LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4188. Zaterdag A0. 1873. 4 October PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per postn 1.40. Afzonderlijke Nommers0.03. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel meer0.17?, Groolere letters naar plaatsruimte. LEIDEN, 3 October. De 299ste gedenkdag van het ontzet van Leiden •werd heden op de gebruikelijke wijze gevierd. Zoowel van de openbare als particuliere gebouwen wapperde de vaderlandsche driekleur. In de protes- tantsche en christelijk afgescheidene kerken werd de dag op godsdienstige wijze herdacht, terwijl ook Ds. Van Boekeren de Leidsche jeugd op eigen aardige wijze het een en ander uit die roemrijke, maar tevens zoo bange dagen verhaalde. De zich thans op de Lakenhal bevindende merkwaardigheden uit het beleg en ontzet werden evenals andere jaren door een zeer groot aantal stedelingen (ruim zes duizend) bezichtigd en ook bij de muziekuitvoering, des middags door de kapel der dd. schulterij op de Koornbeurs gegeven, waar bij de avonduitvoering eene illuminatie zal worden ontstoken, was eene massa volks tegen woordig; ook het carillon liet zich nu en dan hooren. Door de provinciale commissie voor het lager onderwijs werden gisteren bij de voortge zette examens voor hulponderwijzer 18 candidaten geëxamineerd, waarvan 7 werden afgewezen en 11 toegelaten, te weten de heeren R. B. Beeuwkes, W. F. Van den Burg, H. B. Diks, G. A. N. Van Ginkel, J. R. Van der Lans, F. J. Mirande, A. J. Pontier, J. Van de Vijver, J. J. Waldkötter en W. T. Witscheij, allen uit Den Haag, en W. G. Meijer, uit Voorschoten. Bij de overweging in de afdeelingen der Tweede Kamer van het wetsontwerp tot vereeni- ging der gemeenten Charlois en Katendrecht, be toonde men van onderscheidene zijden zich daar mede ingenomen en werd de wensch geuit, dat een aantal andere gemeenten ook vëreenigd mochten worden. Harerzijds is de commissie van rappor teurs eveneens van gevoelen, dat het beginsel van vereeniging van gemeenten nog menige nuttige toepassing zou kunnen erlangen. Bij het onderzoek in de afdeelingen der kamer van het wetsontwerp tot het sluiten eener over eenkomst met de gemeente Breda, betreffende den afstand van gronden, wegen, waterleidingen en sluizen op de voormalige vestingwerken aldaar, in verband met den afstand door die gemeente van hare beweerde rechten op de Gasthuisvelden en van eenigen grond bij de kazernes, werd het beginsel om aan de gemeente kosteloos in eigen dom af te staan hetgeen bestemd is voor den publieken dienst en aan de gemeente te vergoeden het onderhoud van hetgeen te dien einde aan haar in eigendom overgaat, door sommige leden bestreden, door andere leden verdedigd. Van de eene zijde achtte men de in hoofdtrekken ont worpen overeenkomst te bezwarend voor het rijk, maar van de andere zijde stond men het gevoelen voor, dat eene gemeente, die tot dusver onder den druk van vestingwerken had gezucht, billijke aanspraak had op eene eenigszins milde bejegening, daargelaten, of er hier wel van eene milde be jegening sprake kan zijn. Echter wenschten som mige leden in éene afdeeling eene meer volledige omschrijving der tussehen den staat en de ge meente te sluiten overeenkomst. Omtrent de samenstelling der tweede expe ditie tegen Atsjin worden nog de volgende bijzon derheden vernomen. De expeditionaire macht zal bestaan uit 5 veldbataljons infanterie (het 2de, 3de, i/2 6de, i\2 9de, 12de en 44de), op voet van oorlog gebracht p. m. te zamen 4350 man, het bataljon barrissans, ongeveer 500 man, de 2 compagnieën der beide Pangerangs, te zamen 240 man, het corps mineurs en sappeurs onge veer 500 man, de landingsdivis.ie der marine '1500 man en 100 man cavalerie, te zamen 7190 man, waarbij nog het vrij belangrijk personeel der artillerie komt, welks cijfer wij niet kennen. Dat de veldbataljons gebracht worden op de sterkte in tijd van oorlog, mag men daarom aannemen, omdat het eene bataljon, het 2de, dat reeds is ingescheept, bijna 900 man sterk is. In tijd van vrede tellen de veldbataljons ongeveer 720 man; in tijd van oorlog 870 man. De expeditie wordt zoodoende de sterkste, die ooit in Ned. Oost-Indië is ondernomen. Barissans zijn inlandsche troepen, welke de vorsten, regenten van Madura en Suma- nap zich bij contract verbonden hebben ter be schikking van het gouvernement te houden. De compagnieën der Pangerangs, bovengenoemd, zijn afdeelingen van de legioenen van Mongkoe Negoro te Soerakarta en van Pakoe Alam te Djocjokarla, afzonderlijke inlandsche corpsen in de Vorstenlan den, welke de Soesoehoenan van Soerakarta en de Sultan van Djocjokarta, eveneens volgens con tract, verplicht zijn te houden op kosten van het gouvernement. Het eerste Solosche legioen staat onder den kolonel-commandant Pangerang Adhi- pati Avio Mongkoe Negoro, dat van Djocjo onder den luit.-kolonel commandant Pangerang Adhipati Soerio Ningrat IV. Morgen zal te Nieuwediep aan boord van het stoomschip Celebeskapt. Bakker, embarkee- ren een detachement suppletietroepen, sterk 250 man, onder commando van den kapitein G. C. R. R. De Graeff en medegeleiders de lste luitenant Kluge, 2de luit.-kwartierm. Gobée en de 2de luit. D. P. A. Markestijn. De drie eerstgenoemde offi cieren keeren van verlof terug. Voor de opname van de spoorwegen op Sumatra zullen de heeren Van Hees, IJzerman, Dijkman, Alsdorff en Brandt hun opmelingen be ginnen te Solok; in de Tronsfan-vallei zullen werkzaam zijn de heeren Verweij, Havelaar, Vidal, Sarolea en Muller, terwijl de heeren Snethlage, Dijkerman en Bouwens met de algemeene werk zaamheden zullen belast blijven. Bij het examen voor apothekers heeft zich van de 8 candidaten 1 tijdens het examen terug getrokken, terwijl 6 geslaagd zijn, en wel de heeren: P. Boon, van Den Helder; G. J. Groene- veld, van Winschoten; A. E. Van der Meulen, van Dragten (Friesland); H. Nanning van Zuid- broek; G. Van Santé Bz., van Zaandam; D. Veen, van Edam. Naar men verneemt, hebben zich opnieuw 2 officieren van gezondheid hier te lande op de bekende voorwaarden voor het leger in Indië ver bonden, zoodat hun getal thans 8 is; hiermede is echter aan de groote behoefte nog lang niet voldaan. Aan 's Rijks geweerwinkel te Delft zijn ter opleiding voor officieren van wapenen gedetacheerd geworden de lste luitenant J. Offerhaus van het regiment grenadiers en jagers; de lste luitenant D. Zelverder van het lste, J. M. Vervat van het 2de, D. L. H. Mansvelt van het 4de, A. W. Van 't Lindenhout van het 7de en de 2de luitenant G. A. Pitlo van het 8ste reg. inf. Met de opening van den nieuwen cursus 1873/74 aan het Athenaeum Ulustre te Amster dam, zijn door de Ministeriën van Oorlog, Marine en Koloniën benoemd 46 studenten voor den militairen geneeskundigen dienst, om opgeleid te worden tot officier-van-gezondheid en apotheker, te weten: 11 voor officieren-van-gezondheid bij den dienst hier te lande, 3 voor dien der zee macht, 30 voor Oost-Indië, en 2 voor apotheker hier te lande, welke allen Woensdag in dienst zijn gesteld. De dames Calaminus de Haan, C. von IColkow en S. J. Van Zweeden, te Groningen, hebben van den Duitschen Keizer de „Kriegs- denkmünze jr. 1870/71" voor gedane vrijwillige ziekenverpleging in den Duitsch-Franschen oorlog, onder het Roode Kruis, ontvangen, te dragen aan het „Nicht Combattanten Lint." De directie der Stoomvaart-Maatschappij „Nederland" is voornemens, voortaan hare booten op reis van en naar Java Napels te laten aandoen, ten einde de passagiers, die zulks verkiezen, de gelegenheid te geven, de reis van daar naar Nederland of van Nederland derwaarts over land te kunnen doen. Het stoomschip Prins van Oranjedat in de volgende maand van Batavia zal vertrekken, zal het eerst Napels aandoen. Uit gaande, zullen de schepen hetzelfde doen zoodra het in aanbouw zijnde vijfde schip voltooid en de geregelde maandelijksche dienst ingesteld is, als wanneer de booten den 15den van iedere maand van Nieuwediep en den 25sten van Napels ver trekken. De Minister van Financiën maakt, Ier vol doening aan art. 7 der wet van den 26sten April 1852 Staatsblad n°. 90), bekend, dat krachtens die wet voor een kapitaal van tien miflioen gul den aan muntbiljetten in omloop is, en dat tot verzekering van de verzilvering dier biljetten de volgende kapitalen op de grootboeken der nationale schuld zijn ingeschreven, te wetenop het groot boek der 2«/2 percents inschrijvingen een kapitaal van 18,788,000.00, uitmakende, tegen den daar voor bij art. 5 der wet bepaalden koers van 50 ten honderd, eene waarde van f 9,394,000.00 en op het grootboek der 3 percents inschrijvingen een kapitaal van f 1,010,300.00, uitmakende, naar den daarvoor als boven bepaalden koers van 60 ten honderd, eene waarde van f 606,180.00 te zamen f 10,000,180.00. Volgens ontvangen mededeeling is door Z. Exc. Senor Don Arturo Marcoartu, gewezen lid der Spaansche Cortes, dooi tusschenkomst van de „National association for the promotion of Social Science" (1 Adamstreet, Adelphi, London) eene premie van 300 pond sterling uitgeloofd voor de beste proeve over het volgende onder werp „Op welke wijze behoort eene internationale bijeenkomst te worden voorbereid en samengesteld tot het vervaardigen van een wetboek van publiek internationaal rechten welke behooren de hoofd beginselen te zijn, die bij de vervaardiging van zoodanig wetboek tot leiddraad moeten strekken?" De voorwaarden dezer prijsuitschrijving zijn de volgende 1De mededingers moeten hunne proeven, op of vóór '1 Juni '1874, inzenden onder couvert, voorzien van een motto, en vergezeld van een ander couvert met hetzelfde motto, verzegeld en inhoudende den naam en hel adres van den schrijver. 2. De proeven kunnen in het Engelsch, Fransch of Duitsch geschreven worden en moeten voorzien zijn van een index of bladwijzer. 3. De beoordeelaars zullen benoemd worden door het uitvoerend comité der „association" en zullen op zoodanige wijze verkozen worden dat hunne vergadering een internationaal karakter drage. De toekenning der premie zal plaats hebben inge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1