het overbrengen van dépêches op 19 Augustus en
volgende dagen.
Rome, 29 October. Het bestaan van een der
den brief van den Paus aan Keizer Wilhelm
■wordt bevestigd. Het dagblad van Florence zegt,
dat pater Beckx te Rome blijft en in het Belgische
college zal wonen.
New-York, 29 October. De schatkist heeft, reeds
145800 dollars betaald tot inlossing van Novem
ber-coupons.
Dresden, 29 October. Het Dresdener Jour
nal behelst de proclamatie, waarmede Koning
Albert de regeering aanvaardt. Zij behelst de ver
zekering van zijne, op handhaving van wet en recht,
op bevordering der volkswelvaart en op het
welzijn van het land voortdurend gerichte lands-
vaderlijke bedoelingen. De constitutie zal hij, in
al hare bepalingen, gedurende zijne regeering na
leven, handhaven en beschermen.
Parijs, 30 October. De generaal Bellamare is
op non-activiteit gesteld, wegens het schrijven van
een brief, waarin de souvereiniteit der Nationale
Vergadering wordt miskend.
laatste: berichten.
Tot commandeur van de Eikenkroon, is be
noemd Jhr. J. W. Ploos van Amstel, Consul-
Generaal van Nederland, te Melbourne.
Gemeenteraad.
Slot der avond-zitting van Dinsdag.
Hoofdstuk X. Andere uitgaven, niet onder de vorige
hoofdstukken begrepen. Art. 1. Begrooting van de
kamer van koophandel en fabrieken, in rondvraag ge
bracht, wordt aangenomen. Bij art. 6 vraagt de
heer Bijleveldof van de som van f 1500 weer niet
een gedeelte moet gebracht worden op volgnummer
160, onvoorziene uitgaven. De Voorzitter antwoordt
daarop bevestigend, en wel dat het bedrag f 100
moet zijn. Art. 11. Toelage aan de eigenaars van
den schouwburg, in rondvraag gebracht, wordt aan
genomen. De heer Verster stemde tegen. Hoofdstuk X,
in rondvraag gebracht, wordt aangenomen, nadat
het vermeerderd is met een post van uitgaven
voor de administratie, voortvloeiende uit de ophef
fing van de vereenigde gast- en leprooshuizen.
Hoofdstuk XI. Onvoorziene uitgaven, in rondvraag
gebracht, wordt aangenomen met algemeene stemmen.
Thans komt in behandeling Hoofdstuk VII. Bij
art. 1, Kosten voor de latijnsche scholen, stellen B.
en W. voor om f 100 voor den leeraar in de He-
breeuwsche taal te behouden, totdat curatoren daar
over hunne meening hebben te kennen gegeven. Ver
der is er een voorstel gedaan tot benoeming van
drie leeraren. De heer CockHet voorstel tot aan
stelling van die drie leeraren is niet van curatoren
uitgegaan. Hij geeft opheldering hoe de zaak is aan
hangig gemaakt. Er is een schrijven gekomen bij
curatoren van het gymnasium, om de leeraren in de
nieuwe talen te ontslaan, omdat men die op de
hoogere burgerschool zou kunnen gebruiken, en dan
zouden zeker curatoren, stel dat zij het gedaan
hadden, zich tot den raad hebben kunnen wen
den, om nieuwe leeraren te benoemen. De heer
Buys merkt in de eerste plaats op, dat wanneer de
commissie voor de middelbare scholen niet goed ingelicht
was, dan is dit niet de schuld van de comm. v. fin.; als zij
dus had misgetast is het hare schuld niet. Uit de
nadere inlichtingen door die commissiën gegeven blijkt,
dat er slechts éen hoogere burgerschool is en wel
die te Rotterdam, die heeft wat men te Leiden wenscht.
Maar die school is nog veel meer bevolkt dan de
Leidsche. Op de vraag of het mogelijk zou zijn een
leeraar te vinden voor meerdere talen, geeft de com
missie een ontkennend antwoord. Maar op 30 scholen
vindt men toch leeraren voor meer dan eene taal.
Ik vorm mij geen illusies van een examen, en
de docenten wagen zich niet aan het examen, omdat
de eischen op 't gebied van litteratuur te groot zijn.
Het is een onjuiste voorstelling als men de comm.
van fin. wil verdenken dat zij het hier op de school
wil inrichten evenals dit op kleinere geschiedt.
Daarenboven lette men er op dat de Raad op een
ander standpunt staat dan de comm. voor de scholen.
Deze heeft niets te doen dan alleen op de school te
letten, maar wij hebben de geheele gemeente-admi
nistratie. Wanneer wij nu het oog slaan op de groote
gebreken van onze lagere scholen, op de karig be
loonde onderwijzers en meer, en wij vergelijken
daarmede den zooveel beteren toestand van de
hoogere burgerschool, dan zullen zeker de 4800
beter besteed zijn aan de eerste dan aan de
laatste, ten minste volgens mijne innige overtuiging.
De heer Goudsmit zegt: De comm. v. fin. ziet maar
eene zijdede financiën, en zij let te weinig op de
eischen van het onderwijs. Men heeft beweerd dat
de uitgaven van het onderwijs niet zoo noodig zijn,
maar geeft men een jaar op een klasse geen goed
onderwijs, dan bederft men de toekomst van de leerlingen.
De inspecteur verwijst ons naar personen die door een
transitoire bepaling tot het geven van onderwijs ge
rechtigd zijn. Ik vind dat het zich niet wagen aan
een examen in den regel weinig geschiktheid daartoe
verraadt. Er zijn maar 4 scholen, welke boven die te
Leiden staan. In Haarlem bleek het ook dat men zich
beholpen heeft. Zoolang men een klasse met een te groot
aantal leerlingen heeft, kan het onderwijs niet deugen.
Hij gelooft dat het huwelijk tusschen de hoogere bur
gerschool en de gymnasia een huwelijk mal assorti
is. Onze leerlingen lijden echter nu onder de over
bevolking van de klasse en daar moeten wij voor zorgen.
Hij gelooft, dat de uitgave zal strekken tot heil van
de hoogere burgerschool en de gymnasia. Voor zoo
ver het geldt het onderwijs in de natuurwetenschap
pen en de geneeskunde, moet men het onderwijs in
de nieuwe talen op de gymnasiën niet gering achten.
De commissie v. fin. is plus royaliste que le roi. De
burgerij is dankbaar als zij goed onderwijs krijgt en
de comm. v. fin. zou de noodige uitgaven daarvan
willen weigeren uit een financieel oogpunt. De heer
BuysDe opmerking van den vorigen spreker gaat
zeer mank. Een klasse van 35 leerlingen zal niet
leiden tot fatale gevolgen en men zich zou moeten
wachten voor het maken van bedenkingen tegen de
benoeming van drie leeraren. Mag men maar zoo
direct afkeuren de docenten welke geen examen
in de talen hebben afgelegd, ik geloof het niet.
Ik blijf dus bij mijn voorstel. De Voorzitter. Wij
hebben thans 3 klassen die boven de 30 leer
lingen zijn. Ik wensch te vragen of de raad terug
zou treden voor een som van 1050, om niet op
een gebrekkige wijze in het onderwijs te voorzien.
De heer Cock wenscht op te merken dat hij, voor zoover het
in zijn macht is, zal zorgen dat wij geen leeraren zullen
krijgen, welke krachtens transitoire bepalingen onder
wijs geven, maar de oude houden. De aanvraag is
niet van curatoren uitgegaan. De heer BuysMen
heeft in twee klassen kunnen voorzien door het ves
tigen van parallelklassen, men houdt dus maar éen
klasse over met 35 leerlingen. De Voorzitter beweert
dat als er geen leeraren worden aangesteld, men drie
klassen boven de 30 houdt; men kan er dan wel in
voorzien door éen leeraar, maar het is zeer gebrekkig.
Het voorstel van B. en Ws. tot verhooging van den post
met f 4800, in rondvraag gebracht, wordt aangenomen
met 13 tegen 10 stemmen en alsnu worden de kosten
van de parallelklasse onder art. 2 litt. F, verminderd
met ƒ925. Art. 1 in rondvraag gebracht, wordt
aangenomen. Art. 2. Kosten voor de middelbare
scholen. De heer Goudsmit wenscht niet, dat aan
B. en Ws. is overgelaten, toestemming tot het geven
van privaat-onderwijs, (hier in de gymnastie). Hij
wil dus in de verordening zien uitgesloten het geven
van privaat-onderwijs, voorts wil hij de benoeming
van het hulppersoneel aan de gymnastieschool ge
schied zien door den hoofdonderwijzer, welke 't best
in staat is om de krachten daarvan te beoordeelen.
De Voorzitter deelt niet het laatste gevoelen van den heer
Goudsmit. Op dergelijke wijze zou iedere hoofdonderwij
zer de schuld op de schouders van B. en Ws. kunnen
laden. De heer Cock meent dat gymnastie behoort tot
lager onderwijs. Dan moet ook de benoeming van onder
wijzer en hulponderwijzer door den raad geschieden.
De heer Lezwijn Als 'tprivaat-onderwijs in degymnastie
verboden wordt, is het tractement te laag en zal dit
gebracht moeten worden tot f 1600. De heer Goud
smit is niet van meening dat het tractement te laag
is met het oog op andere tractementen voor leera
ren. De heer Seelig vraagt of hier nu zoo'n strenge
uitzondering moet gemaakt worden voor den onder
wijzer in de gymnastie, de andere leeraren geven toch
ook privaatlessen. De heer Goudsmit betwijfelt of door
andere leeraren wel privaat-onderwijs gegeven wordt.
De heer HnrtevellMartin was particulier onderwij
zer, nu wil men den aan te stellen persoon geheel
werkzaam doen zijn ten voordeele van de gemeente
scholen. Het zou mij spijten als andere gelegenheid
tot gymnastie-onderwijs was uitgesloten. Ook met het
oog op het tractement, deel ik het gevoelen van den
heer Lezwijn. De Voorzitter wil het orthopedisch-onder-
wijs aan den gemeente-onderwijzer overlaten en stelt
voor het tractement van 1200 op ƒ1400 te brengen met
strenge uitsluiting van het privaat-onderwijs in de
gymnastie. Thans wordt in rondvraag gebracht dat
geven van privaat-onderwijs zal worden verboden,
hetgeen wordt aangenomen. Een voorstel van den heer
Lezwijn om het tractement te brengen op /1600
wordt na in rondvraag gebracht te zijn verworpen.
Het voorstel om het tractement ƒ1400 te doen zijn
wordt aangenomen. Overigens wordt het voorstel van
B. en W. wat betreft de huur van het lokaal aan
genomen. Het voorstel tot verhooging van het trac
tement van den custos der hoogere burgerschool met
ƒ50 wordt aangenomen met 13 stemmen. Art. 3.
Jaarwedden der hoofd- en hulponderwijzers en onderwij
zeressen mitsgaders de toelagen ten behoeve van
kweekelingen. De heer Cock vraagt het woord om te
voorkomen een erreur dat zou begaan kunnen wor
den; hij wijst op bijlage C van den brief van
den schoolopziener, welke naar het oordeel van
den spreker niet geheel juist is. De school
opziener tracht te betoogen dat de school van
Japikse en van Rensse respectievelijk een voordeelig
saldo van ƒ600 en ƒ1000 opleveren. Hij vergeet
echter het onderhoud dier scholen daarvan af te
trekken. Na gegeven berekeningen komt hij tot de
overtuiging dat er geen batig saldo zal zijn maar een
nadeelig. De heer Dercksen vraagt of ook niet de
renten van het kapitaal van de oprichting van de
gebouwen moeten berekend worden. Den heer Buys
doet het leed dat hij moet medewerken om de ver
hooging der tractementen van eenige onderwijzers voor
dit jaar te bestrijden. Hij gelooft dat de bedoeling van de
verhooging is geweest een geleidelijke, en door de
voorgestelde verhooging de bedoeling van de veror
dening wordt miskend. De quaestie wat deze veror
dening 'Wil is dat de verhooging in den regel niet zal
geschieden, en wanneer men nu in twee jaren op
't maximum komt dan zijn wij weder spoedig in den
ouden toestand. De heer Goudsmit gelooft dat men
verstandig zou doen, te verhoogen. Wij krijgen geen
hulponderwijzers dan met verhooging van 't minimum.
Wat baat nu de geest van onze verordening als wij
geen hulponderwijzers kunnen krijgen. De heer Buys
zegt: Is de verordening niet goed, laten wij ze wijzigen,
maar zoolang zij bestaat moet men haar handhaven. De
heer Seelig wijst op de tractementen van de ambtenaren
ter gemeente-secretarie en dan gelooft hij dat de
verhooging zooals zij is voorgesteld goed is, waar
hij dus voor zal stemmen. Het rapport van de com
missie van financiën wordt in rondvraag gebracht en
aangenomen rnet 12 tegen 11 stemmen en dus de
verhooging van tractementen van slechts eenige
onderwijzers toegestaan.
De posten P. M. Heijraans van f 450] op f 500;
mej. Damen van 400 op f 450A. W. Bosman
van 500 op f 550 en H. Westdijk van 450 op
500 en v. d. Hoeven op 700, zijn sedert de op
making der begrooting verhoogd moeten worden. Deze
post tot een bedrag van 900 in rondvraag gebracht,
wordt aangenomen. De heeren Cock en Verster stemden
tegen. Art. 3 thans geheel in rondvraag gebracht,
wordt aangenomen met 21 tegen 2 stemmen. Bij
art. 10 wordt de begrooting der plaatselijke school
commissie ad 200 in rondvraag gebracht en aan
genomen. Hoofdstuk VII, onderwijs, in rondvraag ge
bracht, wordt aangenomen. De heeren Dercksen,
Verster en Cock stemden tegen. Daarna wordt over
gegaan tot de behandeling der Inkomsten.
Hoofdstuk III. Baten en opkomsten, spruitende uit
gemeente-eigendommen en bezittingen. Art. 1. Huur
van huizen en andere gebouwen, ondergaat eene kleine
wijziging volgens het rapport van de comm. v. fin,
Eveneens art. 2, huur of pacht van landen en lande
rijen. De heer Byleveld vraagt: waar vandaan komt
de verhooging met f 100 onder art. 4 renten van
kapitalen. De heer De Fremery geeft hem daar
voor de noodige inlichtingen. Bij art. 5, Opbrengst
van de gras verpachtingen, moet volgens gevoelen
van den heer Byleveld een gedeelte gebracht worden
op art. 46a, waartoe besloten wordt. Bij art. 7a.
Ontvangsten gasfabriek, verklaart de heer Dercksen
op de bekende gronden te zullen tegenstemmen. De
heer De Fremery wil mededeelen dat de raming van de
comm. v. fin. op geen enkelen grond steuntcommissa
rissen van de gasfabriek kunnen niet meer ramen
dan 16000. Dit art., volgens voordracht van de
comm. v. fin. gebracht op 20000, wordt in rond
vraag gebracht en aangenomen. De heer Dercksen
stemde tegen. Hoofdstuk III, in rondvraag gebracht,
wordt aangenomen. De heer Dercksen stemde tegen.
Hoofdstuk IV. Ontvangsten van verschillenden aard
en toevallige baten, in rondvraag gebracht, wordt na
een kleine wijziging van art. 1 aangenomen.
Hoofdstuk V. Buitengewone ontvangsten. Bij art.
4, verkoop van inschrijving op het grootboek der nat.
werk. schuld 2% pCt. De heer De Fremery releveerde
nog eens de oude quaestie over terugbrenging van
kapitaal. De heer Buys weersprak hem. De heer Cock
vindt het nu consequent om de gelden te blijven
realiseeren. De heer Seelig zal tegen de voordracht
stemmen. Hij gelooft dat de termijn van 25 jaar
te kort is; als het 50 jaar was, zou hij geen bezwaar
hebben. De heer Seelig stelt voor om binnen 50 jaar
het geld van het schoolgebouw terug te brengen in
de gemeentekas, hetgeen in rondvraag gebracht, wordt
verworpen. Alsnu wordt in rondvraag gebracht het
voorstel van de comm. van fin. om zulks in 25 jaar
te doen, hetgeen wordt aangenomen. Hoofdstuk V in
rondvraag gebracht, wordt aangenomen met algemeene
stemmen. De heer Buys zou wenschen dat men kort
heidshalve bepaalde den hoofdelijken omslag vast te
stellen op de som, welke het verschil tusschen in
komsten en uitgaven bedraagt, en voorts de aanwij
zing van bet juiste bedrag aan B. en Ws. overliet.
De heer Goudsmit gelooft niet dat men daartoe ge
rechtigd is en wil voorstellen Donderdag te verga
deren om de begrooting te arresteeren. De heer Buys
vindt dit omslachtig. De heer Goudsmit stelt voor, de
vergadering te verdagen tot aanstaanden Donderdag.
Zijne motie wordt echter niet ondersteund en blijft
alzoo buiten stemming.