LEIDSCH
DAGBLAD.
N0. 4242.
Zaterdag
A0. 1873.
6 December.
TWEE NVTIONALE ZILVEREN FEESTEN.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommers0.02.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meern 0.174.
Grootere letters naar plaatsruimte.
Abonnementen worden dagelijks aangenomen. j tot oprichting van een ziekenhuis voor zijne eigen
STADS-BERICHTEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Leiden doen
te weten, dat het 2de Suppletoir Kohier van de plaat
selijke directe belasting voor 1873 is goedgekeurd door
de Gedeputeerde Staten .dezer provincie, bij besluit van
den lsten December jl., en op heden aan den gemeente
ontvanger ter invordering ter hand gesteld, en dat ieder
verplicht is zijnen aanslag, op den bij de Wet} bepaalden
roet, te voldoen.
En wordt deze door plaatsing in de LeidscAe Courant
afgekondigd.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgem
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 5 December 1873.
Eerlang zal het vijfentwintig jaar zijn geleden
dat Z. M. de Koning den troon beklom. Dat
merkwaardig tijdstip zal met onopgemerkt voorbij
gaan; op menige gemeentebegrooting toch is het
cijfer voor buitengewone uitgaven dezen keer wat
ruimer genomen met het oog op de alsdan te
vieren volksfeesten, en reeds is men hier en daar
begonnen met inteekenlijsten rond te zenden en
inzamelingen te houden, ten einde den Vorst bij
die gelegenheid slofTelijke blijken van de deelne
ming der burgers in het zilveren feest te geven.
De bewoners van het oostelijk gedeelte der hoofd
stad hebben, naar rnen wil, reeds besloten een
monument op een der pleinen in dien omtrek op
te richten ter herinnering aan het zeker niet
alledaagsche nationale feest, elders weer werd
ei geschreven over het aankoopen van den merk-
waardigen gouden beker uit de dagen van den tocht
naar Chattam, ja men heeft kunnen lezen van
een satijnen deken, die met dat doel in de maak
is. De schooljeugd zal niet achterblijven, en de
werklieden door het geheele land willen zich
vereenigen om gezamenlijk van hunnentwege den
geliefden Vorst een bewijs van deelneming in het
feest van dien dag aan te bieden.
Aansporing tot deelneming, ja zelfs tot samen
werking n.ag dus overbodig worden geacht; immers
ieder zal hel zijne bijdragen op wat wijze en in
vereeniging met wie hij dat zal verlangen. Zijn
dus reeds veler handen in de weer, niet minder
veler hoofden; men is het er toch nog volstrekt
met over eens, hoe men de bijeen te brengen
sommen in een waardig en gepast feestgeschenk
zal omzetten. Echter ware het zeker gewenscht,
dat men, alvorens tot inzameling van bijdragen
over te gaan, bepaalde hoe men ze zou besteden
om het gewenschte doel te bereikendaardoor
zou zeker de deelneming, hoe algemeen ook reeds,
zoo mogelijk nog verhoogd worden.
Indien wij voor ons meenden het goede plan
le hebben gevonden, zouden wij niet schromen er
bier mededeeling van te doen. Evenwel willen
wij de aandacht onzer lezers vestigen op een feit,
dat misschien de richting zal aanwijzen, die men
zou kunnen volgen.
In Oostenrgk vierde men dezer dagen hetzelfde
leest, als ons in het voorjaar te wachten staat,
en men vierde dat op merkwaardige wijze. Bij
bet RegierungsJubilaeum des Kaisers, zooals de
Oostenrijkers het noemen, hebben verschillende
inrichtingen groote sommen afgestaan voor wel
dadige doeleinden orn dus den vorst te eeren.
De directie van de Erste Oesterreichische Spar-
tasse heeft 25000 florijnen geschonken aan een
gesticht tot opvoeding van vondelingen; het be
stuur van het Wiener Kaufmannschaft 50,000 fl.
onderhoorigen. Verscheiden Sparkassevereinen in
onderscheiden sleden gaven eveneens sommen van
20,000 a 30,000 fl. voor den bouw in hunne
plaatsen van een Franz Joseph-Spital. In zeer
vele gemeenten is aan de behoeftigen vanwege
de besturen uitdeeling gedaan van brandstof, kle
dingstukken, voedsel en geld. Concerten, schouw
burgvoorstellingen en volksfeesten, waar ieder vrijen
toegang heeft, werden allerwegen gegeven.
Zou dat niet de geest zijn, die moet voorzitten
bij een feest als wij weldra hopen te vieren?
Immers het is de herdenking aan een 25jarig
tijdvak, dat èn vorst én volk te zamen hebben
doorleefd, waarin zij lief en leed met elkander
hebben gedeeld. Het is dus een feest ook voor
het volk, en wij vinden het daarom een schoon
denkbeeld, ter wille van den vorst de welvaart
der minder bevoorrechten onder dat volk te ver-
hoogen, den vorst te vereeren door een deel zijner
onderdanen te beweldadigen. De stichtingen, daar
door verkregen, zullen zoovele zegeningen zijn,
vanwege de dankbare natie uit de hand des
konings ontvangen. Schenkt rnen dan, zooals in
Oostenrijk met de Frans Joseph-Spitaler, aan die
inrichtingen den naam van het hoofd van den
staat, dan zullen zij een duurzaam zinnebeeld
wezen van den nauwen band, die vorst en volk
omstrengelt, duurzamer en levens grootscher dan
het hechtste monument.
Een geschenk erlangt des te grooter waarde,
naarmate het meer overeenkomt met de wenschen
van hem, die het ontvangt. Of men door de hier
bedoelde richting in den geest van onzen
Koning zal handelen? Niemand zal er aan twij
felen, die zich herinnert hoe, om slechts éen
voorbeeld uit vele te noemen, Zijne Majesteit
eenmaal meer dan een tonne gouds afzonderde
om de rampen der door een vreeselijken waters
nood geteisterden te lenigen, ja hoe hij zelf de
plaatsen der verwoesting bezocht.
Heeft het Oostenryksche volk in de laatste
jaren veel lief, maar ook vooral veel leed met
z'yn keizer gedeeld te midden van het kanonge
bulder der slagvelden; wij mogen weldra terugzien
op een 25jarig Ujdvak, dat onder een liefdadig
koning ons louter de zegeningen des vredes schonk.
Wij herhalen hel, wij wilden geen plan, maar
slechts een richting aangeven. Wordt zij gevolgd,
zij zal zeker getuigen van de dankbaarheid der
feestvierende natie, die gedurende het vierde eerier
eeuw geregeerd werd door een vorst, die eenmaal
in de geschiedboeken terecht den naam zal voe
ren van Willem den Weldadige.
LEIDEN, 5 December.
In de eerste helft der maand November zijn
aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende
brieven, die wegens onbekendheid der adressan
ten niet bezorgd zijn kunnen worden
Mejuffrouw A. C. Arnoldi, wed. L. C. Mun
ster, Petrus, Th. Simons, P. H. Ter Haak en
C. J. Keser, allen te Amsterdam; Jansen en Gustie,
te Arnhem; Wed. Sorg, te Bergen-op-Zoom
Rooseboom, te Delft; J. Verbeij, te Gouda; A.
Badstra, te 's Gravendeel; WT. Snel, S. Dool,
Beid, P. Honsbeek, v. Beeke, H. Harmsen en
W. Bleij, allen te 's-GravenhageM. R. Gantz;
(3 stuks), te Harderwijk S. Cohen, te Noordwijk
S. W. Rahe, (2 stuks), te Overtoom; W. B. W;
Berens, te Rieverink; F. Truif, te Scheveningen
W. De Jong, te Veur; Van Rooijen, te Velp,
W. Z. Wichers, te Voorburg; C. Hartman, niet
vermeld; Wed. A. Treur, niet leesbaar; G.
Raaphorst, niet vermeld; briefkaart, P. Vos, te
Zwolle.
De Minister van Oorlog heeft van de corps-
cornrnandanten de gegevens gevraagd van het
getal ervaringrijke en verdienstelijke onderofficie
ren, die in het loopend jaar den dienst hebben
verlaten en waarvan met zekerheid bekend is,
dat zij dit deden dewyl zij geene toestemming
konden verkrijgen tot hel aangaan van een huwe
lijk. Uit de deswege ingekomen opgaven is ge
bleken, dat gedurende dat tijdsverloop met pas
poort den dienst hebben verlaten van de infanterie
183, cavalerie 26, artillerie 63, genie 7, maré
chaussee 1te zamen 280 onderofficieren. Van
dit getal waren er slechts 27, dus nog geen
tiende gedeelte, die, waarschijnlijk doordat zij
niet konden huwen, den dienst met paspoort
hebben verlaten. Wellicht zijn er onder dit getal,
die even goed den dienst zouden hebben verlaten
al had men hun ook willen vergunnen als onder
officier te huwen, daar het niet uitgemaakt is
dat hunne plannen voor de toekomst wel strook
ten met een langer verwijl onder de wapenen,
te meer door den gedrukten toestand waarin de
gehuwde onderofficieren bij hunne karige bezol
diging allicht door financieele zorgen zullen ge
raken. Het blijkt in ieder geval, dat men zich
niet mag gerechtigd achten tot de bewering, dat
meer vrijgevigheid in het verleenen van vergun
ning tot het sluiten van een huwelijk een noemens
waardig middel zal zijn om te voorzien in de
behoefte van kader.
Evenals zulks in vorige jaren heeft plaats gehad,
heeft Z. M. de som van 375 voor ieder regiment
toegestaan tot het aanschaffen van brandstoffen,
ten einde daarmede gedurende den in te treden
winter eenige kamers in de kazernes te verwarmen.
Reuter telegrafeerde gisteren dat de expeditie
te Atjin was aangekomen, en dat de operatfën nog
niet waren begonnen. Dit kantoor voegde er het
minder geruststellende, maar weinig vertrouwbaar
gerucht bij, dat 70,000 Atjineezen zich in de kraton
versterkt hadden:
De Kamer van koophandel en fabrieken te
Amsterdam heeft met bijna algemeene stemmen
aangenomen een adres, om bij den gemeenteraad
aan te dringen, den bouw van eene nieuwe beurs
andermaal in overweging te nemen, verzoe
kende de onderhandelingen met de hooge regee
ring over de vereeniging van de beurs rnet het
telegraafkantoor voort te zetten, daar die ver
eeniging voor den handel noodzakelijk is. Van
een geldelijk aanbod van de zijde des handels is
in het adres geen sprake.
In de dezer dagen gehouden vergadering der
afdeeling Tiel van het Ned. onderwijzers-genootschap,
is door den voorzitter de aandacht gevestigd op
de commissie, die is benoemd op de algemeene
vergadering, te Arnhem gehouden, om door het
verzamelen van gegevens door alle onderwijzers
gezelschappen haar te verstrekken, de bepalingen
aan le wijzen, die in de wet van 1S57 wijziging
behoeven. De vergadering was van oordeel dat
het wenschelijk zijn zou: 1°. de onderwijzers te
maken tot Rijks-arnbtenaarsdaardoor zou hunne
positie beter worden, maar vooral hun huisgezin
na hun overlijden in betere omstandigheden achter
blijven; 2°. het hulppersoneel in de school te
vermeerderen, waardoor het aantal kinderen, door
éen persoon te onderwijzen, geringer zou wor
den; 3°. de opleiding der hulponderwijzers te
verbeterenlangs dien weg zou hun aantal ver
meerderen en het onderwijs, dat zij geven, dege
lijker worden.