt worden, dat mevr. Bazaine en hare kinderen er een afzonderlijk verblijf hebben en tevens elk oogenblik in de gevangenis of in den daaraan grenzenden tuin kunnen kornen, zonder dat de reglementaire bepalingen op den gevangenisdienst daaronder lijden. Het Journal Officiel deelt weer eene reeks besluiten mede betreffende veranderingen in het personeel der onder-prefecten. O. a. zijn zeventien dier ambtenaren ontslagen en twee op wachtgeld gesteld. In eene Parijsche correspondentie der Köl- nische Zeitung leest men: „Een opmerkelijk maar niet te ontkennen verschijnsel zijn de federalis tische agitatiën in het Zuiden van Frankrijk, welke men van tijd tot tijd gelegenheid heeft waar te nemen. Uit de berichten, welke de parlementaire commissie van onderzoek openbaar heeft gemaakt, en uit de verklaringen van Gambetta zelf blijkt, dat de regeering der nationale verdediging de zucht der zuidelijke provinciën tot afscheiding beschouwde als een euvel hetwelk niet licht te tellen was en ernstig bestreden moest worden. De eeuwen van vereeniging, de talrijke gemeen schappelijk beleefde oorlogen en omwentelingen hebben het Zuiden en het Noorden niet zoo innig kunnen samensmelten dat het aloude antagonismus tusschen Langued'oc en Langued'oil zich niet nog heden doet gevoelen, en de centralisatie, het over wicht van Parijs, heeft eer eene reactie in vijan- digen geest dan een nauwer verbrand teweeg gebracht. De tegenwoordige regeering draagt, bij de bekende stemming van het Zuiden, niet er toe bij om de verwijdering te verminderen. Inte gendeel verneemt men dat ook de heer De Broglie niet zonder bezorgdheid de verschijnselen opmerkt, waardoor zich het voortdurende bestaan der federalistische denkbeelden en neigingen in het Zuiden openbaart. Duitschland.. Bisschop Ledochowski is, op aanschrijven van het kerkelijk gerechtshof, gisteren door het Hof van appèl te Posen opgeroepen 14 Jan. te ver schijnen, om hem voorloopig in verhoor te nemen. Spanje. Uit Madrid wordt van 7 Januari gemeld: Te Carthagena is opnieuw een kruitmagazijn in de lucht gesprongen. De intransigenten hebben den spoorweg in Andaluzië bij de brug van Valledano afgesneden. De Gaceta zal eerstdaags een decreet openbaar maken tot oproeping van nieuwe man schappen der reserve. Zwitserland. Het St. Galler Tagblatt noemt de volgende hervormingen op, die pastoor Hyacinthe Loyson te Genève heeft ingevoerduitsluitend gebruik van de taal des lands bij de Mis en al wat ver der tot de godsdienstoefening behoort; toediening van brood en wijn bij het H. Avondmaal aan alle geloovigen; vrijheid voor ieder tot het lezen der H. Schrift; afschaffing van de verplichte oorbiecht, het verplichte vasten, het priesterlijk celibaat, alsook van afzonderlijke betaling voor geestelijke functiën; verplichting der geestelijken om zich te onthouden van alle inmenging in politieke zaken; alles op grond van daarbij aangehaalde uitspraken der H. Schrift alsook van Pausen en Bisschoppen. Ferzië. Uit Teheran wordt van 8 Januari gemeld: De ingenieurs, in dienst van baron Reuter, hebben 80 kilometers van het spoorwegtracé opgemeten, een derde van de lengte van den spoorweg, ont worpen tusschen Recht en Teheran. Met de aard werken in de richting van Rustamatad wordt voortgegaan. De ballast en dwarshouten zijn reeds gedeeltelijk gelegd. De eerste lading rails is aan gekomen te Baku, haven aan de Caspische zee. De plaats voor het hoofdstation is bepaald te Enzelli bij Recht. Doctor Tietge, Oostenrijksch geoloog, door Reuter herwaarts gezonden, heeft bij Casvin steenkolenmijnen van een groote uit gestrektheid ontdekt. Telegrammen. Londen, 7 Januari. De Bank heeft het disconto verlaagd op 4 pCt. Petersburg, 8 Januari. Het officieele blad be vat een Keizerlijk rescript, waarbij de Minister van Onderwijs wordt aangespoord te zorgen, dat de maatregelen betreffende het volksonderwijs, onder medewerking van de adelmaarschalken in de provinciën, regelmatig voortgang hebben. Versailles, 8 Januari. Na een langdurig inci dent over de verdaging der stemming tot morgen (waaraan de heeren Grévy, Buffet en Kerdrel deel namen), ging de Nationale Vergadering over tot het votum bij geheime stemming over het voor stel tot verdaging der discussie over de wet op de maires. Bij het opnemen der stemmen bleek, dat er 268 waren uitgebracht voor de verdaging en 226 tegen. De discussie over de genoemde wet werd daarop verdaagd, en de zitting opge heven. Konstantinopel, 8 Januari. Officieel wordt ge meld, dat de Regeering volledige voorzorgen heeft genomen ter betaling van de coupons der ge zamenlijke schuld. Londen, 8 Januari. Uit Cape Coast Castle wordt onder dagteekening van 18 December ge meld, dat de Engelsche troepen eene brug over de Prah hebben gelegd. Washington, 8 Januari. Uit de ministerieele rapporten blijkt, dat er geen mogelijkheid bestaat om de uitgaven gezamenlijk met meer dan vijf millioen te verminderen. Weenen, 8 Januari. Het Wiener Blatt meldt, dat het vertrek des Keizers naar St.-Petersburg is bepaald op 9 Februari, en dat de Keizer on geveer 14 dagen uit zijne Staten afwezig zal zijn. Andrassy en Hofmann vergezellen den monarch. Gemeenteraad. Discussie over 't Liernurstelsel. Bij de voordracht betrekkelijk eene uitbreiding van de toepassing van het Liernurstelsel maakt de heer Buys eene opmerking omtrent de missive van B. en Ws., die ter elfder ure aan de leden van den Raad is rondgedeeld. Door dien brief waarover volgens spreker iets nevelachtigs ligt,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1874 | | pagina 2