hun verzoek, wat laatstgemelden betreft met in gang van 1 Jan. 1874, eervol ontslag verleend als lid en als secretaris van de commissie van administratie over het burgerlijk en militair huis van verzekering in Den Haag, onder dankbetui ging voor de door hen als zoodanig bewezen dienstenvoorts ben. tot lid van gemelde com missie van admin. Mr. W. Terpstra, adv.-gen. bij het prov. ger. in Zuid-Holland en Mr. A. M. Van Stipriaan Luiscius, adv. bij den H Raad der Neder), en plaatsverv. kantonr. in Den Haag het vice-presidium van meergemelde commissie opgedragen aan het lid Mr. H. J. A. Raedt van Oldenbarneveltden kapt. G. H. Niermans, van het 7de reg. inf., op non-activ. gesteld, in af wachting dat omtrent hem nader zal worden be schikt. Gemengd Nieuws. Bij een uitdrager te Harde rw ij kkwarn dezer dagen iemand om vier burgerpakken te koopen. Deze, hierdoor achterdocht krijgende, gaf daarvan terstond kennis aan de politie, die 's avonds tp den weg naar het station een oog in het zeil hield. Spoedig ontdekte zij dan ook vier Belgen, die voor Indië hadden dienst genomen, nu hun handgeld hadden ontvangen, en in bur- gerkleeding zochten te deserteeren. Hunne militaire tenue is, zegt men, ook bij hun dienstvaardigen middelaar in huis gevonden. Op Cyprus is een beeld opgegraven, dat, ofschoon een kniestuk, negen voet lang is. De steen is zoo broos dat de directeur van het Londensche museum zelf naar het eiland zal gaan, om voor het inpakken ter verzending te zorgen. De wansmaak der chignon is in Par ij s gelukkig voorbij, zoo schrijft men uit Frankrijks hoofdstad. Op de boulevards ziet men nog wel, \ooral des avonds, enkele zulke hoofd-ontsieringen, maar zij worden alleen door eene zekere soort van vrouwen gedragen. De ondervinding bewijst echter, dat buitenslands dikwijls als Parijsche'mode blijft gelden, wat in Parijs hoogstens de mode bij éene klasse van vrouwen is. Omtrent den brand Zaterdag te Am- sterdam uitgebroken worden nog de volgende by- zonderheden medegedeeld: De brand is ontstaan in het pakhuis van de heeren Rohling en Co., in de Spuistraat nabij de Huiszittensteeg, des ochtends te elf uren. Men werkt steeds met licht beneden en, naar men zegt, heeft een bediende een petroleumlamp om laten vallen. De vlam deelde zich mede aan stroo, en weldra was de geheele Spuistraat vervuld van den dikken, zwar ten rook, die uil al de openingen van het pak huis dwarrelde. Latten, stroo, houten speelgoed, honderden pak- en verhuiskisten van den heer W. ICleman, maar vooral bossen kurk van den heer H. J. Kacks, zijn de voornaamste artikelen, die in het pakhuis waren opgeslagen. De burge meester en eenige officieren der schutterij waren onmiddell'yk aanwezig. Spoedig rukten eenige hand spuiten aan, om te kwart over twaalven gevolgd te worden door de stoomspuit „Amstef', die een kwartier later water gaf. Inmiddels had het vuur zich aan een belendend perceel medegedeeld, en ondanks tegen éen uur nog een stoomspuit met twee slangen aan 't werk was, vond het vuur steeds nieuw voedsel. Bij tweeën begon ook het dak van een hoog pakhuis, door twee lagere woningen van het brandend perceel gescheiden, te smeulen. De orde werd voorbeeldeloos goed gehandhaafd door soldaten, schutterij en politie en de burgerij bood zich als om strijd aan, orn te helpen pompen. Wij waren in de gelegenheid, een daad van kloek moedigheid te zien, die vermelding verdient. Een der brandladders, die tegen het brandend gebouw waren opgericht, brak en stortte met twee man naar beneden. De ondeiste heeft zijn schouder blad gekneusddoch de bovenste, die er zonder letsel afkwam, ijlde terstond weer langs een andere leer naar boven, om met zijn bijl, door het inslaan van luiken enz., lucht te maken. Te ruim twee uren, toen het dak instortte en een paar balklagen in zijn val rnedesleepte, werd rnen den brand meester. Evenals bij het uilbarsten, werden ouk nu weer reusachtige rookwolken door het smeulend kurk uitgeworpen, die den geheelen omtrek rnet een dichten nevel vulden. Het ge heele pakhuis, waarvan de linkerhelft tot woning -was ingericht, is uitgebrand en een aangrenzende woning in de Huiszittensteeg deelt grootelijks in hetzelfde lot. Het pakhuis, waarvan wij boven spraken, is gelukkig niet verder aangetast. Eenige oogenblikken, nadat zich de vonken hadden ver toond, werd uit hetzelfde venster door een der stoomspuiten een waterstraal gegeven, die, de daken beheerschende, onschatbare diensten heeft bewezen. Men meldt uit Leeuwarden: V r ij dag avond te ruim 8 uur, te midden der vroolijkheid van het Sint-Nicolaasfeest, loog de wandelende aanzienlijke volksmenigte eensklaps naar buiten de stad, waar de lucht zoo rood was geworden, dat men aan zwaren brand moest denken. Het vermoeden werd alras zekerheid. De onder het naburige dorp Huizurn gelegen bloeiende stoom- aardappelmeel- en siroopfabriek van de firma Everts en Adema Cie stond in volle vlam. De brandweer van Leeuwarden begaf zich zoo spoedig mogelijk naar de plaats van het onheil, doch men vreesde, dat de brand reeds te groote afmetingen had aangenomen, dat de stuiting mogelijk zou zijn. Aan de vereenigde pogingen was het echter te danken, dat de ramp beperkt werd tot een gedeelte der fahriek, hoofdzakelijk gebezigd voor de vervaardiging en berging van meel. Hoewel de oorzaak van den brand nog niet kon worden opgespoord, vermoedt men, dat hij is toe te schrijven aan het onvoorzichtig omgaan met lamplicht. De schade aan het gebouw, de machinerieën, den voorraad gefabriceerde waren enz., is nog niet te berekenen, doch mag zeer aanzienlijk heeten. Een en ander was geassureerd. Door deze ramp zijn een groot getal arbeiders thans zonder werk. Vrij dag- morgen omstreeks 10 uren had er een groot ongeluk kunnen plaats hebben aan het fort de Bilt. Terwijl aldaar gevulde pro jectielen der artillerie (granaten) werden geladen om naar het fort Hons wijk vervoerd te worden, verschrikten de bespannen paarden door het ge blaf van een hond, zoodat zij begonnen te stei geren tusschen een groot aantal gevulde granaten, die misschien door de hoefijzers der steigerende paarden konden vuur vatten. De meesten der manschappen verwijderden zich; doch door vast beleid van een slukrijder kreeg men de paarden met veel krachtsinspanning tot bedaren. Door den majoor Hoffman is een nieuwe inrichting gemaakt voor het doen van peilingen in havens of op rivieren. Zes booten zijn aan een hoofdboot vereenigd; op elke staat een werkman, terwijl de ingenieur, met de pei lingen belast, op de hoofdboot is geplaatst. De booten zijn door bruggen aan elkander verbonden. Aan de bruggen bevinden zich op acht voet afstand van elkander peilstokken, die door stoom naar beneden worden gedreven en waarvan de inrichting zoodanig is, dat zij, op het oogenblik dat zij den grond raken, aanwijzen hoeveel ruimte zij door- loopen hebben, waarvan de ingenieur dan afschrift neemt. Zestig peilingen geschieden gelijktijdig. Zaterdag-namiddag is een Boven- landsch aakschip, gevoerd door schipper Van Lier, met hout beladen en komende van Rotter dam, in de Noord op eene krib gevaren, doordien hij voor een ander vaartuig wilde uitwijken. Het schip is dien ten gevolge gebroken; het behoort te Milligen tehuis. Op het Friedrichs-gymnasium te Ber lijn heeft zich dezer dagen een der leerlingen, in tegenwoordigheid van zijn medescholieren en van den praeceptor, die hern een mondelinge terecht wijzing had gegeven, met een pistoolschot van het leven beroofd. INGEZONDEN. 184-9 1874. Wanneer men de couranten der laatste dagen inziet, leest men over vele plannen door verschil lende commissiën gevormd, om het aanstaande zilveren feest des Konings luisterrijk te vieren en om den Koning door geschenken enz. blijken van gehechtheid zijner onderdanen en van deelneming in zijn feest te geven. Velen ook hebben in dag bladen enz. den weg aangewezen die volgens hunne rneening nog zou te volgen zijn en welke het best tot hei gewenschte doel zou leiden. Het aanbieden van kostbare geschenken speelt daarin echter eene hoofdrol. In een ingezonden stuk in de Leidsclie Courant van gisteren deelen eenige ingezetenen dezer stad weder een ander denkbeeld mede en wel: om „te 's-Gravenhage in de Maliebaan een paleis te bouwen, dat meer overeenkomstig is aan de waar digheid van Nederlands Koning, dan datgene wat zich in het Noordeinde ter beschaming van een ieder voordoet." Zoo dus wederom een geschenk dat niet minder kostbaar zou zijn. Later zal men er ook wellicht nog over gaan spreken orn, gelijk de Belgen te Eeckeren met hunnen Koning hebben gedaan, in eene onzer steden het standbeeld van Willem III bij die ge legenheid te doen verrijzen. Niet waar? Wij beleven nu eenmaal den tijd van standbeelden en rnonumenten-manie en alle voorstanders daar van, vooral die, onder de ingezetenen van Leiden, zouden waarlijk verheugd zijn, wanneer zij binnen betrekkelijk korten tijd de beelden mochten aan schouwen van een Willem den Derden en van een Van der Werf. Ieder die het met het ingezonden artikel in de L. Ct. tot dusverre eens mocht zijn geweest en ook den steller daarvan, raad ik aan het hoofd artikel in het Leidscli Dagblad van 6 Dec. en het ingezonden artikel van den heer Donkersloot in de N. Rotterdamsche Courant van 28 Nov. j.l. te lezen. Wellicht komt rnen dan, en dit is te hopen, tot andere en betere gedachten Leiden, 8 Dec. 1873. J. O. KOLONIËN. BATAVIA, 30 October. Een gevolg van onze toerustingen tot den oorlog is het stijgen in den laatsten tijd van sommige levensmiddelenniet alleen inlanders maar ook onze zuinige huismoeders klagen over de duurte van kippen en eieren, die schier onmisbare ingre diënten op onzen disch; gelukkig dat de rijst prijzen waarschijnlijk ten gevolge van grooten aanvoer van buiten niet bovenmatig gestegen zijn. Het is onnoodig te zeggen dat de Chineesche en inlandsche handelaren, zoowel groot- als klein handelaren (om van onze Europeesche kooplieden niet te spreken) geene onaardige winsten uit den vermeerderden omzet en het levendig verkeer trekken, hetgeen welvaart onder alle klassen moet verspreiden. Op den 3den November aanst. zal van wege het departement van financiën weder de gelegenheid opengesteld worden tot eene inschrijving voor gouvernements-wissels voor een bedrag \an éen millioen gulden. Bij de op 27 dezer gehouden gouvernements koffieveiling beslaande uit 25000 pikols Malang- koffie, was de gemiddelde prijs f 59.09 per pikol. Op het land Depok werd den 26sten plechtig een landbouwgesticht ingewijd, ter vervanging van de christelijke ambachtsschool, waarin hulpbehoe vende kinderen van Europeesche afkomst in den landbouw onderricht en eene christelijke opvoeding zullen ontvangen. In den avond van 31 Augustus is ter reede van Timor-Koepang de N. I. bark Bintang-Toe- djoh met eene lading, bestaande uit 190 paarden, 100 pikols koffie en eenig hout- en touwwerk door een onbekend toeval door brand vernield, zonder dat men iets heeft kunnen redden. Door den gouv.-gen. van Ned.-Indië zijn de volgende beschikkingen genomen: Civiel Depar tement. Ontslagen: Op verz., eerv., uit 's lands dienst, de leerling-telegr. A. L. A. Wardenaar; de griffier bij den landraad te Pekalongan F. G. C. Mooijaartde ambt. ter besch. bij het binnenl. best. K. L. Fisher; de comm. der 3de kl. bij de posterijen W. Nootman. Benoemd: Tot voorz. van den landr. te Buitenzorg, Mr. J. J. A. Schill; van de landraden te Cheribon en te Indramajoe, Mr. C. Rasch; tot ambt. ter besch. bij hel binnenl. best, op Java en Madura, H. J. Borgerhoff van den Bergh; tot ontv. bij de in- en uitvoerr. te Cheribon, G. J. Putman Cramer; tot 3den comm. ter griffie van het hoogger. van Nederl.-Indië, J. F. Van Weddingen; tot hoofdonderw. aan de openb. lag. school te Birna (Celebes en onder- hoorigheden), L. P. C. Roskott; tot lsten hulp- onderw. aan de openb. lag. school te Amhoina,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 2