LEIDSCH DAGBLAD. i\°. 4247. Vrijdag A0. 1873. 12 December. STA1)S-BERICHT EN. PRIJS DEZER COURAJÏT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per post1.40. Afzonderlijke Nonmiers0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTEXTIEN Van 1—6 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.17^. Grootcre letters naar plaatsruimte. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN, Gezien art. 8 der Verordening van den 4den Mei 1872 (Gemeenteblad n°. Tl); Doen te weten, dat tot het laten inschrijven van nieuwe leerlingen voor de openbare scholen voor meer uitgebreid lager onderwijs, gelegenheid gegeven wordt: voor die der 1ste klasse, voor jongens, in het schoolge bouw op de Aalmarkt voor die der 1ste klasse, voor meisjes, in het schoolge bouw op de Boommarkt voor die der 2de klasse, voor jongens, in hel schoolge bouw in de Pieterskerkstraat voor die der 2de klasse, voor meisjes, in het schoolge bouw op de Breéslraat en wel van den 'sten tot en met den I3den December e. k., dagelijks (de Zondag uitgezonderd) van des voor middags halfnegen to' negen uren, en op Woensdag en Zaterdag, daarenboven, van twaalf tot Uoee uren des namid dags. En geschiedt hiervan afkondiging door plaatsing in de Lei dec he Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Btirgem E. KIST, Secretaris. Leioen, 27 November 1873. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN; Gezien de verordening van den 9den Januari 1868 {Gemeenteblad n°. 1), houdende aanwijzing der plaatsen, dagen en uren voor de verschillende markten binnen deze gemeente; Doen te weten, dat door het invallen van den tweeden Kerstdag op Vrijdag den 26sten December eerstkomende, de Veemarkt niet op dien dag, maar op Woensdag te voren, den 24sten dezer, zal vyorden gehouden. En wordt deze door plaatsing in de Leideche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d BRANDELER, Burgem. E KIST, Secretaris. Leiden, 11 December 1873. Ter gemeente-secretarie is, tegen betaling van 0.40, in druk verkrijgbaar de Algemeene Politieverordening voor de gemeente Leiden, vast gesteld den IGden October 1873. LEIDEN, 11 December. In de gemeenteraadszitting, hedennamiddag te 3 uren gehouden en waarin tegenwoordig waren de heeren Van den Brandeler, voorzitter, Stoffels, De Fremery, Lezwijn, Juta, Suringar, Tromp, Le Poole, Bijleveld, Veefkind, Du Rieu, Cock, Dercksen, Van Heukelom, Versier, Van Ouleren, Krantz, Wttewaall, Van Wensen, Buys en Goudsmit, is na lezing der notulen van de vorige vergadering, waartegen niemand beden kingen had, en na mededeeling door den voor zitter van de ingekomen stukken, benoemd tot onderwijzer in de gymnastiek de heer J. S. G. Disse, met 13 stemmen. 1 biljet was in blanco gelaten; de heer Blom verkreeg 2 en de heer Martin 5 stemmen. De op den laatst genoemde uitgebrachte stemmen kan men, met het oog op het in de vorige vergadering genomen besluit, als van onwaarde beschouwen. Niets meer te behandelen zijnde, werd de vergadering gesloten. De zuivere opbrengst van de soirée musicale, gegeven ten voordeele van het op te richten stand beeld van Van der Werf, bedraagt ƒ400. Enkele bladen berichten, dat de viering van het 3de eeuwfeest van Leidens hoogeschool op den dies, d. i. 8 Februari, is bepaald. Wij meenen zeker te weten dat dienaangaande nog volstrekt niets is besloten. Als eene bijzonderheid wordt gemeld dat de voorzitter der feestcommissie bij het 250jarig bestaan der Leidsche hoogeschool, thans de voor zitter van den Hoogen Raad, Mr. F. De Greve, nog in leven is. Naar wij vernemen zijn de heeren M. Cou- vée DJzn. firma Van Lakerveld en Co. te Soera- baja aannemers geworden van een groot, reeds sedert lang besproken werk, namelijk het maken i van het ICabooh-kanaal met alle daarbij behoo- rende kunstwerken, voor de som van f 1.798.990. De overige inschrijvers waren de heeren Maar schalk en Co. voor 1.800.300 en Smith en Co. voor 1.800.000. Voor eenige dagen is de stoomboot van den heer Carsjens, komende van Leiden en de Oude-Wetering willende instoomen, aangevaren door de sleepboot Haarlemmermeer no 1. (met 7 schepen achter zich) naar men zegt door het in eene verkeerde richting varen. De passagiers zijn er gelukkig met den schrik afgekomen, ter wijl de stoomboot Carsjens nog al schade beko men heeft. Gedurende den thans nagenoeg geëindigden jachttijd is in Haarlemmermeer bijzonder weinig wild geweest. Er zijn bijna geen hazen of pa trijzen gezien. Men vermoedt, dat ten gevolge van de vele regens en den hoogen waterstand kort vóór en in den jachttijd het wild naar hooger ge legen plaatsen om Haarlemmermeer is verhuisd; althans in die plaatsen heeft men geene reden tot klagen gehad. De Staats-Courant deelt uitvoerige be richten mede betreffende de opneming van Poeloe Nassi, die in hoofdzaak overeenstemmen rnet het gisteren door ons dienaangaande gemelde. Aan het slot daarvan leest menOp het punt zijnde de dreg te lichten, viel er een lOtal schoten van den wal, waarvan een tussehen den luitenant ter zee Sleup en den schiemansmaat M. De Wijk doorging. Wegens dit veranderlijk gedrag riposteerde onmiddellijk de luitenant ter zee Steup, met ge weervuur, waarop de inlanders ijlings de vlucht namenhij kapte het dreggetouw, deed nog eenige salvo's en roeide naar boord op het sein, dat geheschen werd, toen alle manschappen in de sloep teruggekeerd waren. Toen de sloepen aan boord teruggekomen waren, was het 11 urenhet anker werd gelicht en de wal op plus minus 800 meter genaderd, waarop het anker weder werd uitgeworpen. Nadat de equipage geschaft had, werd te '1 uur alarm gemaakt en de kampong met granaten beschoten. Langzaam werd het vuur onderhouden, ten einde de schoten te kunnen nagaan, die goed gericht waren en telkens het doel, de huizen, troffenop twee na sprongen allen. Toen de bevolking vluchtte en de vrouwen, met pakken op hare hoofden beladen, tegen de heuvels aftrokken, en er te halfdrie geen mensch meer te zien was, werden de gewapende barkas en officierssloep naar den wal gezonden, om de huizen in brand te steken. Na eenigen tijd vruchtelooze pogingen aangewend te hebben om eene goede landingsplaats te zoeken, werd van de Amboina gezien, dat de barkas aanstalte maakte om te debarqueeren op eene plaats, waar veel branding stond. Dit werd evenwel belet, naardien de sloepen aan boord teruggeseind werden, vooral ook omdat onder den wal veel steenen lagen. Uit een brief van de reede van Atjin van N«v. wordt 't volgende medegedeeld „We ontdekten daarjuist dat er heden totale maansverduistering is; de Atjineezen zijn, op Ma- homedaansche manier, als gekken aan het schieten gegaan met geschut. De verduistering was totaal. Het marine-ziekenschip, Philips van Marnix, is heden, den 5deri, op de ree gekomen, gesleept door de sloomer St. George (éen der nieuwe Holl. maibooten) en brengt het bericht mee, dat de I troepen vandaag te Batavia zouden embarqueeren het wordt dus ernst. Behalve eenige koopvaardij schepen, zijn ook een massa groote booten inge huurd, onder anderen van de Holl. maatschappij „Java" en „de Scotland" en alle Indische mail booten; de kosten zullen enorm zijn, want voor de meeste stoomers wordt 1200 of meer per dag betaald; de ltaliaansche boot krijgt 1500 per dag, maar die bergt ook 2400 man; geen kleinigheid! In het geheel zullen er een GOtal schepen bij elkander zijn; er is ook zoo iets noodig voor een twaalf duizend man. Tot voor een paar dagen is het hier altijd akelig weer geweest. Harde wind en stortregens aan de orde van den dag; het is kentering en we krijgen de goede moesson nu, juist andersom als op Java, waar de regentijd begint. Het voorgestelde hoogere tractement, waarover ik u laatst schreef, is er door, in den vorm van extra toelage uit de Indische kas; we krijgen nu allen hetzelfde geld als vroeger op de 'kust van Guinea, dat is voor de officieren 50 per maand meer; het heet tegemoetkoming voor de dure tafel. De gouvernements-stoomer Telegraaf, waarop een zeeofficier en 20 matrozen dienst deden, heeft een schip gepakt dat, na driemaal ge waarschuwd te zijn, toch probeerde contrabande aan den wal te brengen; het had een vrij kost bare lading in, die verbeurd verklaard is door het prijsgerecht, en nu krijgt of heef*, men reeds ongeveer 10 of 12 duizend gulden daaraan ver diend, want in zoo'n geval wordt de waarde verdeeld tussehen het land en de opvarenden van het oorlogschip; de adelborst daar aan boord heeft ƒ2000 gekregen en zoo verder de geheele equipage. Omtrent het voorgevallene nabij Edi is bij het Departement van Marine ontvangen het navolgende rapport van den adelborst der 1ste klasse, thans luitenant ter zee der 2de klasse, A. Voormolen, gericht aan den commandant van Zr. Ms. stoomschip den Briel, gedagteekend reede Edi, den 7den September 1873, luidende als volgt: In den namiddag van dien dag, onge veer 6 uren, werd ik met eene barkas, waarvan de bemanning rnet geweer gewapend was, gezon den naar eene van om de Noord komende en nu onder den wal van Edi zeilende prauw met twee masten, ten einde die te visiteeren. In de nabijheid van genoemde prauw gekomen, die inmiddels rustig was doorgezeild, bemerkte ik aldaar niet de minste beweging aan boord en werd daardoor in den waan gebracht dat de op varenden inwoners van Edi waren. Toen ik hen echter toeriepbelaboe (ga ten ankerdraaide de prauw bij en opende op ongeveer 20 passen van mij plotseling een hevig vuur uit geschut, donderbussen en geweren op mijne sloep, terwijl ik toen ongeveer 30 man op dek bespeurde. Onmiddellijk gaf ik order gereed te maken en het vuur te beantwoorden, terwijl ik met een paar riemen stuur in de barkas hield. Reeds spoe dig daarop begon het vuur van den vijand te verzwakken en toen ik eenigen hunner met hunne wapens over boord zag springen of zich verber gen onder het atappen dak der prauw, staakte ik mijn vuur geheel en schoot ik de prauw langszijde. Eenigen mijner manschappen gaf ik order die te ente ren. De vijand, niet van plan hel gevecht te staken, bood toen nog krachtigen tegenstand. Onder ande ren frappeerde mij de vermetelheid van een der vijanden die met eene brandende lont in de eene en een klewang in de andere hand, bij een der stukjes geschut gereed stond en van geen wijken wist. Nadat de prauw reeds geënterd was, maakte

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1