LEIDSCH
DAGBLAD.
V. 4227
Woensdag
A0. 1873.
19 November.
STRAFFEN. BELOONEN.
PRIJS DE/ER COURANT:
Voor Leiden per 3 maandenf 1.
Franco per post1.40.
Afzonderlijke Nommcrs0.02.
Deze Courant wordt dagelijksmet uitzondering
van Zon- en Feestdagen, uitgegeven,
PRIJS 1)ER ADVERTENTIES:
Van 16 regelsf 1.05.
Iedere regel meern 0.171.
Groot ere letters naar plaatsruimte.
STADS -BE RICII TEN.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden, op Donderdag
20 November 's namiddags te twee nren.
Onderwerpen
1°. Benoeming van twee onderwijzers der 2de klasse aan de
openbare lagere school n°. 2 voor minvermosenden (18(5).
2°. Idem van een lid der Commissie voor de oudheidkunde. (187).
3°. Idem van een onderwijzer aan de vormschool. (190).
4°. Idem van een lid der commissie voor de bewaarscholen. (191).
5°. Verzoek van W G C Byvanck, om het gebruik van een
der lokalen van de Hoogere Burgerschool. (179).
0°. Idem van P. Veen Jz., hulponderwijzer aan de openbare
school n°. 1 voor minvermogenden, om verhooging van
jaarwedde. (182 en 182*).
7°. Idem van Commissarissen der Leidsche Bouwvereeoiging
om kosteloozen afstand van het terrein naast het Noso-
comium (183 en 183*).
8°. Idem van II. J. Hertog c. s. betrekkelijk eene demping
van de sloot buiten dc voormalige Rijnsburgerpoort. (176
en 176*).
9°. Voordracht tot vaststelling van eenc verordeDiDg op de hef
fing en invordering van gelden voor het beziebtigeu van het
Museum in de Lakenhal. (184 en 184*).
10°. Idem van een Reglement voor bovengemeld Museum. (185).
11°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dieDst
'1873. Kosten voor de herstelling van het behangsel in de
raadzaal. (186 en 1S6*).
12°. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1873. Kosten der
brandbluschmiddelen. f188 en 188*).
13°. Idem. Ontvangsten eD uitgaven voortvloeiende uit het be
heer over de bezittingen der voormalige gasthuizen. (191
cd 178*).
14°. Voordracht tot wijziging van het concept-Reglement voor
de Bank van Leening.
15°. Idem lot het verleenen van afschrijving of restitutie van
plaatselijke directe belasting (192).
16°. 2de suppletoir kohier der plaatselijke directe belasting,
dienst 1873.
Spoorwegongelukken komen steeds menigvuldi-
ger voor, hier te lande wel niet in zoo grooten
getale als waarover het buitenland, met name
Britannië zich beklaagt, maar toch ook niet in
zoo geringe mate, dat men ze met onverschillig
heid gadeslaat. Is het wonder? In 't minst niet;
allerwegen breidt zich het spoorwegnet uit en
daarmee nemen natuurlijk ook de kansen op
spoorwegrampen naar evenredigheid toe. Echter
de opmerking is reeds meermalen gemaakt is
het aantal ongelukken met spoorlreinen niet zoo
groot als in vroeger tijd met de toen in plaats
daarvan zooveel te menigvuldiger gebruikte dili
gences en andere dergelijke voertuigen. Wat is
dan de reden dat men in onze dagen zoo sterk
de aandacht vestigt op spoorwegrampen? Zij ligt
voor de hand: mogen die noodlottige afwijkingen
van den geregelden dienst slechts zelden voorko
men, zij treffen, is dat eenmaal het geval, des te
ernstiger, omdat het op de spoorbanen altijd een
betrekkelijk vrij talrijke verzameling van personen
geldt. Zijn aan de zorg van het dienstdoend per
soneel aanhoudend talloos vele menschenlevens
toevertrouwd, de verantwoordelijkheid van die be
ambten is er des te grooter orn, en terecht wor
den niet alleen zij gestraft, die door zorgeloosheid
het verlies des levens van éen of meer reizigers
hebben veroorzaakt, maar ook zij, die slechts ge
vaar hebben doen ontstaan. De wet heeft daarin
voorzien, en de laatste maanden hebben menig
vonnis opgeleverd, geveld tegen beamblen, die
met meer of minder noodlottig gevolg zich aan
verzuim hadden schuldig gemaakt. Vooral met
het oog op de veelvuldige werkzaamheden, door
die personen tegen een zeker niet hoog weekloon
te verrichten, waren die vonnissen voor de ver
oordeelden ongetwijfeld niet zacht te noemen;
voor het reizend publiek echter zijn zij een waar
borg, dat er voor de veiligheid met de meeste
zorg wordt gewaakt, en in den persoon van den
rechter treedt de maatschappij op om den nala-
tige te straffen, en van haar standpunt heeft zij
gelijk, ofschoon, wij herhalen het, de straf dik-
I werf hard is. Immers wij allen bégaan, ieder in
i onzen werkkring, nu en dan wel eens een ver-
i zuim, dat schier onopgemerkt voorbijgaatde
I baanwachter daarentegen ziet, zoodra hij een
achteloosheid gepleegd heeft, den arm der gerech-
1 ligheid tegen zich opgeheven, niet omdat zijn
1 verzuim op zichzelf zwaarder zou zijn dan het
onze, maar omdat het in de gevolgen noodlotti-
ger was of kon zijn.
Be maatschappij straft dus den nalatigen baan
wachter, maar beloont zij wel ooit den beambte,
die een zeker aantal jaren dienst heeft gedaan,
zonder zich ooit aan nalatigheid schuldig te ma-
i ken? Neen; en strikt genomen behoeft zij dat
j ook niet te doen, want de baanwachter heeft
j slechts zijn plicht betracht en daarvoor bovendien
van de spoorwegonderneming zijn bepaald week
loon ontvangen.
Maar dan de beambte, die meer deed dan zijn
plicht vervullen? De nederige baanwachter te
Uitgeest, die met levensgevaar de wissels verzette
op het oogenbiik dat de botsing onvermijdelijk
scheen. Die man, hij had zijn plicht gedaan, want
hij had de wissels gesteld zooals gewone omstan
digheden dat vorderden. Waren nu de treinen
ten gevolge der vertraging van den van Zaandam
komenden op elkander geloopen, de wachter had
zeker geen schuld gehad. Thans echter heeft hij,
en dat wel met levensgevaar, door zijn tegen
woordigheid van geest den passagiers en het per
soneel het leven gered of hun voor hel minst
een verminking bespaard, en de spoorwegmaat
schappij heeft hij gevrijwaard voor een terecht
onberekenbare schade. De laatste heeft den moe
digen beambte volgens het algemeen verspreide
gerucht een belachelijk kleine som toegezegd
vier gulden, nog geen vier gulden voor het leven
van een baanwachter, die haar voor een verlies
van tonnen schats heeft bewaard. Neen, wij ver
trouwen, dat die geruchten onjuist zijn en de
spoorwegonderneming zulk een daad beter weet
te beloonen. Maar dat is 't niet wat wij bedoel
den. De maatschappij, die, had de man door
plichtverzuim een spoorwegramp veroorzaakt, in
den persoon van den rechter straffend zou zijn
opgetreden, mag niet vergeten dat 't nu haar
plicht is hem ook te beloonen. Wie moeten daarin
voorgaan? Zeer zeker zij, die, in beide treinen
gezeten, slechts ternauwernood aan het gevaar
ontsnapten; maar zij mogen ook wel worden na
gevolgd door anderen, die er een eer in stellen
dat Nederland zulke burgers telt onder zijn nede-
rigen werkmansstand. De wijze hoe die belooning
bijeen te brengen, wij spreken er niet over; bij
een ernstigen wil is zij spoedig gevonden, 't Was
er ons hier slechts om te doen aan te toonen,
dat de maatschappij, die bij te weinig wel weet
te straffen, bij te veel ook moet weten te beloo
nen. Zij zal nog slechts haar plicht hebben vol
bracht tegenover een man, die getoond heeft de
drie eigenschappen te bezitten, die den man 't
meest versierenmoed, beleid en menschlie-
vendheid.
LEIDEN, 18 November.
Bij de heden gehouden verkooping van
Cokes op het Raadhuis alhier van partijen van
lüO, 50, 10 en 5 hectoliters waren de hoogste
prijzen 65, 33, 6.70 en 3.35; de laagste
ƒ65, 32, ƒ6.40 en 3.30.
Naar men verneemt, zal de bekende belang
rijke en schoone collectie schilderijen van wijlen
I den heer Suermondt te Utrecht niet in publieke
veiling gebracht worden, maar in het bezit van
de larnilie blijven.
De gewone audiëntie van den Minister van
Koloniën zal op 20 November niet plaats hebben.
De vroegere hoogleeraar aan het Amster-
darnsch Athenaeum, Kuenen, thans te Heidelberg,
heeft dezer dagen den titel van „Geheimrath"
ontvangen.
De door het gemeentebestuur te Woerden
uitgeschreven geldleening van 17.000, ten be
hoeve der vernieuwing van sluis en brug aan
het W;oerdensche Verlaat, is volteekend.
De Min. van Binnenl. Zaken brengt ter
algemeene kennis dat in de week van 9 tot 15
November jl. aan aziatische cholera zijn overleden
in Noord-Brabant: te Breda 1, te Zevenbergen 2;
in Gelderland: te Buurmalsen 1 in Zuid-Holland
te Alphen 1, te Capelle a/d IJsel 1, te Delfshaven 1,
le Gouda 19, te Gouderak 1, in Den Haag 1,
te Kralingen 1, te Oudshoorn 2, te Rotterdam 5,
in Zeelandte Tholen 2, te Zierikzee 1, te zamen 3;
totaal in het Rijk 39 personen.
Het stoomschip Conradkapt Graadt van
Roggen, van Batavia naar het Nieuwediep, is
15 dezer des ochtends Gibraltar gepasseerd. Alles
wel aan boord.
In de volgende week zal de wip aan de
nieuwe IJselbrug te Kampen met een vracht van
30,000 kilo's beproefd worden. Het gebrek dat
aan de wip bestond moet thans verholpen zijn,
ofschoon het oordeel daarover zeer verschillend
is. Aan de nieuwe gasfabriek aldaar vinden de
werkzaamheden vertraging, zoodat er reeds onder
handelingen zijn aangeknoopt met de directie van
de thans bestaande fabriek om nog gedurende
eenige maanden het gas te leveren.
De heer Dr. J. R. Van Maanen, te Barne-
veld, herdacht den 15den November j.l., den dag
waarop hij 50 jaren geleden werd bevorderd tot
doctor in de geneeskunde, na zijne studiën te
hebben volbracht aan de Academie te Berlijn. De
algemeen geachte jubilaris, die in 1823 voor het
antwoord op eene door de geneeskundige faculteit
te Leiden uil geschreven prijsvraag de gouden
medaille behaalde, is steeds een nuttig en werk
zaam lid der maatschappij en bezoekt zijne pa
tiënten met lust en ijver.
Gisteren is te Utrecht, onder nadere goed
keuring van den Minister van Oorlog, aanbesteed
het maken van gemeenschapswegen in de nieuwe
Hollandsche waterlinie, nabij Utrecht, onder be
heer der genie. De minste inschrijver was de heer
J. J. Bekker, te Lent, voor 88.600. Voor het
maken van militaire wegen van het fort Vossegat
naar het fort Rhijnauwen en van den Koningsweg
naai het fort bij Vechten, onder beheer der genie,
was de minste inschrijver de heer J. Van Straten,
te Apeldoorn, voor 11.093.
Volgens een bij het departement van Marine
ontvangen telegram, was Zr. Ms. schroefstoomschip
Deli, onder bevel van den luit. ter zee der 1ste
klasse P. Swaan, den 15 dezer te Gibraltar aan
gekomen, en zou na kolen ingenomen te hebben,
de reis naar Oost-Indië voortzetten. Aan boord
was alles wel.
Z. M. heeft aan Mr. J. Moolenburgh, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend als burge-
meester der gemeente Zonnemairebenoemd tot
rechter-plaatsvervanger in de arrond.-rechtbank te
Assen, Mr. E. Oosting, advocaat aldaar.
Z. M. heeft aan D. Jona, in Den Haag,
als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid