dat nu en dan treurtonen deed hooren en bege
leid door een aantal gedecoreerden met deze
militaire orde. Op het kerkhof werden, alvorens
de lijkkist ten grave daalde, de gebruikelijke
saluutschoten gelost.
Door 'Teyler's genootschap wordt nogmaals
uitgeschreven als prijsvraag voor het volgende
jaar: „Welke waarde heeft de statistiek der zede
lijke feiten voor de zedelijke wetenschappen, en
welken invloed behoort zy te hebben op de be
oefening dier wetenschappen?" Voorts wordt als
nieuwe prijsvraag voorgesteld: „Wat leeren ons
de Oud-Testamentische eigennamen met betrekking
tot de geschiedenis van den godsdienst onder het
Israëlietische volk?" De prijs voor het best en
voldoend gekeurd antwoord op deze vraag bestaat
in een gouden eerepenning, op den stempel des
Genootschaps geslagen, ter innerlijke waarde van
vierhonderd gulden. De tijd der inzending van de
antwoorden wordt gesteld vóór of op den eersten
Januari 1875.
De heer H. A. De Jongh, geboren te Utrecht,
is aan de Groningsche hoogeschool bevorderd tot
doctor in de geneeskunde, na openbare verdediging
van een academisch proefschrift„Over hersen
vliesontsteking."
De Nederlandsche Bank had op 17 Nov.
bij een muntmateriaal van 95,986,802.68$ voor
eene som van fó8,857,867.72 minder aan bank
biljetten in omloop dan waartoe zij gerechtigd is,
terwyl het muntmateriaal op zijne beurt
15,543,147.086 meer bedraagt, dan in verhouding
tot de schuldvorderingen tot dekking noodig zou
wezen.
Z. M. heeft met ingang van 1 Jan. 1874
benoemd tot president van het prov. gerechtshof
in Overysel Mr. I. J. H. De Bruyn, thans raads
heer in gemeld gerechtshof; tot raadsheer in het
prov. gerechtshof in Friesland Mr. E. Jongsrna,
thans rechter in de arrond. rechtbank te Leeuwar
den; tot rechter in de arrond.-rechtbank te Am
sterdam, Mr. G. A. Chais van Buren, thans
rechter-plaatsverv. in die rechtbank en advocaat
aldaar; bij het wapen der artill. tot lsten luit.
(n. o. v. r.)bij het reg. veld-artill., den 2den
luit. M. A. Gelinck, van het corps; bij het 2de
reg. vesting-art ill., den 2den luit. W. J. Van
Hoytema en S. J. Van Noolen, mede van het
corps; aan den O.-I. ambtenaar C. Moesman,
gewezen 3den comm. bij de algem. rekenkamer
te Batavia, thans met verlof hier te lande, op
zijn verzoek, met ing. van 1 Dec., een eervol
ontslag verleend uit 's lands dienst, met toeken
ning van pensioenop het daartoe door hem ge
daan verzoek, aan den luit.-kolonel der genie bij
het leger in Ned. Indië, M. A. Van Walcheren,
thans met verlof hier te lande, met ing. van
1 Dec. a. s. een eervol ontslag verleend uit
Zr. Ms. 'militairen dienst, met toekenning van
den titulairen rang van kolonel en van pensioen.
Z. M. heeft aan A. C. H. Moll, arts en
tweeden heelm. in het ziekenhuis te Rotterdam,
en aan J. G. Stock, in Den Haag, vergunning
verleend tot het aannemen en dragen van de
medaille voor niet-strydenden ter herinnering aan
den oorlog van 18701871, hun door Z. M. den
Duitschen Keizer, Koning van Pruisen, geschonken.
Z. M. heeft aan den oud-luit. ter zee G.
W. M. Van de Velde vergunning verleend tot
het aannemen en dragen der versierselen van de
Pruisische Kon. Kroon-orde 3e kl. en het Kruis
van Verdienste voor 1870/71, hem respect, ge
schonken door Z. M. den Keizer van Duitschland,
Koning van Pruisen, en Z. M. den Koning van
Beieren.
Gemengd Nieuws.
De Engelsche .kapitein Simpson heeft
onlangs een bezoek gebracht aan een der „boom-
dorpen" op de Zuidzee-eilanden. De berichten,
die hij van den toestand en de levenswijze der
bewoners medebracht, schijnen bijna ongeloofelijk.
De inboorlingen hebben hunne huizen gebouwd
in de boomen, en wel een huis aan den voet en
een op de kruin van den boom. De onderste
woning word in vredestijd gebruikt, de andere
dient als kasteel en vesting in tijd van oorlog.
Het bovenhuis is dan ook voorzien van een groote
menigte steenen, die de partijen door middel van
slingers met behendigheid elkander naar het hoofd
werpen. Doch ondanks al hunne maatregelen van
voorzorg zijn de inwoners toch nooit veilig, want
al hun leven zijn ze er op uit om elkander het
hoofd af te slaan. Dit hoofd wordt als zegeteeken
bewaard en het lichaam.gegeten. Het is
eigenlijk een wonder dat er noch éen levend
schepsel op dit eiland is. Op sommige dezer
eilanden dragen de mannen lang haar, dat ze
over den rug laten hangen of als een chignon
samenbinden. De vrouwen hebben korter haar,
doch besteden er niet de minste zorg aan. Van
kleederen hebben de lieden volstrekt geen begrip.
Het dorp Retranchement, een oude
verschansing aan het Zwin, eertijds aangelegd
ter bescherming van den toegang naar Sluis,
wordt tegenwoordig door een vreeselijke ziekte
geteisterd. In de Noordstraat aldaar, een reeks
van schamele woningen, vindt men huis aan huis
slachtoffers van typheuse koortsen. Zoo ligt in
het gezin eener weduwe de moeder zelve met vier
harer kinderen op het ziekbed. Vrees voor besmetting
houdt velen van het bieden van hulp terug, ofschoon
de predikant op treffende wijze in liefdebetoon
voorgaat. Men meent dat de ziekte veroorzaakt
is door de schadelijke uitdampingen van den in
den laatsten zomer ingedijkten Willem- en Leo-
poldspolder.
Tot pachter der buffetten in de Rot-
terdamsche Diergaarde gedurende 5 jaren is be
noemd de heer P. D. J. Fritschy, voor eene
pachlsom van ƒ6655 'sjaars. De vorige pachtsom
bedroeg ƒ3500.
De officier van justitie bericht aan
de Asser Courant, dat er van het verhaal van de
aanranding te Benkoelen niets waar is. De bak
kerszoon had met andère jongens gevochten en
om de straf hiervoor te ontloopen dischte hij bij
zijn tehuiskomst het fabeltje van de aanranding op.
Te Huissen kwam voor eenige dageri
een vreemd kind de woning van een landbouwer
binnen en verzocht daar te mogen blijven. Dit
werd toegestaan, doch daarvan tevens aan den
burgemeester kennis gegeven. Aan dezen ver
klaarde zy de 12jarige dochter van een metse
laar te Emmerik te zijn en dat mishandelingen
van haren vader en hare stiefmoeder haar ge
noopt hadden het ouderlijk dak te ontvluchten.
Sinds een veertien dagen had zij rondgezworven.
De burgemeester gaf van een en ander kennis
aan zijn ambtgenoot te Emmerik, die het kind
door de politie liet terughalen. Het bleek nu,
dat de kleine deugniet reeds vroeger wegens
bedelarij gevangenisstraf had ondergaan en niet
de ouderlijke woning, maar het gesticht voor
verwaarloosde kinderen te Emmerik ontvlucht was.
Het prov. gerechtshof te Utrecht
heeft uitspraak gedaan in de zaak van mevr. de
wed. S., geb. M., tegen den gepensioneerden luitenant
van het Oost-Ind. leger S. te Delft. Eerstgenoemde
had zich verbonden, tegen eene vastgestelde ver
goeding per jaar, voor de opvoeding te zorgen van
eenige Indische kinderen waarover laatstgenoemde
voogd was. Terwijl die kinderen bij hunne pleeg
moeder waren, komt de heer S. hen op eens
opeischen en weigerde haar ook verder te
betalen. Dientengevolge een procedure voor de
rechtbank. Daar viel de zaak éen en andermaal
ten nadeele van den voogd uit. Hij wendde zich
daarop tot het hof, dat hem echter nu weder in
het ongelijk stelde, met veroordeeling in de
ko9ten en renten van het kapitaal. Voor mevr. S.
werd niet gepleit, terwijl voor den heer S. pleitte
Mr. Faber, van Amsterdam.
Dezer dagen vond een schipper, met
zijn vaartuig in 'tSteenwijkerdiep liggende, zijn
kind levenloos in de wieg. De dood schijnt ver
oorzaakt te zijn door eene kat, die op den hals
van het kind lag te slapen.
Gistermorgen te circa 11 uren ont
stond er in Den Haag brand in een lak- en
vernisfabriek aan de Zoutkeet. Eerst liet het zich
noch al ernstig aanzien, maar gelukkig werden
schielijk twee spuiten aangebracht, waarmede men
den brand meester werd. De schade, in de fabriek
aangericht, is niet onbelangrijk.
Gistermorgen te ruim halfacht heef t
men het lijk opgevischt van zekere juffrouw J.
M., in den vijver, gelegen voor het buitengoed
Rennen-Enck, onder Arnhem. Aan het lijk waren
geen uiterlijke teekenen van geweld te bespeuren,
zoodat men aannemen moet, dat zij door een
toeval of vrijwillig den dood heeft gevonden.
De korporaal G. V.van het 7de regi-
ment infanterie, die zich onlangs geëngageerd
heeft voor het leger in Oost-Indië, is, na zich
eenige dagen bij zijne familie te Elburg te hebben
opgehouden, met zijn handgeld heimelijk ver
trokken; naar men gist via Rotterdam naar
Noord-Amerka.
In de vorige week heeft te Middel-
burg een zonderling voorval plaats gehad, dal door
de justitie tot klaarheid zal moeten worden ge
bracht. In een srnal straatje, uitkomende in de
Lange Noordstraat, staat een schilderhuis voor
den schildwacht, die dienst doet voor de woning
van den commandant van het garnizoen. Nu had
zich in dat straatje reeds eenige avonden achter
een een spook" vertoond, waarvoor achtereen
volgens vier schildwachten op den loop zijn gegaan.
Drie van die helden zijn gestraft, terwyl de vierde
ziek van schrik naar het hospitaal moest worden
gebracht. De commandant moet daarop, naar men
verzekert, 2.50 hebben uitgeloofd voor den schild
wacht die „het spook" zou aandurven. Een dapper
militair moet zich toen hebben aangeboden en de
wacht hebben betrokken. Het schijnt dat het
spook" zich werkelijk weer vertoonde of althans
een individu, 't welk de schildwacht daarvoor aan
zag, en dat de soldaat het terstond heeft aangevallen.
In dien nacht althans kwam de commandant
tusschen twaalf en halfeen op het politiebureel
de politie verzoeken eene vrouw te verwijderen,
die in de Noordstraat nabij zijne woning lag. De
wachthebbende agent voldeed aan dat verzoek en
toen bedoelde vrouw op het politiebureel was ge
bracht, herkende men eene uit Grijpskerke afkom
stige boerin, die eenige uren te voren om nacht
verblijf op het bureel van politie was geweest en
thans eene ernstige wonde aan het hoofd had,
naar men verzekert door den soldaat met zijn
wapen toegebracht. Het schijnt, dat een slecht
befaamd huis in deze zaak werkzaam is geweest,
daar het door de aanwezigheid van den schild
wacht werd benadeeld.
BUITENLAND.
Franki'ij li.
De Commissie is bereid om den termijn van
zeven jaren voor de volmacht van Mac Mahon
aan te nemen, mits er concessiën gedaan worden
ten opzichte van 't artikel 3.
Het gewelf van de kerk te Meilhun (de
partement Lot-et-Garonne) is voor een paar dagen
ingestort, ten gevolge waarvan zeven werklieden
onder het puin bedolven werden. Een hunner
was dadelijk een lijk; een ander verkeert in le
vensgevaar; de toestand van de vijf overigen boe
zemt geen groote ongerustheid in. Aan het ge
welf waren eenige herstellingswerken verricht, en
toen nu de stutbogen weggenomen werden, stortte
het in.
JBelgle.
De Indépendance ontleent aan een brief uil
de omstreken van San Francisco het verhaal, dat
in de nabijheid van de Goldcreek" het lijk ge
vonden is van een man. Daarnaast lag een zak
met ruim honderd pond goud en een boekje
waarin vermeld stond, dat hij een grot had ont
dekt, waarin zich honderdmaal meer goud be
vond dan Californië in de laatste twintig jaren
had opgeleverd. Toen hij zijn verhaal opstelde,
werd hij plotseling door den dood overvallen,
zoodat de plaats waar de grot met hare honderden
milliarden goud zich bevindt, niet is genoemd.
De Indépendance hoopt voornamelijk in het
belang der voorstanders van den gouden standaard
dat de overledene zijn leven met een piiff
heeft willen eindigen, en dat de menschheid voor
dezen zondvloed van goud zal bewaard blijven.
OuitscLlancl-
De Rijkskanselier heeft gisteren aan den Bonds
raad een wetsontwerp voorgelezen, houdende eene
rechterlijke regeling voor het Duitsche Rijk voor
burgerlijke en strafzaken. De rechtbanken van
eerste en tweede instantie blijven daarbij lands-
rechl banken, boven welke als eenige hoogste
rechtbank het Duitsche Rijksgerecht fungeert.