LEIDSCH DAGBLAD. N°. 4187. Vrijdat A0. 1873. 3 October. 3 OCTOBER 1873. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maandenf 1. Franco per postn L40. Afzonderlijke Nommersn 0.02. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven, PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regelsf 1.05. Iedere regel racer0.17£. Grootcre letters naar plaatsruimte. Wat al feesten zijn er in den laatsten tijd ge vierd, wat al eerste steenen gelegd en gedenk- teekenen onthuld ter herinnering aan de roemrijke feiten van voor drie eeuwen. Trouwens in een land als het onze, waar men op een tachtigjarige worsteling kan wijzen, met onverbroken moed volgehouden en ten laatste door een roemrijken vrede bekroond, daar kan men lang aan het feest vieren blijven, als men alle merkwaardige feiten uit een zoo langdurig tijdperk wil gedenken. Was hel gevecht bij Heiligerlee merkwaardig, omdat het den onzen de eerste overwinning verschafte op de in den krijg vergrijsde Spanjaarden, de inneming van Den Briel had een groole betee- kenis, dewijl zij den Geuzen een vast punt ver zekerde, vanwaar uit zij hunne operation konden beginnen; zal men te Hoorn de nederlaag van Eossu op de Zuiderzee vieren, te Alkmaar zal men het weldra luide uilroepen dat van daar de victorie begon. Geer. enkele stad echter kan op een zoo eigen aardig herinneringsfeest hogen als het volgend jaar aan de onze zal te beurt vallen. Hier toch is het verleden verbonden aan liet heden door een zichtbaar monument, dat gedurende een drie tal eeuwen meer ongeschonden is bewaard ge bleven dan met een standbeeld van het duurzaamst metaal het geval had kunnen zijn, een monument, dat meer deed dan herinneringen opwekken, dat, toen de zege was bevochten, op het gebied der wetenschap den alouden roem van Nederland zoo waardiglijk handhaafde. Dat monument be hoeven wij het te zeggen het is onze hooge- school. Telken jare wordt Leidens ontzet feestelijk her dacht, en terecht. Hier meer dan elders heeft men reden tot zulk een feestviering. Zonder dat historisch feit toch, wij weten het, zouden wij ons thans niet verheugen in het bezit onzer academie. Die universiteit is een monument niet alleen van de roemrijke volharding in den strijd onzer stad- genooten van voor drie eeuwen, maar ook van de onbaalzuchligheid en grootheid van ziel dier voorzaten na het ontzet. Stellen wij het ons goed voor. Door het lang durig beleg was de stad uilgeput, tal van burgers hadden het leven gelaten, de welvaart was verdwenen en nog lang daarna hield het onder water gezette land zijn rijke opbrengst terug. Was het wonder dat men naar verademing smachtte? Ware het in die omstandigheden wonder geweest zoo men boven liet bezit eener hoogeschool de voorkeur had gegeven aan tien jaren vrijdom van be lasting? Neen, daarvoor waren de toenmalige bewoners der sleutelstad te fier, te grootsch, zij deden de goede keuze enhunne nakomelingen houden het in zegenend aandenken. Daarom ook dit jaar den 3den October feeste lijk gevierd, neen, dit jaar meer dan ooit. Zonder Leidens ontzet geen academie, zonder Van dei- Werf geen Leiden ontzet. Dat besef is hoe langer hoe meer doorgedrongen; daarom hebben velen de handen ineengeslagen om een zijner waardig gedenkteeken te doen verrijzen. Die pogingen, Zljn zij aanvankelijk niet ongunstig geslaagd, het einddoel toch hebben zij nog niet doen bereiken. Aan dat doel moet de 3de October ons een schrede nader brengen. Aan den avond van dien dag zal de toonkunst, die schoonste der kunsten, daaraan dienstbaar worden gemaakt. Wie om de mu ziek zelve niet naar het concert gaat, zal het licht doen om den wille van den 3den October 1574, of ook om hulde te brengen aan onze hoogeschool. Tegen over die weldra driehonderdjarige inrichting moet het beeld verrijzen van den man, die eenmaal aan het hoofd stond van Leidens burgers, aan wier verstandige en waarlijk groolsche keuze wij het bezit der universiteit hebben te danken. De avond van den aanstaanden 3den October moet een ware feestavond zijn. De hooger en lager gestelde toegangsprijzen zullen de stadszaal voor schier ieder toegankelijk stellen en wij koesteren dan ook de gegronde verwachting dat het te geven concert ruimschoots zal bijdragen tot ver wezenlijking van het beoogde doel. LEIDEN, 2 October. De 88ste jaarlijksche algemeene vergadering der leden van het genootschap Mathesis Scien- tiarum Genitrix, op 25 September gehouden in het Nutsgebouw, werd geopend met eene toe spraak van den voorzitter Dr. D. De Loos, die een kort verslag gaf van den toestand des ge- nootschaps in het afgeloopen jaar. Vervolgens had de uitreiking der toegekende eereblijken plaats aan de volgende leerlingen, als voor bouwkunde: A. Horrée, groote bronzen medaille, C. J. Van Erkel idem, J. T. J. Schimmel, bronzen medaille boetseeren: J. D. Rijk, F. J. Du Chattel en C. Arentz, bronzen medaille. De bekroonden werden door den voorzitter ge- lukgewenscht met de hun te beurt gevallen onder scheiding en aangespoord om op den ingeslagen weg voort te gaan. Bevorderd werdenvan de 1ste naar de 2de klasse: A. Boekwijt, P. J. Christiaanse, G. T. Hemerik, C. P. Bik, G. Arogelesang. H. Filippo, P. F. Pas, J. Montagne, A. L. P. Hoogendijk, P. G. Breebaart, C. F. Exman, J. C. Van Grie ken, J. T. Rienks, D. Brieër, H. W. J. Schim mel, T. Barneveld. Van de 2de klasse A naar de 3de klasse: W. Christiaanse, J. W. Verstra ten, P. Piket, A. Aran der Walle, G. P. Loeber, W. Lasschuit, H. J. Plantfeber, H. Van Bernrnel, C. Essers, Aran de 2de klasse B naar de 3de klasse P. Beun, L. J. Boekwijt, B. Plevier, P. J. Van der Hert, J. Van den Worm. Van de 3de naar de 4de klasse: H. J. Walle, H. P. W. Van Veen, T. Van der Kaaij, G. Diepenbach, P. Colpa, C. J. Van Erkel, J. T. J. Schimmel. Van de 4de naar de 5de klasseP. H. J. Van der Drift, T. Gabriel, W. H. Marks, J. H. Speet. Daarna werd de rekening van den penning meester over het afgeloopen genootschappelijk jaar, op advies van de commissie die met het nazien was belast, opgenomen en goedgekeurd, onder dankzegging aan den penningmeester voor de gevoerde richtige administratie. De rekening sloot met een nadeelig saldo van 145.295, het geen den heer prof. Goudsmit aanleiding gat tot de vraag of het niet mogelijk werd geacht de belangstelling van het publiek voor deze nuttige instelling meer op te wekken. Hij meent toch dat, hoewel dit nadeelig slot wel zal kunnen worden gedekt, er toch een tijd zou kunnen komen waarin de middelen aan het Bestuur ont braken om voldoende in de behoefte van het onderwijs bij het genootschap te blijven voorzien. Hij oppert daarom het denkbeeld of tot opwekking van die meerdere belangstelling niet dienstig zou kunnen zijn, hetzij door middel van de dagbladen de algemeene aandacht-op deze instelling te ves tigen, of wel eene vergadering by een te roepen, ter bespreking van de belangen des genootschaps, waartoe zoowel voor de leden der meer bevoor rechte standen als voor de mingegoede burgerij de toegang zou openstaan. De heer Goudsmit wenschte dit denkbeeld aan het oordeel van hel Bestuur te onderwerpen en trad nog in nadere beschouwingen ten betooge dat door het genoot schap in eene werkelijk bestaande behoefte op uitstekende wijze wordt voorzien. Het Bestuur verklaarde zich bereid de zaak ernstig te onder zoeken. Eindelijk werd tot de benoeming van 3 nieuwe bestuursleden overgegaan ter vervanging van de heeren J. Aran Lith, J. A. Van Dijk en A. Kooren- holf, en zijn benoemd de heeren J. A. Van Dijk, A. Koorenhoff en P. Maas Geesteranus, die ver klaarden de benoeming aan te nemen. De heer Van Lith had verzocht niet meer in aanmerking te komen. De vergadering werd door een aantal belang stellenden en o. a. ook door eene commissie uit het dagelijksch bestuur bijgewoond. Tot hulponderwijzer aan de openbare school te Neede (Gelderland) is benoemd de heer C. J. La Rivière Jr., thans hulponderwijzer te Hoorn. Naar wij vernemen hebben zich als stu denten in de medicijnen bij den pedel der Leidsche Hoogeschool doen inschrijven twee Russische dames, genaamd Fanny Berlinerblau en Olga von Stoff. Zij hebben haar intrek genomen in het hotel De Zon. Door de provinciale commissie voor het lager onderwijs, zijn gisteren geëxamineerd voor de Fransche taal 9 candidaten. Een heeft zich onder het examen teruggetrokken. Afgewezen zijn 5 en toegelaten 3, zijnde de heeren W. G. Kemna en AV. Jansen van Den Haag en J. C. Kesler van Delft. De Staats-Courant deelt mede: Blijkens een bij het Departement van Koloniën ontvan gen telegram van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië is de benting van Groot Edi door infanterie bezet en te Klein Edi met succes door de marine geageerd. In schriftelijke berich ten, uit Indië ontvangen, werd reeds melding gemaakt van eenige spanning in Edi. Ten gevolge van Atchineesc.hen invloed zou een gedeelte der bevolking niet ingenomen zijn met de vriendschap pelijke gezindheid van den radja jegens het Neder- landsche Gouvernement. Men was bedacht op de mogelijkheid, dat de radja en het goedgezinde deel der bevolking zouden moeten worden be schermd, ook tegen vijandige aanvallen van nabu ren. Uit het telegram is af te leiden, dat een gedeelte van de in Deli gelegerde infanterie in de benting van Groot Edi in bezetting is gelegd om de noodige bescherming te verleenen, en dat te Klein Edi eene vijandige beweging door de marine is moeten bedwongen worden. Tot hulponderwijzer aan de openbare lagere school te Voorschoten (in het dorp) is benoemd de heer Korswagen, geboren te Voorschoten, thans in dezelfde betrekking te AVoubruggen. Men verneemt dat Z. M. de Koning-groot hertog Mr. D. A. Berdenis van Berlekom, majoor commandant der dienstdoende schutterij te Mid delburg, heeft benoemd tot officier der orde van de Eikenkroon. Naar aan de Middelb. Cl. uit Den Haag gemeld wordt, is aan het Departement van Bin- nenlandsche Zaken een nieuwe regeling der con sulalen in bewerking, waarmede beoogd zou worden binnen de grenzen door de tegenwoordige begroolingsposten gesteld het getal uitgezonden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1873 | | pagina 1